Brief minister over recente ontwikkelingen in Nederland, België en Duitsland - Dierziekte blauwtong - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 30669 - Dierziekte blauwtong.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Dierziekte blauwtong; Brief minister over recente ontwikkelingen in Nederland, België en Duitsland |
---|---|
Documentdatum | 22-08-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST99955 |
Kenmerk | 30669, nr. 2 |
Van | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
30 669
Dierziekte blauwtong
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 augustus 2006
In mijn brief van 18 augustus jl. (Kamerstuk 30 669, nr. 1) heb ik u op de hoogte gebracht van de geconstateerde bluetongue-besmetting in ZuidNederland. Verder heb ik u geïnformeerd over de acties die naar aanleiding daarvan zijn ondernomen. In deze brief wil ik de ontwikkelingen in Nederland, België en Duitsland van de afgelopen dagen nader toelichten. Verder ga ik in op de uitkomsten van de bijeenkomst van het Permanent Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid (PCVD) van maandag 21 augustus jl. Hierbij komen ook de aanstaande versoepelingen van de in Nederland ingestelde maatregelen aan de orde.
Ontwikkelingen in Nederland, België en Duitsland
Momenteel is in Nederland op bijna 20 bedrijven een besmetting van bluetongue vastgesteld. Onder de besmette bedrijven bevinden zich zowel schapenhouderijen als rundveebedrijven. Al deze bedrijven bevinden zich binnen het op 18 augustus jl. ingestelde 20-kilometergebied. Daarnaast is er nog een aantal verdachte bedrijven. Deze worden momenteel door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) onderzocht. Hierbij gaat het naast een aantal verdenkingen in Zuid-Nederland, om een verdenking op een schapenbedrijf in de omgeving van Sneek en een verdenking bij runderen op een exportverzamelplaats in Woerden. De eerste uitslagen van labora-toriumtesten van het CIDC Lelystad voor het bedrijf in de omgeving van Sneek zijn niet eenduidig. Nieuwe monsters worden onderzocht door het CIDC Lelystad en het Europese referentielaboratorium in Pirbright (UK). Van het bedrijf in Woerden zijn nog geen verdere uitslagen bekend. Traceringsonderzoek toont aan dat de contacten van het bedrijf in Woerden te herleiden zijn tot de besmette regio in Zuid-Nederland. De verdenking op het bedrijf in de omgeving van Sneek lijkt geen relatie te hebben met de eerder geconstateerde besmettingen. Definitieve uitslagen van de laboratoriumtesten voor beide bedrijven worden binnen enkele dagen verwacht.
In aansluiting op de constatering van bluetongue-besmettingen in Nederland, hebben ook België en Duitsland de afgelopen dagen bevestigd dat er op een aantal bedrijven uitbraken van bluetongue zijn geconstateerd. In beide landen gaat het om besmettingen bij zowel schapen als runderen.
Uitkomsten van de bijeenkomst van het PCVD
In de vergadering van het PCVD van maandag 21 augustus jl. is gesproken over de situatie met betrekking tot de bluetongue-uitbraken in Nederland, België en Duitsland. Ook België en Duitsland hebben inmiddels een beschermings- en toezichtsgebied ingesteld. Alle in België en Duitsland geconstateerde besmettingen liggen binnen het 20-kilometergebied, dat naar aanleiding van de Nederlandse uitbraken is ingesteld. Hierdoor kan voor het beschermings- en toezichtsgebied worden aangesloten op de reeds in Nederland ingestelde gebieden. In de Belgische en Duitse beperkingsgebieden zijn dezelfde maatregelen van kracht als in de Nederlandse gebieden. Het ingestelde grensoverschrijdende beschermings- en toezichtsgebied ligt verder ook voor een deel in Luxemburg. In Luxemburg zijn tot op heden geen besmettingen geconstateerd.
In aanvulling hierop wordt door het PCVD aan de besmette landen de verplichting opgelegd om de gebieden buiten het beschermings- en toezichtsgebied te monitoren. De Europese Commissie steunt in dit kader het exportverbod dat door Nederland is ingesteld in afwachting van de eerste uitslagen van een monitoringsonderzoek. In de beschikking van de Europese Commissie is daarom ook de mogelijkheid opgenomen om deze maatregel te nemen. Deze wordt echter niet dwingend aan andere lidstaten opgelegd.
Nederland heeft in het PCVD gepleit voor versoepeling van de maatregelen die van toepassing zijn in de beperkingsgebieden. De Europese Commissie heeft naar aanleiding daarvan ingestemd met het volgende:
-
•Versoepeling van het exportverbod op levende producten van herkauwers. De export van sperma, eicellen en embryo‘s van herkauwers die vóór 1 mei 2006 zijn geproduceerd zal weer worden toegestaan. Deze levende producten mogen tevens uit het beschermings- en toezichtsgebied (inclusief het 20-kilometergebied) worden vervoerd.
-
•Doorvoer van herkauwers vanuit een gebied waar geen beperkingen gelden door een beschermings- of toezichtsgebied wordt weer toegestaan. Hieraan is onder andere de voorwaarde verbonden dat de dieren en het vervoermiddel een behandeling hebben ondergaan met toegelaten insecticiden.
-
•Rechtstreeks vervoer van herkauwers uit het beschermings- en toezichtsgebied naar een slachthuis binnen Nederland buiten deze gebieden wordt weer mogelijk. De VWA kan hiervoor onder een aantal voorwaarden een ontheffing verlenen.
-
•Rechtstreeks vervoer van herkauwers en levende producten vanuit het toezichtsgebied naar het beschermingsgebied wordt weer toegestaan. Vervoer van herkauwers en levende producten uit noordelijk Nederland naar het toezichtsgebied was reeds toegestaan.
Naast deze zaken is besloten om grensoverschrijdend vervoer van herkauwers en levende producten in de beschermings- en toezichtsgebieden van de betrokken landen toe te staan, teneinde de problemen vanwege de beperkte verplaatsingsmogelijkheden in deze gebieden te verminderen.
De versoepelingen zullen zo spoedig mogelijk middels een wijziging in de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006 van kracht worden. De volgende bijeenkomst van het PCVD zal op maandag 28 augustus 2006 plaatsvinden.
Opheffen exportverbod
In mijn vorige brief heb ik reeds aangegeven dat het exportverbod is ingesteld in afwachting van de uitkomsten van onderzoek naar de verspreiding van bluetongue in Nederland. Het feit dat er inmiddels sprake is van meerdere verdenkingen in noordelijk Nederland, onderstreept het belang van deze maatregel. Ook de Europese Commissie acht dit een verstandige maatregel.
Gezien de consequenties van deze maatregel voor de exporterende sector, wordt hard gewerkt aan het verkrijgen van de informatie die nodig is voor het heroverwegen van deze maatregel. Hierbij is het uitgangspunt dat, indien het aannemelijk gemaakt kan worden dat de ziekte zich niet verder naar het noorden heeft verspreid, het exportverbod op korte termijn wordt opgeheven. Dit is het geval indien de huidige verdenkingen in noordelijk Nederland negatief blijken te zijn en er zich geen nieuwe verdenkingen voordoen die aanleiding zouden geven tot uitbreiding van de bestaande beschermings- en toezichtsgebieden. Verder zijn hiervoor de uitslagen van het door de VWA uit te voeren traceringsonderzoek en een quickscan naar de aanwezigheid van het virus onder schapen en runderen in noordelijk Nederland van belang. Ik ga ervan uit dat ik hierover aan het einde van deze week een besluit kan nemen.
Overige zaken
Naast het traceringsonderzoek en de uit te voeren quickscan wordt ook gewerkt aan de uitvoering van de verplichte, uitgebreidere epidemiologische survey. Hierin zal onder andere nader worden gekeken naar de verspreiding in Nederland van de vectoren van het bluetongue-virus (Culicoides-soorten, in het Nederlands «knutten» genaamd) en de mate waarin deze geïnfecteerd zijn. Hierbij worden eigen deskundigen bijgestaan door een aantal experts op het gebied van bluetongue uit Italië.
Op alle niveaus wordt hard gewerkt aan de bestrijding van de ziekte, waarbij het mijn inzet is de gevolgen van deze uitbraak zoveel mogelijk te beperken. Indien er nieuwe ontwikkelingen zijn, zal ik u hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C. P. Veerman