Brief minister over RVW-advies 'De EU: nu en straks' - Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Deze brief is onder nr. 84 toegevoegd aan dossier 21501-33 - Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie; Brief minister over RVW-advies 'De EU: nu en straks' 
Document­datum 10-10-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST90389
Kenmerk 21501-33, nr. 84
Van Verkeer en Waterstaat (VW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

21 501-33

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 84

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2005

Tijdenshet Algemeen Overleg over de Transportraad, de dato 23 juni 2005 (kamerstuk 21 501-33, nr. 81), heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat mij verzocht schriftelijk te reageren op het advies van de Raad voor Verkeer en Waterstaat «De EU: nu en straks. Dé sturende factor voor Nederland». Ik voldoe graag aan dat verzoek en zet in deze brief uiteen hoe ik de aanbevelingen van de Raad wil uitvoeren.

In mijn aanbiedingsbrief bij bovengenoemd advies (VW05000210) heb ik reedsaangegeven dat ik de conclusie en de aanbevelingen van de Raad onderschrijf. Op basis van deze aanbevelingen, de evaluatie van het EU-voorzitterschap en de Veranderopgave die VenW zich – mede in het kader van het Programma Andere Overheid – heeft gesteld, beoog ik concrete, praktische maatregelen die er toe moeten leiden dat de Europese en internationale dimensies nog beter geïntegreerd worden in de dagelijkse werkzaamheden van het ministerie.

De Raad constateert dat VenW goed opereert in Brussel en dat verder verbeteren van de efficiëntie en effectiviteit van Europese wet- en regelgeving geen prioriteit heeft. De uitdaging voor VenW ligt veeleer in het meer aandacht besteden aan de voorkantvan het proces. Voorts geeft de Raad aan dat VenW een effectievere EU-wet- en regelgeving voor de eigen doelstelling kan realiseren door het beeld van Europa dat zowel binnen als buiten de organisatie bestaat bij te stellen en de rol van de Unie te verduidelijken.

Ik deel deze conclusies en de maatregelen zijn er dan ook op gericht om de strategische oriëntatie te vergroten, een meer Europees personeelsbeleid te ontwikkelen, en de externe en interne communicatie te versterken.

  • • 
    Vergroten strategische oriëntatie

Door de ontwikkelingen die de Unie doormaakt, zoalsde uitbreiding met

tien lidstaten worden aan het Nederlands opereren in de Unie steeds

hogere eisen gesteld. Wil Nederland een rol van betekenis blijven spelen en een bijdrage leveren aan een succesvolle Europese samenwerking, moeten wij eerder in actie komen, het initiatief nemen en meer agenda-stellend dan agendavolgend optreden. Dit geldt voor alle departementen en dusook voor VenW. Het voorzitterschap heeft onsgeleerd dat VenW daar ook goed toe in staat is. Conform het advies van de Raad blijven de overlegstructuren en samenwerkingsverbanden, zoals opgezet voor het voorzitterschap, bestaan en worden benut om vroegtijdig te signaleren wat er op onsaf komt en wat dat betekent voor onsoptreden binnen de Unie. De ideeën en plannen die hieruit voortkomen zal ik regelmatig met de Kamer bespreken. Zo heb ik reeds met de Kamer in april 2005 van gedachten gewisseld over de Europese agenda voor 2005–2006. Een volgende gelegenheid voor een meer strategisch overleg met de Kamer biedt de Mid Term Review van het Witboek Vervoer van de Commissie. Hierover zou ik graag aan het einde van dit jaar met de Kamer willen spreken.

Naast eerder optreden is ook een «bredere» aanpak wenselijk. Meer dan voorheen zullen wij samen optrekken met andere lidstaten en investeren in goede bilaterale relaties. Binnen Nederland zullen wij eerder en vaker afstemmen met alle betrokken partijen, zoals bijvoorbeeld andere departementen, lokale overheden en belangenorganisaties. Het Europees Parlement behoeft speciale aandacht. VenW heeft hiervoor een medewerker bij de Permanente Vertegenwoordiging gestationeerd die de contacten onderhoudt met de Nederlandse EP-ersen met de EP-ersuit andere lidstaten die zich bezig houden met onze beleidsterreinen. Het EP wordt ook in een eerder stadium benaderd, door bijvoorbeeld aan het begin van een traject een position paper aan te bieden waarin het Nederlands standpunt wordt toegelicht.

  • • 
    Ontwikkelen Europees personeelsbeleid

Zoalsin zo vele departementen blijft de kennisvan en over de EU ook binnen VenW nog te zeer beperkt tot een klein aantal EU-experts. VenW gaat de kennistekorten aanpakken door onder meer het opleidingen- en cursusaanbod te vernieuwen en uit te breiden, een breed scala aan mogelijkheden te ontwikkelen voor detachering en uitwisselingsprojecten zowel in Brussel als in andere lidstaten, en door Europese kennis en ervaring op te nemen in de functieprofielen van de hogere ambtelijke functies.

De Gemengde Commissie «Sturing EU-aangelegenheden»1 heeft het kabinet aanbevolen een rijksbreed Europees personeelsbeleid te ontwikkelen. Vanzelfsprekend zal VenW zijn beleid hier op afstemmen.

  • • 
    Aanpassen externe en interne communicatie Het referendum heeft onsgeleerd dat wij vaker en uitgebreider over Europa moeten communiceren. Naast de inhoudelijke maatregelen zoals hierboven beschreven, zullen wij onze communicatiemiddelen vaker en gerichter inzetten. Zoalsde Raad in zijn adviesook aangeeft isde Europese Commissie zeer open en volledig in haar communicatie. VenW wil dat goede voorbeeld volgen en streeft ernaar de samenleving uitvoerig te informeren over het belang van Europese samenwerking op onze beleidsterreinen en de rol die VenW wil en kan spelen op Europees niveau. Uiteraard sluiten wij ook hier aan bij het rijksbreed beleid en zullen in nauw overleg met de RVD onze plannen uitvoeren.

Ik heb er vertrouwen in dat deze maatregelen het gewenste resultaat zullen opleveren en dat de EU daadwerkelijk hierdoor een meer centrale plaats zal innemen in de nationale beleidsprocessen van Verkeer en 1 «Sturing EU-aangelegenheden», eindrapport Waterstaat. De voortgang en het effect van het verbeteringsproces zal van de Gemengde Commissie in het kader van door het ministerie regelmatig worden getoetst en waar nodig zullen de het Programma Andere Overheid.                      maatregelen bijgesteld worden.

Tevens wil ik graag met de leden van de vaste kamercommissie afspreken om tijdens onze overleggen bij alle onderwerpen de Europese dimensie te belichten en ter sprake te brengen en de EU niet langer te beperken tot een apart agendapunt, of tot aparte overleggen. Op die manier kunnen wij beiden een bijdrage leveren aan de noodzakelijke integratie van nationaal en Europeesbeleid.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K. M. H. Peijs

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.