Brief minister over samenhang tussen herstructureringsopgave (56-wijken aanpak) en woningbouwproductie en -opgave in kader van Vinex - Herstructurering en uitvoering Stedelijke vernieuwing

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 30136 - Herstructurering en uitvoering Stedelijke vernieuwing.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Herstructurering en uitvoering Stedelijke vernieuwing; Brief minister over samenhang tussen herstructureringsopgave (56-wijken aanpak) en woningbouwproductie en -opgave in kader van Vinex 
Document­datum 19-08-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST89099
Kenmerk 30136, nr. 3
Van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

30 136

27 562

Herstructurering en uitvoering Stedelijke vernieuwing

Verstedelijkingsbeleid tot 2010

Nr. 3

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 augustus 2005

Uheeft mij gevraagd (met brief d.d. 9 juni 2005, kenmerk 05-VROM-B059) u te informeren over de samenhang tussen de herstructureringsopgave (56-wijken aanpak) en de woningbouwproductie- en opgave in het kader van de Vinex.

1 Zoals vermeld in eerder door de minister

aan de Kamer verstuurde brieven over deze

onderwerpen.

Brief 30 september 2003: TK, 2003–2004,

29 200 XI, nr. 3.

De afspraken voor de nieuwbouwwoningproductie 1995 tot 2005 zijn in 1993 vastgelegd in de Vinex-contracten. Voor de periode 2005–2010 zijn in 1997 de zogeheten Vinac-afspraken (actualisering Vinex) gemaakt. Deze zijn in 2001 door voormalig staatssecretaris Remkes geïntegreerd in de Intentie-afspraken Verstedelijking tot 2010. Deze Intentieafspraken zijn in 2005 met de verschillende regio’s omgezet in de Woningbouwafspraken 2005 tot 2010.

Als in het vervolg van deze brief gesproken wordt over woningbouwafspraken zijn deze dus een voortzetting van de Vinex-contracten en spreken we over de nieuwbouwproductie van woningen in Nederland, zowel in nieuwe uitleggebieden als binnen bestaand stedelijk gebied. Met betrekking tot de herstructureringsopgave dient gezegd te worden dat de fysieke stedelijke vernieuwing vorm heeft gekregen middels het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV 1 en 2) als fysieke pijler van het Grotestedenbeleid. Als kwaliteits- en versnellingsimpuls is daarbinnen de 56-wijken aanpak ontwikkeld. De 56-wijkenaanpak maakt onderdeel uit van het Actieprogramma Herstructurering. Onderstaand zal nu worden ingegaan op de samenhang tussen de twee opgaven.

De aandacht voor de voortgang van de woningbouw en herstructurering in het Hoofdlijnenakkoord onderstreept het belang dat het kabinet hieraan hecht en vormt de basis voor de te nemen maatregelen1. Beide opgaven hebben als doel meer beweging op de woningmarkt te krijgen en zodoende meer keuzemogelijkheden voor bewoners te creëren.

1  Brief 17 september 2004: TK, 2003–2004, 29 200 XI, Nr. 136

Brief 14 september 2004: TK, 2004–2005, 27 562, Nr. 4

Brief 30 september 2003: TK, 2003–2004, 29 200 XI, Nr. 3

Brief 2 juni 2005: TK, 2004–2005, 27 562, Nr. 6 Brief 30 mei 2005: TK, 2004–2005, 30 136, Nr.1

2  Brief 30 mei 2005: TK, 2004–2005, 30 136, Nr.1

Het gaat er in beide opgaven om het tempo van de woningproductie te verhogen. Het overkoepelende doel is een meer ontspannen woningmarkt.

Zoals reeds in eerdere brieven beschreven zat tot voor kort de woningmarkt op slot1. Dit heeft tot gevolg dat de keuzemogelijkheden voor de burger beperkt zijn. Voor de verschillende doelgroepen is het steeds moeilijker gebleken om in de koop- of huursector passende huisvesting te vinden.

Met het opschroeven van de productie en het tempo van de te bouwen woningen groeit de ruimte voor herstructurering, loopt het woningtekort verder terug en valt er voor de burgers meer te kiezen op de woningmarkt. Bouwen voor de doorstroming blijft daarbij het uitgangspunt. Het doel van de woningbouwafspraken is om in een periode van vijf jaar het woningtekort in Nederland terug te brengen tot 1,5%. Er moeten voldoende woningen gebouwd worden voor de woningbehoefte in Nederland. Een groot deel van de landelijk te bouwen woningen (360 000 van in totaal 445 000 woningen in een periode van vijf jaar) moet gerealiseerd worden in de stedelijke regio’s. Als gevolg van herstructurering in de 56 wijken zullen er 60 000 woningen worden gesloopt en zullen daarvoor 81 000 woningen worden teruggebouwd. Per saldo een toename van 21 000 woningen in de stedelijke regio’s als gevolg van de herstructurering in de 56 wijken. Daarmee wordt een forse bijdrage geleverd aan mijn streven om een substantieel deel van de nieuwbouwproductie in bestaand stedelijk gebied te bouwen. Het aandeel koopwoningen zal in de wijken stijgen met 13% naar 35% in de G4 en met 10% naar 44% in de G26 2. Al met al ontstaat zo een meer gedifferentieerde woningvoorraad en een kwalitatief betere leefomgeving. Dit zal leiden tot meer keuzemogelijkheden en daardoor een meer ontspannen woningmarkt.

De primaire aandacht bij de woningbouwopgave ligt op de kwantitatieve problemen. Bij de herstructurering richt de aandacht zich voornamelijk op de kwalitatieve problemen.

De maatregelen die genomen worden op het gebied van de herstructurering kunnen dus niet los worden gezien van de maatregelen op het gebied van de nieuwbouw.

Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S. M. Dekker

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.