Geleidende brief - Voorstel van wet van het lid Van Dam tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een betere bescherming van abonnees tegen ongevraagde communicatie
Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 30845 - Initiatiefvoorstel Betere bescherming van abonnees tegen ongevraagde communicatie2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Van Dam tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een betere bescherming van abonnees tegen ongevraagde communicatie; Geleidende brief |
---|---|
Documentdatum | 18-10-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST101983 |
Kenmerk | 30845, nr. 1 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2006–2007
30 845
Voorstel van wet van het lid Van Dam tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een betere bescherming van abonnees tegen ongevraagde communicatie
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 18 oktober 2006
Hierbij doe ik u, overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen houdende wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een betere bescherming van abonnees tegen ongevraagde communicatie.
De toelichtende memorie, die het voorstel van wet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Van Dam
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
- 2.De bestaande Telecommunicatiewet beschermt consumenten slechts ten dele tegen ongewenste, ongevraagde telefoontjes. Consumenten die niet gebeld willen worden, moeten dat elke keer opnieuw, bij elk telefoongesprek, laten weten aan degene die hen belt. Gelukkig voor consumenten bestaat naast de wet ook zelfregulering. Die zelfregulering heeft de vorm van een register, infofilter genaamd, waarin mensen kunnen laten opnemen dat zij geen prijs stellen op telefonische benadering voor marktonderzoek of voor commerciële, ideële of charitatieve boodschappen. Echter nog altijd is er een aanzienlijk aantal bedrijven dat de zelfreguleringscode ten aanzien van telemarketing niet onderschrijft en die weigert gebruik te maken van de diensten van infofilter. Dat leidt tot nodeloze irritatie bij mensen die menen zich middels aanmelding bij infofilter te hebben gevrijwaard van ongevraagde telefoontjes. Het is zowel voor consumenten als voor bedrijven beter als ieder bedrijf de registratie van infofilter zou moeten respecteren. In het voorliggende wetsvoorstel wordt dat geregeld. Het geeft het nationale bel-me-niet-register («infofilter») een wettelijke basis.