Brief minister bij het aanbieden van het vervoer- en beheerplan spoorwegen 2005 en de concessies - Spoor: vervoer- en beheersplan

Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 29984 - Spoor: vervoer- en beheerplan.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Spoor: vervoer- en beheersplan; Brief minister bij het aanbieden van het vervoer- en beheerplan spoorwegen 2005 en de concessies 
Document­datum 28-01-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST83858
Kenmerk 29984, nr. 1
Van Verkeer en Waterstaat (VW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

29 984

Spoor: vervoer- en beheersplan

Nr. 1

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2005

Het verheugt mij u te kunnen meedelen dat op 1 januari 2005 de Spoorwegwet en de Concessiewet personenvervoer per trein en de bijbehorende onderliggende regelgeving in werking zijn getreden. Deze wetten zijn het juridisch kader voor de concessieverlening aan de beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur (ProRail) en de vervoerder op het hoofd-railnet (NS).

  • 1. 
    Verlening van de beheer- en vervoerconcessie

U heeft zich op 21 december 2004 in meerderheid achter de verlening van de vervoer- en beheerconcessie per 1 januari 2005 geschaard. Daarbij heb iktoegezegd dat de concessies kunnen worden gewijzigd indien de ontwerpen van het beheer- en vervoerplan voor het eerste jaar (de plannen voor 2005) uw Kamer daartoe aanleiding geven. Zowel de beheerconcessie als de vervoerconcessie bevatten bepalingen die dit mogelijkmaken (respectievelijkart. 29 lid 2 en 33). Volledigheidshalve heb ikde beide concessies bijgevoegd.

In lijn met het bovenstaande heb ikop 1 januari 2005 op grond van de Spoorwegwet de beheerconcessie aan ProRail verleend en ProRail heeft deze concessie aanvaard.

De Wet personenvervoer 2000 zoals gewijzigd door de Concessiewet kent een formele procedure voor verlening van de vervoerconcessie. Ikheb NS eind december 2004 op de hoogte gesteld van mijn voornemen deze concessie te verlenen. De NS-directie heeft de concessie op 3 januari 2005 inhoudelijkaanvaard, maar een procedureel voorbehoud gemaakt. Het voorbehoud betreft de goedkeuring van de Raad van Commissarissen en afronding van het wettelijkvereiste medezeggenschapstraject met de ondernemingsraad. Conform artikel 29a van de Wet kan het besluit tot verlening van de concessie pas worden genomen als NS de concessie zonder voorbehoud aanvaardt.

  • 2. 
    Het beheer- en vervoerplan

Zoals aangegeven in mijn brief van 21 december 2004 (kamerstuk 27 482/ 27 216, nr. 114) zal ikniet eerder instemmen met de prestaties in het beheer- en vervoerplan 2005, dan vier weken nadat deze aan u zijn overgelegd. Bijgevoegd treft u eenmalig het beheer- en vervoerplan waarmee ikvoornemens ben in te stemmen.1

Ikga ervan uit dat ikna vier weken kan instemmen met het beheer- en vervoerplan en de inhoud van de concessies vast staat. Om dit proces te faciliteren, ben ikbereid om u in een technische briefing nader te informeren over het beheer- en vervoerplan 2005.

In het vervolg van deze brief zal ikin algemene zin stilstaan bij de beoordeling van het beheer- en vervoerplan. Vervolgens zal ikstilstaan bij de wijze waarop is omgegaan met de op 21 december 2004 aangenomen moties en de door mij gedane toezeggingen.

  • 3. 
    Algemene beoordeling beheer- en vervoerplan

De jaarlijkse plannen zijn op de volgende wijze beoordeeld. Ten eerste is bezien of de plannen voldoen aan de voorschriften uit de concessies. Ten tweede is bezien of instemming kan worden verleend op de onderdelen die de instemming van de minister behoeven. Hierbij gaat het met name om de in de plannen beschreven prestaties op de prestatie-indicatoren. Conform de concessie wordt in de plannen aangegeven welke onderdelen van het plan mijn instemming behoeven.

De concessies schrijven voor dat NS en ProRail ofwel grenswaarden aangeven op de nadere prestatie-indicatoren ofwel richtwaarden. Tevens bepalen de concessies dat de grens- en richtwaarden in beginsel zodanig worden gekozen dat de prestaties verbeteren ten opzichte van de geldende grens- of richtwaarden. Het jaar 2005 is het eerste jaar waarin gewerkt wordt met de systematiek van concessies en jaarlijkse plannen. Er zijn derhalve nog geen «geldende grens- of richtwaarden». Bij de beoordeling van de hoogte van de richtwaarden en grenswaarden voor 2005 is gekeken naar de realisatiecijfers in 2004. De concessies bepalen dat indien verbetering van de prestaties niet haalbaar is, het plan een deugdelijke motivering moet bevatten.

Indien in de plannen richtwaarden zijn opgenomen voor prestatieindicatoren, dan is getoetst of er maatregelen beschreven zijn die naar verwachting bijdragen aan het behalen van die richtwaarde, zodat op de uitvoering van die maatregelen kan worden toegezien.

  • 4. 
    Toezeggingen en aangenomen moties

In mijn brief van 21 december 2004 (kenmerk DGP/SPO/u.04,04657) heb ik verschillende toezeggingen gedaan die geleid hebben tot wijzigingen in de concessie:

  • • 
    de kans dat de reiziger in de trein een conducteur treft is als nadere prestatie-indicator opgenomen in artikel 9 lid 4 van de vervoer-concessie; daarmee is vastgelegd dat NS deze indicator ookhanteert in de fase waarin op output wordt gestuurd;
  • • 
    ten aanzien van het realiseren van een punctualiteit conform mijn begroting, is in de beide concessies bepaald dat NS en ProRail onderling afspraken maken over ieders maatregelen die tezamen gericht zijn op het bereiken van ten minste het in de rijksbegroting vermelde niveau van punctualiteit en dat die maatregelen uitgevoerd worden (artikel 26 lid 3 vervoerconcessie en artikel 20 lid 4 beheerconcessie);

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informa-        • de evaluatie van de beide concessies is aangepast; in 2008 worden

tiepunt Tweede Kamer.

beide concessies tezamen met de wetgeving geëvalueerd (artikel 29 lid 2 vervoerconcessie en artikel 24 lid 3 beheerconcessie).

Op 21 december 2004 zijn drie moties aangenomen:

  • • 
    motie 27 482/109 vraagt om de positie van de decentrale overheden in een drietal artikelen van de vervoerconcessie te wijzigen; de artikelen 7 lid 1, 12 lid 3 en 13 lid 3 zijn daartoe aangepast;
  • • 
    motie 27 482/110 vraagt om zo spoedig mogelijkeen systeem van prestatiebeloning met het management van NS af te spreken; aangezien de motie in relatie staat tot het staatsdeelnemingenbeleid welke onder de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën valt en aangezien de overdracht van het aandeelhouderschap naar de minister van Financiën is afgesproken, heb ik de minister van Financiën gevraagd om de behandeling van deze motie over te nemen;
  • • 
    motie 27 482/111 vraagt om de lijn Alkmaar-Den Helder principieel en de (inter)regionale verbindingen met Duitsland en België illustratief op te nemen in het hoofdrailnet; de uitvoering van deze motie houd ikaan tot het moment dat ikduidelijkheid heb over de decentralisatie van de treindienst Alkmaar-Den Helder. Alsdan bezie ik aanpassing van het hoofdrailnet. De provincie Noord-Holland heeft mij eind januari 2005 laten weten wat haar standpunt is en hier zal ikop korte termijn inhou-delijkop reageren. De internationale (inter)regionale treindiensten zal ikillustratief opnemen in het kaartbeeld dat behoort bij het Besluit hoofdrailnet (Stb. 2004, 742), zonder dat het gevolgen heeft voor de reikwijdte van de concessie voor het hoofdrailnet aan NS. Om praktische redenen doe ikdat op het moment dat er duidelijkheid is over opname van Alkmaar-Den Helder; dan is er één moment van wijziging van het Besluit hoofdrailnet.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K. M. H. Peijs

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.