Brief staatssecretaris over de maatregelen bij het Van Gogh Museum - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 29800 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2005.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005; Brief staatssecretaris over de maatregelen bij het Van Gogh Museum |
---|---|
Documentdatum | 21-09-2004 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST79605 |
Kenmerk | 29800 VIII, nr. 3 |
Van | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
29 800 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005
Nr. 3
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2004
Zeven december 2002 zijn er twee schilderijen ontvreemd uit het Van Gogh museum (VGM). Tijdens het besloten AO van 30 juni 2004 heb ik de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, over het VGM en de daar ondernomen acties geïnformeerd.
Tijdens dat AO van 30 juni heb ik twee toezeggingen gedaan: – Eind september, gerelateerd aan prinsjesdag, zal ik u een brief sturen waarin ik u op procesniveau informeer over tussenstand en tijdpad, waarbij ik, voorzover mogelijk, de financiële gevolgen aangeef, alsmede de ondernomen acties met betrekking tot veiligheid van het VGM en de veiligheid van musea in het algemeen. – Vervolgens zal ik de Kamer begin 2005 een brief sturen waarin de Kamer breder over het thema veiligheid bij musea zal worden geïnformeerd. Naast het melden van de resultaten van het onderzoek naar de veiligheidssituatie bij de rijksgesubsidieerde musea, zal ik u ook informeren over onderwerpen als de calamiteitenplannen, incidentenregistratie, vervolg Haagse pilot en het delen van kennis.
Om invulling te geven aan mijn eerste toezegging informeer ik u met deze brief op hoofdlijnen over de getroffen en nog te treffen maatregelen bij het VGM. Vervolgens zal ik kort ingaan op het onderzoek naar de veiligheid van verzelfstandigde rijksmusea, de planning en de mogelijke financiële gevolgen.
Met betrekking tot de maatregelen bij het VGM het volgende. Zoals bij het AO gemeld, worden de voorgenomen maatregelen gefaseerd uitgevoerd. Allereerst zijn direct noodmaatregelen getroffen. Vervolgens zijn maatregelen geformuleerd die in twee fasen zullen worden uitgevoerd. De maatregelen uit fase één zijn nagenoeg gereed. Met betrekking tot de als fase twee geformuleerde maatregelen heb ik een second opinion gevraagd. Op basis van de resultaten van die second opinion vindt momenteel overleg
plaats tussen het VGM, de Rijksgebouwendienst en mijn departement om de maatregelen van fase twee vast te stellen.
Zoals ook gemeld bij het AO van 30 juni heb ik in augustus 2003 opdracht gegeven voor het uitvoeren van een onderzoek naar de veiligheid van verzelfstandigde rijksmusea. Tijdens het AO heb ik u over de stand van zaken van dat onderzoek geïnformeerd. Met haar brief van 19 juli 2004 informeert de klankbordgroep die dit onderzoek begeleidde mij over de resultaten van dit onderzoek (brief bijgevoegd). In deze brief heeft de klankbordgroep mij een aantal aanbevelingen voorgelegd.
Inmiddels heb ik het Instituut Collectie Nederland (ICN) en de Vereniging
van Rijksgesubsidieerde Musea (VRM) gevraagd uitvoering te geven aan
de volgende aanbevelingen van de klankbordgroep.
– Aan de VRM-musea wordt gevraagd om op zeer korte termijneen eigen risico-inventarisatie en een risicoanalyse uit te voeren teneinde de zwakke punten in hun beveiliging aan het licht te brengen. Uit deze inventarisatie en analyse wordt per museum een kostenindicatie ontwikkeld voor het opheffen van de knelpunten. Basis voor deze werkwijze is dat de musea onderling erg verschillend zijn – het blijft maatwerk.
– Aan ICN en VRM wordt gevraagd deze inventarisaties en analyses inhoudelijk respectievelijk procesmatig te begeleiden en over dit gehele project terug te rapporteren ten behoeve van mijn aan de Tweede Kamer toegezegde (beleids)brief begin 2005.
Wetende dat het noodzakelijk zal zijn om bij de musea aanvullende veiligheidsmaatregelen te treffen, heb ik in verband met de te verwachten kosten van de te treffen maatregelen, vooralsnog € 1 mln. uitgetrokken (1e suppletore begroting 2004).
Op basis van de gegevens van het VGM en de daar reeds gemaakte kosten heb ik in mijn begroting 2005 een oplopende reeks structurele middelen gereserveerd, oplopend naar € 7 mln. in 2007.
Mijn voornemen is u over mijn veiligheidsbeleid, de conclusies en de maatregelen, te informeren met mijn aan u toegezegde brief van begin 2005.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. C. van der Laan