Motie om voortgangsrapportage in april 2006 af te wachten voordat beslist wordt over toetreding van Roemenië en Bulgarije - Staat van de Europese Unie 2005-2006 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 30303 - Staat van de Europese Unie 2005–2006.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Staat van de Europese Unie 2005-2006; Motie om voortgangsrapportage in april 2006 af te wachten voordat beslist wordt over toetreding van Roemenië en Bulgarije |
---|---|
Documentdatum | 08-11-2005 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST91245 |
Kenmerk | 30303, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
30 303
Staat van de Europese Unie 2005–2006
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID VERHAGEN C.S.
Voorgesteld 8 november 2005
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Europese Unie een waardengemeenschap is;
constaterende, dat het recent verschenen Commissierapport aangeeft dat Roemenië en Bulgarije nog ernstige tekortkomingen kennen, zoals corruptie en een gebrekkige rechtsstaat;
dat op grond hiervan nu niet gesteld kan worden dat deze landen aan de criteria voldoen en daarmee volwaardig zouden kunnen toetreden;
is van mening, dat de parlementaire behandeling van de goedkeuringswet niet zal plaatsvinden dan na het verschijnen van de voortgangsrapportage in april 2006,
en gaat over tot de orde van de dag.
Verhagen Karimi Wilders Herben