Brief Presidium - Embargoregeling rond Prinsjesdag - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 30539 - Embargoregeling rond Prinsjesdag.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Embargoregeling rond Prinsjesdag; Brief Presidium |
---|---|
Documentdatum | 27-04-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST96862 |
Kenmerk | 30539, nr. 1 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
30 539
Embargoregeling rond Prinsjesdag
Nr. 1
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de leden
Den Haag, 27 april 2006
De minister-president heeft via de Voorzitter het Presidium meegedeeld dat de Ministerraad besloten heeft om de sinds jaar en dag bestaande embargoregeling rond Prinsjesdag en de Derde woensdag in mei op te heffen. Dit houdt in dat de Miljoenennota 2007 en de ontwerpbegrotingen voor 2007 op de middag van Prinsjesdag beschikbaar zullen zijn na de aanbieding aan de Kamer. Hetzelfde geldt voor de aanbieding van de jaarverslagen. Deze stukken zullen op de derde woensdag in mei aan de Kamer worden aangeboden. Het kabinet gaat ervan uit dat, als het algemene Verantwoordingsdebat pas plaatsvindt na de behandeling van de jaarverslagen in de desbetreffende commissies, daarmee het embargoprobleem voor dit debat is opgelost. Het Presidium stelt u voor niet in te stemmen met dit besluit en wel om de volgende redenen.
Het Presidium is voornemens om niet af te wijken van de bestaande praktijk om de Algemene en Politieke Beschouwingen daags na Prinsjesdag, dat wil zeggen op 20 september a.s., te doen plaatsvinden. Dat betekent dat het kabinet tijdig de stukken voor Prinsjesdag en de Algemene en Politieke Beschouwingen onder embargo aan de Kamer dient toe te sturen. De embargoregeling en de daarmee verband houdende afspraken dienden er immers toe om de Kamer in staat te stellen zich adequaat voor te bereiden op Prinsjesdag en de Algemene en Politieke Beschouwingen. Opheffing van deze afspraken frustreert deze doelstelling zo niet volledig dan wel in grote mate. De Kamer bepaalt bovendien zelf haar agenda en zij mag daarin niet belemmerd worden door de wijze of het tijdstip van aanleveren van de stukken. Opheffing van de embargoregeling zou ook nog inhouden dat vanaf het moment van aanbieding van de stukken op Prinsjesdag de discussies gevoerd worden in en met de media in plaats van in en met de Kamer, omdat de Kamer als staatsrechtelijk orgaan nog bezig is deze stukken te bestuderen. Bovendien plaatst deze wijze van werken de Kamer op Prinsjesdag onmiddellijk op achterstand. Immers het kabinet heeft alle gelegenheid zijn voornemen en zienswijzen ook in de pers uitvoerig toe te lichten, terwijl de Kamer c.q. de fracties daar niet gedocumenteerd op kunnen reageren.
Wat betreft het Algemene Verantwoordingsdebat heeft het Presidium de Kamer eerder enkele voorstellen gedaan (zie Kamerstuk 30 529, nr. 1). Hierbij geldt in wezen hetzelfde argument als bij de aanbieding van de stukken op Prinsjesdag, namelijk dat vanaf het moment waarop de jaarverslagen op de derde woensdag in mei (17 mei a.s.) worden aangeboden de discussies hierover in de media losbarsten en het niet zo kan zijn dat de Kamer als staatsrechtelijk orgaan nog bezig is deze stukken te bestuderen. Maar omdat eerder is besloten dat het Algemene Verantwoordingsdebat pas plaatsvindt na de behandeling van de jaarverslagen in de commissies en dat niet meteen op donderdag 18 mei zal zijn, heeft het Presidium besloten wat betreft de stukken voor verantwoordingsdag het besluit van het kabinet te accepteren.
Gelet op het bovenstaande stelt het Presidium u voor om niet in te stemmen met het opheffen van de embargoregeling voor Prinsjesdag en dit aan het kabinet te laten weten.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, F. W. Weisglas
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, J. E. Biesheuvel-Vermeijden