Geleidende brief - Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 30841 - Initiatiefvoorstel Hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel; Geleidende brief |
---|---|
Documentdatum | 12-10-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST101677 |
Kenmerk | 30841, nr. 1 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2006–2007
30 841
Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 12 oktober 2006
Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De toelichtende memorie, die het voorstel van wet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Van Haersma Buma Weekers
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat de mogelijkheden tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel te verruimen en hiertoe de mogelijkheid van hoofdelijke aansprakelijkstelling in de wet op te nemen.