Brief minister inzake vaststelling maximumtarief opgedragen postvervoer, in verband met bezwaarschrift TPG N.V. - Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29502 - Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector; Brief minister inzake vaststelling maximumtarief opgedragen postvervoer, in verband met bezwaarschrift TPG N.V. |
---|---|
Documentdatum | 21-06-2004 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST77730 |
Kenmerk | 29502, nr. 2 |
Van | Economische Zaken (EZ) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2003–2004
29 502
Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2004
Op28 juni a.s. vindt er een nota-overleg plaats met de Vaste Commissie voor Economische Zaken over de notitie Post. Hierbij stel ik u opde hoogte van een recente ontwikkeling ten aanzien van de vaststelling van de tarieven voor de postdiensten. Het gaat hierbij om het besluit d.d. 21 september 2003 (Stcrt. 2003, nr. 192) tot wijziging van het Besluit algemene richtlijnen post (hierna: Barp2003). In dit besluit wordt het maximum van de tarieven van het opgedragen postvervoer gesteld op het niveau van 1 januari 2003. Deze maximering van de tarieven in het Barp2003 geldt van 8 oktober 2003 tot 1 januari 2005. Voor de tariefregulering ingaande per 1-1-2005 is in de notitie Post, welke 1 april 2004 naar u is gezonden, voorgesteld om de maximering te verlengen tot 2007.
De concessiehouder TPG N.V. (verder: TPG) heeft eind vorig jaar een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit om de tarieven te maximeren. Het bezwaar komt er in hoofdzaak opneer dat de huidige Postwet onvoldoende basis biedt voor een besluit tot maximering. Na een grondige analyse is mijn juridische dienst tot de conclusie gekomen dat de juridische basis daarvoor inderdaad ontoereikend is. Weliswaar kan de minister tariefregels stellen, maar deze regels moeten het karakter hebben van een algemene richtlijn. Het besluit tot maximering wijkt daar teveel van af, omdat de tarieven zijn gemaximeerd opeen niveau dat al bereikt is. Ik heb daarom het bezwaarschrift van TPG gegrond verklaard. Dat betekent dat het vorige systeem, een price capsysteem, waarbij de capwordt bepaald door de loonkostenindex herleeft. In dit systeem kan TPG de tarieven wijzigen zolang de wijzigingen gemiddeld genomen binnen de gegeven index blijven.
Naar aanleiding van het bezwaarschrift is met TPG gesproken, met als uitgangspunten de beoogde liberalisering van de postmarkt in 2007 zoals vastgelegd in de Notitie Post, om verhogingen van de tarieven voor het opgedragen postvervoer vallend onder het tariefbeheersingssysteem tot 2007 zoveel mogelijk achterwege te laten. TPG heeft voor wat betreft dit laatste aspect het voornemen om gezien de Postvisie zoals die nu aan de
Tweede Kamer is voorgelegd, af te zien van het verhogen van het consumententarief van 39 eurocent voor de jaren 2004 t/m 2006. Voor de zakelijke markt voor zover vallend onder het tariefbeheersingssysteem, kan TPG eventueel een eenmalige aanpassing overwegen in 2006, die blijft onder de looninflatie van 2004 en 2005. Dit betekent dat TPG geen verhoging zal doorvoeren voor deze markt in 2004 en 2005. Voor 2007 en volgende jaren zal, zoals in de notitie Post is aangegeven worden voorzien in een price capsysteem gebaseerd ophet inflatiecijfer of de consumentenprijsindex.
De Minister van Economische Zaken, L. J. Brinkhorst