Brief minister over o.a. een intern onderzoek bij Defensie naar de wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen - Beveiliging militaire objecten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 9 toegevoegd aan dossier 29415 - Beveiliging militaire objecten.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Beveiliging militaire objecten; Brief minister over o.a. een intern onderzoek bij Defensie naar de wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen |
---|---|
Documentdatum | 05-07-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST99429 |
Kenmerk | 29415, nr. 9 |
Van | Defensie (DEF) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
29 415
Beveiliging militaire objecten
Nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2006
Inleiding
In uw brief van 1 september 2005 (05-DEF-B-060) liet u weten het van groot belang te achten te beschikken over substantiële nadere informatie over de wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen, alvorens overleg met mij te voeren over de beveiliging van militaire objecten. U verzocht mij u te informeren over de termijn waarop ik u nadere informatie over het onderzoek naar deze wapenroof zou kunnen toesturen.
Zoals ik in mijn brief van 5 september (kamerstuk 29 415, nr. 8) schreef, kon ik u de door u verlangde informatie niet verstrekken zolang het rechercheonderzoek van de Koninklijke Marechaussee naar de wapenroof op Gilze-Rijen nog niet was voltooid. Inmiddels is dit wel het geval. Het proces-verbaal is naar het Openbaar Ministerie in Arnhem gestuurd. Aangezien nog geen vervolgingsbeslissing over deze zaak is genomen en de zaak eventueel nog aan de rechter wordt voorgelegd past terughoudendheid met het doen van mededelingen uit het strafrechtelijk onderzoek. Naast het strafrechtelijk onderzoek heeft ook een intern onderzoek bij Defensie plaats gevonden. Voor zover het de opsporing en vervolging niet schaadt zal ik in deze brief op de resultaten van dit onderzoek ingaan.
In uw brief van 19 september 2005 (05-DEF-B-066) heeft u verzocht om behalve over de wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen, ook te worden geïnformeerd over de diefstal van oefengranaten uit de kazerne Oirschot.
Met deze brief informeer ik u nader over de wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen en over de diefstal van oefengranaten op de kazerne Oirschot.
De wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen
Wat is er gebeurd?
Op 11 april 2005 zijn op de vliegbasis Gilze-Rijen 206 pistolen «Glock 17»
en patroonhouders gestolen. Drie dagen na de wapenroof zijn 200
pistolen teruggevonden. De resterende zes pistolen zijn tot op heden niet teruggevonden. Er zijn vier verdachten aangehouden. Twee van hen waren ten tijde van de wapenroof actief dienende militairen op de vliegbasis. Eén van hen had ten tijde van de aanhouding de dienst verlaten, de ander was op dat moment wegens een ander delict geschorst en is inmiddels ontslagen. Alle verdachten zijn inmiddels weer in vrijheid gesteld.
Hoe heeft het kunnen gebeuren?
Defensie merkt wapenkamers en munitiecomplexen aan als objecten waarvoor geldt dat inbreuken op de beveiliging niet worden geaccepteerd. Dit betekent dat een beveiligingsincident bij deze objecten altijd moet worden opgemerkt (detectie) en dat een incident moet worden gevolgd door een zodanige reactie dat schade wordt voorkomen (interventie). Doordat een voor detectie noodzakelijke bewegingsmelder ontbrak, voldeed de wapenkamer op de vliegbasis Gilze-Rijen niet aan alle vereiste beveiligingsmaatregelen die aan wapenkamers en munitie-complexen zijn gesteld.
Het niet volledig voldoen aan de beveiligingseisen laat echter onverlet dat de diefstal alleen heeft kunnen slagen door de betrokkenheid van een medewerker van de vliegbasis. De kennis van een ingewijde over de beveiliging op de vliegbasis is essentieel geweest voor het slagen van de wapenroof.
Welke aanvullende maatregelen zijn genomen?
Naar aanleiding van de wapenroof is een aantal aanvullende maatregelen genomen. De maatregelen richten zich enerzijds op de beveiliging van de vliegbasis en anderzijds op de integriteit van het personeel.
Direct nadat de wapenkamer was vrijgegeven door het rechercheteam van de Koninklijke marechaussee, zijn de resterende wapens verplaatst naar een opslagruimte die voldoet aan de beveiligingsnorm. Een nieuwe wapenkamer, die al was gepland, wordt in 2008 opgeleverd. Ook is de sleuteldiscipline aangescherpt. Uit nader onderzoek is gebleken dat leden van de Stichting Klu Historische Vlucht (SKHV) op niet-gecontroleerde wijze toegang tot de vliegbasis konden verkrijgen. Er zijn maatregelen getroffen waardoor hen uitsluitend gecontroleerd toegang wordt verleend via een bemande poort. Ook worden kwetsbare objecten op de vliegbasis zoals de Apache helikopters en de interim wapenkamer, extra bewaakt.
Door de leiding van de vliegbasis is veel aandacht besteed aan de begeleiding van het beveiligingspersoneel. Behalve aan het versterken van de discipline is ook aandacht besteed aan het verhogen van het moreel omdat het personeel behoorlijk aangeslagen bleek ten gevolge van het incident. De bewaking functioneert thans naar behoren en de basiscommandant draagt er zorg voor dat dit kwaliteitsniveau behouden blijft.
Een waterdichte beveiliging is niet te garanderen, zeker niet als sprake is van interne daders of «hulp van binnenuit». Beide verdachten die ten tijde van de wapenroof in dienst waren bij Defensie hadden een veiligheidsonderzoek ondergaan en beschikten over een geldige verklaring van geen bezwaar. Uit nader onderzoek bleek dat er sprake is van een aantal bewakers met justitiële antecedenten. De aard hiervan vormde echter geen aanleiding om een verklaring van geen bezwaarniet af te geven. Reeds eerder is besloten in 2006 een evaluatie uit te voeren van de regelingen waarin de criteria voor het al dan niet toekennen van een verklaring van geen bezwaarzijn vastgelegd. De resultaten van het onderzoek naar de wapenroof op Gilze-Rijen zullen hierbij worden betrokken.
De diefstal van oefengranaten uit de kazerne Oirschot
Op 3 augustus 2005 werd op de Oirschotse Heide in het kader van de Algemene Militaire Opleiding een oefening met bivak gehouden door het Schoolbataljon Zuid van het Opleidings- en Trainingscommando van de Koninklijke Landmacht. De Oirschotse Heide is voor publiek toegankelijk. Ook tijdens een oefening met bivak wordt het terrein niet afgezet. Het bivak wordt wel bewaakt.
In de avonduren werd een verdacht persoon in het bivak gesignaleerd, die echter wegvluchtte op het moment dat getracht werd hem staande te houden. Later die avond werd een lege rugzak teruggevonden die deze persoon uit een boogtent had ontvreemd. Tot de ontvreemde artikelen uit de rugzak behoorden twee stuks oefenmunitie DM-54, ook bekend als «kanonsimulatoren». Het gaat om «zwaar vuurwerk» dat wordt gebruikt om het geluid van een kanon na te bootsen. Van de verdachte persoon en de ontvreemding werd aangifte gedaan bij de Koninklijke Marechaussee.
Op 6 september 2005 werd wederom tijdens een oefening op de Oirschotse Heide een verdacht persoon aangetroffen. Ditmaal kon de betreffende persoon worden aangehouden. Het bleek om dezelfde persoon te gaan als bij het eerste incident.
Tijdens het opsporingsonderzoek dat hierna werd ingesteld, werden goederen bij de verdachte thuis in beslag genomen, waaruit de Koninklijke marechaussee de conclusie trok dat de verdachte persoon mogelijk ook in aanmerking kwam als verdachte van misdrijven met een terroristisch karakter. Conform de nieuwe landelijke richtlijnen voor dit soort zaken is het onderzoek daarop overgedragen aan het Landelijk Parket/ Dienst Nationale Recherche van het Korps Landelijke Politiediensten. Daarmee eindigde de betrokkenheid van Defensie. Over het verdere verloop van het onderzoek kan ik u geen mededelingen doen.
De Minister van Defensie, H. G. J. Kamp
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.