Geleidende brief - Voorstel van wet van het lid Eerdmans tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag

Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 30659 - Initiatiefvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Eerdmans tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag; Geleidende brief  
Document­datum 09-08-2006
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST99860
Kenmerk 30659, nr. 1
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

30 659

Voorstel van wet van het lid Eerdmans tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag

Nr. 1

GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 9 augustus 2006

Hierbij doe ik u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag

De toelichtende memorie, die het voorstel van wet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

Eerdmans

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 30659 - Initiatiefvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
     
  • 2. 
    Gesteld wordt dat er in Nederland sprake is van afnemend vertrouwen in de Nederlandse rechtsstaat, onder andere als gevolg van te lage straffen voor ernstige misdrijven. De oorzaak voor deze te lage straffen ligt in de te grote vrijheid van de Nederlandse strafrechter bij de straftoemeting. Dit wetsvoorstel beoogt de invoering van minimumstraffen voor moord, doodslag, gekwalificeerde doodslag (art 288 Sr) en doodslag met terroristisch oogmerk. Het strafkader voor moord, gekwalificeerde doodslag (288 WvSr) en doodslag met terroristisch oogmerk (288a WvSr) wordt bepaald door het in te voeren bijzondere minimum van 15 jaar en het tijdelijke maximum van 30 jaar of levenslang.