Brief minister met reactie op de brief van Bosonderneming Heykra te Harskamp van 3 mei 2004 - Evaluatie Staatsbosbeheer - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29659 - Evaluatie Staatsbosbeheer.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Evaluatie Staatsbosbeheer; Brief minister met reactie op de brief van Bosonderneming Heykra te Harskamp van 3 mei 2004 |
---|---|
Documentdatum | 16-08-2004 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST78834 |
Kenmerk | 29659, nr. 2 |
Van | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2003–2004
29 659
Evaluatie Staatsbosbeheer
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 augustus 2004
In de brief 54-04-LNV vraagt de vaste commissie voor LNV van uw Kamer mij om een schriftelijke reactie op de brief van Bosonderneming Heykra te Harskamp van 3 mei 2004, zodat mijn reactie betrokken kan worden bij de behandeling van de evaluatie van de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer.
Mijn reactie op de brief van Bosonderneming Heykra treft u onderstaand aan.
De bosonderneming Heykra vraagt in zijn brief aandacht voor een tweetal zaken, namelijk waarom Staatsbosbeheer zich met de houtverkoop uit andere dan de eigen bossen bezighoudt en men zet vraagtekens bij de verdiensten van Staatsbosbeheer.
Staatsbosbeheer is conform de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer onder andere belast met beheer van de bij deze dienst berustende objecten (waaronder natuur- en bosterreinen).
Eén van de hoofddoelstellingen bij de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer was het leveren van een beter product tegen lagere kosten voor de overheid.
Sedert de verzelfstandiging heeft Staatsbosbeheer op het gebied van beheer van bossen aan deze hoofddoelstelling invulling gegeven door zijn werkwijze bij de verkoop van hout (één van de producten van multifunctioneel bosbeheer) verder te professionaliseren. Dat betekende onder andere het sluiten van contracten met de houtverwerkende industrie voor het leveren van grotere volumes hout dan voorheen het geval was. Door meer directe leveringen aan de industrie konden kosten worden bespaard en betere verkoopcondities worden bedongen. Via deze contracten vindt soms ook verkoop van hout plaats dat afkomstig is van derden. Dit gebeurt veelal op verzoek van deze andere boseigenaren. Staatsbosbeheer brengt de gemaakte kosten daarvoor in rekening via een provisie. Op deze wijze krijgt Staatsbosbeheer nog aanvullende inkomsten. Verkoop
via een leveringscontract van Staatsbosbeheer levert de boseigenaar meer geld op.
Soms schrijft Staatsbosbeheer ook in voor een verkoop van hout of wordt daarvoor uitgenodigd, zoals in Duitsland. Op basis van informatie die Staatsbosbeheer mij heeft verstrekt, bedroeg de hoeveelheid hout die op deze wijze werd ingekocht de afgelopen vijf jaar gemiddeld 20 000 m3 per jaar. De totale hoeveelheid hout die jaarlijks gemiddeld geoogst en verkocht wordt op de terreinen van SBB bedraagt 310 000 m3. Het aandeel van de verkoop van hout uit andere dan de eigen terreinen is dus zeer beperkt.
Met betrekking tot vraagtekens die Bosonderneming Heykra heeft omtrent de behaalde verdiensten bij de houtverkoop, heeft Staatsbosbeheer mij laten weten dat door het professioneler werken met leveringscontracten zij betere verkoopcondities krijgen dan particulieren. Dit voordeel kan dan, na aftrek van provisie, worden doorgegeven aan degene bij wie het hout is ingekocht.
Staatsbosbeheer houdt zich met het landelijk verkopen van hout aan de «aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteiten door organisaties binnen de rijksdienst» die per 1 juli 1998 in werking zijn getreden. De marktactiviteiten van Staatsbosbeheer zijn ondergebracht bij een apart organisatie-onderdeel, te weten Staatsbosbeheer-Dienstverlening. Verder zal Staatsbosbeheer, zoals ik al heb aangekondigd in mijn brief van 11 juni 2004 met mijn beleidsreactie op het rapport van Evaluatie Commissie Staatsbosbeheer, voor een nog transparantere kostentoe-deling zorgdragen door de werkzaamheden die vallen onder artikel 3, lid 6 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, boekhoudkundig af te splitsen van de overige werkzaamheden. Op deze wijze kan elke schijn van concurrentievervalsing worden vermeden. Ook heb ik met Staatsbosbeheer afgesproken dat de marktactiviteiten in overeenstemming worden gebracht met de aangekondigde stappen en maatregelen in de brief aan de Tweede Kamer van de ministers van Economische Zaken, Justitie en Bestuurlijke vernieuwing over «Regels omtrent marktactiviteiten van overheidsorganisaties en omtrent ondernemingen die van overheidswege over een bijzondere positie beschikken» van 12 februari 2004.
Ik neem aan u met deze reactie voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C. P. Veerman