Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2004 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 29200 X - Vaststelling begroting Defensie 2004.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2004; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 16-09-2003 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST68265_2 |
Kenmerk | 29200 X, nr. 2 |
Van | Defensie (DEF) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2003–2004
29 200 X
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2004
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel
B. De begrotingstoelichting
-
1.Leeswijzer
-
2.Het beleid
2.1. Beleidsagenda
2.2. De beleidsartikelen Inleiding tot de beleidsartikelen Beleidsartikel 01 Koninklijke marine Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht Beleidsartikel 04 Koninklijke marechaussee Beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties Beleidsartikel 10 Civiele taken
Beleidsartikel 11 Internationale samenwerking
2.3. |
De niet-beleidsartikelen |
110 |
|
2 |
Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht |
110 |
|
Niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven |
134 |
||
3 |
Niet-beleidsartikel 80 Nominaal en onvoorzien |
134 |
|
4 |
Niet-beleidsartikel 90 Algemeen |
135 |
|
3. |
De bedrijfsvoering |
141 |
|
11 |
4. |
Agentschappen |
143 |
4.1 |
Defensie Telematica Organisatie |
143 |
|
24 26 43 |
4.2 |
Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen |
150 |
5. |
Bijlagen |
160 |
|
63 |
Bijlage 1: Verdiepingsbijlage |
161 |
|
80 |
Bijlage 2: Moties en toezeggingen |
175 |
|
90 |
Bijlage 3: Overzicht wetgeving en ciculaires |
181 |
|
97 |
Bijlage 4: Meerjarenramingen |
182 |
|
103 |
Bijlage 5: Ramingskengetallen en volumegegevens |
195 |
|
Bijlage 6: Toerekening uitgaven |
217 |
||
Bijlage 7: Lijst van afkortingen |
222 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het ministerie van Defensie voor het jaar 2004 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2004. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2004.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2004 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2 (begrotingen agentschappen)
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de agentschappen Defensie Telematica Organisatie (DTO) en de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T) voor het jaar 2004 vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B van deze memorie van toelichting (de begrotingstoelichting) en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Defensie,
H. G. J. Kamp
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, derde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.
MEMORIE VAN TOELICHTING
(DEEL B): DE BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.Leeswijzer
-
2.Het beleid
2.1. De beleidsagenda
2.2. De beleidsartikelen
2.3. De niet-beleidsartikelen
-
3.De bedrijfsvoering
-
4.Agentschappen
-
5.Bijlagen
-
1.LEESWIJZER
Indeling begroting
De indeling van de begroting 2004 is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2003. Deze wijziging volgt de groei van de begroting naar een lastenbegroting en de voorgenomen invoering van servicecenters en productcenters.
De wijziging betekent dat de ondersteunende eenheden van de defensieonderdelen budgettair zijn verzameld in het niet-beleidsartikel 60 «Ondersteuning krijgsmacht». In dit artikel werd eerder het Defensie Interservice Commando ondergebracht. De elementen van het artikel «Ondersteuning krijgsmacht» komen in aanmerking om op termijn te worden omgevormd tot servicecenter of, indien van toepassing, tot een agentschap.
Het artikel «Ondersteuning krijgsmacht» heeft de onderstaande indeling
gekregen:
– Ondersteuning Koninklijke marine:
– Mariniers Opleidings Centrum (voorheen onderdeel van «Commandant Korps mariniers») – Marinebedrijf
– Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen – Koninklijk Instituut voor de Marine – Opleidingen Koninklijke marine – Ondersteuning Koninklijke landmacht:
– Materieel Logistiek Commando (voorheen onderdeel van «Nationaal Commando» en «Overige eenheden BLS»), bestaande uit het Hoger Onderhoudsbedrijf KL, het Landelijk Bevoorradingsbedrijf KL en de Directie Materieel – Koninklijke Militaire Academie (voorheen onderdeel van «Overige
eenheden BLS») – Opleidings- en Trainingscommando – Ondersteuning Koninklijke luchtmacht:
– Logistiek Centrum Koninklijke luchtmacht – Opleidingen Koninklijke luchtmacht – Ondersteuning Koninklijke marechaussee:
– Opleidingscentrum Koninklijke marechaussee – Defensie Interservice Commando.
Hoewel deze gewijzigde indeling van toepassing is vanaf de begroting 2004, zijn de gevolgen van de wijziging ook verwerkt in de cijfers van de jaren 2002 en 2003. Dit om een evenwichtige presentatie van de budgettaire reeksen te krijgen.
Wijziging ramingmethodiek Opleidingscentrum Koninklijke marechaussee
Door verbetering van de raming- en verantwoordingtechnieken binnen de Koninklijke marechaussee zijn de ramingen voor het Opleidingscentrum Koninklijke marechaussee op een andere wijze dan gebruikelijk tot stand gekomen. Tot en met de begroting 2003 werd het budget vastgesteld op basis van de procentuele verdeling van de te realiseren personele sterkte. Met ingang van de begroting 2004 is voor het Opleidingscentrum Koninklijke marechaussee een afzonderlijke raming gemaakt op basis van de behoefte, taakstelling en personele omvang. De verdeling van de
uitgaven van de taakvelden, eveneens op basis van de procentuele verdeling van de te realiseren personeelssterkte is, vanwege de toevoeging van de tabel «Extracomptabele verdeling van de uitgaven», met ingang van deze begroting achterwege gebleven.
Wijziging artikelbenaming
Met ingang van de begroting 2004 is de benaming van het beleidsartikel «Vredesoperaties» veranderd in «Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties». Dit past, in lijn met de uitgangspunten van VBTB, beter bij het uit te voeren beleid. Immers, niet alleen vredesoperaties worden ten laste van dit beleidsartikel geraamd. Ook de internationale strijd tegen het terrorisme bijvoorbeeld, waaronder de inzet van Nederlandse militairen in Afghanistan, wordt ten laste van dit beleidsartikel geraamd. Met de nieuwe benaming van het artikel komt de artikelduiding meer in overeenstemming met het daadwerkelijk uit te voeren beleid.
Toerekening uitgaven
In de begroting 2004 is een verdere voortgang gemaakt in het toerekenen van uitgaven aan onderwerpen van beleid. Bij de beleidsartikelen waar de uitgaven voor de operationele eenheden en de krijgsmachtdeelstaven zijn geraamd, is niet alleen zichtbaar gemaakt welk deel van de daar geraamde uitgaven kan worden toegerekend aan de operationele doelstellingen uit de doelstellingenmatrix, maar ook welk deel van de uitgaven is geraamd op het niet-beleidsartikel 60 «Ondersteuning krijgsmacht». Tevens is in bijlage 6 een toerekening van uitgaven aan de drie algemene beleidsdoelstellingen van Defensie opgenomen.
Voortgang projecten in het kader van het Defensiematerieel-proces (DMP)
Met ingang van de begroting 2003 is het Materieelprojectenoverzicht (MPO), dat voorheen als bijlage werd gevoegd, geïntegreerd in de artikelsgewijze toelichting. Daarin vindt u informatie over de lopende niet-gemandateerde DMP-projecten en de niet-gemandateerde DMP-projecten waarvan wordt voorzien dat in de periode tot eind 2004 een fase afsluitende (A-, B-, C- of D-)brief zal worden aangeboden aan de Kamer. Ondanks de integratie van de informatie uit het MPO en de artikelsgewijze toelichting, blijft het MPO als zodanig bestaan. Het is beschikbaar op de internetsite van het ministerie van Defensie (www.mindef.nl).
De informatie in de artikelsgewijze toelichting omvat de doelstelling van het project en de DMP-fasering. Voorts wordt in de inhoudelijke toelichting bij de projecten met name ingegaan op activiteiten en ontwikkelingen die in het begrotingsjaar 2004 worden voorzien. Waar mogelijk en voor zover dit uit commercieel oogpunt toelaatbaar wordt geacht, wordt nadere financiële informatie gegeven over de niet-gemandateerde DMP-projecten indien in de periode van de meerjarenbegroting een verplichting of kasuitgave wordt voorzien. In andere gevallen zal worden volstaan met een indicatieve aanduiding van de financiële projectomvang.
Tevens zijn opgenomen de vervallen en verschoven projecten, voorzien van een korte toelichting. Een actualisering van de voortgangsinformatie zal worden gegeven bij de eerste suppletore begroting. Hiermee wordt invulling gegeven aan de in de brief over de evaluatie van het Defensie-
materieelkeuzeproces gedane toezegging om twee maal per jaar een overzicht te geven van de grote investeringsprojecten.
Algemene veronderstellingen
Deze begroting is gebaseerd op voorgenomen maatregelen als gevolg van besluitvorming in het kabinet in verband met het Strategisch Akkoord en Hoofdlijnenakkoord en maatregelen om de interne budgettaire problematiek op te lossen. Wel moet worden bedacht dat het voorgenomen tempo en de veronderstelde effecten van de maatregelen wat betreft de budgettaire consequenties zijn gebaseerd op een planmatige benadering. Bij de uitwerking van de maatregelen, bijvoorbeeld in de vorm van concrete reorganisatieplannen, kunnen zich verschuivingen in tijd en geld aandienen. De maatregelen bedoeld om de interne budgettaire problematiek op te lossen, zijn vooral gericht op het, met ingang van deze begroting, op een verantwoord en juist niveau brengen van exploitatiebudgetten en investeringen.
Defensiebrede VBTB paragraaf
Kwaliteit van de doelformulering
Algemene beleidsdoelstellingen en artikelindeling
Defensie kent drie algemene beleidsdoelstellingen, te weten (1) de bescherming van de integriteit van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied (inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba), (2) de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit en (3) de ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp. Deze doelstellingen zijn algemeen, politiek herkenbaar, maatschappelijk (internationaal) geörienteerd en voor langere duur geldig. De instrumenten van het defensiebeleid (de krijgsmachtdelen) zijn inzetbaar voor alle drie de hoofddoelstellingen. De artikelindeling van de defensiebegroting is gebaseerd op een gezamenlijke wens van de Commissie voor Rijksuitgaven en de Vaste Kamercommissie voor Defensie. In bijlage 6 is een totaaloverzicht opgenomen van aan de drie algemene beleidsdoelstellingen en de onderliggende nader geoperationaliseerde doelstellingen toe te rekenen uitgaven.
De transparantie wordt verder vergroot, door in de begrotingsindeling de primaire activiteiten (gereedstellen en inzetten) van de krijgsmachtdelen te onderscheiden van de activiteiten voor ondersteuning. Dit is opportuun, mede gezien de bestuursvernieuwing bij Defensie en de intentie de ondersteuning doelmatiger te organiseren. Diensten en bedrijven, waarvan vele in toenemende mate krijgsmachtbreed werken, worden samengevoegd en in servicecenters en in agentschappen ondergebracht. Omdat de ondersteuning niet meer is gekoppeld aan een beleidsartikel, wordt het ondergebracht in het niet-beleidsartikel «Ondersteuning krijgsmacht». Met de agentschapsvorming zal dit niet-beleidsartikel op termijn in omvang verminderen.
Ministeriële verantwoordelijkheden
De minister is resultaatverantwoordelijk voor de in de begroting geformuleerde beleidsprioriteiten en geoperationaliseerde doelstellingen en beperkt resultaatverantwoordelijk voor enkele algemene beleids-
doelstellingen. Het betreft dan algemene beleidsdoelstellingen waarvan de beoogde effecten van beleid grotendeels afhankelijk zijn van externe factoren. Dit is het geval bij de Koninklijke marechaussee (beleidsartikel 4) en bij civiele taken (beleidsartikel 10).
Beleidsprioriteiten en nader geoperationaliseerde doelstellingen
De formulering van de beleidsagenda en de hierin aangekondigde beleidsprioriteiten (speerpunten) zijn nog niet op alle punten voldoende «SMART». Om dit volgend jaar te kunnen bewerkstelligen, zullen bij het opstellen van de beleidsagenda vanaf de begroting 2005 de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
Specifiek. Om de samenhang van beleidsprioriteiten met de beleids-artikelen te verduidelijken zal per maatregel worden aangeduid welk artikel dit betreft en wie de specifieke actienemer(s) is (zijn). Meetbaar.Teneinde de voortgang van de beleidsprioriteiten te volgen, zullen waar mogelijk tussendoelen worden geformuleerd die in het begrotingsjaar dienen te worden bereikt.
Acceptabel.De defensieonderdelen die voor de uitvoering van het beleid verantwoordelijk zijn, blijven betrokken bij het opstellen van de beleids-begroting, waardoor in een vroeg stadium de haalbaarheid en acceptatie van de beleidsdoelstellingen worden geborgd. Realistisch.Het realiteitsgehalte van het beleid zal verder worden verhoogd door, meer dan voorheen, maatregelen en voornemens bij te stellen naar aanleiding van de actualiteit (bijvoorbeeld nieuw regeerakkoord).
Tijdsgebonden.Bij alle beleidsdoelstellingen zal worden aangegeven wanneer (jaar en eventueel maand) het gestelde doel bereikt dient te worden.
In de VBTB paragraaf bij de beleidsartikelen is toegelicht of en op welke wijze de geoperationaliseerde doelstellingen van het beleidsartikel in de begroting 2005 meer SMART moeten worden geformuleerd.
Volledigheid van de prestatie- en effectgegevens, inclusief kwaliteit en tijdige beschikbaarheid derdengegevens
Algemene beleidsdoelstellingen
Voor de algemene beleidsdoelstellingen kunnen geen reguliere prestatiegegevens worden ontwikkeld die inzicht geven in de effecten van het beleid. Deze beleidseffecten zijn immers, gezien de aard van de doelstellingen, niet te vertalen in kwantitatieve streefwaarden, omdat ze niet éénduidig zijn te relateren aan activiteiten van de krijgsmacht. Grotendeels zijn deze effecten het gevolg van externe factoren. Inzicht in de effecten van het beleid is daarom alleen te verkrijgen met periodieke beleidsevaluaties.
In het kader van het (inter)nationale planningsproces wordt periodiek inzicht verkregen in de effecten van de eerste beleidsdoelstelling (bescherming eigen en bondgenootschappelijk grondgebied) en de tweede beleidsdoelstelling (bevordering en handhaving internationale rechtsorde en stabiliteit). Bovendien worden crisisbeheersingsoperaties geëvalueerd door toepassing van het toetsingskader voor militaire operaties vooraf en door evaluaties van elke missie achteraf. Evaluaties van de derde beleidsdoelstelling (ondersteuning van civiele autoriteiten) worden geprogrammeerd in het meerjarenoverzicht evaluaties Defensie.
Geoperationaliseerde doelstellingen
Bij de beleidsartikelen worden prestatie-indicatoren gepresenteerd die samenhangen met de activiteiten. Effectinformatie wordt verkregen door gebruik van evaluatieonderzoek. De gewenste inzetbaarheid van de krijgsmacht wordt gepresenteerd in een doelstellingenmatrix met indicatoren voor kwaliteit, kwantiteit en reactietijd van alle operationele eenheden. Deze doelstellingenmatrix is het resultaat van een onderliggend systeem dat de inzetbaarheid in termen van geoefendheid, materiële gereedheid en personele gereedheid beziet.
Behalve de doelstellingenmatrix wordt ook gebruik gemaakt van indicatoren zoals oefendagen, vaardagen en vlieguren. Deze indicatoren dienen om de samenhang tussen doelstellingen, activiteiten en uitgaven verder inzichtelijk te maken en te kwantificeren, conform de VBTB opdracht. Vanaf de begroting 2005 zullen deze indicatoren met bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd, per categorie wapensysteem of operationele eenheid.
Voor details wordt verwezen naar de VBTB paragraaf bij het betreffende beleidsartikel. Wat betreft geoperationaliseerde doelstellingen is voor de begroting en het jaarverslag geen informatie van derden benodigd.
Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van niet-financiële informatie (prestatiegegevens)
De Tweede Kamer heeft met de moties van Van Walsem c.s. van 13 december 2000 en van 15 april 2002 de regering gevraagd garanties te geven dat niet-financiële informatie in begroting en jaarverslag betrouwbaar is en hiervoor een normenkader en controlekader te ontwikkelen. De niet-financiële informatie in de begroting moet voldoen aan de eisen gesteld in de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek Rijksoverheid (RPE). Deze regeling is voor Defensie uitgewerkt in een aanwijzing, waarmee de kwaliteit van de beleidsinformatie wordt geborgd. Voorgeschreven is dat de verantwoordelijke voor een beleidsdoelstelling tenminste éénmaal per twee jaar de kwaliteit van het systeem van reguliere prestatiegegevens (monitoringsysteem) evalueert. De monitoringsystemen zijn de essentiële informatiebronnen voor het management om tijdig te kunnen bijsturen. De directeur-generaal Financiën en Control ziet toe op naleving van de aanwijzing en zorgt voor een steekproefsgewijze toetsing van de kwaliteit van systemen van reguliere prestatiegegevens, uit te voeren door de Audit Dienst Defensie. Daarnaast wordt de komende jaren een geautomatiseerd managementinformatiesysteem ontwikkeld voor het centrale en decentrale management. Hiermee moet op flexibele, gestructureerde en betrouwbare wijze informatie bijeen worden gebracht voor ondersteuning van het planningen controlproces.
WWW1 samenhang in tabel budgettaire gevolgen van beleid
Omstreeks 2010 zijn alle uitgaven en kosten gerelateerd aan geoperationaliseerde doelstellingen. Om dit te kunnen realiseren worden twee parallel lopende trajecten uitgewerkt: kostentoerekening en vorming van agentschappen.
1 WWW: Wat willen we bereiken, Wat gaan we daar voor doen en Wat gaat het kosten?
Kostentoerekening
Voor de beleidsartikelen 01 tot en met 04 is een systematiek uitgewerkt om de uitgaven toe te rekenen aan de geoperationaliseerde doelstellingen. Bij de overige artikelen is deze toerekening al gerealiseerd in de VBTB-begroting 2002. De toerekening voor de beleidsartikelen 01 tot en met 04 wordt in eerste instantie beperkt tot de uitgaven en gepresenteerd in een extracomptabel overzicht. Uitgaven die nog niet kunnen worden toegerekend, worden tijdelijk separaat opgenomen. Deze toerekening van uitgaven van ondersteunende producten en diensten is een logische vervolgstap op het VBTB-pad. In de defensiebegroting wordt daarmee een belangrijke stap gezet om de transparantie te vergroten in de WWW-samenhang. In een later stadium worden ook kosten toegerekend. De toerekening van uitgaven is vooralsnog op grovere basis dan een kostprijscalculatie, die pas mogelijk is, nadat de herstructurering van de informatievoorziening voor Defensie heeft geresulteerd in een nieuw financieel IV-systeem.
Vorming van agentschappen
Het streven is er op gericht het budget voor ondersteunende diensten en producten onder te brengen bij de operationele eenheden en de ondersteunende eenheden om te vormen tot agentschappen. Als voorbereiding op het laatste is een overgangssituatie voorzien, waarin sprake zal zijn van een prijsmechanisme waarbij de budgetten voor ondersteuning naar de afnemer zijn overgeheveld. Als het ware koopt de afnemer dan de producten en diensten van de leverancier. Bij de overgang naar een agentschap moet aan alle instellingsvoorwaarden zijn voldaan en zal ook het baten-lastenstelsel van toepassing zijn. Gedurende de komende jaren zal gefaseerd de baten-lastensystematiek worden geïntroduceerd, waarbij nu nog niet voor alle ondersteunende eenheden is aan te geven wanneer dit zal plaatsvinden.
Tijdschema
2004 organisatiemodel bestuursvernieuwing bekend
2005 alle uitgaven zijn toegerekend aan de doelstellingen uit de beleidsartikelen
2005 – 2007 ondersteunende diensten en bedrijven voldoen aan
instellingsvoorwaarden voor agentschap 2005 – 2008 toerekening van kosten aan doelstellingen 2005 – 2010 overgang van ondersteunende diensten en bedrijven naar agentschapsstatus
Aanwezigheid van een dekkende evaluatieprogrammering
Voor de programmering en werkwijze van beleidsevaluaties baseert Defensie zich op de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek Rijksoverheid. Onderscheiden worden beleidsevaluaties ex ante, monitoringsystemen (systemen van reguliere prestatiegegevens) en beleidsevaluaties ex post. Het betreffen methodologisch verantwoorde evaluatie-instrumenten die leiden tot periodiek beschikbare, betrouwbare en controleerbare gegevens waarmee de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid, alsook de doelmatigheid van de bedrijfsvoering kunnen worden beoordeeld. De evaluatiefunctie richt zich op het hetgeen in de beleidsparagraaf van de begroting is opgenomen. Uitgangspunt is dat elke beleidsdoelstelling tenminste eens in de vijf jaar wordt geëvalueerd.
Het meerjarenoverzicht evaluaties Defensie vormt het instrument voor de programmering. Aan de hand van de begroting wordt dit overzicht jaarlijks bijgesteld door het Audit Comité van het ministerie van Defensie. De resultaten van de evaluaties vinden hun weerslag in het departementaal jaarverslag en (uitgebreider) in het Evaluatieoverzicht Rijksoverheid.
Onderstaand is een overzicht opgenomen van de uit te voeren evaluaties van algemene en geoperationaliseerde doelstellingen:
Algemene beleidsdoelstelling + Geoperationaliseerde doelstellingen |
Begrotingsartikel |
Maand jaar start evaluatie |
Koninklijke marine |
01 |
|
+ gereedheid KM |
feb 2005 |
|
Koninklijke landmacht |
02 |
|
+ gereedheid KL |
feb 2006 |
|
Koninklijke luchtmacht |
03 |
|
+ gereedheid Klu |
feb 2007 |
|
Koninklijke marechaussee |
04 |
|
+ beveiliging |
sep 2004 |
|
+ handhaving vreemdelingenwet |
sep 2004 |
|
+ politietaken Defensie |
sep 2004 |
|
+ politietaken burgerluchtvaartterreinen |
sep 2004 |
|
+ assistentieverlening, samenwerking en bijstand |
sep 2004 |
|
Crisisbeheersingsoperaties |
09 |
|
+ deelname operatie in hoger deel geweldsspectrum |
2008 |
|
+ deelname operaties in lager deel geweldsspectrum |
2008 |
|
Civiele taken |
10 |
|
+ kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba |
sep 2006 |
|
+ kustwacht Nederland |
feb 2004 |
|
+ explosievenopruiming |
sep 2004 |
|
+ hulp civiele overheden |
sep 2005 |
|
Internationale samenwerking |
11 |
|
+ bijdrage aan Navo-begroting |
sep 2005 |
|
+ bijdrage versterking Europese capaciteit |
sep 2005 |
|
|
sep 2005 |
|
+ overige internationale samenwerking |
sep 2005 |
-
2.HET BELEID 2.1 Beleidsagenda
Inleiding
Nederland voert een actief vredes- en veiligheidsbeleid dat bij onze belangen en waarden past. Onze krijgsmacht vormt daartoe een wezenlijk bestanddeel van het instrumentarium. Dit komt onder meer tot uitdrukking in het belang dat ons land hecht aan de inspanningen in het kader van internationale samenwerkingsverbanden als de Navo en de Europese Unie. Ook wijst de ervaring uit dat Nederland behoort tot de groep landen die voortdurend met militairen in het buitenland actief is. Sinds de Koude Oorlog hebben tienduizenden Nederlandse militairen deelgenomen aan een groot aantal crisisbeheersingsoperaties, van de Balkan tot Afghanistan en van Cambodja tot Haïti. De uitzending van onze militairen in Irak maakt duidelijk dat deze kabinetsperiode eveneens een groot beroep op de krijgsmacht zal worden gedaan. Onze krijgsmacht oogst in internationaal verband veel waardering voor de goede kwaliteit van haar militaire bijdragen.
Defensie moet een kwalitatief hoogwaardige militaire bijdrage aan internationale vrede en veiligheid blijven leveren tegen de achtergrond van een zorgwekkende financiële situatie. Er moeten omvangrijke bezuinigingen worden behaald als gevolg van het Strategisch Akkoord, de Voorjaarsnota 2003, het Hoofdlijnenakkoord en een taakstelling in het kader van de competitieve dienstverlening; zij bedragen in 2004 in totaal € 255 miljoen. Voorts zijn aanvullende maatregelen nodig om de financierbaarheid van de krijgsmacht op langere termijn te waarborgen en de investeringen op peil te brengen. De begroting van Defensie staat onder zware druk, mede als gevolg van het strakke financiële keurslijf van de Defensienota 2000. Er is nauwelijks ruimte om tegenvallers te verwerken en begrotingsrisico’s op te vangen. De budgetflexibiliteit is de afgelopen jaren afgenomen door de aanzienlijk gestegen kosten voor de materiële en personele exploitatie en dreigt de komende jaren verder af te nemen door de stijgende uitgaven voor pensioenen en wachtgelden. De stijging van de exploitatielasten heeft bovendien tot gevolg gehad dat noodzakelijke investeringen uitbleven. Juist investeringen zijn van groot belang om de krijgsmacht aan te passen aan veranderingen in de internationale veiligheidssituatie en in de wijze van militair optreden. De hierdoor noodzakelijk geworden interne herschikkingen bedragen in 2004 in totaal € 215 miljoen.
Het resultaat is een over de gehele linie van Defensie uit te voeren reeks maatregelen en aanpassingen. In onze brief van 30 juni jl. stelden wij de Tweede Kamer hiervan al op hoofdlijnen op de hoogte, onder het beslag van besluitvorming in het kabinet over de defensiebegroting voor 2004 (Kamerstuk 28 600 X, nr. 49). De maatregelen uit deze brief zijn nu volledig verwerkt in de voor u liggende begroting. Zij zijn uitvoerig beschreven en toegelicht in de beleidsbrief die u gelijktijdig met deze begroting is toegezonden (voortaan: de Prinsjesdagbrief). De taken en middelen van Defensie zijn daarin kritisch tegen het licht gehouden, mede op grond van de analyse van de internationale veiligheidssituatie en in het licht van de afspraken die in de Navo en de EU zijn gemaakt over de versterking van militaire capaciteiten.
Het gaat nadrukkelijk niet alleen om de verwerking van bezuinigingen. De maatregelen moeten leiden tot een nieuw evenwicht tussen enerzijds de
taken en de ambities van de krijgsmacht en anderzijds de middelen die de samenleving daarvoor beschikbaar stelt. Ook in andere opzichten is een nieuw evenwicht binnen de krijgsmacht geboden. Overeenkomstig de uitdrukkelijke wens van de Navo zal voorrang worden verleend aan kwaliteit boven kwantiteit. Ten koste van de omvang van de krijgsmacht en het aantal hoofdwapensystemen – fregatten, tanks, jachtvliegtuigen, enzovoort – waarover zij beschikt, wordt zodoende meer belang gehecht aan de inzetbaarheid van de krijgsmacht en het vermogen wapensystemen doeltreffend in te zetten. Voorts zullen de exploitatielasten worden teruggedrongen ten gunste van investeringen in hoogwaardige militaire capaciteiten. Ook met behulp van de intensiveringen in het Hoofdlijnenakkoord (voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor vredesoperaties) en het Strategisch Akkoord (voor het EVDB) zullen investeringen worden verricht die de krijgsmacht in staat blijven stellen tot een kwalitatief hoogwaardige bijdrage aan de internationale vrede en veiligheid. Als gevolg van deze maatregelen zal het krijgsmachtbrede investeringspercentage de komende jaren worden verhoogd tot ten minste twintig.
Op andere terreinen gaat bij Defensie de komende jaren eveneens veel veranderen. Eerder stuurden wij u al een brief over de herziening van de topstructuur van Defensie (zie Kamerstuk 28 600 X, nr. 96, d.d. 28 mei jl.). Hoofdpunten hiervan zijn een duidelijke scheiding tussen beleid, uitvoering en toezicht, en de versterking van de positie van de chef Defensiestaf, zowel wat betreft de operationele inzet van militaire eenheden als de defensieplanning. De staven worden samengevoegd en met een derde verkleind. Met deze maatregelen is de grondslag gelegd voor een krijgsmacht waarin het onderscheid tussen de krijgsmachtdelen minder belangrijk is en de gezamenlijkheid voorop staat.
Verder vragen de gevolgen van de toenemende samenhang tussen interne en externe veiligheid, die onder meer tot uitdrukking komt bij de maatregelen tegen de toegenomen terroristische dreiging jegens westerse samenlevingen, en het veelvuldige beroep op de krijgsmacht door civiele autoriteiten in Nederland nadrukkelijk om aandacht. In overleg met de meest betrokken departementen zal Defensie werken aan de verdieping van de samenwerking met civiele autoriteiten die van de diensten van de krijgsmacht gebruik maken.
Een helder toekomstperspectief voor de krijgsmacht is voor het personeel van Defensie van groot belang. Dit laat onverlet dat pijnlijke maatregelen voor het personeel onontkoombaar zijn. De komende jaren zullen als gevolg van al lopende interne reorganisaties, het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord en de overschrijding van de begrotingssterkte 2003 ten opzichte van de huidige begrotingssterkte bij Defensie in totaal 11 700 functies verdwijnen. In de Najaarsbrief (Kamerstuk 28 600 X nr. 10, d.d. 8 november 2002) aangekondigde vermindering met 4 800 functies is hierbij inbegrepen. In 2004 zullen bij Defensie in totaal ongeveer 2 400 functies komen te vervallen, waarvan een deel overigens door «zachte» maatregelen, zoals het beperken van de instroom van militair- en burgerpersoneel, het beëindigen van het nadienen van militairen en het bevorderen van de vrijwillige uitstroom. In de Personeelsbrief die u gelijktijdig met deze begroting ontvangt, wordt uitvoerig stilgestaan bij het personeelsbeleid en de gevolgen van de ingrijpende maatregelen voor het personeel van Defensie.
Uit het bovenstaande vloeien voor 2004 de volgende beleidsprioriteiten voort, waarop in deze beleidsagenda nader wordt ingegaan:
-
1.tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen de taken en de middelen van de krijgsmacht (overeenkomstig de Prinsjesdagbrief);
-
2.verbetering van de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor vredesoperaties (overeenkomstig het Hoofdlijnenakkoord);
-
3.versterking van de Europese militaire capaciteiten in de Navo en de Europese Unie;
-
4.bestuurlijke vernieuwing (inclusief de herziening van de topstructuur van Defensie en de samenvoeging en verkleining van staven);
-
5.verdieping van de samenwerking met civiele autoriteiten in Nederland.
-
1.Hernieuwing van het evenwicht tussen de taken en de middelen van de krijgsmacht
Eén van de belangrijkste doelstellingen van Defensie is het bereiken van een nieuw evenwicht binnen de krijgsmacht, waardoor deze ook op langere termijn financierbaar en beter inzetbaar is en over voldoende ruimte beschikt voor noodzakelijke investeringen in nieuwe capaciteiten. De redenen hiervoor zijn hierboven genoemd. De taakstellingen en herschikkingen bij Defensie worden waar mogelijk gerealiseerd door de exploitatiekosten van de organisatie structureel te verminderen, door de drastische verkleining en samenvoeging van staven en door de verdere verbetering van de doelmatigheid. Uit de Najaarsbrief was evenwel al gebleken dat, om de bezuinigingen in het Strategisch Akkoord te behalen, ingrepen in de operationele capaciteiten van de krijgsmacht in aanvulling daarop onontkoombaar zijn. De Prinsjesdagbrief treft op dit vlak nog verdergaande maatregelen. Om operationele capaciteiten waaraan in internationaal verband nog steeds grote behoefte bestaat desondanks zoveel mogelijk te ontzien, is er naar gestreefd zoveel mogelijk besparingen te behalen door vermindering of opheffing van operationele capaciteiten waaraan in het licht van de internationale veiligheidssituatie minder behoefte bestaat en door de afstoting van daardoor overbodig geworden locaties. Hierdoor wordt ook een doelmatiger gebruik van de infrastructuur bereikt.
Om een nieuw evenwicht te bereiken, worden in 2004 de volgende maatregelen uitgevoerd (of wordt een begin gemaakt met de uitvoering).
Koninklijke marine
– De operationele activiteiten van de maritieme patrouillevliegtuigen worden per 1 januari 2004 beëindigd. De tien P-3C Orions worden vervolgens verkoopgereed gemaakt. Het marinevliegkamp Valkenburg wordt met ingang van 2004 gesloten; er zal uitsluitend nog sprake zijn van vliegbewegingen die verband houden met het verkoopgereed maken van de vliegtuigen. In interdepartementaal verband wordt onderzocht hoe tijdig in een geschikt alternatief kan worden voorzien voor de uitvoering van de luchtverkenningstaken ten behoeve van de kustwachten in Nederland en in de Nederlandse Antillen en Aruba.
– Twee van de in totaal acht M-fregatten beëindigen in 2004 hun operationele activiteiten en worden uit dienst gesteld.
– Overeenkomstig de Najaarsbrief zullen de L-fregatten hun operationele activiteiten in 2004 beëindigen.
– Twee Alkmaar-klasse mijnenbestrijdingsvaartuigen hebben hun operationele activiteiten inmiddels beëindigd.
– De eerste beveiligde verbindingsmiddelen voor mondelinge communi-
catie en dataverkeer ten behoeve van het Korps mariniers worden in gebruik genomen (het eerste deel van het project Nieuwe verbindings-apparatuur mariniers).
Koninklijke landmacht
-
-De reserve-eenheden worden overeenkomstig de Najaarsbrief afgeschaft, met uitzondering van de Nationale reserve (Natres) en reservisten die tijdens crisisbeheersingsoperaties individueel worden ingezet op specialistische functies.
-
-Het aantal gevechtstanks wordt verminderd van 180 naar 110. Aangezien deze vermindering uitsluitend betrekking heeft op tanks uit het mobilisabele bestand, blijft het aantal parate tanks van de Koninklijke landmacht gelijk. Een deel van de af te stoten tanks wordt mogelijk overgedragen aan Noorwegen in het kader van een meeromvattende ruil van materieel.
-
-In verband met de opheffing van de staf van de 41ste Gemechaniseerde brigade, inclusief de stafverzorgingscompagnie en een deel van de logistieke capaciteit, en de sluiting van de legerplaats in Seedorf (Duitsland), wordt een begin gemaakt met de infrastructurele aanpassing van locaties in Nederland ten behoeve van de huisvesting van overblijvende eenheden van deze brigade (waaronder het pantserinfanteriebataljon). De verhuizing van deze eenheden naar Nederland begint in 2005 en wordt in 2007 voltooid, waarna de legerplaats in Seedorf wordt afgestoten.
-
-De «Pantser Rups Tegen Luchtdoelen» (PRTL-Cheetah) wordt vanaf 2004 afgestoten. In het kader van de luchtverdediging nieuwe stijl worden Stinger-systemen op het gepantserde voertuig Fennek en op ongepantserde voertuigen aangebracht. De basis De Peel wordt gereed gemaakt voor het nieuwe operationele verband dat wordt geformeerd uit luchtverdedigingseenheden van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht.
-
-In het kader van het project Vervanging pantservoertuigen worden nieuwe pantservoertuigen ingevoerd zoals het lichte bewakings- en verkenningsvoertuig van het type Fennek.
-
-Er wordt een begin gemaakt met de invoering van wissellaadsystemen ter vervanging van verouderde vrachtwagens.
-
-Tevens wordt een begin gemaakt met de uitbreiding van de parate capaciteit van het Korps commandotroepen met 80 functies en met de uitbreiding van de geniecapaciteit met 150 functies.
-
-Er worden geavanceerde nachtricht- en zichtmiddelen ingevoerd (€ 3,2 miljoen in 2004). Hierdoor worden de inzetmogelijkheden van te voet optredende eenheden bij verminderd zicht, zowel bij dag als bij nacht, sterk verbeterd.
Koninklijke luchtmacht
-
-Het aantal F-16 gevechtsvliegtuigen wordt in 2004 met vijftien verminderd, waardoor het totaal aantal toestellen daalt van 137 tot 122. Overeenkomstig de Prinsjesdagbrief zullen deze kabinetsperiode nog eens veertien toestellen worden afgestoten.
-
-De operationele activiteiten op de luchtmachtbasis Twenthe zullen in 2004 worden verminderd. De basis zal uiterlijk in 2007 worden afgestoten. Op de vliegbases Leeuwarden en Volkel worden aanvullende voorzieningen getroffen voor het onderbrengen van extra F-16’s.
-
-De voorraad precisiemunitie voor F-16’s wordt uitgebreid door onder meer de verwerving van «Joint Direct Attack Munition» (JDAM), waarmee met behulp van satellietnavigatie doelen onder alle omstandigheden nauwkeurig kunnen worden geraakt.
-
-Er worden in 2004 zes Apache gevechtshelikopters afgestoten. De gevechtswaarde van de resterende 24 helikopters wordt vergroot door de doelopsporing, doelidentificatie en de eigen veiligheid te verbeteren.
-
-Er worden voorbereidingen getroffen voor de verplaatsing van de transporthelikopters van de Tactische helikoptergroep van Soesterberg naar Gilze-Rijen. Deze helikopters worden tussen 2005 en 2007 verplaatst, waarna vliegbasis Soesterberg wordt gesloten. De infrastructuur in Gilze-Rijen wordt aangepast.
-
-De Hawk-luchtverdedigingsystemen worden afgestoten. Deze systemen worden niet vervangen en de eenheden worden opgeheven.
-
2.Verbetering van de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor crisisbeheersingsoperaties
Het Hoofdlijnenakkoord bevatte een intensivering ten behoeve van de verbetering van de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor crisisbeheersingsoperaties. Deze loopt op van € 30 miljoen in 2003 tot € 100 miljoen in 2007 en is daarna structureel. Besloten is deze intensivering aan te wenden voor de versterking van de parate capaciteit en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht, voor de versterking van de strategische en tactische luchttransportcapaciteit, voor de verbetering van de commandovoering en voor de verbetering van de zelfbescherming en van de logistieke ondersteuning. De € 30 miljoen die voor deze doeleinden in 2004 beschikbaar is, wordt besteed aan:
-
-de uitvoering van de maatregel uit de Defensienota 2000 ter versterking van de parate pantserinfanteriecapaciteit door de oprichting van drie extra compagnieën. Dit betekent dat de vertraging met drie jaar van deze maatregel, waartoe in de Najaarsbrief was besloten, beperkt blijft tot een jaar. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de tijdens de behandeling van de defensiebegroting voor 2003 aanvaarde motie-Kortenhorst c.s. (28 600 X, nr.22) over de versterking van de parate capaciteit van de krijgsmacht. Met deze maatregel is in 2004 een bedrag gemoeid van € 1,5 miljoen;
-
-investeringen in het Soldier Modernisation Programme (SMP) om het operationele vermogen van de Koninklijke landmacht en het Korps mariniers te versterken (€ 4,8 miljoen in 2004);
-
-de verwerving en exploitatie van een DC-10 transportvliegtuig voor strategisch transport van personen en goederen (ongeveer € 18 miljoen in 2004). De verwerving van dit extra transportvliegtuig vergroot de Europese strategische transportcapaciteit. Het maakt het tevens mogelijk de tankercapaciteit van de KDC-10 vliegtuigen beter te gebruiken ten behoeve van de ondersteuning van jachtvliegtuigen. De verwerving van de DC-10 is des te belangrijker, omdat de F-16 jachtvliegtuigen, mede door de sluiting van de vliegbasis Twenthe, meer in het buitenland zullen moeten oefenen;
-
-de versterking van de inzetbaarheid van de transporthelikopters van de Koninklijke luchtmacht (€ 5 miljoen in 2004).
Aan deze maatregelen zijn ook na 2004 kosten verbonden. Alle maatregelen, die zijn mogelijk gemaakt door de intensivering uit het Hoofdlijnenakkoord, zijn volledig verwerkt in de defensiebegroting voor 2004. Zij staan uitvoeriger beschreven in de Prinsjesdagbrief.
-
3.Versterking van de Europese militaire capaciteiten in Navo en Europese Unie
De regering streeft naar versterking van de Europese militaire capaciteiten in het kader van de Navo en de Europese Unie. In de Prinsjesdagbrief is uiteengezet hoe voor de Nederlandse bijdrage aan de versterking van het
Europese militaire vermogen prioriteiten zijn gesteld aan de hand van de internationale behoefte en de hieraan ten grondslag liggende veiligheids-analyse. In het Strategisch Akkoord is voor het versterken van de Europese militaire capaciteiten een structurele voorziening getroffen, oplopend tot € 50 miljoen in 2006 (de «EVDB-voorziening»). In 2004 is € 30 miljoen uit deze voorziening beschikbaar. De financiële reeksen die bij dit speerpunt horen zijn ondergebracht op beleidsartikel 11. De inspanningen zijn in 2004 gericht op:
-
-het nakomen van toezeggingen die Nederland heeft gedaan in het kader van het «Prague Capabilities Commitment» tijdens de Navo-Top van Praag (november 2002) en het «European Capabilities Action Plan» van de EU (eind 2001). Een overzicht van deze toezeggingen is de Kamer gezonden op 12 november 2002 (Kamerstuk 28 676 X, nr. 2). Voor enkele projecten die eerder ter hand zijn genomen, is geld gereserveerd, waarvan ook in 2004 een deel tot besteding komt. Dit betreft onder andere de plaatsing van de commandofaciliteiten op het tweede amfibische transportschip en het opleiden van 25 marechaussees voor inzet in civiele politiemissies (het tweede deel van de groep van in totaal 100 marechaussees in 2007). Voorts wordt geïnvesteerd in de verwerving van extra NBC-middelen, grondwaarneming («Alliance Ground Surveillance»/Sostar), een operationeel informatietransmissiesysteem voor de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht (project TITAAN fase II), alsmede een verder onderzoek naar onbemande verkenningsvliegtuigen (Unmanned Reconnaisance Aerial Vehicle (URAV));
-
-het vaststellen van een precieze bijdrage aan de «Nato Response Force» (NRF), de in oprichting zijnde snelle reactiemachtvan de Navo. De omvang van de snelle reactiemacht is door de Navo vastgesteld op ongeveer 20 000 militairen met een land-, een lucht- en een maritieme component. Nederland wil daaraan een actieve bijdrage leveren. De reactiemacht moet over een hoge mate van geoefendheid beschikken en zeer snel inzetbaar zijn. Dit zal een extra beslag leggen op de eenheden die aan de reactiemacht deelnemen. Zij zullen voor de duur van een half jaar uitsluitend voor de NRF zijn geoormerkt. Om die reden moeten zij een halfjaar in een vrijwel permanente staat van gereedheid zijn, waarvoor tevens een substantiële voorbereidingstijd is vereist;
-
-versterking van samenwerkingsverbanden met Europese partners. Dergelijke samenwerking is gericht op het doelmatiger verwerven en instandhouden van materieel, op het delen van kosten voor capaciteiten, op het «poolen» van capaciteiten en wellicht op het specialiseren in bepaalde taakgebieden. Met Duitsland wordt, naast de samenwerking in het Duits-Nederlandse legerkorpshoofdkwartier, sinds enkele jaren een omvangrijk bilateraal militair samenwerkingsprogramma uitgevoerd. Hoewel Defensie zich genoodzaakt heeft gezien terug te komen op een beginselovereenkomst met Duitsland voor de overname op gunstige voorwaarden van extra Patriot-luchtafweersystemen ter vervanging van de verouderde Hawk-systemen van de Koninklijke luchtmacht (zie de Prinsjesdagbrief), wil zij waar mogelijk gevolg blijven geven aan de aan de Tweede Kamer gestuurde intentieverklaring om de bilaterale defensiesamenwerking met Duitsland op uiteenlopende terreinen verder te verdiepen (zie Kamerstuk 28 000 X, nr. 33). De overige samenwerkingsafspraken uit de intentieverklaring, zoals die met betrekking tot luchtverdediging, luchtmobiel optreden en de bescherming tegen nucleaire, chemische en biologische wapens, zullen in overleg met Duitsland zoveel mogelijk worden uitgevoerd. Met Frankrijk wordt gezamenlijk gewerkt aan de ontwikkeling van een
onbemande vliegende verkenningscapaciteit voor de middelbare hoogte. Er zal voortdurend worden gezocht naar nieuwe mogelijkheden om met andere Europese landen de gezamenlijke Europese militaire capaciteiten te versterken, wapensystemen doelmatiger te verwerven en middelen te «poolen». Een voorbeeld hiervan betreft de voorbereiding van een eind 2003 te sluiten overeenkomst met Noorwegen. Beide landen hebben de intentie onder andere zwaar materieel en wapensystemen uit te wisselen;
– af te stoten materieel zal worden aangeboden aan de regeringen van landen die voldoen aan de criteria van het wapenexportbeleid. Om de integratie van nieuwe lidstaten in de Navo en de EU te bevorderen, heeft de verkoop aan deze landen de voorkeur;
– Defensie is via het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) voor het eerst rechtstreeks bij het voorzitterschap betrokken en zal een actieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van dit beleid. De Nederlandse beleidsprioriteiten voor het EVDB vallen binnen het thema «een actief, betrokken en slagvaardig extern beleid». Nederland zal zich daarbij vooral richten op het European Capabilities Action Plan (ECAP) en op het intergouvernementele agentschap voor capaciteitversterking en materieelverwerving, de EuropeanCapabilities Development and Acquisition Agency(ECDAA). In dit verband streeft Nederland naar synergie met het Nederlandse voorzitterschap van de Western European Armaments Group(WEAG) in 2003 en 2004. Uiteindelijk streeft Nederland er naar de WEAG onder te brengen bij het agentschap. Voorts hecht het Nederlandse voorzitterschap groot belang aan de verdieping van de Navo-EU relatie, onder meer op het gebied van het tegengaan van de proliferatie van massavernietigingswapens en de dreiging van terrorisme. Tenslotte richt het voorzitterschap zich op de effectieve uitvoering van crisisbeheersingsoperaties door de EU. Ten behoeve van de coördinatie is per 1 september 2003 een departementale taakgroep opgericht, die belast is met de inhoudelijke en organisatorische voorbereidingen. De taakgroep coördineert ook de intensieve samenwerking met Buitenlandse Zaken. De contouren van de Nederlandse prioriteiten zijn opgenomen in de Staat van de Europese Unie 2004 (hoofdstuk 2).
-
4.Bestuurlijke vernieuwing (inclusief herziening topstructuur en samenvoeging staven)
Defensie wordt de komende jaren ingrijpend gereorganiseerd. Deze reorganisatie geeft uitdrukking aan het gegeven dat de afgelopen jaren het onderscheid tussen krijgsmachtdelen minder belangrijk is geworden en de gezamenlijkheid steeds meer voorop is komen te staan, zowel in operationele zin («jointness») als in de ondersteuning en het beheer («paars»). Ook openheid en aandacht voor de bestuurlijke en maatschappelijke omgeving waarin de krijgsmacht functioneert, zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Over de hoofdlijnen waarlangs de topstruc-tuur van Defensie wordt herzien, bent u op 28 mei jl. per brief ingelicht. In 2004 zullen de eerste gevolgen hiervan merkbaar zijn.
Hoofdpunten in deze bestuurlijke vernieuwing zijn een duidelijke scheiding tussen beleid, uitvoering en toezicht alsmede de versterking van de positie van de chef Defensiestaf, zowel wat betreft de operationele inzet van militaire eenheden als de defensieplanning. Onder de secretarisgeneraal en naast de chef Defensiestaf en de directeur-generaal Financiën en Control zijn hoofddirecties in oprichting voor algemene beleidszaken, voor personeelsbeleid en voor materieelbeleid. Op grond van een nieuw besturingsconcept voor de defensieorganisatie zal zowel de herinrichting
van de beleidsdirecties en de defensiestaf op het kerndepartement, als de inrichting van de ondersteunende eenheden die defensiebreed diensten gaan leveren in 2004 gestalte krijgen.
Ook in de verhouding van het kerndepartement tot de krijgsmachtdelen zal veel veranderen. Defensieplannen worden met ingang van 2004 niet per krijgsmachtdeel, maar integraal, onder leiding van de chef Defensiestaf, opgesteld. Op operationeel gebied zal een vergelijkbare koers worden gevolgd. Het Defensie operatiecentrum (DOC) zal in dienst worden gesteld en de situatiecentra bij de bevelhebbers worden opgeheven. De chef Defensiestaf zal uiteindelijk - in ieder geval binnen deze kabinetsperiode - een directe bevelslijn onderhouden met de commandant Zeemacht van de Koninklijke marine, de commandant Operationeel commando van de Koninklijke landmacht en de Commandant Tactische Luchtmacht van de Koninklijke luchtmacht. De huidige functies van de bevelhebbers van de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht houden op te bestaan. De bevelhebbers zullen in de overgangsperiode hun taken op het gebied van opleiding, gereed-stelling, instandhouding en nazorg overdragen aan hun operationele commandanten of aan de Centrale organisatie.
Overeenkomstig de Najaarsbrief zullen de staven de komende jaren in het kader van de bestuurlijke vernieuwing ingrijpend worden gereorganiseerd en met een derde worden verkleind. Het gaat om de vermindering van 2 000 van de in totaal 6 000 staffuncties bij de staven in de periode tot 2006. Deze afslanking wordt ook in 2004 voortvarend ter hand genomen. In 2003 zijn al maatregelen genomen om de staven versneld met ongeveer zeshonderd functies te reduceren (zie de brief van de staatssecretaris, Kamerstuk 28 600 X, nr. 42, d.d. 3 april jl.). De hiermee samenhangende organisatorische maatregelen worden per 1 januari 2004 uitgevoerd. In 2004 zullen nog eens 365 staffuncties worden opgeheven als gevolg van organisatorische maatregelen op het gebied van het beheer van personeel, financiën, informatievoorziening, vastgoed en geneeskundige voorzieningen.
Naast de verkleining en de samenvoeging van de staven wordt ook op andere terreinen, vooral die van de ondersteuning en de infrastructuur, alles in het werk gesteld om de doelmatigheid verder te vergroten door meer marktconform te werken. Wij hechten hieraan bijzonder belang. Hoe meer immers op dit vlak wordt bezuinigd, hoe minder maatregelen ten koste hoeven te gaan van de operationele capaciteiten van de krijgsmacht. Er wordt een groot aantal doelmatigheidsmaatregelen in de ondersteunende sector uitgevoerd of in gang gezet. In 2004 gaat het om de volgende maatregelen:
-
-een doelmatigheidswinst van vier procent bij de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T), dit levert in 2004 € 0,8 miljoen op;
-
-rationalisatie van de (militaire) vertegenwoordigingen in het buitenland en bij internationale organisaties;
-
-vermindering van het aantal functies in de militaire muziekkorpsen (50 vte’n);
-
-oprichting van één Defensie horeca organisatie (DHO) (120 vte’n);
-
-de Defensie Telematica Organisatie (DTO) zal meer dan voorheen marktconform werken.
De doelmatigheid zal verder worden bevorderd door de invoering van competitieve dienstverlening (CDV). In 2004 beginnen er CDV-trajecten voor het hogere onderhoud bij onder meer de Mechanisch centrale
werkplaats (MCW), waar het groot materieel van de Koninklijke landmacht wordt onderhouden, en bij het Marinebedrijf, het onderhoudsbedrijf van de Koninklijke marine. Ook wordt een CDV-toets uitgevoerd op de bestaande dienstverlening op het gebied van vastgoed, ruimtelijke ordening en milieu bij zowel de DGW&T als de andere defensieonderdelen. Tevens worden studies verricht naar de mogelijkheden van publiekprivate samenwerking (PPS) op het gebied van ICT.
Voorts zal de volledige personele capaciteit van een defensieonderdeel worden gekoppeld aan arbeidsplaatsen. In de toekomstige formatie van een defensieonderdeel zullen zowel arbeidsplaatsen zijn opgenomen voor personeel dat op een functie zit, als voor personeel dat een initiële opleiding volgt. De formatie wordt dus in balans gebracht met de begrotingssterkte. Deze nieuwe werkwijze wordt in deze begroting al gehanteerd (zie ook de Personeelsbrief die u gelijktijdig met deze begroting ontvangt).
-
5.Verdieping van de samenwerking met civiele autoriteiten in Nederland
De toegenomen terroristische dreiging, het beroep dat in uiteenlopende omstandigheden op de krijgsmacht wordt gedaan voor (bijzondere) bijstand en steunverlening alsmede de toegenomen inzet van de Koninklijke marechaussee leiden ertoe dat het belang van de derde hoofdtaak van de krijgsmacht – de ondersteuning van civiele autoriteiten – de afgelopen jaren belangrijk is toegenomen. Door de kwetsbaarheid van onze complexe open samenleving en de mogelijke ontwrichting door terroristische aanslagen is de samenhang tussen interne en externe veiligheid versterkt. Ook in de toekomst zal op Defensie herhaaldelijk een beroep worden gedaan, aangezien de krijgsmacht beschikt over specifieke kennis, vaardigheden en middelen die in uiteenlopende situaties ter ondersteuning van de civiele autoriteiten kunnen worden ingezet.
De maatregelen uit het «Actieplan terrorismebestrijding en veiligheid» (oktober 2001) en het rapport van de taakgroep «Defensie en terrorisme» (januari 2002), die de regering na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten heeft getroffen, zullen ook in 2004 verder worden uitgevoerd. In 2004 is voorts sprake van de volgende activiteiten: – om de mogelijkheden en de omvang van de ondersteuning te inventariseren, hebben de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie in 2002 het project «Civiel-Militaire Bestuursafspraken» (CMBA) in het leven geroepen. In het kader van dit project worden de afspraken geïnventariseerd die betrekking hebben op de inzet van de krijgsmacht bij rampenbestrijding, steunverlening ten behoeve van het openbaar belang en de militaire bijstand in het kader van de Politiewet 1993. Ook wordt bezien hoe de bestaande afspraken moeten worden aanpast. De eerste, inventariserende fase is inmiddels beëindigd. De aanbevelingen uit deze fase zullen worden uitgewerkt. Het gaat onder meer om het verwerven van meer inzicht in de bij de krijgsmacht voor civiele doeleinden bestaande capaciteiten, het maken van sluitende procedurele afspraken en het ontwikkelen van een gemeenschappelijk oefenbeleid. In verband hiermee zal Defensie tevens meer aandacht besteden aan de rol die het Korps Nationale Reserve (Natres) daarbij kan spelen; – Defensie is nu reeds vertegenwoordigd in een reeks interdepartementale projecten waarvan de werkzaamheden gevolgen kunnen hebben voor de inzet van de krijgsmacht ten behoeve van de nationale veiligheid. Het gaat onder meer om het rijksbrede project «NBC-
terrorisme» en het project «Bescherming vitale infrastructuur», dat in 2004 een samenhangend pakket van maatregelen ter bescherming van de infrastructuur van de overheid en het bedrijfsleven zal presenteren. Ook in het kader van de «strategische functie rijksbreed» zal aandacht worden besteed aan de gevolgen van de toenemende samenhang tussen interne en externe veiligheid. Defensie zal in 2004 aan het overleg en de beleidsontwikkeling in deze organen een actieve bijdrage leveren.
Financiële gevolgen van het Defensiebeleid
Om de aansluiting van de begroting 2004 met de begroting 2003 (in totalen) mogelijk te maken, is hieronder een overzicht opgenomen met de mutaties. De financiële gevolgen van het beleid, in een meerjarig perspectief, worden nader toegelicht in de Prinsjesdagbrief.
Bedragen x € 1 miljoen |
||||||
TOTAAL DEFENSIE |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Standen ingediende ontwerp 2003 Nota van wijziging |
7 524,0 |
7 311,7 - 3,7 |
7 283,0 -3,7 |
7 273,1 -3,7 |
7 165,1 -3,7 |
7 137,5 -3,7 |
Gewijzigde stand OB 2003 |
7 524,0 |
7 308,0 |
7 279,3 |
7 269,4 |
7 161,4 |
7 133,8 |
Najaarsnotamutaties 2002 Slotwetmutaties 2002
Beleidsmatige mutaties
Bijdrage in verband met Irak
Enveloppe Veiligheid SA
Overheveling naar/van andere departementen
Herfasering SDD
Aanpassing taakstelling TNO
Taakstelling Hoofdlijnenakkoord
– Inhuur externen
– Taakstelling subsidies
– Taakstelling additionele efficiency
– Doorwerking WW-maatregel
– Taakstelling additionele efficiency ZBO’s
– Inhouding prijsbijstelling
Doorwerking Hoofdlijnenakkoord
– Inhuur externen
– Taakstelling subsidies
– Taakstelling niet-belastingontvangsten
– Inhouding prijsbijstelling
Ramingsbijstelling verkoopopbrengsten
Enveloppe Veiligheid
Intertemporele compensatie
Overheveling KWNAA naar BZK
121,0 - 17,3
16,5
4,0 |
9,0 |
13,0 |
13,0 |
|
22,3 |
6,1 |
6,6 |
6,6 |
5,1 |
17,1 |
11,0 |
-0,4 |
|
-9,1 |
1,8 |
2,9 |
4,1 |
4,6 |
4,6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
-0,1 |
-0,2 |
-0,2 |
-0,4 |
|
-0,5 |
|
|
||
-0,2 |
-0,2 |
-0,2 |
||
|
-49,7 |
-49,6 |
|
|
||||
-0,1 |
||||
-3,8 |
||||
|
||||
65,7 |
129,9 |
124,5 |
177,6 |
|
30,0 |
50,0 |
80,0 |
100,0 |
|
134,0 |
100,0 |
34,0 |
||
|
-8,1 |
-8,1 |
-8,2 |
-8,2 |
Totaal beleidsmatige mutaties
147,4
150,1
158,8
143,0
215,3
Technische mutaties Doorwerking eindejaarsmarge Loonbijstelling Prijsbijstelling
Rentecompensatie vermogensconversie agentschappen
Ramingsbijstelling ontvangsten Ramingsaanpassing niet-relevante uitgaven
84,8
165,3
83,3
-
-0,5
1,4
-
-56,0
145,3 83,3
-0,5 6,6 3,9
144,4 83,0
-0,5
6,0
40,3
145,0 82,6
-0,5
5,9
12,7
145,5 81,6
-0,5 2,6 6,5
Totaal technische mutaties |
278,3 |
238,5 |
273,1 |
245,5 |
235,7 |
|
Ontwerpbegroting 2004 |
7 385,8 |
7 438,9 |
7 667,9 |
7 701,5 |
7 550,0 |
7 584,8 |
Toelichting mutaties
Algemeen
Naast de verwerking van de taakstellingen zijn binnen de defensiebegroting ombuigingen nodig gebleken om ontstane exploitatietekorten te financieren en de exploitatiekosten van de organisatie structureel te verminderen. Ombuigingen zijn ook nodig om de voorgenomen investeringen te waarborgen en ruimte voor nieuwe investeringen te scheppen. Voor het jaar 2004 belopen deze ombuigingen € 215 miljoen.
Beleidsmatige mutaties
Overhevelingen naar/van andere departementen
Dit betreft een bijdrage van het ministerie van Justitie in verband met de intensivering van de aanpak van drugskoeriers, een bijdrage ten behoeve van het opzetten door de MIVD in samenwerking met de AIVD van satellietinterceptie en een bijdrage aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de start van cryptofaciliteiten.
Herfasering SDD
De in het Strategisch Akkoord opgelegde korting inzake de SDD-fase voor de JSF, als gevolg van een meevallende dollarkoers, is in lijn gebracht met de daadwerkelijke vrijval van het berekende voordeel.
Aanpassing Taakstelling TNO
De in het Strategisch Akkoord opgelegde korting inzake te verlenen subsidies is aangepast voor de subsidies, welke door tussenkomst van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, worden verleend aan TNO.
Enveloppe Veiligheid SA
Eén van de intensiveringen van het Strategisch Akkoord betrof de Enveloppe Veiligheid. Deze gelden zijn onder meer bestemd voor de verbetering van de samenwerking van politie met douane en marechaussee.
TaakstellingHoofdlijnenakkoord/Doorwerking Hoofdlijnenakkoord De in het Hoofdlijnenakkoord neergelegde maatregelen zijn, met een doorwerking naar de begroting 2003, verwerkt in de budgetten van de defensieonderdelen als onderdeel van de totale budgettaire problematiek. De gelden uit de Enveloppe Veiligheid ten behoeve van de «Verbetering inzetbaarheid vredesoperaties» zijn reeds toegevoegd aan de Defensiebegroting en toegekend aan de daarvoor in aanmerking komende defensieonderdelen.
Ramingsbijstelling Verkoopopbrengsten
Als gevolg van de maatregelen die zijn genomen ter oplossing van de taakstellingen die zijn neergelegd in zowel het Strategisch als het Hoofdlijnenakkoord, zal een grote hoeveelheid strategisch en niet-strategisch defensiematerieel overtollig worden. Het defensiebudget is met de verwachte opbrengsten bijgesteld.
Intertemporele compensatie
Aangezien nu reeds voorzienbaar is dat gelden bestemd voor EVDB en de Koninklijke luchtmacht niet meer tot besteding worden gebracht in 2003 doch in latere jaren, is overeengekomen om nu reeds een herfasering in de tijd van deze budgetten aan te brengen.
Overheveling KWNAA naar BZK
In de Rijksministerraad is overeengekomen dat de uitgaven voor de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba, voor zover niet betrekking hebbend op de inzet van defensiemiddelen, niet langer door Defensie zullen worden geraamd en verantwoord, doch door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Technische mutaties
De belangrijkste technische mutaties betreffen de uitdeling van de loonbijstelling 2003, de uitdeling van de prijsbijstelling, de toevoeging, conform de systematiek van de eindejaarsmarge, van de niet in 2002 tot aanwending gekomen gelden (waaronder een deel van het EVDB-budget) en de verhoging van het uitgavenbudget als gevolg van hogere ontvangsten dan voorzien. De uitdeling van de prijsbijstelling is in het overzicht opgenomen alsof deze voor de volle 100% door het ministerie van Financiën is uitgekeerd. Het niet-uitgekeerde deel (60%) is opgenomen onder de «Taakstellingen Hoofdlijnenakkoord». Daarnaast heeft een bijstelling plaatsgevonden van de niet-relevante ramingen in verband met de kapitaaldekking prepensioenen.
2.2. De beleidsartikelen
Inleiding tot de beleidsartikelen
De hoofdtaken van Defensie
De basis van de hoofdtaken van Defensie is vastgelegd in artikel 97, lid 1 van de Grondwet: «Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht». Voor de krijgsmacht gelden drie hoofdtaken, te weten:
-
1.de bescherming van de integriteit van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba;
-
2.de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit;
-
3.ondersteuning van de civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.
De drie hoofdtaken van de krijgsmacht worden gerealiseerd met behulp van de vier krijgsmachtdelen. Al naar gelang de aard en wijze van optreden zijn per krijgsmachtdeel nader geoperationaliseerde doelstellingen bepaald en in het betreffende beleidsartikel opgenomen en toegelicht.
Eerste doel van het defensiebeleid is het verzekeren van de eigen en bondgenootschappelijke territoriale integriteit. Aan deze algemene beleidsdoelstelling wordt invulling gegeven door het gereedstellen en instandhouden van operationele eenheden van de krijgsmacht. Voor de algemene verdediging kunnen alle middelen van de krijgsmacht worden ingezet. Omdat Nederland vrijwel altijd met andere landen, in de eerste plaats de Navo-partners, zal optreden is interoperabiliteit en flexibiliteit van de strijdkrachten vereist. Door spanningen en destabiliserende ontwikkelingen aan de rand van het Navo-verdragsgebied of door terrorisme kunnen eigen en bondgenootschappelijke belangen worden aangetast. Hierdoor kunnen verplichtingen op grond van artikel 5 van het Navo-verdrag ontstaan. Zowel het inzetgereed krijgen en houden van operationele eenheden als het gezamenlijk kunnen optreden («joint») van krijgsmachtdelen is in een dergelijk geval van cruciaal belang.
Met de inzet van militaire middelen levert Defensie een bijdrage aan een actief veiligheidsbeleid, dat zich niet beperkt tot de zorg voor de veiligheid van het eigen land en die van de bondgenoten, maar zich ook uitstrekt tot breed opgezette conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Ook in 2004 zal Nederland, teneinde de internationale rechtsorde te handhaven en te bevorderen, met militaire middelen bijdragen aan internationale crisisbeheersingsoperaties. Naast de al langer lopende operaties op de Balkan, worden Nederlandse militairen tevens ingezet in Afghanistan en Irak. De verwachting is dat in 2004 in ieder geval (een deel van) de operaties zal worden voortgezet. Het belang van crisisbeheersing voor de krijgsmacht is na 11 september 2001 geenszins afgenomen. De teloorgang van staatsstructuren en samenlevingen elders in de wereld, hoe ver weg ook, kan immers gevolgen hebben voor onze eigen veiligheid. Ook het lenigen van humanitaire nood en het voorkomen van vluchtelingenstromen is een belangrijk motief om deel te nemen aan crisisbeheersingsoperaties.
Defensie wil voorts door middel van internationale samenwerking bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Nederlandse veiligheids- en defensiebeleid. Het belang van internationale samenwerking is verder toegenomen in het licht van de in EU- en Navo-verband voorgenomen versterking van de Europese crisis-beheersingscapaciteiten. Deze versterking – één van de speerpunten uit de beleidsagenda – is nodig om de effectiviteit en de doelmatigheid van de Europese defensie-inspanningen te vergroten, zowel binnen de Navo als bij de realisatie van de Helsinki Headline Goal van de Europese Unie. De Navo is de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Het Navo-lidmaatschap vergroot de mogelijkheden tot handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde en veiligheid. Door bij te dragen aan de financiering van de Navo-programma’s en budgetten draagt Nederland bij aan de instandhouding van de geïntegreerde militaire structuur van het bondgenootschap.
Door de plaatsing van attachés op een aantal geselecteerde ambassades in het buitenland en vlag- en opperofficieren en overig militair en burgerpersoneel bij internationale staven draagt Nederland bij aan het veiligheidsbeleid in het algemeen en aan de bestaande veiligheidsstructuren in het bijzonder. Overige internationale samenwerking neemt voornamelijk de vorm aan van het bijstaan van Midden- en Oost-Europese (MOE) landen op het gebied van opleiding en training, financiële en materiële ondersteuning. Doel hiervan is de toetreding van deze staten tot de Navo mede te faciliteren.
Naast de taken die de krijgsmacht uitvoert in het kader van de internationale veiligheid, worden militairen en in voorkomend geval ook militair materieel – op verzoek en onder gezag van civiele autoriteiten – ingezet om bij te dragen aan de handhaving van de nationale rechtsorde en veiligheid en steunverlening in het kader van het algemeen belang.
Behalve aan het voldoen aan mogelijke verzoeken van deze aard door de civiele autoriteiten zal in 2004 ook de nodige aandacht worden gegeven aan de beoefening van procedures die militaire en civiele autoriteiten en organisaties tijdens crisis dienen te hanteren.
De aanslagen van 11 september 2001 en de daarop volgende gebeurtenissen hebben het belang van deze derde hoofddoelstelling van de krijgsmacht – de ondersteuning van civiele autoriteiten – onderstreept. Defensie werkt, mede op grond van bestaande regelingen in het kader van de militaire bijstand en steunverlening, nauw samen met andere overheidsdiensten in Nederland. De krijgsmacht fungeert op die manier met de haar ter beschikking staande middelen als «vangnet» voor civiele autoriteiten.
Beleidsartikel 01 Koninklijke marine
Algemene beleidsdoelstelling
De Koninklijke marine levert met de realisatie van een adequaat maritiemmilitair vermogen en door de gereedstelling van de voor hun taak berekende eenheden een bijdrage aan de hoofddoelstellingen van de krijgsmacht.
De Koninklijke marine levert eenheden die met eenheden van andere krijgsmachtdelen (joint) en/of krijgsmachten van andere staten (combined) inpasbaar zijn in grotere internationale verbanden. De maritieme inspanning richt zich primair op de (vrije) zee als uitvalsbasis voor operaties op en boven het land, of op de ondersteuning daarvan. Vanuit zee worden doelen bestreden en eenheden aan land gezet. De benodigde maritieme capaciteiten worden daartoe in taakgroepverband bijeen gebracht. De zee biedt veelal de mogelijkheid om nabij het operatieterrein te komen, zonder het grondgebied van andere landen te betreden. Zodoende zijn deze eenheden geschikt om bij te dragen aan het voorkomen van een conflict of om op te treden in geval van een crisis. Als de preventie van een conflict faalt, zijn zeestrijdkrachten in staat direct (door de inzet van scheepswapens of mariniers) of indirect (door het opleggen van een embargo) de situatie op het land te beïnvloeden. In geval van een grootschaliger, landgebonden operatie leveren zeestrijdkrachten cruciale ondersteuning en bescherming. De zee is vaak ook de voornaamste aanvoerroute van materieel en voorraden. De maritieme inspanning richt zich ook op de bescherming van het zeeverkeer. Niet meer langdurig in de vorm van konvooibegeleiding, maar geconcentreerd op zeestraten en zeehavens, die kwetsbaar zijn voor terrorisme, en op de bescherming van de zeeroutes nabij conflictgebieden. Ten slotte richt de maritieme inspanning zich ook op politionele en justitiële taken (kustwachttaken) en taken lager in het geweldsspectrum, zoals blokkade en embargo, zowel in kustwateren, als op volle zee.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
De geoperationaliseerde doelstellingen van de Koninklijke marine worden weergegeven in de onderstaande doelstellingenmatrix. Hierin is aangegeven hoeveel eenheden (kwantiteit) binnen welke termijn (reactietijd) beschikbaar dienen te zijn voor inzet ten behoeve van de drie hoofddoelstellingen van Defensie. Uitgangspunt daarbij is dat de eenheden binnen de aangeven gereedheidstermijn voor het gehele geweldsspectrum inzetbaar zijn (kwaliteit).
De indeling van de gereedheidstermijnen sluiten aan bij de Navo-indeling in High Readiness Forces (HRF) en Forces of Lower Readiness (FLR).
Type eenheid (Groep):
Eenheden:
Inzetbaar HRF:
Inzetbaar FLR:
Direct Op korte Op lange termijn: termijn:
Eskaderschepen
Onderzeedienst
Mijnendienst
Helikoptergroep MPA-groep
Fregatten*) 12
Bevoorradingsschepen 2
Amfibische schepen (LPD) 1
Onderzeeboten 4
Ondersteuningsvaartuigen 1
Mijnenbestrijdingsvaartuigen 10
Hydrografische vaartuigen 2
Maritieme helikopters 20
Maritieme patrouillevliegtuigen 10 (MPA’s)
3 |
6 2 1 |
2+1 |
1 |
2 1 |
1 |
2 |
6 2 |
2 |
7 |
9 |
4 10 |
Marinierseenheden:
Mariniersbataljons Ondersteunende mariniersbataljons **)
Pelotons bijzondere bijstandseenheid
2 1
33
33
Caribische eenheden:
Fregatten |
1 |
Maritieme helikopters |
1 |
Ondersteuningsvaartuigen |
1 |
Marinierspelotons met gevechts- |
6 |
steun |
|
Pelotons Antilliaanse militie |
2 |
Pelotons Arubaanse militie |
1 |
In de doelstellingenmatrix zijn de maatregelen Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord verwerkt.
*) Het additionele fregat in de kolom FLR/LTBF betreft een LCF in proeftochtstatus.
**) Betreffen het Gevechtssteun-, het Amfibisch Ondersteunings- en het Logistieke Bataljon.
Budgettaire gevolgen van beleid
De financiële middelen die de Koninklijke marine ter beschikking staan voor de realisatie van de nader geoperationaliseerde doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.
Totaal
Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 01 Koninklijke marine (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
1287 144 1029 326 868 814 787 748
782 063 815 152
789 717
Uitgaven Programma-uitgaven
Commandant der ZeemachtinNederland 336 969 338 692 317 617 289 461 270 381 258 178 258 130
Commandant der Zeemacht in het
Caribisch Gebied 71428 68333 68605 67965 67596 67236 67157
Commandant van het Korps mariniers 116 220 122 154 112 500 112 427 110 855 107 000 106 012
Subsidiesenbijdragen 149 126 114 105 105 100 100
Investeringen 380 308 384 847 328 225 323 367 323 211 365 191 372 763
Totaal Programma-uitgaven |
905 074 |
914 152 |
827 061 |
793 325 |
772 148 |
797 705 |
804 162 |
Apparaatsuitgaven Admiraliteit Wachtgelden en inactiviteitswedden |
220 492 17 081 |
227 838 15 054 |
218 892 14 854 |
208 537 13 819 |
188 729 12 406 |
192 666 10 722 |
178 815 9 615 |
Totaal Apparaatsuitgaven |
237 573 |
242 892 |
233 746 |
222 356 |
201 135 |
203 388 |
188 430 |
Totaal uitgaven |
1 142 647 |
1 157 044 |
1 060 807 |
1 015 681 |
973 283 |
1 001 093 |
992 592 |
Ontvangsten |
57 078 |
112 920 |
56 064 |
47 463 |
47 551 |
48 551 |
50 593 |
Uitgavenverdeling naar operationele doelstelling
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden de uitgaven van de Koninklijke marine die samenhangen met de realisatie van de operationele doelstellingen gepresenteerd. Bij deze presentatie is de organisatorische indeling van de Koninklijke marine gehanteerd. In de onderstaande tabel zijn de programma-uitgaven, exclusief investeringen en subsidies, extra-comptabel toegerekend aan de operationele doelstellingen uit de doelstellingenmatrix. In bijlage 6 is een totaal overzicht opgenomen voor de gehele defensiebegroting inclusief een technische toelichting.
De toe te rekenen uitgaven betreffen de uitgaven aan de operationele doelstelling uit dit beleidsartikel en de uitgaven door ondersteunende eenheden uit het niet-beleidsartikel 60 «Ondersteuning krijgsmacht». Bij de ondersteunende eenheden zijn de direct aan producten/diensten te relateren uitgaven aan de hand van de gerealiseerde output toegerekend aan de afnemer. De niet toerekenbare uitgaven zijn op basis van de financiële omvang van de direct toerekenbare uitgaven of van de personele omvang toegerekend.
Extra comptabele verdeling |
Operatio- |
Admiraliteit |
OKM, MOC |
MB, CAMS |
Dico- |
Totaal |
uitgaven voor 2004 in |
nele com- |
en KIM |
eenheden |
|||
€ 1 000 |
mandanten |
|||||
Koninklijke marine |
(artikel 01) |
(artikel 01) |
(artikel 60) |
(artikel 60) |
(artikel 60) |
|
Toe te rekenen uitgaven |
||||||
Eskaderschepen |
139 085 |
23 789 |
16 286 |
71 621 |
4 745 |
255 526 |
Onderzeedienst |
16 472 |
2 548 |
3 641 |
22 527 |
750 |
45 939 |
Mijnendienst |
35 582 |
3 075 |
4 745 |
33 984 |
1 498 |
78 884 |
Helikoptergroep |
60 427 |
2 053 |
4 410 |
721 |
999 |
68 611 |
Maritieme patrouillegroep |
66 050 |
2 540 |
4 797 |
2 164 |
1 749 |
77 300 |
Marinierseenheden |
112 500 |
9 012 |
7 637 |
5 217 |
4 496 |
138 861 |
Caribische eenheden |
68 605 |
931 |
1 580 |
754 |
999 |
72 868 |
Totaal toe te rekenen |
498 722 |
43 949 |
43 096 |
136 987 |
15 236 |
737 990 |
Nog niet toe te rekenen uitgaven |
3 735 |
4 099 |
62 897 |
9 740 |
80 470 |
|
Niet toe te rekenen uitgaven |
||||||
Investeringen |
328 225 |
328 225 |
||||
Keuring/werving/Init. opleidingen |
5 868 |
43 515 |
4 234 |
53 618 |
||
Wachtgelden/inacitiv. wedden |
14 854 |
14 854 |
||||
Subsidies |
114 |
114 |
||||
Apparaat |
165 341 |
165 341 |
||||
Totaal |
498 722 |
562 085 |
90 710 |
199 884 |
29 210 |
1 380 612 |
Activiteiten
De activiteiten van de Koninklijke marine worden onderverdeeld in operationele, ondersteunende en bestuurlijke activiteiten, welke zijn ondergebracht bij de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden. De Commandant der Zeemacht in Nederland (CZMNED), de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB) en de Commandant van het Korps mariniers (CKMARNS) zijn verantwoordelijk voor de operationele activiteiten. Het Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen (CAMS), het Marinebedrijf (MB), het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) en de Opleidingen Koninklijke marine (OKM) alsmede het Mariniersopleidingscentrum (MOC) geven inhoud aan de ondersteunende activiteiten. De ondersteunende eenheden zijn opgenomen in niet-beleidsartikel 60. De bestuurlijke activiteiten worden door de Admiraliteit gecoördineerd en ondersteund. Dit leidt tot de volgende organisatiestructuur:
Bevelhebber der Zeestrijdkrachten
Admiraliteit
Commandant der Zeemacht in Nederland
Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied
Commandant
van het
Korps mariniers
Materieel logistiek:
MB
CAMS
Opleidingen: OKM KIM MOC
De drie hoofdactiviteiten bij de operationele RVE’n zijn: het gereedstellen, het inzetbaar houden en het inzetten, anders dan door de CDS, van de operationele eenheden van de vloot, waaronder de vliegende eenheden, en de eenheden van het Korps mariniers. Deze activiteiten omvatten onder andere een veelheid van Navo-, Partnerschap voor de Vrede-, multinationale en nationale oefeningen, de uitvoering van kustwachttaken alsmede de opwerkactiviteiten zowel op het niveau van de individuele eenheid als in nationaal verband.
Commandant der Zeemacht in Nederland (CZMNED)
De CZMNED is verantwoordelijk voor het gereedstellen, inzetbaar houden en inzetten van de operationele eenheden van de vloot, met uitzondering van de eenheden die vallen onder de CZMCARIB, de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten (BDZ) of de chef Defensiestaf. Tevens vervult hij de functie van Admiraal BENELUX (ABNL). Daartoe beschikt hij over een geïntegreerde Belgisch-Nederlandse operationele staf en een taakorga-nisatie. De taakorganisatie realiseert de operationele inzet van de Belgische en Nederlandse eenheden. De CZMNED heeft tevens de operationele leiding over de Kustwacht Nederland (KWNED). Het kustwachtcentrum bevindt zich dan ook op dezelfde plaats als het Marine Hoofdkwartier (zie ook beleidsartikel 10 Civiele taken).
Onder CZMNED vallen de groepen Eskaderschepen, de Onderzeedienst, de Mijnendienst, de Maritieme Helikopters en de Maritieme Patrouillevliegtuigen.
De operationele activiteiten van de maritieme patrouillevliegtuigen worden zo snel mogelijk beëindigd. De tien P-3C Orions worden vanaf
2004 verkoopgereed gemaakt. Het marinevliegkamp Valkenburg wordt begin 2004 gesloten; er zal uitsluitend nog sprake zijn van vliegbewegingen die verband houden met het verkoopgereed maken van de vliegtuigen.Twee van de in totaal acht M-fregatten beëindigen in 2004 hun operationele activiteiten en worden uit dienst gesteld. Overeenkomstig de Najaarsbrief zullen de L-fregatten hun operationele activiteiten in 2004 en
2005 beëindigen. Twee Alkmaar-klasse mijnenbestrijdingsvaartuigen hebben hun operationele activiteiten inmiddels beëindigd.
Door het afstoten van de P-3C Orions vervallen de middelen die Defensie tot dusver ter beschikking kon stellen voor de uitvoering van luchtverken-ning boven zee ten behoeve van de KWNED. De uitvoering van deze luchtverkenningstaken blijft onverminderd van belang. Daarom wordt in interdepartementaal verband onderzocht hoe tijdig in geschikte alternatieven kan worden voorzien.
Voor het uitvoeren van de taken zijn de onderstaande vaardagen en vlieguren geraamd.
Prestatiegegevens CZMNED
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke Raming 2004* uitkomst 2003
Fregatten/bevoorradingsschepen/amfibisch schip (LPD)
Standing Naval Forces Atlantic and Mediterranean
UK/NL Amphibious Force and NAVO Striking Fleet
Atlantic
Nationale en internationale oefeningen en overige
activiteiten
Onderzeeboten
Nationale en internationale oefeningen en overige activiteiten
Mijnenbestrijdingsvaartuigen
Mine Counter Measure Forces North and South Nationale en internationale oefeningen en overige activiteiten
Hydrografische vaartuigen
Hydrografische opnemingen
Maritieme helikopters
Standing Naval Forces Atlantic and Mediterranean Nationale en internationale oefeningen en overige activiteiten
Maritieme patrouillevliegtuigen
Inzet maritiem patrouillevliegtuig vanaf Kevlavik Nationale en internationale oefeningen en overige activiteiten Instandhoudingsvluchten
Vaardagen
694
1 191
1 111
Vaardagen |
170 |
380 |
400 |
Vaardagen |
47 |
148 |
170 |
Vaardagen |
477 |
663 |
541 |
Vaardagen |
270 |
387 |
430 |
Vaardagen |
270 |
387 |
430 |
Vaardagen |
730 |
460 |
460 |
Vaardagen |
225 |
222 |
230 |
Vaardagen |
505 |
238 |
230 |
Vaardagen |
324 |
330 |
330 |
Vaardagen |
324 |
330 |
330 |
Vlieguren |
2 580 |
3 745 |
3 745 |
Vlieguren |
- |
- |
500 |
Vlieguren |
2 580 |
3 745 |
3 245 |
Vlieguren |
1 557 |
1 950 |
450 |
Vlieguren |
77 |
125 |
- |
Vlieguren |
1 480 |
1 825 |
- |
Vlieguren
450
-
*De reductiemaatregelen uit het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord zijn verwerkt in de raming 2004 (geldt met name voor vlieguren Marinepatrouillevliegtuigen en nationale en internationale oefeningen.
Bovenstaande realisaties en ramingen zijn exclusief de vaardagen en vlieguren voor KWNED (zie hiervoor het beleidsartikel 10 Civiele taken) en eventuele inzet voor crisisbeheersingsoperaties, zoals Enduring Freedom (zie hiervoor het beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties).
Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB)
De CZMCARIB is verantwoordelijk voor het inzetten van de Caribische eenheden en het inzetbaar houden in zijn bevelsgebied. Vanwege de specifieke geografische kenmerken van het Carabisch gebied betreft het eenheden van de Koninklijke marine. De autoriteit waaronder de eenheden organiek vallen, blijft logistiek verantwoordelijk. De CZMCARIB vervult de nevenfunctie van Commandant Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (KWNA&A, zie voor deze kustwachttaak het beleidsartikel 10 Civiele taken). In de Amerikaanse organisatie voor de bestrijding van drugs, de Joint Interagency Task Force South(JIATF-SOUTH) vervult CZMCARIB de functie van Commander TaskGroup4.4 (CTG 4.4). CZMCARIB is tevens belast met het oproepen, keuren, selecteren en plaatsen van de Antilliaanse en Arubaanse militie.
De Caribische eenheden bestaan uit vloot- en marinierseenheden, eenheden van de Antilliaanse en Arubaanse militie, het hoofdkwartier, drie kazernes en ondersteunende eenheden. Het hoofdkwartier en het kustwachtcentrum zijn samengevoegd.
Door het afstoten van de P-3C Orions vervallen de middelen die Defensie tot dusver ter beschikking kon stellen voor de uitvoering van luchtverken-ning boven zee ten behoeve van de KWNA&A. De uitvoering van deze luchtverkenningstaken blijft onverminderd van belang. Daarom wordt in interdepartementaal en intergouvernementeel verband onderzocht hoe tijdig in geschikte alternatieven kan worden voorzien.
Voor de activiteiten van CZMCARIB zijn de volgende vaardagen, vlieguren en mensoefendagen geraamd.
Prestatiegegevens CZMCARIB
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003
Raming 2004*
Fregatten
Presentie, surveillance en interdictie in
bevelsgebied
Operationele gereedheid op peil houden
Bestrijding illegale handel verdovende middelen
Maritieme helikopters
Presentie, surveillance en interdictie in
bevelsgebied
Operationele gereedheid op peil houden
Bestrijding illegale handel verdovende middelen
Maritieme patrouillevliegtuigen
Presentie, surveillance en interdictie in
bevelsgebied
Operationele gereedheid op peil houden
Ondersteuningsvaartuig
Presentie, surveillance en interdictie in
bevelsgebied
Operationele gereedheid op peil houden
Marinierspelotons met gevechtssteun
Presentie, surveillance en interdictie in
bevelsgebied
Operationele gereedheid op peil houden
Pelotons Antilliaanse en Arubaanse militie
Presentie, surveillance en interdictie in
bevelsgebied
Operationele gereedheid op peil houden
Vaardagen |
53 |
33 |
72 |
Vaardagen |
43 |
31 |
59 |
Vaardagen |
7 |
2 |
9 |
Vaardagen |
3 |
- |
4 |
Vlieguren |
102 |
135 |
135 |
Vlieguren |
83 |
130 |
106 |
Vlieguren |
13 |
5 |
20 |
Vlieguren |
6 |
- |
9 |
Vlieguren |
102 |
100 |
- |
Vlieguren |
88 |
100 |
- |
Vlieguren |
14 |
- |
- |
Vaardagen |
84 |
90 |
90 |
Vaardagen |
69 |
80 |
80 |
Vaardagen |
15 |
10 |
10 |
Mensoefendagen |
12 547 |
14 500 |
14 500 |
Mensoefendagen |
825 |
- |
800 |
Mensoefendagen |
11 722 |
14 500 |
13 700 |
Mensoefendagen |
1 377 |
800 |
800 |
Mensoefendagen |
214 |
25 |
200 |
Mensoefendagen
1 163
775
600
-
*De reductiemaatregelen uit het Strategisch Akkoord en Hoofdlijnenakkoord zijn verwerkt in de raming 2004 (geldt met name voor vlieguren).
De bovenstaande ramingen zijn exclusief de dagen en uren die beschikbaar zijn voor de uitvoering van civiele taken voor de KWNA&A (zie beleidsartikel 10 Civiele taken) en eventuele inzet voor crisisbeheersingsoperaties (zie hiervoor het beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties).
Commandant van het Korps mariniers (CKMARNS)
CKMARNS is verantwoordelijk voor het gereedstellen en inzetbaar houden van de marinierseenheden.
CKMARNS bestaat uit het hoofdkwartier, de Groep Operationele
Eenheden van de Mariniers (GOEM), de kazernes in Doorn, Rotterdam en
Texel alsmede de Marinierskapel der Koninklijke marine.
Het derde mariniersbataljon zal niet langer volledig paraat worden
gesteld.
In de volgende tabel is de relatie opgenomen tussen de belangrijkste activiteiten van CKMARNS en de beschikbare mensoefendagen.
Prestatiegegevens CKMARNS |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Vermoedelijke uitkomst 2003 |
Raming 2004* |
Mariniersbataljons en Ondersteunende |
Mensoefendagen |
139 523 |
123 042 |
118 000 |
MARNSBAT |
||||
Gereedstelling 1MARNSBAT/2MARNSBAT *) |
Mensoefendagen |
119 511 |
109 018 |
103 976 |
Beschikbaar houden nood- |
Mensoefendagen |
16 |
24 |
24 |
hulpverkenningseenheid |
||||
Opleidingen |
Mensoefendagen |
19 996 |
14 000 |
14 000 |
Bijzondere Bijstandseenheid Mariniers (BBE) |
Mensoefendagen |
6 228 |
9 000 |
9 000 |
Gereedstelling |
Mensoefendagen |
6 228 |
9 000 |
9 000 |
-
*1 bataljon op 10 dagen notice to move en 1 bataljon op 20 dagen notice to move.
** De reductiemaatregelen uit het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord zijn verwerkt in de raming 2004 (niet volledig paraat stellen derde mariniersbataljon).
Bovenstaande ramingen zijn exclusief de eventuele inzet voor crisisbeheersingsoperaties (zie hiervoor het beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties).
Admiraliteit
De Admiraliteit draagt zorg voor de coördinatie en ondersteuning van de bestuurlijke activiteiten en bestaat uit een beleidsstaf en diverse uitvoerende diensten. De beleidsstaf ondersteunt de bevelhebber en draagt zorg voor het uitwerken van het beleid en het opstellen van plandocumenten. De grotere uitvoerende diensten betreffen:
+ de ARBO-dienst;
+ de Audiovisuele Dienst;
+ het Centrum voor Operationele Data-analyse;
+ de Dienst Bedrijfsgezondheidszorg;
+ de Dienst der Hydrografie;
+ de Dienst Maritieme Historie, inclusief de marinemusea;
+ de Publicatievoorziening en Reproductie;
+ de Sociaal Medische Dienst;
+ het Verbindingscentrum Den Haag.
Daarnaast valt onder de Admiraliteit ook het personeel dat is geplaatst in het buitenland (zoals bij de Navo, de Europese Unie, de Verenigde Naties en de OVSE), bij het Koninklijk Huis en personeel dat revalidatie ondergaat bij de Sociaal Medische Dienst.
Investeringen
In de onderstaande paragraaf wordt nader ingegaan op investeringsprojecten. Hierbij is de informatie welke tot voor kort in het Materieelprojectenoverzicht werd opgenomen, samengevoegd met de financiële
informatie uit de artikelsgewijze toelichting. De projecten die hier nader worden toegelicht zijn de DMP-projecten die in realisatie zijn en de DMP-projecten waarover in het begrotingsjaar een behoeftestellingsbrief naar het Parlement zal worden gezonden.
Het beleid is gericht op verbetering van het bestaande materieel, opheffing van tekortkomingen en vervanging van verouderd materieel door modern hoogwaardig materieel.
Project Fregatten van de Zeven Provinciën-klasse
Doelstelling
Instandhouding van capaciteiten op het vlak van maritieme commandovoering, maritieme oorlogsvoering en luchtverdediging voor de lange afstand door het in gebruik nemen van vier Luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF).
Projectomvang
€ 1 607,7 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Bouwen Bouw, proeftochten 1eLCF
proeftocht integratie hard- en software operationeel
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
166 257
62 544 141 571
42 697 79 595
70 112
32 000
20 833
29 300
LCF-1 (Hr. Ms. De Zeven Provinciën) is op 26 april 2002 in dienst gesteld en zal in 2005 operationeel zijn. LCF-2 (Hr. Ms. Tromp) is op 14 maart 2003 in dienst gesteld. LCF-3 bevindt zich in de afbouwfase en zal begin 2004 in dienst worden gesteld. LCF-4 is in aanbouw en is op 19 april 2003 gedoopt. In 2004 wordt vervolgd met de hardware/software integratie en proefnemingen aan boord. De uitvoering van het project verloopt volgens plan. Er wordt samengewerkt met Duitsland en Canada. Over de verwervingsvoorbereiding van het deelproject Sirius, een infrarood zoeken volgsysteem, wordt de Kamer eind 2004 met een D-brief geïnformeerd.
Project Aanpassing Mijnenbestrijdingscapaciteit (PAM)
Doelstelling
Instandhouding van de mijnenbestrijdingscapaciteit door modernisering van de jaagcomponent (sonar/C2-deel).
Projectomvang
€ 185,8 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Uitvoering Uitvoering 1e Uitvoering Uitvoering Uitvoering Uitvoering gereed 10e gereed
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
26 274
10 881 21 742
25 561 24 685
27 183
27 358
20 252
19 941
Het betreft de modernisering van tien Alkmaar-klasse mijnenjagers. De uitvoering is begonnen. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met België. De veegcomponent is ten gevolge van een financiële prioriteitstelling voor onbepaalde tijd uitgesteld. De projectomvang is daarom neerwaarts bijgesteld. Onderzocht zal worden hoe de behoefte aan veegcapaciteit door intensievere internationale samenwerking kan worden ingevuld.
Project Hydrografische Opnemingsvaartuigen (HOV)
Doelstelling
Instandhouding van een militair hydrografische capaciteit door vervanging van de twee verouderde Noordzee-opnemers door twee opnemingsvaartuigen en de afstoting van Hr. Ms. Tydeman.
Projectomvang
€ 54,5 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Bouw HOV-1 in de HOV-2 in de vaart vaart
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
14 781
4 400 32 574
1 700 6 806
De militaire hydrografische capaciteit betreft de ondersteuning van militaire operaties en de uitvoering van de (civiele) hydrografische taak op het Nederlands deel van het continentaal plat en in de wateren rond de Nederlandse Antillen en Aruba. Het project loopt volgens plan.
Project Tweede Landing Platform Dock (LPD-2)
Doelstelling
Zeker stellen van het voortzettingsvermogen van het huidige LPD (Hr.Ms. Rotterdam) alsmede de uitbreiding van de amfibische liftcapaciteit en strategische zeetransportcapaciteit door de verwerving van een tweede amfibisch transportschip. In het kader van EVDB wordt het schip voorzien van commandofaciliteiten.
€ 220,1 miljoen exclusief € 36,9 miljoen voor commandofaciliteiten ten laste van beleidsartikel 11 «Internationale samenwerking».
Projectomvang
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Bouw
Bouw
Bouw
Proeftocht Operationeel
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
4 389
38 400 41 058
6 200 55 948
53 961
50 109
9 863
1 000
Het contract met de Koninklijke Schelde Groep (KSG) is op 3 mei 2002 getekend. De kiel van het schip is gelegd op 18 juni 2003. Overdracht aan de Koninklijke marine vindt plaats in 2006. LPD-2 is in 2007 operationeel.
Project NH-90
Doelstelling
Instandhouding van de algemene maritiem-militaire capaciteiten alsmede capaciteiten op het vlak van tactisch (maritiem) luchttransport en opsporing en redding door de vervanging van de Lynxhelikopter door 20 NH-90 helikopters.
Projectomvang
€ 883,2 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Deelname multinationale Aflevering 1e OPEVAL NH90
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
13 787
68 810 15 037
23 499
24 198
47 876
76 796
121 608
131 672
De Koninklijke marine zal vanaf 2005 deelnemen aan de internationale operationele evaluatie (OPEVAL) door de levering van schepen voor de uitvoering van de evaluatie en het wetenschappelijk onderzoek. De eerste NH-90 helikopter wordt in 2007 aan de Koninklijke marine geleverd. Naar verwachting zullen alle twintig NH-90 helikopters in 2012 zijn afgeleverd. Het project NH-90 is een multinationaal project waaraan inmiddels acht landen deelnemen. De uiteindelijke verhouding tussen «full mission capable» en transporthelikopters is onderwerp van een krijgsmachtbrede studie onder leiding van de chef Defensiestaf naar de «integrale militaire helikoptercapaciteit».
Project CUP-Orion
Doelstelling
Instandhouding van de algemene maritiem-militaire capaciteiten alsmede capaciteiten op het gebied van surveillance boven land en opsporing en redding door de modernisering van tien Orions naar eenzelfde, op oppervlakte surveillance gerichte basisconfiguratie en de multifunctionele uitrusting van zeven van de tien Orions.
Projectomvang |
€ 208,6 miljoen |
||||
Realisatie Verwachting 2002 2003 |
Begroting 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
In uitvoering In uitvoering, 1e gereed |
In uitvoering In uitvoering |
Laatste gereed |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
9 419
14 639 27 484
1 647 39 022
47 031
38 221
23 652
3 376
Gezien de verplichtingenstand van het project en met het oog op de verkoopbaarheid van de vliegtuigen is, ondanks de geplande afstoting van de P-3C Orion patrouillevliegtuigen, gekozen het project CUP-Orion ongewijzigd te voltooien. Het testprogramma van het eerste vliegtuig was begin 2002 gereed. In het tweede kwartaal van 2002 is met betrekking tot de overige vliegtuigen begonnen aan de modernisering. Het eerste vliegtuig is zomer 2003 gereed gekomen. Hierna begint de testfase
waarna het vliegtuig in 2004 wordt overgedragen aan de Koninklijke marine, dan wel de koper(s) van deze vliegtuigen. In het project wordt samengewerkt met de Verenigde Staten.
Vervanging Verbindingsapparatuur Mariniers (NIMCIS) (eerste fase)
Doelstelling
Verbetering van capaciteiten voor informatie-uitwisseling van de operationele marinierseenheden door de vervanging van radioapparatuur door een Nieuwe Generatie Mariniers Communicatie en Informatie Systeem (NIMCIS).
Projectomvang
€ 73,9 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
A-brief
B/C/D-brief
Eerste
aflevering
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
10 000 10 000
26 000
26 000
8 300
3 600
De eerste fase van dit project omvat de introductie van beveiligde communicatiemiddelen voor spraak en data in de VHF-, UHF- en HF-frequentiebanden en een kleine hoeveelheid informatieverwerkende systemen voor «situational awareness» (digitale kaarten en geautomatiseerde positiebepaling). Het project houdt rekening met de interoperabiliteit met eenheden van de Koninklijke landmacht en bondgenoten, met nadruk op de UK/NL Amphibious Force. In verband met de zorgelijke status van de bestaande radioapparatuur is het project vervroegd ten opzichte van de begroting 2003. Doordat wordt afgezien van het volledig paraatstellen van het derde mariniersbataljon, is de omvang van het project met € 12,2 miljoen verminderd van € 86,1 miljoen naar € 73,9 miljoen. De A-brief is in april 2002 aan de Kamer aangeboden. Naar verwachting zal de gecombineerde B/C/D-brief medio 2004 aan de Kamer worden aangeboden. Naar verwachting zullen in 2004 de eerste systemen in gebruik worden genomen. Fase 2 zal in 2008 aanvangen. Deze fase is opgenomen in de enveloppe «Verbetering inzetbaarheid vredesoperaties» in het Hoofdlijnenakkoord.
Project Satellietcommunicatie voor militair gebruik (MILSATCOM)
Doelstelling
De verbetering van command and controlen informatieverwerking door introductie van lange-afstand verbindingsapparatuur op basis van satellietcommunicatie.
Projectomvang
€ 255,0 miljoen. Hiervan is € 218,7 miljoen ondergebracht in de begroting van de KM
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
21 403
7 653 20 227
7 758 37 261
11 273
11 631
17 118
13 219
Dit interservice project waarvoor de Koninklijke marine de «Single Service Manager» (SSM) en «Single Service Procurer» (SSP) is, bestaat uit twee delen. Het korte-termijn deel omvat een anker- of grondstation en bijbehorende mobiele tactische terminals voor de Koninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht. Het contract is getekend op 8 mei 2002. Het bouwkundig deel van het grondstation (Lauwersmeer) is opgeleverd. De ingebruikname is voorzien vanaf november 2003 en is naar verwachting gereed in maart 2004. Het lange-termijn deel voorziet in de verwerving van aanvullende grondapparatuur en de verwerving van capaciteit op militaire communicatiesatellieten. Voor de verwerving van capaciteit op Amerikaanse AEHF-satellieten is in november 2002 een MOU met de Verenigde Staten afgesloten. In 2003 wordt de verwerving van capaciteit op SHF-communicatiesatellieten van een Europese bondgenoot voorbereid. De D2-brief hieromtrent zal eind 2003 aan de Kamer worden aangeboden. Het lange-termijn deel omvat tevens de plaatsing van een AEHF-terminal op het grondstation, scheepsterminals en tactische terminals voor de Koninklijke marine, land- en luchtmacht. Na indiening van de Rijksbegroting 2003 is budget aan de begroting van de Koninklijke marine toegevoegd vanuit de andere defensieonderdelen.
Project precisie geleide wapens tegen landdoelen
Doelstelling Beïnvloeding van de situatie op het land vanuit de (vrije) zee door het (dreigen met) bestrijden van
strategische doelen in vooral de beginfase van een conflict. Hiermee wordt zowel een Navo (PCC) als een Europese behoefte (HHG) ingevuld.
Projectomvang € 109,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Activiteiten A-brief
Financiële gevolgen Verplichtingen (x € 1 000)
Uitgaven (x € 1 000) 2000 5 000 13 000
Overwogen wordt de vier luchtverdedigings- en commandofrregatten uit te rusten met kruisvluchtwapens van het type Tomahawk. De behoeftestelling (A-brief) zal mogelijk in 2004 aan de Kamer worden aangeboden.
Project Maritieme Theatre Ballistic Missile Defence (MTBMD)
Doelstelling Voorzien in een Europese capaciteit voor de verdediging van kustgebieden, havens en vloot-
verbanden tegen tactische en ballistische raketten.
Projectomvang € 148,6 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) 1 150
Uitgaven (x € 1 000) 230 690 230
Zowel binnen de Navo als de EU is behoefte aan de verdedigingscapaciteit tegen ballistische raketten. Nederland en Duitsland kunnen hierin voorzien en hebben over de technische mogelijkheden om aan boord van de LC-fregatten een dergelijke capaciteit te plaatsen een «Concept Validation Phase» (CVP) uitgevoerd. Ontwikkelingen in de VS hebben ertoe geleid dat aansluitend op de CVP een vervolgstudie noodzakelijk is met betrekking tot het optimaliseren van de prestaties van de thans door de Verenigde Staten voorziene «TBM-interceptor». Ook wordt hierin de integratie van de interceptor in het Duits-Nederlandse «Anti Air Warfare» systeem onderzocht. Het eerste gedeelte van deze studie wordt naar verwachting eind 2005 afgerond. De uitkomst dient als basis voor eventuele besluitvorming over implementatie aan boord van de LC-fregatten.
Project Upgrade Harpoon missiles (inclusief «Service Life Surveillance programme»)
Doelstelling
Instandhouden en verbeteren van de capaciteit van het Harpoon «anti ship missile» met name gericht op verbetering van de capaciteit tegen relatief kleine doelen in kustwateren.
Projectomvang
€ 28,3 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
A-brief
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
1 000 1 000
1 000
9 000
9 000
6 300
Het project betreft instandhouding en verbetering van de oppervlakte-bestrijdingsraketten voor maximaal tien fregatten (4 LC-fregatten en 6 M-fregatten).
Vervanging van het «all terrain vehicle» BV-206
Doelstelling
Instandhouden van de mobiliteit van de operationele marinierseenheden onder alle klimatologische en terreinomstandigheden.
Projectomvang
€ 53,5 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
A-brief
B/C-brief
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
10 400
9 800
23 100
Dit project beoogt het instandhouden van de mobiliteit van de operationele marinierseenheden onder alle klimatologische en terrein-omstandigheden door vervanging van de BV-206 door een «all terrain vehicle» waarvan een deel gepantserd. Voor dit project is € 53,5 miljoen
gereserveerd in de jaren 2006–2009. Dit project is opgenomen in de enveloppe «Verbetering inzetbaarheid vredesoperaties» in het Hoofdlijnenakkoord.
Overige investeringen
LCF munitie
Doelstelling
Voorzien in nieuwe typen munitie voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF)
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven ( x € 1 000)
29 300 29 000
14 500 25 000
25 000
25 000
40 000
55 000
Tot en met de begroting 2003 was de benodigde munitie voor de Koninklijke marine, inclusief die voor het LCF, opgenomen onder «munitie» in de post «overige investeringen». Het betreft hier de Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM), de Standard Missile 2 (SM2) en de munitie voor het 127 mm kanon. Door de krijgsmachtbrede behoefte aan standaardisatie in de begrotingsopbouw wordt de realisatie van deze behoefte separaat zichtbaar gemaakt.
Niet meer opgenomen DMP projecten
Vervanging Hr. Ms. Zuiderkruis
Hr. Ms. Zuiderkruis zal worden opgevolgd door een schip dat naast de functie van maritiem bevoorradingsschip ook uitrusting en andere voorraden kan vervoeren. Een eerste raming hiervoor wordt voorzien buiten de begrotingsperiode.
Project Marinierskazerne Buitenveld
Besloten is het derde mariniersbataljon niet meer volledig paraat te
stellen. Daarmee is de behoefte aan infrastructuur vervallen.
Subsidies
De Koninklijke marine verleent subsidies aan instanties die activiteiten uitvoeren die het belang van de Zeemacht dienen. Het betreft de Koninklijke marine Jacht Club (€ 40 500), de Marine Watersportvereniging (€ 26 000), de Koninklijke Vereniging Marine Officieren (€ 22 500) en het Zeekadettenkorps (€ 24 000). In totaal wordt in 2004 voor een bedrag van € 0,113 miljoen aan subsidies verleend. Deze vermelding vormt voor de onder dit artikel opgenomen subsidieverleningen de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting van de Koninklijke marine (exclusief de ontvangsten van ondersteunende diensten Koninklijke marine) beslaat in 2004 € 56,1 miljoen. Deze ontvangsten hebben onder andere betrekking op:
+ terug te vorderen BTW (de grootste post);
+ aan personele uitgaven gerelateerde ontvangsten voor onder andere
voeding, huisvesting, onderwijskosten van gezinsleden in het
buitenland en geneeskundige declaraties; + ontvangsten voor werkzaamheden en dienstverlening door het
Marinebedrijf; + terugontvangsten op Foreign Military Sales-programma’s; + verrekeningen met Navo-partners; + verrekening van (mede)gebruik van vliegkamp De Kooy.
Indien de ontvangsten het gevolg zijn van het in rekening brengen van gemaakte kosten voor het verlenen van diensten of goederen aan andere defensieonderdelen of agentschappen, worden additionele uitgaven gehanteerd.
Indien ontvangsten het gevolg zijn van het in rekening brengen van gemaakte kosten voor het verlenen van diensten en goederen aan andere ministeries of derden worden respectievelijk integrale kosten en marktconforme prijzen gehanteerd.
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit wordt in onderstaande tabel en grafiek weergegeven.
Bedragen x € 1 000 |
||||||||||
Omschrijving |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|||||
Totaal geraamde kasuitgaven |
1 060 807 |
1 015 681 |
973 283 |
1 001 093 |
992 592 |
|||||
Waarvan apparaatsuitgaven |
233 746 |
222 356 |
201 135 |
203 388 |
188 430 |
|||||
Dus programma-uitgaven (incl. investeringen) |
827 061 |
793 325 |
772 148 |
797 705 |
804 162 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht Waarvan complementair noodzakelijk Resterende plannen |
78% 20% 2% |
641 965 168 988 16 108 |
72% 24% 4% |
575 465 188 017 29 843 |
68% 24% 8% |
523 478 188 837 59 833 |
60% 31% 9% |
474 651 249 507 73 547 |
56% 34% 10% |
451 281 276 071 76 810 |
Totaal |
100% |
827 061 |
100% |
793 325 |
100% |
772 148 |
100% |
797 705 |
100% |
804 162 |
Budgetflexibiliteit
50-
2006 Begrotingsjaren
Plannen Complementaire Juridische
verplichtingen verplichtingen
Groeïparagraaf VBTB
De prestatiegegevens van CZMNED, de Caribische- en mariniers-eenheden, worden in de begroting 2005 verder uitgebreid met daarmee verband houdende uitgaven. Daarnaast zal de kwaliteit van de extracomptabele staat, waarin de uitgaven van de Koninklijke marine zijn toegerekend aan de doelstellingen, worden verbeterd. Hierbij zullen de programma-uitgaven van de Admiraliteit ook worden toegerekend aan de doelstellingen. De verbeteringen voor de ondersteunende eenheden van de Koninklijke marine zijn opgenomen in de groeiparagraaf van niet-beleidsartikel 60.
100
25
0
2004
2005
2007
2008
Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht
Algemene doelstellingen
De Koninklijke landmacht levert met haar landstrijdkrachten een belangrijke bijdrage aan de hoofddoelstellingen van de krijgsmacht en daarmee een belangrijke bijdrage aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau. Hiervoor dient een scala aan taken te kunnen worden uitgevoerd in verschillende scenario’s in zowel Navo- als EU-verband. Belangrijke kenmerken van het hiervoor benodigde optreden zijn veelzijdige inzetbaarheid binnen het gehele geweldsspectrum, modulaire inpasbaarheid in multinationale verbanden en een expeditionaire oriëntatie, zodat inzet over grote afstanden en een snelle ontplooiing mogelijk zijn. De Koninklijke landmacht levert de gevechtskracht voor het fysiek bezetten en beheersen van gebieden, waarbij gebruik wordt gemaakt van middelen waarvan een belangrijke afschrikwekkende werking uitgaat. Deze middelen worden gebruikt om eigen en bondgenootschappelijke troepen te beschermen en tegenstanders de wil en mogelijkheden te ontnemen om acties tegen de eigen en bondgenootschappelijke eenheden te ondernemen.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
De geoperationaliseerde doelstellingen waaraan de Koninklijke landmacht moet voldoen, worden weergegeven in de vorm van operationeel inzetbare eenheden. Uit de onderstaande doelstellingenmatrix blijkt hoeveel eenheden (kwantiteit) binnen welke termijn (reactietijd) beschikbaar zijn voor inzet ten behoeve van de drie hoofddoelstellingen van Defensie (crisisbeheersingsoperaties, verdediging van het bondgenootschappelijk gebied en nationale taken). Uitgangspunt daarbij is dat de eenheden binnen de aangegeven gereedheidstermijn voor het gehele geweldsspectrum inzetbaar zijn (kwaliteit). De indeling van de gereedheids-termijnen sluit aan bij de Navo-indeling in High Readiness Forces(HRF) en Forces of Lower Readiness(FLR).
Doelstellingenmatrix Koninklijke landmacht
Type eenheid
Inzetbaarheid
Totaal
HRF
FLR
Direct Kort
Lange termijn
HRF(L)HQ
Staff
Staff Support batallion
CIS batallion
Special operations Staff
Commandotroepencompagnie
Kernstaf Logistieke brigade1
Kernstaf Geniebrigade2
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
3 |
3 |
11 |
|
11 |
|
1 |
1 |
3 |
3 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
Air Manoeuvre
Brigade3
Brigadestaf
Infanteriebataljon Luchtmobiel Mortiercompagnie Luchtmobiel Geniecompagnie Luchtmobiel Luchtverdedigingscompagnie
Gemechaniseerde
Brigade3
(13, 41, 43 Mechbrig)
Brigadestaf
Pantserinfanteriebataljon
Tankbataljon
Brigade verkenningseskadron
Afdeling veldartillerie
(Pantserlucht)doelartillerie
Pantsergeniecompagnie
3111 3111 3111 3111 3111 3111 3111
Combat Support & Support Command
ISTAR module4
Pantsergeniebataljon
Geniebataljon
Brugcompagnie
NBC-compagnie
Verbindingsbataljon
312
1 1
1 2/3e 1/3e
1 1
1 1
2 1+1/3e 1/3e
1/3e
Divisie Logistiek Commando (DLC)
Bevoorradings- en transportbataljon
Materieeldienstcompagnie
Geneeskundigbataljon
2 2/3e 2/3e 2/3e
3111 1 1/3e 1/3e 1/3e
Expeditionaire Logistieke Ondersteuning (ELO)5
11
Nationale Reserve Bataljon
55
NL-deel CIMICGroup North
2/3e
1/3e
NLCIMIC Support Unit
11
1 Kernstaf Logistieke brigade wordt gevormd uit het DLC.
2 Kernstaf Geniebrigade wordt gevormd uit de Combat Support&Support Command(CSSC).
3Air Manoeuvre Brigadeof Gemechaniseerde brigade éénmalig in hun geheel inzetbaar in de hogere delen van het geweldspectrum. 4Intelligence Surveillance Target Acquisition and Reconnaissance (ISTAR) vanaf 2006 inzetbaar als geheel bataljon. 5 Expeditionaire logistieke ondersteuning (ELO) wordt naar gelang de logistieke behoefte geformeerd uit eenheden die zich in de accentperiode
bevinden.
Budgettaire gevolgen van beleid
De financiële middelen die de Koninklijke landmacht ter beschikking staan voor het realiseren van de operationele doelstellingen en activiteiten zijn opgenomen in de volgende tabel.
Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 02 Koninklijk landmacht (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
1 957 587 1 687 949 1 556 345 1 568 825 1 473 463 2 200 530 1 483 115
Uitgaven Programma-uitgaven
Operationeel Commando Subsidies en bijdragen Investeringen
933 931 |
961 334 |
947 089 |
899 755 |
905 839 |
914 624 |
899 672 |
913 |
749 |
7 728 |
7 563 |
7 562 |
7 526 |
7 526 |
401 733 |
361 714 |
439 546 |
484 944 |
508 632 |
507 366 |
485 800 |
Totaal programma-uitgaven
1 336 577 1 323 797 1 394 363 1 392 262 1 422 033 1 429 516
1 392 998
Apparaatsuitgaven
Landmachtstaf Overige eenheden BLS Wachtgelden en inactiviteitswedden
172 065 |
168 668 |
151 097 |
150 272 |
137 574 |
137 566 |
137 610 |
176190 |
164 803 |
174 484 |
160 542 |
137 470 |
136 554 |
148 088 |
44 162 |
35 521 |
41 744 |
41 666 |
40 767 |
39 616 |
39 616 |
Totaal Apparaatsuitgaven |
392 417 |
368 992 |
367 325 |
352 480 |
315 811 |
313 736 |
325 314 |
Totaal Uitgaven |
1 728 994 |
1 692 789 |
1 761 688 |
1 744 742 |
1 737 844 |
1 743 252 |
1 718 312 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
49 118 |
34 698 |
34 721 |
30 871 |
30 871 |
30 871 |
30 871 |
Uitgavenverdeling naar operationele doelstelling
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de uitgaven gepresenteerd van de Koninklijke landmacht die samenhangen met de realisatie van de operationele doelstellingen. Bij deze presentatie is de organisatorische indeling van de Koninklijke landmacht gehanteerd. In onderstaande tabel zijn de programma-uitgaven, exclusief investeringen en subsidies, extra-comptabel toegerekend aan de operationele doelstellingen uit de doelstellingenmatrix. In bijlage 6 is een totaal overzicht opgenomen voor de gehele defensiebegroting inclusief een technische toelichting.
De toe te rekenen uitgaven betreffen de uitgaven aan de operationele doelstelling uit dit beleidsartikel en de uitgaven aan ondersteunende eenheden uit het niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht. Bij de ondersteunende eenheden zijn de direct aan producten/diensten te relateren uitgaven aan de hand van de gerealiseerde output toegerekend aan de afnemer. De niet-toerekenbare uitgaven zijn op basis van de financiële omvang van de direct toerekenbare uitgaven of van de personele omvang toegerekend.
Extra comptabele verdeling uitgaven |
Operatio- |
Landmacht- |
OTCO en MATLOGCO |
Dico- |
Totaal |
|
voor 2004 in € 1 000 |
neel |
staf en |
KMA |
eenheden |
||
Koninklijke landmacht Commando |
overig KL |
|||||
(artikel |
(artikel |
(artikel |
(artikel |
(artikel |
||
02) |
02) |
60) |
60) |
60) |
||
Toe te rekenen uitgaven |
||||||
HRF(L)HQ |
17 653 |
4 084 |
986 |
8 064 |
1 313 |
32 101 |
Air Manoeuvre Brigade |
88 267 |
20 424 |
8 038 |
40 319 |
5 907 |
162 955 |
Gemechaniseerde brigade 13 |
70 614 |
16 340 |
5 272 |
32 255 |
6 563 |
131 044 |
Gemechaniseerde brigade 41 |
100 039 |
23 148 |
6 200 |
45 695 |
5 907 |
180 989 |
Gemechaniseerde brigade 43 |
76 502 |
17 701 |
14 574 |
34 943 |
5 250 |
148 970 |
Combat Support & Support Command |
70 619 |
16 340 |
8 984 |
32 255 |
5 907 |
134 105 |
Divisie logistiek Commando |
117 704 |
27 233 |
13 866 |
53 759 |
9 188 |
221 750 |
Nationale reserve bataljon |
12 398 |
2 869 |
0 |
5 663 |
0 |
20 930 |
NL-deel cimic group north |
11 771 |
2 723 |
0 |
5 376 |
0 |
19 870 |
Totaal toe te rekenen |
565 569 |
130 863 |
57 920 |
258 329 |
40 035 |
1 052 715 |
Nog niet toe te rekenen uitgaven |
381 520 |
43 621 |
47 525 |
86 112 |
25 593 |
584 372 |
Niet toe te rekenen uitgaven |
||||||
Investeringen |
439 546 |
439 546 |
||||
Keuring/werving/Init. opleidingen |
157 394 |
8 123 |
165 517 |
|||
Wachtgelden/inacitiv. wedden |
41 744 |
41 744 |
||||
Subsidies |
7 728 |
7 728 |
||||
Apparaat |
151 097 |
151 097 |
||||
Totaal |
947 089 |
814 599 |
262 839 |
344 441 |
73 751 |
2 442 719 |
Activiteiten
De organisatie van de Koninklijke landmacht zal gaan bestaan uit de Landmachtstaf (LAS), de overige Eenheden BLS en vier commando’s. Het betreft hier het Operationeel Commando «7 December» (OPCO), het Opleidings- en Trainingscommando (OTCO), het Personeelscommando (PERSCO) en het Materieellogistiek Commando (MATLOGCO). In de vernieuwde Koninklijke landmacht is het divisieniveau verdwenen en houdt het NATCO op te bestaan als zelfstandig ressort.
Bevelhebber der Landstrijdkrachten (BLS)
Landmachtstaf (LAS)
Operationeel Commando (OPCO)
Opleidings- en
Trainingscommando
(OTCO)
Overige Eenheden BLS
tot 01-01-2005
(DP&O tot 01-01-2005, KMA, TDN)
Materieellogistiek Commando (MATLOGCO)
Personeelscommando
(PERSCO)
vanaf 01-01-2005
Operationeel Commando(OPCO)
Het OPCO wordt vanaf 1-1-2004 gerealiseerd. Het OPCO is binnen de Koninklijke landmacht de leverancier van operationeel gerede eenheden. Het ressort OPCO bestaat in 2004 uit de staf, het Nederlandse deel van het HRF(L)HQ, de 11e Luchtmobiele brigade, drie gemechaniseerde brigades,
een operationele ondersteuningsgroep waarin eenheden van het voormalige Divisie Gevechtssteun Commando (DGC) en uitvoerende diensten zijn gegroepeerd, het Divisie Logistiek Commando (DLC) en een Operationele Staf.
Het OPCO is verantwoordelijk voor opleiden en trainen tot operationeel gerede eenheden en de voorbereiding op inzet van eenheden. Vanaf 2004 is het OPCO tevens verantwoordelijk voor de voorbereiding op en inzet van eenheden voor nationale en Koninkrijkstaken, omdat dan de taken en verantwoordelijkheden van het NATCO zijn overgenomen. Het OPCO zal tevens de taken op het gebied van expeditionaire logistieke ondersteuning van het NATCO overnemen. Ook de Host Nation Support(HNS) taak en de aansturing van de Nationale Reserve(NATRES)-bataljons door het Korpsbureau NATRES gaat over naar het OPCO.
Prestatiegegevens OPCO.
Type eenheid |
Niv Il/Ml |
Mensoefendagen Niv IV |
Begroting 2004 Niv V Niv VI x € 1 000 |
HRF(L)HQ
Staff
Staff Support batallion
CIS batallion
Special operations Staff
Commandotroepencompagnie
Kernstaf Logistieke brigade
Kernstaf Geniebrigade
3 000
5 000
5 000
170
30 533
6 241
2000
1 032
600
275
275
275
9
2 023
57
33
Air Manoeuvre Brigade
Brigadestaf
Infanteriebataljon Luchtmobiel Mortiercompagnie Luchtmobiel Geniecompagnie Luchtmobiel Luchtverdedigingscompagnie Overige eenheden
3 110 46 890 2 200 2 200 2 200 6 700
28 780 1 300 1 300 1 300
10 000
3 350 30 510
2000
465 5 840 193 193 193 919
Gemech. Brigades (13, 41 en 43)
Brigadestaf
Pantserinfanteriebataljon
Tankbataljon
Brigade verkenningseskadron
Afdeling veldartillerie
(Pantser)luchtdoelartillerie
Pantsergeniecompagnie
Overige eenheden
2 600 32 238 20 142 17 900 25 256
9 000 14 907 38 461
32 044 10 440
3 038 9 259
4 350 4 658
13 673
2 600
10 100
4 500
2000
396 4 091 1 930 1 152 1 898
734
1 076
2 867
CSSC
ISTAR module
Pantsergeniebataljon
Geniebataljon
Brugcompagnie
NBC-compagnie
Verbindingsbataljon
13 445 6 474 5 554 2 400
2 100
3 038
4 415 2 100 6 520 1 300 1 100 8 805
6 200
982 472 1 005 204 176 651
Divisie Logistiek Commando
Bevoorradings- en transportbataljon
Materieeldienstcompagnie
Geneeskundigbataljon
7 867
19 718
20 616
4 252 7 603 6 197
320 320 320
684 1 520 1 492
Nationale reserve bataljon |
11 800 |
||
NL-deel CIMIC Group North |
500 |
28 |
|
Totaalbegroting |
43 908 |
Landmachtstaf (LAS)
De Landmachtstaf ondersteunt de bevelhebber bij de aansturing van de Koninklijke landmacht en bij zijn taken als bevelhebber. De LAS is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de strategie van de Koninklijke landmacht, doctrine en raamwerkbeleid en voor de beleids- en plan-integratie en de controlfunctie van de Koninklijke landmacht. De LAS geeft de kaders aan waarbinnen de commando’s het functionele beleid dienen te ontwikkelen en toetst dit beleid vervolgens aan de KL-strategie en het raamwerkbeleid.
Investeringen
Hieronder worden de belangrijkste projecten toegelicht. Het betreft de projecten in de deelgebieden groot materieel en infrastructuur. Tevens worden kort de projecten aangegeven die wel in de begroting 2003 waren opgenomen, maar niet meer in de begroting 2004, doordat ze zijn vervallen of een kleinere omvang hebben dan € 25 miljoen.
Project Wissellaadsystemen (WLS) 165 kN |
||||
Doelstelling |
Vergroting en standaardisering van de logistieke mobiliteit |
|||
Projectomvang |
€ 213,1 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-D |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
100 1 583
171 400 17 000
38 000 1 000
90 300
96 600
4 600
Het project bestaat uit twee delen. Het eerste deel, WLS-voertuigen, omvat de verwerving van de voertuigen. Het tweede deel, WLS-overig, de containers, flatracks (container roll in and out platforms), aanhangwagens en overslagmiddelen. Het militaire voertuig, dat zowel containers als flatracksmet lading kan laden, vervoeren en lossen, zal het basisvoertuig voor de fysieke distributie zijn. De Koninklijke landmacht voert dit project in Single Service Management(SSM) uit voor de andere defensieonderdelen. Dit project levert een bijdrage aan één van de gebieden waar de EU een tekortkoming heeft geconstateerd.
Project Vervanging Trekkeropleggercombinatie (Tropco’s) 400kN en 650kN
Doelstelling
Vervoeren van het toekomstige infanterievoertuig en de zwaardere rupsvoertuigen met ingang van 2004
Projectomvang
€ 57,1 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-D
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
56 093
1 007
5 360
40 720
11 050
Dit project voorziet in de verwerving van twee typen trekkeroplegger-combinaties (tropco’s). De lichte versie van 400kN is geschikt voor het vervoer van het toekomstige infanterievoertuig en andere uitrustingsstukken zoals brugdelen. De zware versie van 650kN is geschikt voor het
vervoer van de (gemodificeerde) gevechtstank en afgeleide versies en voor de Pantserhouwitzer-2000. Instroming is voorzien vanaf 2004.
Programma TITAAN (Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network)
Doelstelling
Verbeteren van de C3I-ondersteuning op de niveaus legerkorps, divisie, brigade en bataljon
Projectomvang
€ 133,7 miljoen (KL € 25,8 miljoen incl infra, Klu € 11,6 miljoen en EVDB € 96,3 miljoen)
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
3 576 3 576
17 150 10 090
4 000 11 900
Dit project, dat grotendeels gefinancieerd wordt met EVDB-gelden, voorziet in de verwerving van een beveiligd, flexibel en geïntegreerd communicatie- en informatiesysteem dat in staat is grote hoeveelheden spraak- en datacommunicatie te verwerken en het optreden over grote afstanden in elk terrein te ondersteunen (vervanging van het verouderde ZODIAC-communicatiesysteem). TITAAN is modulair opgebouwd en maakt gebruik van civiele en NATO-standaarden. Het stelt eenheden op alle niveaus in staat autonoom of geïntegreerd op te treden. Samen met het Battlefield Management System (BMS) vormt dit systeem de ruggegraat van het grondgebonden optreden in het kader van network centric warfare.De verwerving, logistieke ondersteuning en de opleidingen worden zoveel als mogelijk gecombineerd uitgevoerd door de Koninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht.
Project Future Ground Based Air Defence System (FGBADS)
Doelstelling
Verbeteren van de informatievoorziening in de grondluchtverdediging
Projectomvang
€ 150,7 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP B/C
DMP D
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
6 360 3 078
42 340 10 200
35 500
2 000
21 000
23 000
23 000
Het project FGBADS bestaat uit twee delen. Het eerste deel, BMC4I (Battlefield Management Command, Control, Communication, Computerisation and Intelligence), bestaat onder andere uit sensoren, randapparatuur, radars en data-communicatiemiddelen. Het voorziet in een initiële operationele capaciteit aan BMC4I-middelen (inclusief vier sensoren) en vanaf 2006 in een vergroting van de op dat moment aanwezige initiële BMC4I-middelen tot een volledig operationele capaciteit, waardoor joint
en combined samenwerking volledig kan worden doorgevoerd. BMC4I is noodzakelijk voor de inzet van het deel van de Koninklijke landmacht van de luchtverdediging. Tevens wordt het door de invoering van BMC4I mogelijk luchtverdedigingssystemen aan elkaar te koppelen. Daardoor vormt het de sleutel om te komen tot jointsamenwerking bij de grondgebonden luchtverdediging op de luchtmachtbasis «De Peel». De invoering is van groot belang om de eigen en bondgenootschappelijke eenheden adequaat vanaf de grond te beschermen tegen luchtaanvallen. Het tweede deel van het project, betreft Short Range Air Defence (SHORAD), de zogenaamde shooters.Dit wordt inhoud gegeven door het verkrijgen van SHORAD (NASAMS) van Noorwegen bij het uitvoeren van de Noorse Deal, waarvoor een beginselovereenkomst is afgesloten.
Project Licht Verkennings- en Bewakingsvoertuig (LVB)
Doelstelling |
Vervanging van de verouderde M113 en de Landrover/verkenning |
||
Projectomvang |
€ 247,2 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
2 205 35 344
18 920
76 880
62 570
41 790
850
Ter vervanging van de verouderde M113 C&V en de Landrover 7,5 kN (verkenning) is het lichte bewakings- en verkenningsvoertuig van het type FENNEK aangekocht. Eind 2001 is het contract voor de levering getekend. Dit project wordt in samenwerking met Duitsland uitgevoerd. Inmiddels is de eerste FENNEK aan Defensie overgedragen.
Overkoepelend project Vervanging Pantservoertuigen
Onder deze noemer vallen de volgende drie deelprojecten: + Project Vervanging pantservoertuigen (Licht pantserwielvoertuig) + Project Groot Pantserwielvoertuig (Gepantzertes Transport Kraftfahr-zeug, GTK) + Project Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) Hieronder worden elk van de deelprojecten afzonderlijk besproken.
Project Vervanging pantservoertuigen (Licht pantserwielvoertuig)
Doelstelling
Voorzien in kleinere pantserwielvoertuigen voor de algemene dienst en een anti-tankversie
Projectomvang
€ 179,4 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
21 230
90
18 480
33 150
50 690
58 400
Dit project voorziet in kleinere pantserwielvoertuigen zowel voor de algemene dienst als een anti-tankversie. Het betreft een variant van het Licht Verkennings- en Bewakingsvoertuig, FENNEK. Eind 2001 is het contract voor de levering van het licht pantserwielvoertuig getekend. Het eerste FENNEK-voertuig is onlangs overgedragen aan de Koninklijke landmacht.
Project Groot Pantserwielvoertuig (Gepantzertes Transport Kraftfahrzeug, GTK)
Doelstelling |
Vervanging van de verouderde pantserrupsvoertuigen |
|||
Projectomvang |
€ 841 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-D |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
272 18 224
11 530 16 400
6 300 21 100
14 500
4 500
Dit project voorziet in de verwerving van een groot gepantserd wielvoertuig («BOXER») in de versies voor algemene diensten (transport), gewondentransport, commandovoering, Battle Damage Repair(BDR) en genie. Hiervoor is aansluiting gezocht bij het Duits-Britse pantserwiel-voertuigenproject GTK/MRAV. Voor de deelname aan de ontwikkeling van het pantserwielvoertuigen project (GTK) is in 2001 het contract getekend. Recent heeft de Britse overheid aangekondigd niet langer te zullen deelnemen in dit project.
Project Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) |
||||
Doelstelling |
Vervanging van het pantserinfanteriegevechtsvoertuig |
|||
Projectomvang |
€ 835 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-B DMP-C |
DMP-D |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
42
4 500 1 500
10 300 3 000
6 000
4 300
75 000
150 000
Dit is het laatste deel van het overkoepelende project Vervanging pantservoertuigen. Dit project betreft de vervanging van de technisch en operationeel verouderde YPR-PRI door een nieuw infanteriegevechts-voertuig. De opgenomen kasgeldreeks is bedoeld voor verificatie en beproeving van de inpasbaarheid van onder andere het 35 mm boordwa-pen in 2004 en 2005 en de eerste twee jaar van de productie (2007 en 2008). De productie loopt door tot het jaar 2012.
Project Verbetering Leopard 2 |
|||
Doelstelling |
Versterken van de personele bescherming en vuurkracht van de Leopard 2 |
||
Projectomvang |
€ 361,3 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
379 39 134
42 160
22 010
10 230
4 530
Het project Verbetering Leopard 2 wordt in twee fasen uitgevoerd. De eerste fase, de bescherming van het personeel door het verbeteren van de bepantsering, is reeds afgerond. In de tweede fase wordt de vuurkracht van de Leopard verbeterd door het aanbrengen van een verlengde schietbuis en het verwerven van verbeterde munitie. Met deze gevechtswaardeverbetering blijft de Leopard 2 in de voorzienbare toekomst de kern van de gevechtskracht van de Koninklijke landmacht. Het budget is gebaseerd op het verbeteren van alle parate Leopard 2 tanks.
Project Medium Range Anti-tank (MRAT)
Doelstelling |
Verbeteren van de anti-tankcapaciteit met een dracht van 2000 meter |
||
Projectomvang |
€ 226,2 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
1 149 286
5 630 29 710
54 970
51 450
14 810
2 270
Het medio 2001 getekende contract omvat de aanschaf van een fire and forget-systeem (GILL) met een effectieve dracht van 2000 meter. Met deze aanschaf worden in de komende jaren de technisch en operationeel verouderde DRAGON en TOW-systemen van de infanterie- en verken-ningseenheden van de Koninklijke landmacht en het Korps mariniers vervangen. Een derde deel van de raketten zal binnen het bestaande budget worden uitgerust met een dual head seekerom de koudweerca-pacteit te verhogen.
Project Tactische Indoorsimulatie (TACTIS)
Doelstelling
Voorzien in een simulatiesysteem voor verschillende eenheden en in verschillende oefenterreinen
Projectomvang
€ 80,6 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-D
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
19
74 630 21 750
725 15 000
12 500
12 500
15 000
TACTIS is een simulatiesysteem waarmee in verschillende individuele en teamsamenstellingen in een door een computer gegenereerd oefenterrein, inclusief vijandvoorstelling, kan worden getraind. De resultaten van de gevechtssimulaties worden bewaakt en vastgelegd en kunnen naderhand worden geëvalueerd. Aan de TACTIS-kern kunnen verschillende (wapensysteem)deelsimulatoren worden gekoppeld, zoals schietsimulatoren. TACTIS voorziet tevens in de vervanging van de bedieningssimulator voor de Leopard 2.
Project Vervanging vuurmond M109
Doelstelling |
Vervanging vuurmond M-109 |
|||||
Projectomvang |
€ 446,8 miljoen |
|||||
Realisatie Verwachting 2002 2003 |
Begroting 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-D |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
367 644
8 200 3 870
51 910 30 410
27 940
100 200
106 870
83 810
Dit project betreft de vervanging van de parate M109 vuurmonden, inclusief de verwerving van een initieel munitiepakket extended range155 mm projectielen. Het contract is getekend in 2002. De vervanging wordt uitgevoerd vanaf 2003, waarbij de M109 A2/90 van de parate afdelingen veldartillerie op brigadeniveau worden vervangen door de Pantserhouwit-zer 2000 (Pzh-2000). Het project zal omstreeks het jaar 2007 zijn gerealiseerd.
Project Verbeterd zicht |
|||
Doelstelling |
Verbeteren van waarnemingen onder verminderd zicht omstandigheden |
||
Projectomvang |
€ 44,1 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP A en DMP B |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
3 200 3 200
4 000
4 000
9 000
Het project Verbeterd zicht beoogt de gevechtssoldaat in staat te stellen bij verminderd zicht, zowel bij dag als bij nacht, op te treden. Het gaat om geavanceerde niet systeem-gebonden nachtricht- en zichtmiddelen, welke tijdens alle vormen van operationele inzet gebruikt kunnen worden. In 2003 wordt een beproeving en inventarisatie uitgevoerd. Op basis van de studie Verbeterd zicht en de uitkomsten van deze beproeving wordt het DMP-A document opgesteld en begin 2004 aangeboden.
Project Stinger Platform |
|||
Doelstelling |
Verbetering mobiliteit STINGER, tevens vervanging VSHORAD capaciteit |
||
Projectomvang |
€ 36 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP A |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
36 000 7 000
9 000
10 000
10 000
Dit project maakt onderdeel uit van de maatregel «Grondgebonden luchtverdediging». Door het uitfaseren van de PRTL ontstaat een «gat» in de gelaagde luchtverdediging. Door de introductie van een STINGER-platform, in combinatie met de BMC4I, wordt zowel opsporings- en bestrijdingscapaciteit bij nacht en verminderd zicht verkregen als het aantal VSHORAD-systemen op de gewenste hoogte gebracht.
Project Short Range Anti-tank (SRAT) |
|||
Doelstelling |
Verbeteren van de anti-tankcapaciteit met een dracht tot 1000 meter |
||
Projectomvang |
€ 53,5 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-D |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
16 000
Doel van dit project is de directe zelfbescherming van het laagste organisatieniveau (de groep of het enkele voertuig) tegen gepantserde doelen mogelijk te maken. Het optreden bij vrijwel alle soorten eenheden, vooral ook in verstedelijkt gebied, vereist op basis van de schootsafstan-den en de te bestrijden doelen pantserbestrijdingsmiddelen korte dracht (tot 1000 meter). Door dit project wordt het technisch en operationeel verouderde AT-4 systeem vervangen.
Battlefield Management System
Doelstelling |
Vergroten situational awareness op bataljonsniveau en lager |
|||
Projectomvang |
€ 68,5 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-C |
DMP-D |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
6 400
15 000
17 600
22 000
Het Battlefield Management System(BMS) is een systeem voor de ondersteuning van Command and Control(C2) op het niveau van bataljon en lager. Dit project betreft de realisatie van een basisvoorziening waarmee een commandant automatisch en bijna real timede beschikking krijgt over bijgewerkte omgevingsinformatie, die bovendien éénduidig interpreteerbaar wordt gepresenteerd (situational awareness). Geautomatiseerde informatie-uitwisseling moet zorgen voor synchronisatie met andere elementen, neveneenheden en voertuigen in de operationele omgeving. Met de invoering van BMS beschikken mobiele eenheden (bataljonsniveau en lager) over een actueel en integraal beeld van de operatie (Common Operational Picture). Hiermee wordt de effectiviteit van een operatie verhoogd en wordt de veiligheid van het personeel verbeterd.
Soldier Modernisation Program (KL en Kmarns)
Doelstelling |
Verbeteren persoonlijke bescherming van de gevechtssoldaat |
|||
Projectomvang |
€ 145,6 miljoen (80% KL en 20% KM) |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
5 000 5 000
4 800 4 800
8 000
12 000
12 300
15 800
Het Soldier Modernisation Program(SMP) heeft als doel het verbeteren van de persoonlijke bescherming van de (gevechts)soldaat en het vergroten van de individuele bijdrage aan de kleine, mobiele en flexibel optredende eenheden. In het huidige en toekomstig optreden, met name in het lagere deel van het geweldsspectrum, is de invloed en daarmee ook de rol van de individuele (gevechts)soldaat en de groep steeds belangrijker geworden. Het SMP maakt optimaal gebruik van technologische ontwikkelingen op het gebied van letaliteit, leidbaarheid, overlevingsver-mogen, voortzettingsvermogen en mobiliteit. In het SMP wordt nauw samengewerkt met het Korps mariniers.
Infrastructuur
Infrastructuurproject Legering officieren en onderofficieren in Den Haag
De legering in Den Haag wordt gerealiseerd in samenwerking met de Koninklijke marine en de Koninklijke marechaussee. De totale financiële projectomvang is daarop gebaseerd. Dit project is gemandateerd. Het project is vrijwel afgerond. Er rest nog een uitgave van € 0,835 miljoen in 2004.
Infrastructuurproject De Peel
Doelstelling
Concentratie van de luchtverdediging van de KL en Klu op de luchtmachtbasis De Peel
Projectomvang
€ 32 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-A
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
2000 2000
30 000 15 000
15 000
Voor de concentratie van de luchtverdedigingeenheden van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht worden een Joint Air Defence Schoolen een Joint Air Defence Centreopgericht. Het project wordt gerealiseerd op de vliegbasis De Peel, deels door verbouwing van de bestaande infrastructuur en deels door nieuwbouw. De aanschaf van een nieuwe Stingertrainer maakt tevens deel uit van het project.
Infrastructuur De Strijpse Kampen |
||||
Doelstelling |
Nieuwbouw voor het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden |
|||
Projectomvang |
€ 61,7 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
9 880 38 310
13 000 13 000
10 400 2 800
3 200
4 400
De eenheden van het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden op het «Prinses Irene Kamp» te Eindhoven en de «Frederik Hendrikkazerne» in Venlo zijn in 2003 geconcentreerd op de «Strijpse Kampen» in Oirschot. Dit project wordt volledig door nieuwbouw gerealiseerd. Enkele nieuwbouwprojecten (zoals sporthal en werkplaats) dienen nog de komende jaren te worden gerealiseerd.
Infrastructuurproject Hoger Onderhoud Koninklijke landmacht
Doelstelling
Onderzoek naar de wenselijkheid om (een deel van) de mechanische werkplaats te privatiseren
Projectomvang
€ 11 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-C
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
11 000 2 500
4 500
4 000
Dit project betreft het herhuisvesten van de Elektronisch Centrale Werkplaats(ECW) en de mogelijke infrastructurele consequenties voor de Mechanisch Centrale Werkplaats(MCW), als gevolg van de studie naar de toekomst van het hoger onderhoud van de Koninklijke landmacht. In deze studie wordt de wenselijkheid en de mogelijkheid onderzocht om (een deel van) de mechanisch georiënteerde werklast te privatiseren. De resultaten van deze studie worden verwerkt in een DMP-C document, dat eind 2003 aan de Kamer zal worden aangeboden.
Infrastructuurproject opheffen Brigade Seedorf
Doelstelling |
Herhuisvesting van eenheden van de Brigade in Seedorf in Nederland |
||
Projectomvang |
€ 54 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
5 000
30 000
9 000
10 000
De 41e Gemechaniseerde Brigade in Seedorf wordt opgeheven. Bepaalde delen ervan zullen worden teruggehaald naar Nederland. Een aantal eenheden van de brigade wordt in Nederland gehuisvest, deels in bestaande infrastructuur en deels in nieuwbouw. De bestaande infrastructuur zal moeten worden aangepast om de brigade-eenheden adequaat te kunnen legeren. In verband met de ontruiming van de legerplaats Seedorf is in 2008 voor € 10 miljoen aan uit te voeren saneringen voorzien.
Infrastructuurproject Koninklijke Militaire Academie (KMA)
Doelstelling
Verbetering van infra en nieuwbouw voor de Koninklijke Militaire Academie
Projectomvang
€ 30,4 miljoen (inclusief bijdragen Klu en Kmar)
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
12 400 5 470
12 200
9 400
2 500
De op de KMA aanwezige infrastructuur voldoet niet meer aan de thans geldende normen. Daarnaast is de beschikbare infrastructuur onvoldoende afgestemd op de omvang en wijze van opleidingen. Om de ontstane problemen op te lossen zijn investeringen noodzakelijk. De voorzieningen zullen op termijn leiden tot het vrijmaken en vervolgens afstoten van de Seeligkazerne te Breda. De Kamer zal in 2003 over dit project worden geïnformeerd.
Overige investeringen
Remotely Piloted Vehicle (RPV) «Sperwer»
Tijdens de opwerkperiode van de 101 RPV-batterij zijn technische onvolkomenheden aan het licht gekomen en deden zich personele en materieellogistieke problemen voor. De beschikbaarheid van de systemen is voldoende om een beperkt vliegprogramma te kunnen uitvoeren. Zo kan de geoefendheid van het personeel op peil blijven. Met de leverancier zijn afspraken gemaakt over technische modificaties, die kosteloos worden uitgevoerd. Vanaf medio 2004 is uitzending van de eenheid mogelijk.
Niet meer opgenomen DMP-projecten
In de begroting 2003 stonden de volgende projecten separaat vermeld: Duel Simulator Instrumentalisatie Oefenterreinen (is afgerond), Gevechts-veld controle radar, Waarnemingsopbouw en Leopard bruglegger. Omdat deze projecten een kleinere omvang hebben dan € 25 miljoen, zijn ze niet langer apart opgenomen.
Subsidies en bijdragen
De Koninklijke landmacht verleent subsidies aan de stichtingen Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum «Generaal Hoefer» (KNLWM) (€ 7 570 000) en Jeugdwerk Duitsland (€ 158 000). Deze vermelding vormt, voor de onder dit artikel opgenomen subsidieverleningen, de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Het KNWLM verzamelt en bewaart voorwerpen van krijgsgeschiedkundige aard. Medio 2003 is de huidige stichting getransformeerd in een geheel
zelfstandige stichting «Het Militair Historisch Museum». Dit budget is vooral bestemd voor personeels- en huisvestingskosten.
De stichting Jeugdwerk Duitsland richt zich op de uitvoering van jeugd- en jongerenwerk ten behoeve van in Duitsland woonachtige Nederlandse gezinnen.
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit wordt in onderstaande tabel en grafiek weergegeven.
Bedragen x € 1 000 |
||||||||||
Omschrijving |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|||||
Totaal geraamde kasuitgaven |
1 761 688 |
1 744 742 |
1 737 844 |
1 743 252 |
1 718 312 |
|||||
Waarvan apparaatsuitgaven |
367 325 |
352 480 |
315 811 |
313 736 |
325 314 |
|||||
Dus programma-uitgaven (incl. Invest.) |
1 394 363 |
1 392 262 |
1 422 033 |
1 429 516 |
1 392 998 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
72% |
1 014 163 |
69% |
962 223 |
65% |
923 443 |
56% |
789 312 |
50% |
708 636 |
Waarvan complementair noodzakelijk |
26% |
357 695 |
27% |
377 188 |
29% |
413 090 |
36% |
519 416 |
38% |
522 769 |
Resterende plannen |
2% |
22 505 |
4% |
52 851 |
6% |
85 500 |
8% |
120 788 |
12% |
161 593 |
Totaal |
100% |
1 394 363 |
100% |
1 392 262 |
100% |
1 422 033 |
100% |
1 429 516 |
100% |
1 392 998 |
100% 90%-80%-70%
60%
50%
40% 30%-20%-10%-
0%
2004
2005
2006 Begrotingsjaren
2007
2008
Plannen Complementaire verplichtingen
Juridische verplichtingen
Ontvangsten
De ontvangstenraming van de Koninklijke landmacht beslaat in 2004 € 34,7 miljoen. De geraamde ontvangsten hebben betrekking op te verhalen ziektekosten, verhuur van woningen, vermindering afdracht loonheffing en de terugvordering van BTW. Voorts dragen de verkoop van topografische kaarten en drukwerk en de ontvangsten uit dienstverlening hieraan bij. Waar de ontvangsten het gevolg zijn van in rekening gebrachte tarieven, zijn deze tarieven kostendekkend.
Groeiparagraaf VBTB
Voor de begroting van 2005 worden de reeds aan de prestatiegegevens van het Operationeel Commando toegerekende oefentoelagen, waar mogelijk, nog uitgebreid met andere uitgaven. Daarnaast zal de kwaliteit van de extra-comptabele staat, waarin de uitgaven van de Koninklijke landmacht zijn toegerekend aan de doelstellingen, worden verbeterd. De verbeteringen voor de ondersteunende eenheden van de Koninklijke landmacht zijn opgenomen in de groeiparagraaf van niet-beleidsartikel 60.
Gereedheidstermijn
Type eenheid
Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht
Algemene beleidsdoelstelling
De Koninklijke luchtmacht levert met luchtstrijdkrachten een bijdrage aan de realisatie van de drie hoofddoelstellingen van de krijgsmacht door personeel en middelen inzetgereed te stellen en te houden. De Koninklijke luchtmacht levert slagkracht in en vanuit de lucht. Met haar wapensystemen is zij in staat het luchtruim te domineren en daarmee vrijheid van handelen te creëren voor operaties vanuit de lucht, vanaf het land en vanaf de zee. Luchtstrijdkrachten kunnen zich door reactiesnelheid, nauwkeurige slagkracht en het vermogen snel te escaleren en te deëscaleren, goed aanpassen aan wisselende omstandigheden.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
De geoperationaliseerde doelstellingen van het beleidsartikel Koninklijke luchtmacht worden weergegeven in de onderstaande doelstellingen-matrix. Hierin is aangegeven hoeveel eenheden (kwantiteit) binnen welke termijn (reactietijd) beschikbaar dienen te zijn voor inzet ten behoeve van de hoofddoelstellingen van Defensie. Uitgangspunt daarbij is dat de eenheden binnen de aangegeven gereedheidstermijn voor het gehele geweldsspectrum inzetbaar zijn (kwaliteit). De indeling van de gereedheid-stermijnen sluiten aan bij de Navo-indeling in High Readiness Forces (HRF), Forces of Lower Readiness (FLR) en Long Term Build-up Forces (LTBF).
Doelstellingenmatrix |
HRF |
FLR/LTBF |
Totale capaciteit
Direct inzetbaar
Op korte termijn inzetbaar
Op lange termijn Inzetbaar
Squadron Jachtvliegtuigen |
6 |
3 |
3 |
Squadron Gevechtshelikopters |
2 (6 vluchten) |
2 |
|
Squadron Transporthelikopters |
2 (6 vluchten) |
2 |
|
Squadron Lutra/ tankervliegtuigen |
1 |
1 |
|
Geleide Wapensquadrons |
4 |
2 |
2 |
Air Operations Control Station |
1 |
1 |
Budgettaire gevolgen van beleid
De financiële middelen die aan de Koninklijke luchtmacht ter beschikking staan voor het realiseren van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
1788 084 1142 354 1502 514 3 675 966 916 417 1001010
822 132
Uitgaven Programma-uitgaven
Tactische Luchtmacht Investeringen
447 681 |
460 710 |
461 891 |
440 164 |
424 412 |
404 075 |
393 796 |
398 507 |
357 067 |
305 797 |
384 688 |
355 941 |
387 480 |
452 201 |
Totaal programma-uitgaven |
846 188 |
817 777 |
767 688 |
824 852 |
780 353 |
791 555 |
845 997 |
Apparaatsuitgaven Staf Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten Wachtgelden en inacitivtiteitswedden |
351 796 11 949 |
280 990 7 444 |
335 356 9 097 |
345 631 12 122 |
348 870 4 519 |
308 550 4 030 |
304 653 4 416 |
Totaal apparaatsuitgaven |
363 745 |
288 434 |
344 453 |
357 753 |
353 389 |
312 580 |
309 069 |
Totaal uitgaven |
1 209 933 |
1 106 211 |
1 112 141 |
1 182 605 |
1 133 742 |
1 104 135 |
1 155 066 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
37 135 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
Uitgavenverdeling naar operationele doelstellingen
In de onderstaande tabel zijn de uitgaven voor de begroting 2004 zoveel mogelijk toegerekend aan de operationele doelstellingen zoals deze in de doelstellingenmatrix zijn opgenomen. In bijlage 6 is totaal overzicht opgenomen voor de gehele defensiebegroting inclusief een technische toelichting.
De toe te rekenen uitgaven betreffen de uitgaven aan de operationele doelstelling uit dit beleidsartikel en de uitgaven aan ondersteunende eenheden uit het niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht. De uitgaven voor het ressort Tactische Luchtmacht, waaronder de vlieg-opleidingen en salarisuitgaven van het ressort Tactische Luchtmacht zijn toegerekend aan de wapensystemen op basis van de realisatie 2002. De doelstellingen gevechtshelikopters en transporthelikopters worden daarbij gezien als vergelijkbare grootheden. De toerekening is dan ook vergelijkbaar. Bij de ondersteunende eenheden zijn de direct aan producten/ diensten te relateren uitgaven aan de hand van de gerealiseerde output toegerekend aan de afnemer. De uitgaven voor het ressort Opleidingen zijn vooralsnog niet toe te rekenen aan wapensystemen. De uitgaven van het ressort Logistiek Centrum KLu in de kolom Onderhoud zijn toegerekend voor wat betreft het groot onderhoud, de overige uitgaven kunnen nog niet worden toegerekend. Op dit moment wordt onderzocht of de nog niet toe te rekenen uitgaven voor Opleidingen en Onderhoud met behulp van prestatie-indicatoren kunnen worden toegerekend.
Extra comptabele verdeling
uitgaven
voor 2004 in € 1 000
Koninklijke luchtmacht
Tactische Staf BDL OKLu LCKLu Dico-Lucht- eenheden macht (artikel 03) (artikel 03) (artikel 60) (artikel 60) (artikel 60)
Toe te rekenen uitgaven
Jachtvliegtuigen |
80 007 |
35 623 |
Gevechtshelikopters |
23 459 |
18 786 |
Transporthelikopters |
23 460 |
18 785 |
Lutra/tankervliegtuigen |
14 939 |
43 002 |
Geleide wapens |
10 435 |
6 139 |
Air Operations control station |
5 398 |
Niet toe te rekenen uitgaven
Investeringen
Keuring/werving/Init. opleidingen Wachtgelden/inacitiv. wedden Apparaat
46 500 |
6 841 |
168 971 |
10 500 |
1 709 |
54 454 |
10 500 |
1 710 |
54 455 |
2 |
1 222 |
59 165 |
8 000 |
1 466 |
26 040 |
978 |
6 376 |
Totaal toe te rekenen |
157 698 |
122 335 |
75 502 |
13 926 |
369 461 |
|
Nog niet toe te rekenen uitgaven |
304 193 |
83 519 |
79 951 |
10 508 |
478 171 |
305 797
9 097 213 021
782
305 797
782
9 097
213 021
Totaal
461 891
650 250
83 519
155 453
25 216
1 376 329
Activiteiten
De vier organisatorische ressorts/staf van de Koninklijke luchtmacht zijn: Ressort Tactische Luchtmacht (TL), Ressort Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht (LCKLu), Ressort Opleidingen Koninklijke Luchtmacht (OKLu) en Staf Bevelhebber. Voor het realiseren van de genoemde doelstellingen beschikt de Koninklijke luchtmacht over de volgende organisatiestructuur.
Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten
Staf Bevelhebber
Tactische Luchtmacht
Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht
Opleidingen Koninklijke Luchtmacht
Tactische luchtmacht
De Tactische luchtmacht bestaat uit een staf en operationele onderdelen. De operationele eenheden zijn verdeeld in vijf clusters: jachtvliegtuigen, helikopters, luchttransport, grond-lucht geleide wapens en commandovoering. De TL levert de operationeel inzetbare eenheden. De TL heeft als hoofdactiviteiten het inzetgereed maken en houden van de operationele eenheden.
Het totale Nederlandse arsenaal aan F-16 jachtvliegtuigen wordt verkleind van 137 tot 108. Deze verkleining zal resulteren in lagere exploitatiekosten en een verbeterde inzetbaarheid van de resterende toestellen. Zoals in de Najaarsbrief is aangekondigd, stelt Nederland met ingang van 2004, als
Totaal
tussenstap naar een lager aantal operationale nieuwe toestellen, nog 90 toestellen beschikbaar aan de Navo. Vijftien toestellen zullen in 2004 worden afgestoten. De overige veertien toestellen zullen aan het einde van deze kabinetsperiode worden afgestoten. De operationele activiteiten op de vliegbasis Twenthe zullen in 2004 worden verminderd. De basis zal in 2006 worden gesloten. Op de vliegbases Leeuwarden en Volkel worden aanvullende voorzieningen getroffen voor het onderbrengen van extra F-16’s.
Er worden in 2004 zes Apache gevechtshelikopters afgestoten. De gevechtswaarde van de resterende 24 helikopters wordt vergroot door de doelopsporing, doelidentificatie en de eigen veiligheid te verbeteren. Er worden voorbereidingen getroffen voor de verplaatsing van de transporthelikopters van de Tactische Helikopter Groep van Soesterberg naar Gilze-Rijen. Deze helikopters worden tussen 2005 en 2007 verplaatst, waarna vliegbasis Soesterberg wordt gesloten. De infrastructuur in Gilze-Rijen wordt aangepast.
Jachtvliegtuigen
De jachtvliegtuigen zijn ondergebracht op de vliegbases Leeuwarden, Twenthe en Volkel. De drie vliegbases fungeren elk als «Main Operating Base (MOB)». Voor de F-16 vlieger is conform de Navo-eis een minimum Jaarlijks Oefen Programma (JOP) van 180 vlieguren genormeerd. Het JOP is zodanig van opzet dat dit leidt tot «combat ready» vliegers. Met deelname aan oefeningen binnen en buiten Navo-verband en een aantal specifieke trainingen wordt het JOP ingevuld. Hiervoor wordt in het oefenschema gestreefd naar een optimale training van taken als luchtverdediging, luchtverkenningoperaties, grondaanval en ondersteuning van maritieme eenheden die bij dag en bij nacht worden uitgevoerd. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het gebruik van nachtzicht-apparatuur en doelaanstralingsapparatuur.
Het lager aantal geraamde uren in 2004 is een direct gevolg van de maatregel uit het Strategisch Akkoord om het aantal F-16’s te reduceren.
Omschrijving
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003
Raming 2004
Jachtvliegtuigen
Vlieguren
20 780
22 000
19 000
Helikopters
De helikoptervloot van de Koninklijke luchtmacht is ingedeeld bij de THGKLu en bij de vliegbasis Leeuwarden. De THGKLu is gestationeerd op de vliegbasis Soesterberg (13 Chinook CH-47D, 17 Cougar AS-532U2 en 4 Alouette III) en Gilze-Rijen (24 Apache AH-64D). De Bölkow helikopters zijn in de loop van 2003 volledig uitgefaseerd. De vliegbasis Leeuwarden beschikt over een Search and Rescue eenheid, uitgerust met drie Agusta AB-412SP helikopters. Deze kunnen binnen zeer korte tijd optreden bij calamiteiten op de schietranges of tijdens vliegoefeningen boven de Noordzee en dienen secundair voor patiëntenvervoer vanaf de Waddeneilanden.
De helikopters van de THGKLu maken tijdens oefeningen en daadwerkelijke inzet in het concept van «11 Air Manoeuvre Brigade» (11 AMB) integraal deel uit van deze brigade. Naast inzet voor 11 AMB worden de helikopters ook voor diverse taken in binnen- en buitenland ingezet. In vredestijd staat de THGKLu onder operationeel bevel van C-TL met uitzondering van vliegopdrachten voor het Duits/Nederlandse High Readiness Headquarters. Voor dit laatste is de «Senior National Officer» verantwoordelijk.
In onderstaande tabel is de inzet van de helikopters weergegeven
Omschrijving
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003
Raming 2004
Gevechtshelikopters |
Vlieguren |
3 296 |
4 600 |
4 600 |
Transporthelikopters |
Vlieguren |
4 692 |
7 030 |
7 030 |
Lichte helikopters (AL-III en BO-105) |
Vlieguren |
2 801 |
1 600 (AL + BO) |
800 (AL) |
SAR-helikopters |
Vlieguren |
702 |
1 050 |
1 050 |
Luchttransport
De vastvleugelige luchttransportvloot van de Koninklijke luchtmacht is ondergebracht op de vliegbasis Eindhoven. Ten behoeve van de diverse luchttransporttaken en het bijtanken in de lucht (Air to Air Refuelling) beschikt het squadron over twee KDC-10, twee C-130H-30 Hercules, vier F-60U Fokker, twee F-50 Fokker toestellen en één G-IV Gulfstream. In 2004 wordt een extra DC-10 verworven.
De luchttransportvloot staat ten dienste van de gehele krijgsmacht en verzorgt als zodanig voor een belangrijk deel de EOC «Deployability and Mobility» voor de gehele krijgsmacht. Tevens verzorgt de luchttransportvloot vervoer voor leden van het Koninklijk Huis, de regering, andere departementen en andere Navo-krijgsmachten. Naast het uitvoeren van transporttaken kunnen de KDC-10’s voor Air to Air Refuelling worden ingezet ten behoeve van jachtvliegtuigen van de Koninklijke luchtmacht en andere luchtmachten. Verder wordt de transportvloot ingezet voor paradroppings van het Korps commandotroepen (KL) en het Korps mariniers (KM). Tot slot wordt de transportvloot ingezet ten behoeve van nationale en internationale humanitaire hulpverlening, medische evacuatie (MEDEVAC) en vluchten in het kader van ontwikkelingssamenwerking.
Om aan de eisen van directe inzetbaarheid te voldoen dient de cluster luchttransport over 23 volledig opgeleide en operationeel inzetbare crews te beschikken. Conform de Navo-richtlijnen voldoen de squadron F-50/F-60, C-130 en KDC-10 vliegers aan de eis van 240 vlieguren per vlieger per jaar. De geoefendheid wordt grotendeels tijdens het uitvoeren van routine vluchtopdrachten op peil gehouden. Voor verbetering van de tactisch luchttransport geoefendheid is een specifiek Jaarlijks Oefen Programma (JOP) in ontwikkeling. Dit JOP is een aanvulling op de algemene JOP eisen voor luchttransportvliegers en alleen bedoeld voor de tactische luchttransportvliegers (C-130H-30 en F-60U).
Omschrijving
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003
Raming 2004
Luchttransport
Vlieguren
6 951
8 000
8 000
Grond-lucht geleide wapens
De Grondgebonden Luchtverdediging (GLVD)-eenheden van de Groep Geleide Wapens KLu (GGWKLu) hebben als thuisbasis de luchtmachtbasis De Peel. De GLVD-eenheden nemen jaarlijks deel aan (inter)nationale en Navo-oefeningen. De oefeningen hebben betrekking op het kunnen leveren van grondgebonden luchtverdediging tegen bemande- en onbemande vliegtuigen, helikopters, kruisvluchtwapens en ballistische- en tactische raketten. Eénmaal in de 24 maanden wordt conform de Navo-eis een praktische schietoefening met de wapensystemen uitgevoerd (Tactical Firing (TF) Evaluation). Eénmaal in de 36 maanden wordt per operationele eenheid een Operational Evaluation (OPEVAL) conform de Navo-eis uitgevoerd.
Omschrijving |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Planning 2003 |
Raming 2004 |
Geoefendheid
Mensoefendagen
33 384
30 720
30 000
Commandovoering
Het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) bestaat uit de onderdelen Control and Reporting Centre (CRC) en Military Air Traffic Control Centre (MilATCC). Het CRC is onderdeel van het «NATO Integrated Air Defence System» (NATINADS). Het CRC is een «NATO Command Force» en staat als zodanig onder operationeel bevel van de Navo. Het CRC bewaakt permanent de integriteit van het Nederlandse en toegewezen Navo-luchtruim. Ten behoeve van out-of-area operaties stelt het CRC personeel beschikbaar voor internationale commandovoeringscentra. Tevens ondersteunt het CRC met commandovoering en gevechtsleiding de oefenprogramma’s van de squadrons van de drie MOB’s en buitenlandse bases en GGWKLu. Het CRC fungeert als alarmeringsinstantie voor zowel de Navo als voor Nederland. Voorts heeft het CRC een opleidingstaak voor haar gevechtsleidingspersoneel. Het MilATCC is belast met het leveren van luchtverkeersleidings- en vluchtinformatie voor delen van het Nederlands luchtruim. Tevens vindt coördinatie plaats van het gebruik van het luchtruim tussen de militaire en civiele luchtverkeersbeveiligingsinstanties. Evenals het CRC heeft het MilATCC een opleidingstaak voor haar eigen luchtverkeersbeveiligingspersoneel. Om het wettelijk geregelde «Bewijs van bevoegdheid» te behouden, dient het gevechtsleidings-personeel van het CRC en het luchtverkeersbeveiligingspersoneel van het MilATCC een jaarlijks oefenprogramma (JOP) met goed gevolg te doorlopen. De inhoud van zowel het theorie als het praktijkdeel van dit JOP is in luchtmachtregelgeving vastgelegd.
Investeringen
Jachtvliegtuigen
Project Mid-Life-Update (MLU) F-16 ontwikkeling, productie en inbouw
Doelstelling
Verlenging operationele levensduur F-16 tot 2010 op het gebied van avionica en gebruik van moderne wapens
Projectomvang
€ 758,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting
2002 2003 2004 2005 2006 2007
2008
Activiteiten
DMP-E
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
182 11 099
240 564
701
Het project Mid-Life-Update (MLU) F-16 wordt in 2003 afgerond. Het bedrag in 2005 betreft een restbetaling.
Doelstelling
Project Link-16
Uitrusting van de F-16 met de Navo-standaard Link-16 datalink apparatuur ten behoeve van de verbetering van de informatie-uitwisseling bij het uitvoeren van operaties
Projectomvang
€ 131,3 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
15 905 12 003
52 572 19 306
1 164 22 759
21 046
19 778
18 749
9 553
Link-16 is een middel om geautomatiseerd operationele informatie (waaronder commandovoering) te integreren in verschillende wapen-platforms, waaronder de F-16. Met dit project volgt de luchtmacht de Navo-standaardisatie op het gebied van datalinkgebruik en kunnen de F-16’s gezamenlijk met wapenplatforms van de andere krijgsmachtdelen alsmede belangrijke internationale partners in één netwerk opereren. Het project is inmiddels in volle gang.
Project ALQ 131 update
Doelstelling
Verbetering van de zelfbeschermingcapaciteit van de F-16 door modernisering ALQ-131
Projectomvang
€ 71,4 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-A
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
40 000
8 445 12 005 12 000 17 000
Door snel ontwikkelende technologie vormen radargeleide luchtafweer-systemen op de grond een steeds grotere dreiging. Deze systemen worden wereldwijd geëxporteerd en vormen een potentiële dreiging tegen de F-16 bij een daadwerkelijke inzet. De huidige ALQ-131 is onvoldoende in staat deze dreiging adequaat te pareren. Naar aanleiding hiervan wordt in samenwerking met andere Europese F-16 landen en met de Amerikaanse luchtmacht gewerkt aan verbetering van deze zelf-beschermingapparatuur. Het project voorziet in een capaciteitverbetering van de zelfbeschermingstoorzenders van de ALQ-131.
Project Verbetering lucht-grond (L/G) bewapening F-16
Doelstelling |
Verbetering precisie wapenpakket jachtvliegtuigen voor gronddoelen |
||
Projectomvang |
€ 219 miljoen |
||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-A |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
77 500 24 600
33 000
19 900
17 076
13 412
Voor het aanvallen van doelen op de grond moeten wapens effectief en accuraat worden ingezet, de juiste uitwerking hebben en een minimum aan onbedoelde nevenschade veroorzaken. Door het gebruik van precisiewapens zijn per saldo minder wapens per doel benodigd. De wapens moeten bij voorkeur onder alle weersomstandigheden, zowel bij daglicht als bij duisternis, kunnen worden ingezet. Het verbeterde wapenpakket voor gronddoelen voorziet in een mix van wapens die onder uiteenlopende weersomstandigheden met de vereiste mate van precisie en vanaf grote afstand kunnen worden ingezet. Met dit project geeft Defensie invulling aan de tekorten die binnen Navo en Europa bestaan op het gebied van precisiewapens. De verbetering van de lucht-grond bewapening wordt in drie fasen uitgevoerd. Het totale budget van deze drie fasen beslaat €219 miljoen. In de eerste fase worden lasergeleide en GPS-geleide wapens, alsmede verbeterde munitie voor het boordkanon
verworven. De vervolgprojecten voorzien in wapens met stand-off capaciteit (fase twee) en niet-letale wapens (fase 3).
Project verbetering en uitbreiding doelaanwijzing jachtvliegtuigen
Doelstelling |
Verbetering en uitbreiding doelaanwijzing jachtvliegtuigen |
|||
Projectomvang |
€ 45,0 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-A |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
45 000
15 000
15 000
15 000
Zoals aangegeven in het project verbetering lucht-grond bewapening wordt een mix van wapens aangeschaft die onder uiteenlopende weersomstandigheden zowel bij daglicht als bij duisternis met precisie (PGM) en vanaf grote afstand kan worden ingezet. Om PGM’s te kunnen inzetten, worden Targeting Pods (TGP’s) gebruikt om doelen te identificeren en aan te wijzen. De resolutie van de huidige TGP’s is beperkt. Bovendien is het huidige aantal TGP’s te klein. Met de aanschaf van een nieuwe (derde generatie) TGP’s kunnen doelen op grotere afstand, met een grotere nauwkeurigheid worden opgespoord, herkend en geïdentificeerd. Deze derde generatie TGP’s versterkt de operationele samenwerking met eenheden op de grond en in de lucht, zowel tussen de krijgsmachtdelen (joint) als internationaal (combined).
F-16 Tactisch Luchtverkenning Systeem
Doelstelling
Vervanging van de huidige luchtverkenningsystemen om aan de operationele (inter)nationale luchtverkenningstaken te kunnen blijven voldoen
Projectomvang
€ 30,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-B/C
DMP- D
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
75 39
29 632 3 001
13 991
12 760
De huidige luchtverkenningsystemen zijn operationeel en technisch verouderd. De verwerving en verbetering van middelen voor doel-herkenning en het opbouwen van een tactisch omgevingsbeeld hebben een hoge prioriteit. Tot de invoering van geavanceerde onbemande verkenningsystemen zoals de MALE-URAV dienen de tactische luchtverkenningsystemen als interim-oplossing. De beoogde tactische luchtverkenningsystemen zijn voorzien van een tactische datalink en doelaanwijzingfunctionaliteit en maken een snelle «sensor-to-shooter
6
loop» mogelijk. Naast een verbetering van de inlichtingengaring draagt deze investering ook bij aan de verbetering van de effectieve inzet.
Project Vervanging F-16 «System Development and Demonstration» (SDD)
Doelstelling
Tijdig voorzien in adequate vervanging van de F-16 vliegtuigen van de Nederlandse krijgsmacht
Projectomvang
€ 758,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
745 027 98 196
12 936 64 613
107 687
126 076
133 653
118 225
73 407
De Nederlandse F-16’s bereiken vanaf ongeveer 2010 het einde van hun operationele, technische en economische levensduur. Het project Vervanging F-16 is gericht op tijdige vervanging van de F-16 jachtvliegtuigen. Daarom heeft de Nederlandse regering besloten te participeren in de SDD-fase van de JSF. Inmiddels is de verwervingsvoorbereiding (DMP-D fase) gestart.
Project Vervanging F-16 Nederlandse projecten
Doelstelling
Tijdig voorzien in adequate vervanging van de F-16 vliegtuigen van de Nederlandse krijgsmacht
Projectomvang
€ 44,9 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
11 479
11 348
11 100
Dit betreft het deel van het SDD-budget dat kan worden besteed aan Nederlandse projecten.
Project Vervanging F-16/productiefase
Doelstelling
Het voorzien in adequate vervanging van de F-16 vliegtuigen van de Nederlandse krijgsmacht
Projectomvang
> € 250 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-D
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
111 800
Bovenstaande betreft de aanloopkosten voor de productiefase van de vervanger van de F-16.
Helikopters
Project Luchtmobiele Brigade
De resterende deelprojecten van het Project Luchtmobiele Brigade zijn overgedragen van de Koninklijke landmacht aan de Koninklijke luchtmacht. Een deel van het projectbudget is bestemd voor de betaling van de aanschaf van de helikopters. Met het resterende deel wordt voorzien in de capaciteitsverbetering van de Apache helikopters: Modernized Target And Designation System (MTADS) alsmede Aircraft Survivablity Equipment (ASE). Deze budgetten zijn overgeheveld naar de gelijknamige projecten (zie onder).
Restbetaling aanschaf helikopters |
||||||
Realisatie 2002 |
Verwachting 2003 |
Begroting 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Verplichtingen (x€ 1 000) Uitgaven (x € 1 000) |
15 400 |
17 400 |
||||
8 700 |
5 600 |
18 500 |
Project Modernized Target Acquisition and Designation Sight (MTADS)
Doelstelling
Verbetering van de operationele capaciteiten van de gevechtshelikopter gericht op detectie en doelidentificatie
Projectomvang
€ 112,6 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-A
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
112 600 18 468
14 955
17 960
18 020
25 942
MTADS betreft een verbetering van de huidige infrarood systemen van de gevechtshelikopter AH64D. Met de verwerving van MTADS verbeteren de doelaanwijzing, de richtmiddelen en de nachtzichtapparatuur. Met de MTADS kunnen betere verkenningen worden verricht, verkrijgt de bemanning beter zicht op obstakels bij nacht en kan een grotere afstand tot de vijand worden aangehouden. Hierdoor neemt het onderscheppingsvermogen van de AH64D toe, alsmede het vermogen om inlichtingen te verzamelen. Daarnaast leidt MTADS ook tot een verbeterde zelfbescherming. Momenteel bereidt de Amerikaanse landmacht de productie van MTADS voor. Getracht wordt om bij deze productie aan te sluiten.
Project Aircraft Survivabilty Equipment (ASE)
Doelstelling |
Verbetering van de zelfbescherming van de gevechtshelikopter |
|||
Projectomvang |
€ 122,1 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
DMP-A |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
1 100
15 001
15 000
De gevechtshelikopter wordt in toenemende mate kwetsbaar voor de steeds verder ontwikkelde vijandige wapensystemen. Het project ASE voor gevechtshelikopters dient om de zelfbeschermingapparatuur van de gevechtshelikopters te verbeteren. Het project betreft enerzijds het aanbrengen van inbouwmogelijkheden (zogenaamde «provisions for») voor de zelfbeschermingapparatuur tegen radar en infrarood raketten in alle gevechtshelikopters. Anderzijds wordt voor een nog te bepalen aantal gevechtshelikopters de daadwerkelijke zelfbeschermingapparatuur aangeschaft. De realisatie van ASE wordt rond 2007 verwacht.
Project Zelfbescherming Transporthelikopters
Doelstelling
Transporthelikopters voorzien van elektronische zelfbescherming om inzet in het gehele gewelds- en dreigingspectrum mogelijk te maken
Projectomvang
€ 57,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
470 18 779
10 486
3 248
Het project Zelfbescherming Transporthelikopters bevindt zich in de realisatiefase en wordt naar verwachting in 2004 definitief afgerond.
Geleide Wapens
Project Vervanging COMPATRIOT
Doelstelling
Vervanging van het huidige commandovoering- en verbindingsysteem van de Patriot
Projectomvang
€ 32,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-A
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
10 000
11 000
11 000
Het huidige Command and Control systeem van de Patrioteenheden (COMPATRIOT) raakt verouderd. Daarom wordt een nieuw verbindingsnetwerk ontwikkeld en aangeschaft.
Patriot Update tot PAC-3.
Doelstelling
Capaciteitsverbetering van luchtverdedigingssystemen door aanpassingen van de Patriot-radar en de commandocentrale, de verwerving van PAC-III raketten alsmede de invoering van PAC-III lanceerin-richtingen
Projectomvang
€ 128,2 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
DMP-B t/m D
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
128 200 5 000
25 000
20 000
20 000
35 000
De proliferatie van ballistische raketten en kruisvluchtwapens neemt wereldwijd toe en daarmee ook het belang van verdediging tegen deze wapens. Het project bestaat uit de verwerving van PAC-3 lanceerinrichtin-gen en PAC-3 raketten. Hierdoor verbetert de capaciteit van het Patriotsysteem tegen de dreiging van tactische ballistische raketten aanmerkelijk en kan een groter gebied worden verdedigd.
Commandovoering
Project Naderingsapparatuur Military Approach and Surveillance System (MASS)
Doelstelling
Blijvend zorgdragen voor adequate luchtverkeersleidingcapaciteit door vervanging van de huidige verouderde naderingsapparatuur
Projectomvang
€ 47,0 miljoen
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
3 073 7 261
3 900 23 319
13 881
De huidige naderingsapparatuur is aan het einde van de technische levensduur. Vervanging is noodzakelijk om de radardekking rondom de vliegbases van de Koninklijke luchtmacht te kunnen blijven garanderen, opdat een optimale veiligheid voor het vliegverkeer in het gehele luchtruim wordt voortgezet. Het «Military Approach and Surveillance System» (MASS) bestaat uit radarapparatuur met bijbehorende consoles. MASS wordt medio 2004 opgeleverd en geplaatst op het Air Operations and Control Station Nieuw Milligen.
Overige systemen
Project Vliegtuigbrandbestrijdingsvoertuigen
Doelstelling
Vervanging van de Klu- en KM-vliegtuigbrandbestrijdingsvoertuigen voor de vliegbases, vliegkampen en het Ressort Opleidingen Klu
Projectomvang
€ 26,0 miljoen
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004
2005
2006
2007
2008
Activiteiten
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
78 78
450 13 946
6 494
De huidige vliegtuigbrandbestrijdingsvoertuigen van zowel de Koninklijke luchtmacht als de Koninklijke marine naderen het einde van hun technische levensduur. De vliegtuigbrandbestrijdingsvoertuigen zijn benodigd voor vliegbases, vliegkampen en het ressort Opleidingen KLu. Bij dit ressort worden de interservice brandweeropleidingen verzorgd. Ingevolge de Inkoopsamenwerking Brandweermaterieel Krijgsmacht treedt de Koninklijke luchtmacht op als SSM/SSP-manager. Het project is na de A-fase gemandateerd aan de Koninklijke luchtmacht. Thans vindt de productie plaats en worden de nieuwe vliegtuigbrandbestrijdingsvoer-tuigen bij de Koninklijke luchtmacht en marine in gebruik genomen.
Transportvliegtuigen
Project verbetering strategisch luchttransport (verwerving derde DC-10)
Doelstelling
Tekortkomingen opheffen op het gebied van strategisch luchttransport
Projectomvang
€ 30,0 miljoen
Activiteiten
Realisatie Verwachting 2002 2003
Begroting 2004
2005
2006
2007
2008
DMP-A
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
30 000
10 000
15 000
1 500
3 500
Expeditionair optreden van de Nederlandse en Europese krijgsmachten leidt tot een toename van de vraag naar (strategische) luchttransportcapaciteit (DC-10 klasse) en Air to Air Refuelling (AAR). Omdat de Nederlandse F-16’s worden ondergebracht op twee bases, moet structureel meer gebruik worden gemaakt van oefengebieden in het buitenland en het verlengen van de trainingsduur van de missies in Nederland. Vanwege deze andere wijze van oefenen zijn de twee KDC10’s nog meer dan thans benodigd voor AAR en zijn ze dus minder beschikbaar voor het uitvoeren van transporttaken. Door verwerving van een derde DC-10 kan
Defensie tegen lage kosten voorzien in (het behoud van) strategische luchttransportcapaciteit met maximale flexibiliteit.
Niet meer opgenomen DMP projecten
Het betreft het project Vervanging Hawk PIP III en het project capaciteitsverbetering AH-64D. Dit project is nu gesplitst in de projecten ASE, MTADS en AH-64 Longbow. De eerste twee projecten zijn opgenomen in deze begroting. Het project AH-64 Longbow start na de begrotingsperiode (2009).
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting beslaat in 2004 € 37,0 miljoen. In deze begroting zijn de ontvangsten geraamd die in het bijzonder betrekking hebben op personele, materiële en specifieke ontvangsten.
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit wordt in onderstaande tabel en grafiek weergegeven.
Bedragen x € 1 000 |
|||||
Omschrijving |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal geraamde kasuitgaven |
1112141 |
1 182 605 |
1 133 742 |
1 104 135 |
1 155 066 |
Waarvan apparaatsuitgaven |
344 453 |
357 753 |
353 389 |
312 580 |
309 069 |
Dus programma-uitgaven (incl. investeringen) |
767 688 |
824 852 |
780 353 |
791 555 |
845 997 |
Waarvan juridisch verplicht Waarvan complementair noodzakelijk Resterende plannen
35% 266 997
42% 322 604 23% 178 088
25% 210 105
40% 328 198 35% 286 549
22% 168 861
47% 368 661 31% 242 831
17% 132 786
47% 370 510 36% 288 259
7% 58 437
39% 327 616 54% 459 944
Totaal
100% 767 688 100% 824 852 100% 780 353 100% 791555
100% 845 997
Budgetflexibiliteit
100
75
50
25
2004
2005
2006 Begrotingsjaren
2007
2008
Plannen Complementaire
verplichtingen
Juridische verplichtingen
Groeiparagraaf VBTB
De prestatiegegevens van jachtvliegtuigen, helikopters, luchttransport en grond-lucht geleide wapens, worden in de begroting 2005 verder uitgebreid met daarmee verband houdende uitgaven. Daarnaast zal de kwaliteit van de extra-comptabele staat, waarin de uitgaven van de Koninklijke luchtmacht zijn toegerekend aan de doelstellingen, worden verbeterd. De verbeteringen voor de ondersteunende eenheden van de Koninklijke luchtmacht zijn opgenomen in de groeiparagraaf van niet-beleidsartikel 60.
0
Beleidsartikel 04. Koninklijke marechaussee
Algemene beleidsdoelstellingen
De Koninklijke marechaussee is als politieorganisatie met militaire status verantwoordelijk voor de handhaving van de rechtsorde en integriteit van de krijgsmacht. De militaire status van de Koninklijke marechaussee komt vooral tot uiting in de structuur van de organisatie, de aansturing en de rechtspositie van het personeel. De Koninklijke marechaussee draagt bij aan de realisatie van de hoofdtaken van Defensie, in het bijzonder op het terrein van crisisbeheersing, vredestaken en bijstand ter handhaving van openbare of strafrechtelijke orde. Daarnaast is de Koninklijke marechaussee belast met civiele politie- en beveiligingstaken, die onder het gezag van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden uitgevoerd. De taken van de Koninklijke marechaussee zijn vastgelegd in artikel 6 van de Politiewet. Door haar opleiding, karakter en centrale aansturing is de Koninklijke marechaussee in staat snel en effectief prioriteiten te leggen. De Koninklijke marechaussee levert een substantiële bijdrage aan zowel interne als externe veiligheid.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
De algemene beleidsdoelstelling van de Koninklijke marechaussee is geoperationaliseerd in een vijftal taakvelden. De operationele doelstellingen worden hoofdzakelijk vastgesteld op basis van de beleidslijnen van de verschillende gezagsdragers. De toelichtingen per taakveld zijn gebaseerd op deze doelstellingen en de daaraan gekoppelde activiteiten en budgetten.
Taakvelden |
Doelstelling |
I. Beveiliging «Het handhaven van het veiligheidsniveau overeenkomstig de Het taakveld Beveiliging betreft de beveiliging van aangewezen geldende veiligheidsconcepten, zoals deze zijn bekrachtigd door objecten, personen, de burgerluchtvaart en waardetransporten het bevoegd gezag.» van de Nederlandsche Bank. Ook vallen ceremoniële diensten onder dit taakveld.
II. Handhaving vreemdelingenwet «Het uitvoeren van haar wettelijke taken in overeenstemming met Binnen het taakveld Handhaving Vreemdelingenwet wordt de geldende wet- en regelgeving en binnen de met het gezag Grensbewaking aan de Schengen buitengrenzen en Mobiel overeengekomen, of nog overeen te komen normafspraken.» Toezicht Vreemdelingen aan de Schengen binnengrenzen uitgevoerd. Daarnaast maakt de ondersteuning in het kader van de asielprocedure deel uit van dit taakveld.
III. Politietaken Defensie «Het handhaven van de openbare orde op en rondom de militaire Het taakveld Politietaken Defensie omvat de politietaak ten terreinen en het handhaven van strafrechtelijke rechtsorde binnen behoeve van de Krijgsmacht exclusief de civiele politiemissies in de krijgsmacht en jegens militaire justitiabelen zowel in Neder-het kader van internationale crisisbeheersings-, vredesbewarende land als in internationaal verband, alsmede het verlenen van hulp of humanitaire operaties. Deze operaties zijn terug te vinden in de aan hen die dat behoeven.» defensiebrede beleidsdoelstelling «bevordering internationale rechtsorde en stabiliteit».
IV. Politietaken burgerluchtvaartterreinen «Het handhaven van de openbare orde en de strafrechtelijke Het taakveld Politietaken burgerluchtvaartterreinen beslaat de rechtsorde op de aangewezen nationale luchthavens in overeen-strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de handhaving van stemming met de met het bevoegd gezag gemaakte afspraken de openbare orde en hulpverlening. De strafrechtelijke handha- alsmede het verlenen van hulp aan hen die dat behoeven.» ving vindt plaats onder het gezag van het Openbaar Ministerie en richt zich op zowel de uitvoering van de basispolitiezorg als op de recherche.
V. Assistentieverlening samenwerking en bijstand «Het zorgdragen voor het gereedhoudenvan het bijstands-De Koninklijke marechaussee verleent op diverse manieren reservoir alsmede het op verzoek van het bevoegd gezag leveren bijstand en assistentie aan of werkt samen met de politie. De inzet van personeel, eenheden en materieel voor de samenwerking, kan bestaan uit het leveren van capaciteit op het gebied van bijstand en assistentieverlening aan depolitie.» recherche (inclusief arrestatie- en opsporingseenheden en observatieteams), persoons- en objectbeveiliging en eenheden voor de inzet bij grootschalig en bijzonder politieoptreden. Ook de samenwerking met de politie in het kader van de reguliere taakuitvoering op basis van een convenant valt binnen dit taakveld.
Budgettaire gevolgen van beleid
Algemeen
De financiële middelen die aan de Koninklijke marechaussee ter beschikking staan voor het realiseren van de operationele doelstellingen, de staf van de Koninklijke marechaussee en de wachtgelden en inactiviteits-wedden zijn in de volgende tabel opgenomen:
Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 04 Koninklijke marechaussee (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
279 449 326 023 344 167 341226 316 263 307 069
316 089
Uitgaven Programma-uitgaven
Operationele taakvelden Investeringen
180 946 |
232 992 |
242 597 |
242 571 |
226 960 |
227 271 |
229 527 |
19 974 |
35 251 |
45 677 |
51 085 |
49 990 |
49 016 |
56 897 |
Totaal programma-uitgaven |
200 920 |
268 243 |
288 274 |
293 656 |
276 950 |
276 287 |
286 424 |
Apparaatsuitgaven Staf Koninklijke marechaussee Wachtgelden en inactiviteitswedden |
86 725 985 |
43 392 753 |
46 898 737 |
48 981 749 |
46 816 749 |
47 211 749 |
48 014 749 |
Totaal apparaatsuitgaven |
87 710 |
44 145 |
47 635 |
49 730 |
47 565 |
47 960 |
48 763 |
Totaal uitgaven |
288 630 |
312 388 |
335 909 |
343 386 |
324 515 |
324 247 |
335 187 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
8 224 |
6 964 |
7 064 |
7 164 |
7 164 |
7 264 |
7 264 |
Uitgavenverdeling naar operationele doelstelling
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de uitgaven gepresenteerd van de Koninklijke marechaussee die samenhangen met de realisatie van de operationele doelstellingen. In onderstaande tabel zijn de programma-uitgaven, exclusief investeringen, extra-comptabel toegerekend aan de operationele taakvelden uit de taakveldenmatrix. De procentuele verdeling die is gehanteerd bij het toerekenen van uitgaven aan het beleidsartikel is eveneens in een tabel opgenomen. In bijlage 6 is een totaal overzicht opgenomen voor de gehele defensiebegroting inclusief een technische toelichting.
De Koninklijke marechaussee heeft de uitgaven voor het Opleidingscentrum Koninklijke marechausse (OCKMar) separaat geraamd op het niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht.
Extra comptabele verdeling |
Operationeel |
Staf Kmar |
OCKmar |
Dico-eenheden |
Totaal |
uitgaven |
eenheden |
||||
voor 2004 in € 1 000 |
|||||
Koninklijke marechaussee |
(artikel 04) |
(artikel 04) |
(artikel 60) |
(artikel 60) |
Toe te rekenen uitgaven
Taakveld 1 Beveiliging |
48 056 |
Taakveld 2 Handhaving vreemd. |
116 667 |
Wet |
|
Taakveld 3 Politietaken Defensie |
61 662 |
Taakveld 4 Politietaken burger- |
10 711 |
luchtv.terr. |
|
Taakveld 5 Ass.verlening en |
5 501 |
bijstand |
Niet toe te rekenen uitgaven
Investeringen
Keuring/werving/Init. opleidingen Wachtgelden/inacitiv. wedden Apparaat
1115 |
49 171 |
2 710 |
119 377 |
1 432 |
63 094 |
243 |
10 954 |
121
45 677
737
46 898
1 580
5 562
Totaal toe te rekenen |
242 597 |
0 |
0 |
5 621 |
248 218 |
Nog niet toe te rekenen uitgaven |
0 |
40 217 |
2 468 |
42 685 |
45 677 1 580
737
46 898
Totaal
242 597
93 312
40 217
9 669
385 796
Activiteiten
De Koninklijke marechaussee beschikt voor het realiseren van voorgaande doelstellingen over zeven districten en het opleidingscentrum die het tactische niveau van de organisatie vormen. Onder de districten ressorteren de brigades van de Koninklijke marechaussee. De staf Koninklijke marechaussee draagt, namens de Bevelhebber der Koninklijke marechaussee, zorg voor een algemeen operationeel beleidskader en vervult een sturende en coördinerende rol bij zaken die het districtsniveau te boven gaan.
District
Noord-Brabant
Limburg
Bevelhebber C-KMar
Staf Kmar
I I |
|
District |
District |
Noord-Holland |
Gelderland |
Utrecht |
Overijssel |
Flevoland |
District Schiphol
District
Zuid-Holland
Zeeland
District Noord
Opleidingscentrum (OCKMar)
District
Landelijke en
Buitenlandse
eenheden
Taakveld Beveiliging
Algemeen: de genoemde waarden in de kolom «Normering/streefwaarden» betreffen het in 2004 na te streven eindresultaat.
Activiteiten |
Prestatie-indicatoren |
Normering/streefwaarde |
-
1.Het beveiligen van objecten, het adviseren en ondersteunen ten aanzien van het beveiligen van objecten en optreden in geval van incidenten bij het beveiligen van objecten
Onbevoegde betreding van het te beveiligen object.
Nul
-
2.Het beveiligen van personen en het optreden in geval van incidenten bij het beveiligen van personen.
Fysieke schendingen van de integriteit van Nul de te beveiligen persoon.
-
3.Het houden van toezicht op de beveiliging van de burgerluchtvaart, waaronder «high risk» vluchten en het optreden in geval van incidenten.
Kapingen en aanslagen op vliegtuigen en luchthavens.
Nul
-
4.Het beveiligen van waarde-transporten Overvallen op het waardetransport van DNB
Nul
Taakveld Handhaving Vreemdelingenwet
Activiteiten |
Prestatie-indicatoren |
Normering/streefwaarde |
-
1.Het uitvoeren van de grensbewaking, waaronder het uitvoeren van persoonscontroles en het verstrekken van nooddocumenten
«Schengen» conforme controle
Wachtrij op de luchthaven Schiphol
Burgerluchtvaart: 100% fysieke controle op in- en uitreis;
Vrachtschepen gedifferentieerd naar doorlaatpost: 100% administratieve controle op in- en uitreis; 50% fysieke controle op inreis en 20% fysieke controle op uitreis;
Ferry’s: 100% fysieke controle op in- en uitreis;
Cruiseschepen: 100% administratieve en fysieke controle op in- en uitreis; Claimpercentage van 80% van totaal aantal geweigerden plus asielaanvragen 95% van de passagiers bij aankomst mag maximaal tien minuten wachten voorafgaand aan de paspoortcontrole 95% van de vertrekkende of transfererende passagiers mag maximaal 6 minuten wachten voorafgaand aan de paspoortcontrole.
-
2.Het uitvoeren van het mobiel toezicht vreemdelingen (MTV), waaronder het
houden van controles1
Aantal illegalen dat is aangetroffen in het grensgebied.
Geen
-
3.Het geven van ondersteuning bij de Aantal identiteitsvaststellingen in het
asielprocedure op de aanmeldingscentra AC-proces. (AC’a) Schiphol, Zevenaar, Rijsbergen en Ter Apel
100% identiteitscontrole
-
4.Het verwijderen van vreemdelingen
Aantal vreemdelingen dat Nederland is uitgezet
24 000
-
5.Het uitvoeren van strafrechtelijke onderzoeken mensensmokkel
Aantal middelgrote onderzoeken 19
mensensmokkel
Aantal kleine onderzoeken mensen- 165
smokkel i.h.k.v. grensbewaking
Aantal kleine onderzoeken mensen- 130
smokkel i.h.k.v. MTV
Aantal GOC-mensensmokkel onder- 30
zoeken
Dit is nog afhankelijk van de uitkomst van een werkgroep MTV (KMar en IND)
Taakveld Politietaken Defensie
Activiteiten |
Prestatie-indicatoren |
Normering/streefwaarde |
-
1.De zogenoemde beschikbaarheid en Responstijden
bereikbaarheidfunctie t.b.v. noodhulp
In minimaal 90% van de meldingen is de APD binnen 30 minuten ter plaatse
-
2.Het (strafrechtelijk) handhaven van de 1) Aantal misdrijfverbalen
openbare orde en de rechtsorde
-
1)1500
-
2)45%
-
3)9
-
2)Percentage pv «lik-op-stuk»
-
3)Aantal uitgevoerde middelgrote/grote rechercheonderzoeken
-
4)Percentage technisch sepot 4)5%
-
5)Gemiddelde doorlooptijd tussen plegen 5) 60 dagen van het feit en sluiting van het pv.
-
6)Gemiddelde doorlooptijd tussen het 6) 30 dagen laatste verhoor en het sluiten van het pv.
-
7)Gemiddelde doorlooptijd tussen het 7) 20 dagen sluiten van het pv. en het inzenden naar het OM
Taakveld Politietaken Burgerluchtvaartterreinen
Activiteiten |
Prestatie-indicatoren |
Normering/streefwaarde |
-
1.De zogenoemde beschikbaarheid en Responstijden
bereikbaarheidfunctie t.b.v. noodhulp
Schiphol: in minimaal 90% van de prio 1
meldingen in de Terminal en op Schiphol
Centrum is de APD binnen 5 minuten ter
plaatse (op Schiphol Oost binnen 8
minuten)
In 90% van de prio 2 meldingen is de APD
binnen 10 minuten ter plaatse.
Overige luchthavens:
In minimaal 90% van de meldingen is de
Koninklijke marechaussee binnen 30
minuten ter plaatse.
-
2.Het (strafrechtelijk) handhaven van de 1) Aantal 100% controles op risicovluchten 1) Zodanig aantal dat de invoer van
openbare orde en de rechtsorde (Schiphol)
-
2)Aantal drugskoeriers (invoer)
-
3)Aantal drugskoeriers (uitvoer)
-
4)Aantal uitgevoerde middelgrote/grote rechercheonderzoeken
verboden goederen wordt ontmoedigd
-
2)Geen
-
3)Geen
-
4)Geen
Taakveld Assistentieverlening, Samenwerking en Bijstand
Activiteiten |
Prestatie-indicatoren |
Normering/stre efwaarde |
-
1.Het operationeel gereed stellen en 1) Inzetbaarheid van ME-eenheden 8,5 inzetten van ME-eenheden, pantserwagen- 2) Inzetbaarheid van pantserwagen-pelotonsendeBBEK pelotons 4
-
3)Inzetbaarheid van de bijstandseenheid 100%
Investeringen
De financieel omvangrijke investeringsprojecten worden onderstaand afzonderlijk vermeld. De overige investeringen betreffen kleine projecten, bedrijfsmatige investeringen en vervangingsinvesteringen.
Project «C2000 Landelijke Roll-out Defensie»
Doelstelling
Het implementeren en invoeren van C2000 communicatie-apparatuur voor de KMar-, KM-, KL- en KLu-eenheden met taken op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Tevens omvat het project het verzorgen van opleidingen van eindgebruikers en het inrichten van een beheersorganisatie. Tenslotte wordt een landelijke meldkamer C2000 voor de Koninklijke marechaussee ingericht.
Projectomvang |
€ 10,1 miljoen |
|||||
Realisatie Verwachting 2002 2003 |
Begroting 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Oplevering |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
40 40
9 618 6 285
433 3 433
333
Op basis van de resultaten uit de gehouden proef is eind 2001 akkoord gegeven voor implementatie van de Landelijke Roll-out van C2000. De Koninklijke marechaussee treedt in de Landelijke Roll-out op als Single Service Manager voor de Koninklijke marine, landmacht en luchtmacht. In
2002 is het projectplan Landelijke Roll-out vastgesteld en is aangevangen met de voorbereidende werkzaamheden. In de voortgangsrapportage juli
2003 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gemeld dat de Landelijke Roll-out uitloopt met ongeveer 6 maanden.
Project «Nieuwbouw District Noord-Holland/Utrecht»
Doelstelling |
Nieuwbouw op het terrein van de marinekazerne in Amsterdam |
|||
Projectomvang |
€ 6,8 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Oplevering |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
990 13
525 884
5 200 1 395
3 551
909
De huidige huisvesting van het district Koninklijke marechaussee Noord-Holland/Utrecht in de Kolonel Sixkazerne te Amsterdam moet worden verlaten. Daarvoor in de plaats wordt nieuwbouw gerealiseerd op de Marinekazerne te Amsterdam. De oplevering is vertraagd. Het definitief ontwerp wordt in 2003 afgerond. De oplevering is nu voorzien eind 2005.
Project «Veldtenue KMar (VT Blauw)» |
||||
Doelstelling |
||||
Projectomvang |
€ 8,5 miljoen |
|||
Realisatie Verwachting Begroting 2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Activiteiten |
Afronding |
Financiële gevolgen
Verplichtingen (x € 1 000) Uitgaven (x € 1 000)
300 300
4 355 1 855
5 575
770
Het project «VT Blauw» is gericht op het verbeteren van de veiligheid en het draagcomfort van de kleding, zodat het personeel maximaal inzetbaar wordt. Het huidige «GVT Blauw» zal vervangen worden door een nieuw kleding- en uitrustingspakket «Veldtenue Blauw». Daarnaast behoren ook het afvoeren en vernietigen van het «GVT Blauw» alsmede het innemen van het «GVT Woodland» tot de projectopdracht. De investering zal op termijn een besparing in de exploitatie opleveren.
Ontvangsten
De ontvangsten van de Koninklijke marechaussee bedragen in totaal € 7,1 miljoen en hebben betrekking op:
-
•verhaalde salaris- en ziektekosten bij ongevallen;
-
•inhoudingen wegens het verstrekken van kleding, voeding en huisvesting;
-
•verrekeningen met derden in verband met dienstverlening.
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit van dit beleidsartikel wordt in onderstaande tabel weergegeven.
Bedragen x € 1 000 |
||||||||||
Omschrijving |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|||||
Totaal geraamde kasuitgaven |
335 909 |
343 386 |
324 515 |
324 247 |
335 187 |
|||||
Waarvan apparaatsuitgaven |
47 635 |
49 730 |
47 565 |
47 960 |
48 763 |
|||||
Dus programma-uitgaven (incl. Invest.) |
288 274 |
293 656 |
276 950 |
276 287 |
286 424 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht Waarvan complementair noodzakelijk Resterende plannen |
80% 18% 2% |
230 096 52 358 5 820 |
77% 11% 12% |
226 073 31 763 35 820 |
70% 10% 20% |
193 357 26 630 56 963 |
68% 11% 21% |
189 094 29 854 57 339 |
67% 10% 23% |
192 121 27 002 67 301 |
Totaal |
100% |
288 274 |
100% |
293 656 |
100% |
276 950 |
100% |
276 287 |
100% |
286 424 |
100
75
50
25
2004
2005
2006 Begrotingsjaren
2007
2008
Plannen
Complementaire verplichtingen
Juridische verplichtingen
Groeiparagraaf VBTB
Voor de begroting van 2005 zal de kwaliteit van de extra-comptabele staat, waarin de uitgaven van de Koninklijke marechaussee zijn toegerekend aan de doelstellingen, worden verbeterd. Het verkrijgen van een beter inzicht in de uitgaven per taakveld is daarbij van belang. Om dit te bereiken wordt onderzocht welke aanpassingen nodig zijn op het organisatorische vlak en in de geautomatiseerde ondersteuning. Ook zal worden onderzocht of het mogelijk is de vastgestelde integrale middensom te specificeren naar middensommen per taakveld. De verbeteringen voor de ondersteunende eenheid van de Koninklijke marechaussee zijn opgenomen in de groeiparagraaf van niet-beleidsartikel 60.
0
Beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties
Algemene beleidsdoelstelling
Nederland wenst bij te dragen aan de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde, waaronder begrepen de bevordering van veilige en stabiele verhoudingen in de periferie van het Navo-verdragsgebied. Nederland voert daartoe een actief veiligheidsbeleid, dat zich niet beperkt tot de zorg voor de veiligheid van het eigen land en die van de bondgenoten, maar zich ook richt op breed opgezette conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
De krijgsmacht dient in algemene zin in staat te zijn tot het leveren van een kwalitatief en technologisch hoogwaardige militaire bijdrage aan internationale operaties in alle delen van het geweldsspectrum, ook in de beginfase van een operatie. Het gaat hierbij in het bijzonder om het volgende:
+ een bijdrage aan het ambitieniveau van de Navo om gelijktijdig drie grote crisisbeheersingsoperaties op legerkorpsniveau in het gehele geweldsspectrum uit te voeren. Het ambitieniveau van de Europese Unie – het vermogen om binnen zestig dagen een troepenmacht van 50 000 tot 60 000 militairen te kunnen ontplooien – is hierbij inbegrepen. In verband hiermee moet de krijgsmacht als geheel tevens een bijdrage kunnen leveren aan de NATO Response Force; + deelneming voor maximaal een jaar aan een operatie in het hogere deel van het geweldsspectrum met één op de missie toegesneden brigade (taakgroep) van landstrijdkrachten, twee squadrons met elk achttien jachtvliegtuigen, een maritieme taakgroep met maximaal vijf fregatten of een combinatie hiervan. In de praktijk zullen de Nederlandse bijdragen afhankelijk van de missie en van de bijdragen van andere landen moeten worden samengesteld. Bij deelneming aan een vredesafdwingende operatie kan het noodzakelijk zijn ook eenheden in te zetten die in het kader van vredesoperaties elders zijn ontplooid; + deelneming aan maximaal drie operaties in het lagere deel van het geweldsspectrum met bijdragen van bataljonsgrootte of, bij zee- en luchtoperaties, equivalenten daarvan; + het optreden als «lead nation» op het niveau van een brigade – of, bij zee- en luchtoperaties, het equivalent daarvan – en, samen met andere landen, op legerkorpsniveau.
Voor de uitvoering van deze doelstellingen put Defensie uit de beschikbare eenheden van de krijgsmachtdelen. De voor inzet gerede militaire eenheden voldoen aan de kwalitatieve criteria die bij crisisbeheersingsoperaties zijn gesteld. De belangrijkste criteria die aan gereedstelling van de operationele eenheden worden gesteld, zijn:
+ het kunnen optreden onder uiteenlopende geografische en klimatologische omstandigheden; + het tijdig kunnen optreden met de juiste middelen, inclusief logistieke
ondersteuning tijdens ontplooiing en inzet; + het kunnen optreden met andere krijgsmachtdelen (joint) en andere krijgsmachten (combined).
Hierna wordt ingegaan op doelstellingen van lopende operaties in 2003 waarvan de uitgaven ook deels worden gerealiseerd in 2004.
De doelstellingen van de missies en daaraan gerelateerde activiteiten
Inleiding
De missies die opereren onder de VN-vlag, worden gefinancierd uit de contributiebijdragen van de landen die zich hebben aangesloten bij de VN. De Nederlandse bijdrage is 1,74% van de geraamde uitgaven van de door de VN-geleide missies. Daar tegenover staan voor Nederland ontvangsten voor haar bijdrage in VN-operaties.
Stabilisation Force (SFOR)
De hoofdtaak voor het Nederlandse gemechaniseerde bataljon in de Multinational Brigade North West (MNB NW) is het afschrikken van de voormalig strijdende partijen om vijandelijkheden te hervatten. Het bataljon geeft met name door presentiepatrouilles invulling aan deze taak. Hierdoor ontstaat een veilige omgeving waardoor andere organen van de internationale gemeenschap ongestoord hun (opbouw)activiteiten kunnen ontplooien.
Met financiële steun van Ontwikkelingssamenwerking kan het bataljon lokaal kleinschalige hulpverleningsprojecten uitvoeren. Daarmee wordt niet alleen de lokale bevolking geholpen maar ook de acceptatie van het bataljon in de Bosnische samenleving versterkt.
De eerste rotatie SFOR in 2004 bestaat nog uit ongeveer 1 100 militairen. Zij zijn onderverdeeld in een gemechaniseerd bataljon, een National Support Element (NSE), een verbindingsondersteuningscompagnie, een helikopterdetachement en medewerkers voor het hoofdkwartier van SFOR in Sarajevo en het hoofdkwartier van de Multinational Brigade North West (voorheen Division South West) in Banja Luka.
De toekomstige herstructurering van SFOR gaat in de richting van het uitoefenen van een waarnemingsfunctie in combinatie met een «quick reaction force», hetgeen een personele reductie tot gevolg heeft. In de plannen wordt voorshands rekening gehouden met een gefaseerde afbouw tot ongeveer 650 militairen in 2005. De besprekingen met onder meer de Engelsen en de Canadezen lopen nog. Ook moet de politiek haar instemming geven over de uitkomsten van de besprekingen en het uiteindelijke voorstel tot het herzien van de Nederlandse bijdrage in SFOR voor 2004 en verdere jaren.
Er is een helikopterdetachement operationeel op de basis Bugojno in Bosnië-Herzegovina. Deze helikopters zijn ter beschikking gesteld van Commandant MND (NW) voor het uitvoeren van vluchten ten behoeve van het bij medische noodgevallen in te zetten Immediate Response Team (IRT). Het detachement bestaat uit twee Cougars, waarvan er één gestationeerd is op Bugojno en één bij het Multinationaal hospitaal in Sipovo. In Nederland staan nog twee helikopters op 96 uur «Notice to Move».
KFOR
Bij het internationale hoofdkwartier van KFOR in Pristina worden
militairen uit de Navo-staven geplaatst. Gemiddeld zijn er vanuit deze
internationale staven in het hoofdkwartier KFOR vijf Nederlandse
militairen gedetacheerd. De KFOR-missie wordt uitgevoerd door de Navo
en is belast met de militaire aspecten uit VN-veiligheidsraadresolutie
1244.
International Security Assistance Force (ISAF)/ HQ ISAF lead Nation Vanaf 21 januari 2002 tot 11 augustus 2003 heeft Nederland deelgenomen aan de International Security Assistance Force in Afghanistan op basis van de VN-Veiligheidsraadsresolutie 1386. Volgens deze resolutie dient de veiligheidsmacht de Afghanen te assisteren bij handhaving van de veiligheid in Kabul. De verantwoordelijkheid voor de handhaving van orde en gezag in het gehele land wordt bij de Afghaanse autoriteiten zelf gelegd.
Op 10 februari 2003 hebben Nederland en Duitsland gezamenlijk van Turkije het Lead Nationschap in ISAF overgenomen met het Duits-Nederlandse snel inzetbare hoofdkwartier uit Münster. Op 11 augustus is het Lead Nationschap door de Navo overgenomen. De ISAF-militairen in Kabul voerden taken uit ter ondersteuning van de Afghaanse autoriteiten in het handhaven van de veiligheid in Kabul en directe omgeving. Daarnaast werden ook CIMIC-activiteiten ontplooid voor de Afghaanse bevolking. Het uit het operatiegebied teruggekeerd materiaal wordt, voor zover nodig, hersteld op het niveau van voor de uitzending. De herstel-kosten worden deels voorzien in 2004.
SFIR Stabilisatiemacht Irak
Door het ondersteunen van het Verenigd Koninkrijk met een contigent van bataljonsgrootte, wil Nederland een constructieve en substantiële bijdrage leveren aan de stabilisatie en veiligheid van Irak teneinde een wederopbouw van het land mogelijk te maken en de randvoorwaarden te creëren voor de overgang naar een representatieve regering van Irak. De ondersteuning voor deze operatie wordt geleverd vanuit alle krijgsmachtdelen. De Koninklijke marine levert een mariniersbataljon en een Field Dressing Station. De logistiek en genisten worden door de Koninklijke landmacht geleverd. De Koninklijke luchtmacht zet Chinooks in met het daarbij behorend personeel, verder ondersteunt zij, zo mogelijk, het luchttransport. Daarnaast levert ook de Koninklijke marechaussee personele ondersteuning. De operationele status is per 1 augustus 2003 ingegaan voor in beginsel een periode van 6 maanden. Van de met deze operatie samenhangende uitgaven vindt de realisatie voornamelijk plaats in 2003 met overlopende kosten in 2004, voor onder meer terugtransport.
European Union Police Mission (EUPM)
Het doel van de EUPM is het coachen van het midden- en hogere Bosnische politiekader in het uitoefenen van politietaken naar Europees model. De EUPM heeft geen executieve taken en verricht haar taken ongewapend. EUPM werkt samen met internationale organisaties die zich in Bosnië-Herzegovina inzetten voor de totstandkoming van een rechtstatelijke («rule of law») cultuur en voor de oprichting van een moderne civiele administratie. De Nederlandse bijdrage bestaat uit 20 militairen van de Koninklijke marechaussee en 8 civiele politieagenten. Nederland heeft zich in beginsel gecommitteerd tot één jaar. De missie zelf loopt tot eind 2005. De functionarissen van de Koninklijke marechaussee worden te werk gesteld op het gebied van interne EUPM-opleidingen, als liaison-officers in relatie met SFOR en bij diverse toezichthoudende eenheden van justitiële- en uniformdiensten van de lokale politieorganisaties in de verschillende kantons. Er moet rekening worden gehouden met verlenging van de Nederlandse bijdrage met nog eens zes maanden.
OVERIGE OPERATIES
Bosnia Kosovo Air Component (BKAC)
Nederland neemt deel aan de «Bosnia Kosovo Air Component» (BKAC), de missie van de Navo-luchtstrijdkrachten ter ondersteuning van de militaire grondoperaties in de Balkan. De Nederlandse bijdrage daaraan bestaat uit vier F-16 jachtvliegtuigen en één KDC-10 op een «Notice To Employ» (NTE) van 20 dagen alsmede één F- 60 op een «Notice To Move» (NTM) van 24 uur. Deze vluchten vinden plaats in het kader van VN-veilig-heidsresolutie 1244 (Joint Defence of Kosovo and KFOR Forces) en moeten de naleving op het bestand inzake Kosovo monitoren.
Bosnië Herzegovina Mine Action Centre (BHMAC)
Het «Bosnië-Herzegovina Mine Action Centre» (BHMAC) coördineert en inventariseert de informatie over en de ruiming van de talrijke, na de oorlog in Bosnië-Herzegovina achtergebleven mijnen en ongesprongen explosieven. Nederland draagt momenteel met één officier als militair adviseur bij aan de staf van BHMAC.
European Union Monitoring Mission (EUMM) De EUMM (voorheen ECMM) is sinds 1991 belast met het toezicht («monitoring») op de militaire, politieke, humanitaire en economische ontwikkelingen in de voormalige Republiek Joegoslavië. Daarover wordt gerapporteerd aan de lidstaten van de Europese Unie (EU). Ongeveer 150 personen uit veertien EU-lidstaten en vier OVSE-staten, die geen lid zijn van de EU, zijn werkzaam in deze missie. Het hoofdkwartier van de EUMM bevindt zich in Sarajevo en staat boven zogenaamde regionale centra, die elk één of meer coördinatiecentra aansturen. De waarnemers ressorteren onder een coördinatiecentrum en werken onder meer in Albanië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo en Macedonië. Er nemen thans vijf Nederlanders aan deze monitormissie deel: drie militairen en twee ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
OVSE Macedonië
Op 22 maart 2001 heeft de «Permanent Council» van de OVSE met het besluit nr. 405 toestemming gegeven om de «OSCE Spillover Monitor Mission to Macedonia» te starten. De missie heeft tot doel het monitoren van de ontwikkelingen langs de grens tussen Macedonië en Servië (Kosovo) en de ontwikkelingen in andere gebieden die risico lopen betrokken te raken bij het conflict in voormalig Joegoslavië (Kosovo). Dit wordt bewerkstelligd door het bewaken van de territoriale integriteit van Macedonië, het ondersteunen en uitbouwen van stabiliteit, vrede en veiligheid en het voorkomen van mogelijke conflicten in de regio. Onderdeel van de «Spillover Monitor Mission» is de «OSCE Police Development Unit» (PDU). Doel van de PDU is het trainen van 1 000 nieuwe politieagenten. Deze groep is multinationaal samengesteld. In eerste aanleg loopt het mandaat tot december 2003. Nederland neemt deel met één kolonel van de Koninklijke marechaussee. De taak van deze functionaris behelst het aansturen van de Field Training Coördinators en de Community Police Liaison Officers. Tevens is hij op voornoemde deelgebieden verantwoordelijk voor de contacten met de verschillende internationale organisaties en de Macedonische autoriteiten.
OVSE-missie in Moldavië
Sinds 1993 is er een OVSE-missie in Moldavië. De achtergrond van deze missie is het consolideren van de onafhankelijkheid en de soevereiniteit van Moldavië. Belangrijk aandachtspunt daarbij is de speciale status van
Transdnjestrië. Het mandaat van de missie is het helpen bij de totstandkoming van een algeheel politiek kader voor dialoog en onderhandelingen. Daarbij wordt onder andere toezicht gehouden op de terugtrekking van het 14e Russische leger uit Moldavië. Nederland levert sinds mei 1993 één militaire waarnemer aan deze missie.
United Nations Truce Supervision (UNTSO)
Sinds de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog in 1948 ziet UNTSO toe op het handhaven van de bestandslijnen tussen Israël en zijn buurstaten. In die rol zag UNTSO onder andere toe op de Algemene Wapenstilstand Overeenkomst uit 1949 en observeert de missie sinds 1967 het staakt-het-vuren in het gebied rond het Suez-kanaal en op de Golanhoogte. In de huidige situatie werkt UNTSO samen met UNDOF op de Golanhoogte in de Israëlisch-Syrische sector en met UNIFIL in de Israëlisch-Libanese sector. Nederland neemt aan UNTSO deel vanaf 1956.
Voorziening Crisisbeheersingsoperaties
Daar een Nederlandse militaire bijdrage aan een crisisbeheersingsoperatie op voorhand niet is te voorzien, wordt in de begroting slechts rekening gehouden met de lopende operaties en verplichtingen. Om die reden wordt slechts rekening gehouden met de Navo-contributies, PSO, SFOR, SFIR en naijlende uitgaven (onder andere herstel van materiaal) van de lopende operaties.
Activiteiten
MISSIE |
Periode |
Bijdrage |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Vermoedelijke uitkomsten 2003 |
Raming 2004 |
SFOR |
Vanaf 1995 |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
1 360 |
1 035 |
800 |
Transporthelikopters |
Vlieguren |
918 |
540 |
540 |
||
KFOR/Kosovo |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
7 |
5 |
5 |
|
Enduring |
Dec 01-sept 03 |
Totale cumulatieve |
Aantal personeel |
483 |
407 |
|
Freedom |
inzet |
|||||
T/m juni 2003 |
Fregat (1) |
Vaardagen Aantal personeel |
649 |
137 155 |
- |
|
T/m april 2003 |
Onderzeeboot (1) |
Vaardagen Aantal personeel |
229 |
93 55 |
– |
|
T/m juni 2003 |
Maritieme helikopters (2) |
Vlieguren Aantal personeel |
862 |
480 6 |
- |
|
T/m juni 2003 |
MPA (Orion) |
Vlieguren Aantal personeel |
1 407 |
650 17 |
– |
|
T/m sept 2003 |
Transportvliegtuigen (KDC 10/C-130/ Gulfstream IV en F50 /F60 ) |
Vlieguren |
1 449 |
1 000 |
||
T/m sept 2003 |
Jachtvliegtuigen F-16 (6) |
Vlieguren Aantal personeel |
1 363 |
3 500 174 |
– |
|
ISAF |
Jan 02-aug 03 |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
240 |
240 |
- |
ISAF HQ |
Feb 03-aug 03 |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
0 |
372 |
|
T/m aug 03 |
Transportvliegtuigen (KDC10/C130/F60) |
Vlieguren |
529 |
500 |
– |
|
Stabilisatie- |
10 juli-31 dec 03 |
Transporthelikopters |
Vlieguren |
1 100 |
1 100 |
|
macht IRAK |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
500 |
100 |
||
Display |
Feb 03- 16 apr |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
0 |
362 |
- |
Deterrence |
2003 |
|||||
BKAC |
Gemiddelde bezetting HQ |
Aantal personeel |
8 |
2 |
- |
|
MPA (Orion) |
Vlieguren |
245 |
100 |
- |
||
FEDMAC |
Vanaf juni 1998 |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
1 |
1 |
1 |
EUMM |
Vanaf 1996 |
Gemiddelde bezetting |
Aantal personeel |
3 |
3 |
3 |
Bijdrage
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomsten 2003
Raming 2004
EUPM 1 jan-03 tot eind Gemiddelde bezetting Aantal personeel
2005
OVSE Macedonië Okt 2001- dec Gemiddelde bezetting Aantal personeel
2003
OVSE-Moldavië Vanaf 1993 Gemiddelde bezetting Aantal personeel
UNTSO Vanaf 1956 Gemiddelde bezetting Aantal personeel
1 |
21 |
20 |
1 |
1 |
- |
1 12 |
1 12 |
1 12 |
Budgettaire gevolgen van beleid
De financiële middelen die thans planmatig voor Crisisbeheersingsoperaties ter beschikking staan voor het realiseren van de operationele doelstellingen, zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 09 Uitvoeren crisibeheersingsoperaties (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
172 655
251 288
178 401
178 401 178 401 178 401
178 401
Uitgaven
VN-contributies SFOR KFOR
Enduring Freedom ISAF/HQ ISAF Stabilisatiemacht Irak UNFICYP Task Force Fox Display Deterrence EUPM UNMEE
NAVO PSO/ EU operatie Overige operaties
Restant Voorziening crisisbeheersingsoperaties
44 630 |
45 000 |
49 500 |
49 500 |
49 500 |
49 500 |
49 500 |
70 106 |
55 300 |
53 000 |
47 000 |
47 000 |
47 000 |
47 000 |
1 043 |
||||||
27 753 |
28 500 |
|||||
14 264 |
36 100 47 700 |
6 000 16 500 |
||||
53 |
||||||
8 705 |
1 350 7 000 2 000 |
2 000 |
2 000 |
|||
2 433 |
||||||
1 984 |
3 200 |
2 900 |
1 900 |
1 900 |
1 900 |
1 900 |
1 684 |
5 400 |
5 900 |
3 700 |
3 700 |
3 700 |
3 700 |
19 738 |
42 601 |
74 301 |
76 301 |
76 301 |
76 301 |
Totaal uitgaven |
172 655 |
251 288 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 40 1 |
178 401 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
8 611 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit wordt in onderstaande tabel weergegeven.
Bedragen x € 1 |
000 |
|||||
Omschrijving |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
Totaal geraamde kasuitgaven |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
Waarvan juridisch verplicht
Waarvan complementair noodzakelijk Resterende plannen
29%
52 400
47% 83 400
24% 42 601
29%
51 400
29%
51 400
29%
51 400
30% 52 700
41% 74 301
28% 50 700
43% 76 301
28% 50 700
43% 76 301
29%
51 400
28% 50 700
43% 76 301
Totaal
100% 178 401
100% 178 401
100% 178 401
100% 178 401
100%
178 401
Budgetflexibiliteit
2004 2005 2006 2007
Begrotingsjaren
Plannen Complementaire Juridische
verplichtingen verplichtingen
Veronderstellingen
+ Onder de activiteiten van dit beleidsartikel worden de door het Kabinet goedgekeurde crisisbeheersingsoperaties opgenomen.
+ De internationale veiligheidssituatie blijft onvoorspelbaar. Omdat de Nederlandse deelname aan crisisbeheersingsoperaties niet exact gepland kan worden, bevat dit beleidsartikel een initiële voorziening voor de financiering van toekomstige crisisbeheersingsoperaties.
+ De omvang van SFOR bedraagt in 2003 ongeveer 1 100 vte’n. Na 2003 wordt rekening gehouden met een gefaseerde reductie. De gemiddelde bezetting in 2004 zal uitkomen op 800 vte’n. Ultimo 2005 zal de bezetting zijn teruggebracht naar 650 vte’n.
+ De geplande uitgaven in 2004 voor SFIR hebben met name betrekking op het retourneren van materieel en personeel en herstelwerkzaamheden op materieel.
0
2008
Beleidsartikel 10 Civiele Taken
Algemene beleidsdoelstelling
Naast de taken die de krijgsmacht uitvoert in het kader van de internationale veiligheid worden militairen en in voorkomend geval militair materieel – op verzoek en onder gezag van civiele autoriteiten – in toenemende mate ingezet om bij te dragen aan de handhaving van de nationale openbare orde en veiligheid, bijstand te leveren bij (dreigende) calamiteiten en zware ongevallen en steunverlening in het kader van het algemene belang.
Doel is het in nauw overleg en onder gezag van civiele autoriteiten leveren van een bijdrage aan de handhaving van de nationale rechtsorde en veiligheid alsmede het verlenen van steun ten behoeve van het algemeen belang.
Met de bestaande capaciteit wordt door Defensie een aantal niet-specifieke defensietaken uitgevoerd. Voor de civiele taken worden op dit artikel de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten geraamd. Het betreft hier uitgaven voor de inzet van defensiemiddelen in het kader van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (KWNA&A), uitgaven voor de Kustwacht Nederland (KWNED), de explosievenopruiming (EOD) en de hulp aan civiele overheden.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Doelstellingen van de KWNA&A zijn de bescherming tegen aantasting van de rechtsorde en de daaruit voortvloeiende gevaren en bedreigingen van de veiligheid en van de persoonlijke levenssfeer alsmede de steunverlening aan de gemeenschap en leden der gemeenschap bij (dreigende) noodsituaties die het gevolg zijn van ongevallen en rampen.
Kustwacht Nederland
Doelstellingen van de KWNED zijn de bescherming tegen de aantasting van de rechtsorde en de daaruit voortvloeiende gevaren en bedreigingen van de veiligheid en van de persoonlijke levenssfeer alsmede de steunverlening op zee-, kust- en aangewezen binnenwateren bij (dreigende) noodsituaties die het gevolg zijn van ongevallen en rampen.
Explosievenopruiming
Doelstelling van de explosievenopruimingsdiensten van Defensie is het voorzien in de capaciteit voor het opsporen, identificeren en ruimen van explosieven. Het betreft conventionele explosieven, vermoede explosieven en geïmproviseerde explosieven in Nederland, zowel op land als in het water en op zee.
Deze capaciteit kan ook overal elders ter wereld ingezet worden in het kader van een bondgenootschap, verdragsorganisatie of een bilaterale overeenkomst. Het eerstvolgende evaluatieonderzoek van deze doelstelling vindt plaats in 2004.
Hulp aan civiele overheden
Doel is in het geval van een ramp of een zwaar ongeval als vangnet op te
treden indien de civiele hulpverlening moet worden afgelost of aangevuld
of indien bijzondere defensie-expertise nodig is die niet civiel voorhanden
is.
Budgettaire gevolgen van beleid
De financiële middelen die onder dit beleidsartikel ter beschikking staan voor de realisatie van de nader geoperationaliseerde doelstellingen, zijn in de volgende tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 10 Civiele taken (x € 1 000) |
||||
2002 2003 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Verplichtingen 35894 28736 19575 |
19 658 |
19 541 |
19 538 |
19 538 |
Uitgaven
Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Kustwacht Nederland Explosievenopruiming Hulp aan civiele overheden
22 647 |
11 479 |
6 472 |
6 472 |
6 472 |
6 472 |
6 472 |
4 945 |
6 844 |
4 730 |
4 777 |
4 668 |
4 668 |
4 668 |
7 047 |
10 439 |
8 393 |
8 431 |
8 421 |
8 418 |
8 418 |
1 362 |
272 |
Totaal uitgaven |
36 001 |
29 034 |
19 595 |
19 680 |
19 561 |
19 558 |
19 558 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
7 959 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
Voor de KWNA&A en de KWNED is raming van de integrale uitgaven slechts ten dele mogelijk, als gevolg van de verstrengeling met de uitgaven van de Koninklijke marine. De uitgaven voor de inzet van eenheden van de Koninklijke marine zijn geraamd op basis van de tarieven (op additionele grondslag). Van de overige middelen zijn de uitgaven geraamd die éénduidig (en meetbaar) naar gebruik zijn toe te rekenen. Met ingang van 2003 worden nog slechts de directe uitgaven gemaakt voor inzet van personeel en materieel van de Koninklijke marine ten behoeve van de KWNA&A ten laste van dit artikel geraamd. De uitgaven voor de KWNA&A die niet toe te rekenen zijn aan de inzet van defensiemiddelen worden begroot en verantwoord in de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Ook bij de explosievenopruiming doet zich verstrengeling van deze diensten met het apparaat van de diverse krijgsmachtdelen voor. Deze diensten voeren tevens militaire taken uit. Hierbij zijn alle uitgaven van bij de EOD’n geplaatst personeel opgenomen, maar zijn de overige kosten vooralsnog beperkt tot de direct toerekenbare uitgaven.
Voor hulp aan civiele overheden worden, ten gevolge van het onvoorspelbare karakter van de hulp, geen uitgaven geraamd. In voorkomende gevallen zullen slechts de additionele uitgaven ten laste van dit artikelonderdeel worden gebracht.
Activiteiten
Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (KWNA&A)
De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba is een civiele organisatie, waarvan de minister van Defensie beheerder is. De Kustwachtcommissie waarin de drie landen van het Koninkrijk vertegenwoordigd zijn, bereidt het beleid voor de Kustwacht voor. De Koninkrijksministerraad stelt de beleidsdocumenten vervolgens vast. De Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) voert als Commandant Kustwacht (CKW) dienstverlenende, toezichthoudende en opsporingstaken uit.
De Kustwacht neemt in het kader van de internationale en regionale maritieme samenwerking deel aan internationale drugsbestrijdings-operaties.
De KWNA&A voert de onderstaande activiteiten uit:
Toezichthoudende en opsporingstaken:
– algemene politietaken, waaronder het uitvoeren van (internationale) drugsbestrijdingsoperaties;
– grensbewaking;
– douanetoezicht in samenwerking met de douanediensten en politiekorpsen (vreemdelingendiensten) van de Nederlandse Antillen en Aruba;
– toezicht op milieu en visserij;
– toezicht op de scheepvaart, waaronder het verkeer en de uitrusting van schepen.
Dienstverlenende taken:
– hulpverlening en rampenbestrijding waaronder ook het uitvoeren van «Search and Rescue» (SAR) acties al dan niet in samenwerking met particuliere, binnenlandse en/of buitenlandse organisaties;
– afwikkeling van nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.
De dienstverlenende taken, met name SAR, krijgen uiteraard de hoogste prioriteit indien deze zich feitelijk voordoen. Een indicatie van de omvang van de activiteiten wordt verkregen aan de hand van de cijfers over de voorgaande jaren:
Omschrijving
Meeteenheid
Realisatie 2001
Realisatie 2002
In beslag genomen drugs |
In kilo’s |
4 645 |
7 989 |
Bijdrage aan onderzoeken |
Aantal |
40 |
79 |
Assistentie schepen |
Aantal |
60 |
54 |
Gered of in veiligheid gebracht |
Personen |
243 |
271 |
Controle scheepvaart |
Processen verbaal |
54 |
36 |
Milieuverontreiniging |
Processen verbaal |
9 |
6 |
Illegale visserij |
Processen verbaal |
17 |
29 |
Illegale immigratie |
Processen verbaal |
101 |
74 |
Voor de taken stelt de Koninklijke marine, naast functionarissen voor onder meer de bezetting van het Kustwachtcentrum de volgende vaardagen en vlieguren ter beschikking.
Prestatiegegevens KWNA&A |
Aantal |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Vermoedelijke uitkomst 2003 |
Raming 2004 |
Fregat |
1 |
Vaardagen |
78 |
92 |
92 |
Maritieme helikopter |
1 |
Vlieguren |
264 |
390 |
390 |
Maritieme patrouillevliegtuigen |
3 |
Vlieguren |
1 866 |
1 900 |
- |
AS355 helikopter |
1 |
Vlieguren |
500 |
500 |
500 |
Kustwacht Nederland (KWNED)
De KWNED is een samenwerkingsorganisatie van zes departementen (de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Defensie, Justitie, Financiën, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De operationele leiding is in handen van de Koninklijke marine. Voor de uitvoering van deze taken worden door de participerende diensten varende en vliegende eenheden ter beschikking gesteld. De Kustwacht beschikt over een kustwachtcentrum in Den Helder. Dit centrum heeft een 24-uurs bezetting en fungeert als centraal meld-, informatie- en coördinatiecentrum. Het is tevens het Nationale Maritiemeen Aëronautische Redding Coördinatie Centrum (RCC). De beleidsmatige aansturing voor de uitvoering van deze taken geschiedt door het ministerie van Verkeer en Waterstaat ten aanzien van verkeers-taken en door het ministerie van Justitie ten aanzien van handhavingstaken.
De KWNED voert de volgende activiteiten uit:
Toezichthoudende en opsporingstaken:
– controle op vangstbeperkende en technische maatregelen die van
toepassing zijn op de zeevisserij; – controle op de naleving van scheepvaartverkeersvoorschriften; – toezicht op de uitrusting van schepen; – handhaving van milieuvoorschriften; – controle op de door-, uit- en invoer van goederen; – weren van ongewenste vreemdelingen.
Dienstverlenende taken:
– permanent afluisteren en afwikkelen van nood-, spoed- en veiligheids-verkeer;
– coördinatie en uitvoering van hulpverlenings- en reddingsacties, al dan niet in samenwerking met de Koninklijke marine en andere particuliere c.q. buitenlandse organisaties;
– bij voorkomende noodzaak zorgdragen voor scheepvaart- en verkeers-begeleidende maatregelen;
– verlenen van hulp.
Een indicatie van de omvang van de activiteiten kan worden verkregen aan de hand van de cijfers over de voorgaande jaren:
Omschrijving
Realisatie 2001
Realisatie 2002
Aantal opgevolgde alarmeringen Aantal maritieme reddingsacties Aantal aëronautische reddingsacties
ca. 3 100
1 348
41
3 046
1 411
73
Voor het uitvoeren van de taken van de KWNED stelt de Koninklijke marine, naast functionarissen voor onder meer de bezetting van het Kustwachtcentrum, de volgende aantallen vaardagen en vlieguren ter beschikking.
Prestatiegegevens KWNED |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Vermoedelijke uitkomst 2003 |
Raming 2004 |
Mijnenbestrijdingsvaartuigen |
Vaardagen |
80 |
140 |
140 |
Maritieme helikopters |
Vlieguren |
122 |
230 |
230 |
Maritieme patrouillevliegtuigen |
Vlieguren |
322 |
550 |
- |
Voor de uitoefening van de taken beschikt de KWNED voorts over een bergingsvaartuig, een patrouillevliegtuig, surveillancevaartuigen, betonningsvaartuigen en een oliebestrijdingsvaartuig. Deze eenheden worden voor de kustwachttaken beschikbaar gesteld door de betrokken diensten van de betreffende ministeries. De financiering hiervan wordt bij de diensten van die ministeries geraamd en verantwoord.
Explosievenopruiming
De verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid in Nederland ligt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; het in dat kader opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog (conventionele explosieven) is in beginsel een gemeentelijke aangelegenheid. Het opsporen en ruimen van geïmproviseerde explosieven alsmede het preventief onderzoek van locaties is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de politie en het ministerie van Justitie.
Indien en voor zover de taken die uit de nader geoperationaliseerde doelstelling voortvloeien, worden verricht in opdracht van militaire autoriteiten, vallen deze onder de militaire taakuitoefening. Voor zover civiele autoriteiten de opdrachtgever zijn, vallen zij onder de civiele taakuitoefening.
Het opsporen van conventionele explosieven kan geschieden door zowel civiele bedrijven als door de overheid. Het ruimen van explosieven is voorbehouden aan de rijksoverheid. Defensie voert deze permanente bijstandstaak uit. Het opsporen, de daaraan voorafgaande verkennende zoekacties en het ruimen van explosieven wordt binnen Defensie verricht door de Duik- en Demonteergroep Koninklijke marine (DDG-KM), het Explosievenopruimingscommando Koninklijke landmacht (EOCKL) en de Explosievenopruimingsdienst Koninklijke luchtmacht (EOD-KLu). Elk van
deze diensten bestrijkt een specifieke regio van Nederland. Voorts is alles onder water en op zee de verantwoordelijkheid van de DDG-KM en zorgt het EOCKL voor de algehele coördinatie van de ruimingen in Nederland. Het kustwachtcentrum Nederland draagt zorg voor de coördinatie op zee.
De explosievenopruimingsdiensten verrichten civiele werkzaamheden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van het ministerie van Justitie of van gemeenten. Het betreft de eerste verkennende zoekactie alsmede het opsporen en/of ruimen van conventionele of geïmproviseerde explosieven. Voorts wordt preventief onderzoek verricht van locaties. Voor noodgevallen zijn permanent ruimingsploegen op afroep beschikbaar. In 2003 is een jointEOD-kenniscentrum opgericht.
Een indicatie van de omvang van de activiteiten kan worden verkregen aan de hand van de cijfers over de voorgaande jaren:
Omschrijving activiteiten Realisatie Realisatie
2001 2002
Ruimingen 2424 2436
Zoekacties/opsporingen 63 71
Justitiële bijstand 150 125
Naast genoemde civiele taken wordt bij vrijwel alle uitzendingen van eenheden van de krijgsmacht naar gebieden van crises en oorlogsdreiging een beroep gedaan op personeel van de DDG-KM, het EOCKL en de EODKLu. De opdrachten aan deze diensten zijn zowel militair als civiel. Ze variëren van het steunen van Navo-bataljons bij het ruimen van aangetroffen explosieven tot het opzetten van «mijnscholen» voor de opleiding van (buitenlandse) lokale ruimploegen.
Ontvangsten
Kustwacht Nederland
Ten behoeve van derden in Nederland worden op aanvraag navigatie-berichten doorgegeven. Deze worden in rekening gebracht. Tevens worden op structurele basis navigatieberichten aan het Duitse ministerie van Defensie verstrekt. De raming van de ontvangsten bedraagt in 2004 € 0,2 miljoen.
Explosievenopruiming
De mate waarin en de manier waarop de verrekening van de uitgaven van civiele opdrachten plaatsvindt is afhankelijk van de soort dienst. Voor het opsporen van conventionele explosieven wordt de integrale kostprijs in rekening gebracht. Voor 2004 wordt hiervoor een ontvangst van € 0,9 miljoen geraamd. Voor het ruimen van die explosieven worden geen kosten in rekening gebracht.
Beleidsartikel 11 Internationale Samenwerking
Algemene beleidsdoelstelling
De internationale samenwerking draagt bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Nederlandse veiligheids- en defensiebeleid. Het belang ervan is verder toegenomen in het licht van de in EU- en Navo-verband voorgenomen versterking van de Europese crisisbeheersings-capaciteiten. Die versterking – een van de speerpunten uit de beleidsagenda – is nodig om de effectiviteit en de doelmatigheid van de Europese defensie-inspanningen te vergroten. Het doel is dat: – de schaarse middelen van Defensie zo optimaal mogelijk worden aangewend, waarbij prioriteit wordt gelegd bij het versterken van Europese militaire capaciteiten die de tekortkomingen, zoals geïdentificeerd in de «Helsinki Headline Goals» (HLG) en het «Prague Capabilities Commitment» (PCC), kunnen opheffen; – de effectiviteit van de Europese defensie-inspanningen verbetert, door versterking van de samenwerking en coördinatie tussen de partners van de EU en Navo (tevens voorkomen van duplicatie van HLG en PCC activiteiten – benutten complementariteit en synergie); – meer doelmatigheid wordt verkregen door het verder uitwerken van de modulegedachte, het intensiveren van de bi- of multilaterale samenwerking bij de verwerving van militaire capaciteiten, concentreren op «pooling of forces» en taakspecialisatie, waarbij een proportionele inzet wordt meegewogen; – de Midden- en Oost-Europese (MOE-)landen zichzelf opwerken tot volwaardige partners waarmee Nederland militair-operationeel kan samenwerken. In dat kader ondersteunt Defensie de inspanningen van de MOE-landen om hun krijgsmacht zodanig te positioneren, inrichten en inzetten, dat een optimale bijdrage kan worden geleverd aan de internationale (en daarmee ook onze) vrede en veiligheid.
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
Bijdragenaan degemeenschappelijke Navo-begroting De Navo is de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Het Navo-lidmaatschap is het primaire instrument om de integriteit van het eigen grondgebied te verzekeren. Het vergroot tevens de mogelijkheden tot handhaving van de internationale rechtsorde en veiligheid. Door bij te dragen aan de financiering van de internationale staven, de gezamenlijke middelen voor bevelvoering en communicatie en bondgenootschappelijke programma’s draagt Nederland bij aan de instandhouding van de geïntegreerde militaire structuur van de Navo. Nederland kiest daarbij uitdrukkelijk voor de beleidslijn om de Navo-investeringen primair te richten op verbetering van gemeenschappelijke capaciteiten en pas in tweede instantie op infrastructurele aangelegenheden.
Versterking van de Europese militaire capaciteiten ten behoeve van de Helsinki Headline Goals (HLG) en het Prague Capabilities Commitment (PCC) (EVDB-voorziening en EVDB-intensivering). De versterking van de Europese militaire capaciteiten, nodig voor een grotere Europese rol en een evenwichtiger lastenverdeling tussen de transatlantische partners, blijft een belangrijk speerpunt voor het defensiebeleid vanaf 2004. De versterking van Europese militaire capaciteiten richt zich op de verbetering van de aanpak van Europese militaire tekortkomingen, waarbij Nederland prioriteit stelt aan elementen die bijdragen aan zowel de realisatie van de HLG als het PCC.
Attachés
Militaire attachés dragen bij aan enerzijds de informatievoorziening van het ministerie van Defensie en anderzijds aan het informeren van bondgenoten en partners over het Nederlands veiligheids- en defensiebeleid.
Overige internationale samenwerking
Samenwerking MOE-landen
De samenwerking met MOE-landen is aan het veranderen als gevolg van de geopolitieke en daarmee samenhangende militair-strategische ontwikkelingen. Zo heeft de Top van Praag, eind 2002, ervoor gezorgd dat zeven MOE-landen op afzienbare termijn als Navo-bondgenoot kunnen worden beschouwd. Tot aan het lidmaatschap, volgens planning medio 2004, zal Nederland ondersteuning bieden in het toetredingsproces; daarna wordt samengewerkt op basis van gelijkwaardigheid en wordt de steunverlening periodiek afgebouwd. In 2004 en waarschijnlijk nog een aantal jaren daarna, zullen de resterende MAP-landen (deelnemers aan het Navo Membership Action Plan), Albanië, Kroatië en Macedonië, zowel multilateraal als bilateraal veel aandacht behoeven. Daarnaast is te voorzien dat de Oekraïne en de Russische Federatie om ondersteuning blijven vragen. Door de afname van activiteiten met de nieuwe Navo-landen, zullen financiële middelen kunnen worden aangewend voor de (overige) Balkan-landen en voor de Kaukasus- en Centraal Aziatische landen.
EU Satellite Centre en WEU Leaving Allowances Nederland draagt proportioneel bij aan de uitgaven van het Satelliet Centrum van de Europese Unie en aan de WEU voor de pensioenvergoeding van het personeel van het Satelliet Centrum. Door deze bijdrage krijgt Defensie de beschikking over satellietbeelden ten behoeve van de Militaire Inlichtingen- en Veilgheidsdienst.
EU en OVSE-voorzitterschap
Nederland zal van 1 juli tot 31 december 2004 het voorzitterschap van de EU vervullen. In 2003 heeft Nederland het voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
Conventionelewapenbeheersing
Nederland is partij bij een reeks van internationale verdragen en overeenkomsten op het gebied van conventionele wapenbeheersing waaruit een uitgebreid stelsel van rechten en plichten voortvloeit. De uitvoering van de verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomsten is sinds jaar en dag een aangelegenheid voor het ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De Defensie Verificatieorganisatie draagt op dagelijkse basis zorg voor de fysieke uitvoering van ondermeer inkomende en uitgaande inspecties, informatieverstrekking en participatie in de sturingsorganen van de diverse overeenkomsten. In dit verband zijn het Verdrag over Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE-verdrag, van kracht sedert 1992) en het «Open Skies» luchtobservatie-verdrag (van kracht sedert 1 januari 2002) veruit het meest arbeidsintensief. Daarnaast leidt de uitvoering van de vertrouwenwekkende maatregelen uit het Weens Document 99 tot inspanningsverplichtingen van defensiezijde in de vorm van informatieuitwisseling, inspecties en evaluatiebezoeken.
Budgettaire gevolgen van beleid
De financiële middelen die ter beschikking staan voor het realiseren van de doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 11 Internationale verplichtingen (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
137 029
204 369
240 096
220 923
172 256
207 376
194 720
Uitgaven |
|||||||
Bijdrage aan de Navo |
77 921 |
65 989 |
86 141 |
87 969 |
85 902 |
81 522 |
79 222 |
EVDB |
16 750 |
33 127 |
128 700 |
108 600 |
69 300 |
104 500 |
91 844 |
Attachés |
20 527 |
23 700 |
23 610 |
23 609 |
23 609 |
23 609 |
23 371 |
Overige internationale samenwerking |
1 561 |
1 553 |
1 228 |
1 250 |
1 305 |
1 457 |
1 457 |
Totaal uitgaven |
116 759 |
124 369 |
239 679 |
221 428 |
180 116 |
211 088 |
195 894 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
7 711 |
14 430 |
19 242 |
20 142 |
19 442 |
15 142 |
12 842 |
Activiteiten
Bijdrage aan de Navo.
Nederland draagt evenredig bij aan diverse met de bondgenoten onderling overeengekomen gemeenschappelijk gefinancierde Navoprogramma’s. Dit betreft de Navo-projecten in Nederland, het Navo Veiligheids- en Investeringsprogramma (NVIP), het AWACS-investerings-programma, het AWACS-exploitatiebudget, het militaire budget van de Navo en de administratieve kosten van de hoofdkwartieren en agentschappen van de Navo.
Voor het AWACS-investeringsbudget geldt dat Nederland naar rato (3,6%) bijdraagt aan het «Mid Term Modernization Program» (MTRP) van de AWACS-vliegtuigen en aan de kosten van de inzet van de AWACS-vliegtuigen in Navo-verband. Door stijgende brandstofprijzen, wisselkoersverschillen en hoge kosten van met name het motoronderhoud, is in 2003 het AWACS-exploitatiebudget verhoogd en daarmee de Nederlandse bijdrage gestegen.
Het militaire budget (MB) van de Navo is gericht op het geheel aan exploitatiekosten van de Navo.
Versterking van de Europese militaire capaciteiten ten behoeve van de Headline Goals (HLG) en het Prague Capabilities Commitment (PCC) (EVDB-voorziening en EVDB-intensivering).
Nederland draagt naar vermogen bij om de geconstateerde tekortkomingen in de vier «key operational capability areas» op te heffen. Dit krijgt gestalte door enerzijds het aanpassen van (bestaande) nationale plannen waarmee in internationaal verband de doelmatigheid kan worden vergroot, anderzijds door additionele Europese projecten die worden gefinancierd uit de initiële EVDB-voorziening alsmede uit de EVDB-intensivering in het Strategisch Akkoord.
De volgende projecten zijn geïdentificeerd (gekoppeld aan de vier «key operational capability areas»):
1) Verdediging tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) aanvallen.
- NBC-detectiecapaciteit verkenning/ombouw Fuchsen (C-gedeelte). Het project voorziet in het verwerven van N(B)C-verkenningscapaciteit. Deze capaciteit bestaat uit middelen voor detectie en identificatie van chemische strijdmiddelen. Detectie van nucleaire straling dient eveneens mogelijk te zijn. Hiertoe dient de Koninklijke landmacht zes voertuigen Fuchs/EOV te modificeren naar de configuratie N(B)C (totaal € 16,9 miljoen);
-
-Onderzoek B-verkenningsmiddel. Defensie en TNO hebben een contract getekend voor de uitvoering van een eerste fase van het technologieproject Aërosol Alarm. Het Bio-Aërosolproject voorziet in de behoefte aan een alarmering, zodat tijdig de juiste tegenmaatregelen kunnen worden getroffen bij een aanval met biologische strijdmiddelen. De verwachting is dat deze middelen voor operationele inzet pas na het jaar 2005 beschikbaar zullen komen (totaal € 3,0 miljoen);
-
-NBC-verkenning/ombouw Fuchsen (B-gedeelte). Het project voorziet in het verwerven van een biologische verkenningscapaciteit. Hiertoe dient de Koninklijke landmacht drie voertuigen Fuchs/EOV te modificeren (totaal € 9,1 miljoen);
-
-Invulling «Bronson-proposals». Nederland onderzoekt de mogelijkheid tot samenwerking met Duitsland om een «Deployable NBC Analytical Lab» te realiseren. Voorts voorziet Nederland om een «NBC Event Response Team» in de NBC-compagnie op te nemen, die onderdeel kan gaan uitmaken van een «pool of capabilities». Daarnaast geldt het voornemen om met andere landen te investeren in een «Disease Surveillance System». Financiering geschiedt uit de EVDB-intensivering te weten: een investering van € 6 miljoen en de jaarlijkse exploitatie van € 325 000;
-
-«Collective Protection» (COLPRO). Nederland zal de huidige middelen uitbreiden om de inzetbaarheid en voortzettingsvermogen van eenheden in Navo- of EU-geleide operaties te vergroten. Financiering geschiedt uit de EVDB-intensivering en het betreft een investering van € 7 miljoen;
-
-«Point Detection». Verwerving van chemische detectiemiddelen om de inzetbaarheid en voortzettingsvermogen van eenheden in Navo- of EU-geleide operaties te vergroten, waarbij Nederland multinationale verwerving als uitgangspunt hanteert. Financiering geschiedt eveneens uit de EVDB-intensivering. Het betreft een investering van
€ 9 miljoen;
-
-Overig NBC (Defensiebreed). De Navo heeft haar lidstaten gevraagd te voorzien in de behoefte aan NBC-capaciteit. Om een bijdrage te kunnen leveren zijn hiertoe extra middelen vrijgemaakt binnen de EVDB-fondsen.
2) Veilige verbindingen en commandovoering en «information superiority»
- TITAAN fase II. Dit project maakt onderdeel uit van TITAAN. TITAAN is een beveiligd, flexibel en geïntegreerd communicatie- en informatiesysteem dat in staat is grote hoeveelheden spraak- en datacommunicatie te verwerken en het optreden over grote afstanden in elk terrein kan ondersteunen. TITAAN is modulair opgebouwd en maakt gebruik van civiele en NATO-standaarden. Tevens is dit systeem de «backbone»
van de toekomstige Network Centric Warfare (Operations). Het gaat daarbij om een bedrag van € 67,1 miljoen;
-
-TITAAN/HRF(L) HQ. Voor de transformatie van hoofdkwartier 1(GE/ NL)Corps naar High Readiness Forces (Land) Headquarter zijn initieel EVDB-gelden beschikbaar gesteld voor communicatie- en informatiesystemen (Titaan; € 40,7 miljoen). Door de aanvullende Navo-behoefte wordt het aantal TITAAN-systemen uitgebreid. De financiering vindt plaats uit de EVDB-intensivering waarbij de investering € 4,7 miljoen bedraagt. De exploitatie valt binnen beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht;
-
-Commandofaciliteiten LPDII. Met de installatie van commandofaciliteiten op het LPD II kan Nederland tijdens crisisbeheersingsoperaties een internationale commandostaf leveren. De financiering vindt plaats uit de initiële EVDB-voorziening. De investering bedraagt € 36,9 miljoen;
-
-Unmanned (Reconnaissance) Aerial Vehicles (URAV). URAV’s dienen om nagenoeg «real time» een strategisch en tactisch beeld van een operatiegebied te genereren teneinde besluitvorming te bespoedigen en verbeteren. De voorziene taakstelling van deze eenheid richt zich op het ondersteunen van lucht-, grond- en maritieme operaties van alle krijgsmachtdelen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om vele vormen van civiele dienstverlening te verstrekken. Het project URAV’s betreft een samenwerking met Frankrijk dat op initiatief van de minister van Defensie tot stand is gekomen. Nederland onderzoekt in 2004-2005 samen met Frankrijk de (benodigde) capaciteiten van een nieuwe Medium Long Endurance (MALE) URAV. Doelstelling is om na afloop van de studieperiode vanaf 2008 een Nederlandse capaciteit aan MALE UAV’s te kunnen verwerven voor een binationale (Frans/Nederlandse) URAV-eenheid. De Frans/Nederlandse samenwerking leidt tot de mogelijkheid om op een doelmatige wijze tot realisatie van de behoefte te komen en sluit aan op een binnen de Navo en de EU geprefereerde werkwijze;
-
-SOSTAR-X. Nederland neemt deel aan de ontwikkeling van het «technology concept demonstrator» programma van een Stand-Off Surveillance and Target Acquisition Radar (SOSTAR-X), ter voorbereiding op de verwezenlijking van een bruikbare grondwaarnemings-capaciteit. De investering bedraagt € 4,6 miljoen en de financiering geschiedt uit de initiële EVDB-voorziening;
-
-«Alliance Ground Surveillance» (AGS). AGS moet voorzien in de uiteindelijk gewenste grondwaarnemingscapaciteit, volgend op het SOSTAR-X programma. De Navo wenst in 2010 over een AGS-kerncapaciteit te beschikken. Nederland neemt proportioneel deel aan het multinationale programma. De financiering vindt plaats uit de EVDB-intensivering en de investering bedraagt € 116 miljoen;
-
-Waarnemingssatellieten. Een belangrijk onderdeel van een grondwaarnemingscapaciteit is het gebruik maken van satellietbeelden. Om hier invulling aan te kunnen geven, is het van belang om deel te nemen in een (multinationaal) satellietprogramma. Nederland kiest voor een stapsgewijze aanpak, waarbij in eerste instantie het gebruik van reeds beschikbare (commerciële) satellietbeelden zal worden geïntensiveerd.
3) Interoperabiliteit en gevechtskracht van ontplooide eenheden
-
-Transporthelikopters. Nederland wil € 181,5 miljoen investeren in (middel)zware transporthelikopters. Onderdeel van de genomen
maatregelen voortvloeiend uit het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord, is dat de verwerving van extra helikopters met twee jaar wordt vertraagd.
4) Snelle ontplooiing en voortzettingsvermogen van strijdkrachten
-
-«Tracking en Tracing». In 2001 is een begin gemaakt met de invoering van dit systeem dat inzicht moet geven in de goederenstroom naar en van het operatiegebied. Het systeem draagt bij aan de »rapid deployment» capaciteit van de Nederlandse krijgsmacht, hetgeen past in de HLG- en PCC-behoefte. Financiering vindt plaats uit de initiële EVDB-voorziening en de investering bedraagt €8,8 miljoen;
-«Reception, Staging and Onward Movement» (RSOM).
Nederland streeft ernaar om met het Verenigd Koninkrijk, Polen, Denemarken, Noorwegen en België een RSOM-capaciteit op te zetten, waarbij rol- en taakspecialisatie worden nagestreefd. Financiering geschiedt uit de EVDB-intensivering. De investering bedraagt € 12 miljoen en de exploitatie € 1 miljoen per jaar.
Voorts zijn in het kader van bi- en multilaterale samenwerking en coördinatie nog de volgende, reeds gerealiseerde, projecten relevant:
-
-in het kader van het Duits-Nederlandse luchttransportinitiatief heeft Nederland geïnvesteerd in het Duitse programma tot uitbreiding van de luchttransportvloot (€ 45,4 miljoen), in ruil voor trekkingsrechten;
-
-in samenwerking met het Verenigd Koninkrijk wordt een «role 3» veldhospitaalcapaciteit ingericht (financiering uit de initiële EVDB-voorziening, investering € 4,6 miljoen);
-
-op vliegbasis Eindhoven is met de andere deelnemende landen van de European Air Group de «European Air Transport Coordination Cell» (EACC) opgericht (financiering uit de initiële EVDB-voorziening, investering € 922 000). Recent is daar voor een proefperiode van een jaar de multinationale «Sealift Coordination Cell» bij gecoloceerd;
-
-Nederland levert met de uitbreiding van de Koninklijke marechaussee met 100 functionarissen een bijdrage ter versterking van het externe optreden van de EU, onder andere bij de opbouw van een capaciteit voor civiele crisisbeheersingsoperaties;
-
-ten slotte wordt met Duitsland samengewerkt om een doelmatiger organisatie van een flexibele, modulaire luchtverdedigingcomponent te bereiken (Future Ground Based Air Defense).
Attachés
Momenteel ontvangen 105 defensiemedewerkers een vergoeding volgens het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel (DBZV). Deze medewerkers zijn werkzaam op 25 Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
Overige internationale samenwerking
Medio 2004 zullen de Baltische Staten, Bulgarije, Roemenië, Slovenië en Slowakije naar alle waarschijnlijkheid toetreden tot de Navo. Vanaf dat moment zal de samenwerking met deze landen meer gelijkwaardig worden en is minder geld nodig voor de ondersteuning van die landen. De hulp aan de resterende MAP-landen (Albanië, Macedonië en Kroatië) en de regionale ondersteuning aan de landen in de Balkan, de Kaukasus en Centraal- Azië blijft echter wel deel uitmaken van het MOE-beleid. In dit kader zijn internationale cursussen ontwikkeld op het Instituut Defensie Leergangen. Daarnaast is gekozen voor samenwerking met het Verenigd
Koninkrijk bij de opzet van de Junior Staff Officers Course (JSOC) in
Slowakije; hierbij is sprake van co-financiering met het ministerie van
Buitenlandse Zaken (vredesfonds).
Nederland draagt bij aan de Europese Unie voor de uitgaven van het
Satelliet Centrum en aan de WEU voor de pensioenvergoeding van het
personeel van het Satelliet Centrum. De contributie wordt vastgesteld op
basis van de door de WEU en EU goedgekeurde budgetten.
De EU en de OVSE zijn in verband met het Nederlandse voorzitterschap
voor de duur van 2 jaar met een medewerker uitgebreid. In de periode
2003-2005 kan rekening worden gehouden met een verhoogde deelname
van Nederland aan missies ten behoeve van de OVSE.
De uitgaven voor de voorzitterschappen OVSE en EU bedragen voor 2004
€ 3,9 miljoen en voor 2005 € 0,9 miljoen.
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit word in onderstaande tabel weergegeven
Bedragen x € 1 000 |
|||||
Omschrijving |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal geraamde kasuitgaven |
239 679 |
221 428 |
180 116 |
211 088 |
195 894 |
Waarvan juridisch verplicht Waarvan complementair noodzakelijk Resterende plannen
44% 105 929
9% 22 300 46% 111 450
48% 106 878
10% 22 300 42% 92 250
59% 105 566
12% 22 300 29% 52 250
50% 105 638
11% 22 300 39% 83 150
54% 105 638
11% 22 300 35% 67 956
Totaal
100% 239 679
100% 221 428
100% 180 116
100% 211 088
100% 195 894
100
75
50
25
2004
2005
2006 Begrotingsjaren
2007
2008
Plannen Complementaire Juridische
verplichtingen verplichtingen
0
2.3. De niet-beleidsartikelen
Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning Krijgsmacht
Grondslag van dit artikel
In dit artikel zijn de uitgaven en ontvangsten van alle ondersteunende eenheden van de krijgsmacht opgenomen. Dit artikel is nader opgedeeld in ondersteuning door en ten behoeve van de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht en de Koninklijke marechaussee en de interservice ondersteuning door het Defensie Interservice Commando. Bij deze ondersteuning zijn producten en diensten in concrete prestatiegegevens uitgedrukt.
De relatie met de doelstellingen in de beleidsartikelen wordt in beginsel verkregen door toevoeging van de afnemers in de vorm van de operationele doelstellingen (eenheden). Tot slot zijn de uitgaven zoveel mogelijk toegerekend aan deze combinatie van producten en afnemers. Hierbij wordt opgemerkt dat dit uitsluitend de uitgaven betreffen die in de regel door deling of percentages zijn toegerekend. Verwezen wordt ook naar de groeiparagraaf waarin het vervolgtraject is opgenomen.
De in dit artikel opgenomen uitgaven zijn vervolgens te groeperen per nader geoperationaliseerde doelstelling (cf. de matrices uit de beleids-artikelen). Deze overzichten van uitgaven zijn opgenomen bij de betreffende beleidsartikelen en hebben een extra-comptabel karakter. Daar wordt onder verstaan dat de autorisatie niet in het beleidsartikel maar in dit niet-beleidsartikel wordt gemaakt bij de eenheden waar de uitgaven worden gemaakt. In bijlage 6 is een totaal overzicht opgenomen voor de gehele defensiebegroting inclusief een technische toelichting.
Budgettaire gevolgen
De financiële middelen die ter beschikking staan voor het realiseren van de doelstellingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning Krijgsmacht (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
1 219 324 1 462 386 1 545 548 1 444 608 1 373 819 1 355 088
1 354 868
Uitgaven
Ondersteuning Koninklijke marine Ondersteuning Koninklijke landmacht Ondersteuning Koninklijke luchtmacht Ondersteuning Koninklijke marechaussee Ondersteuning Defensie Interservice Commando
299 028 |
299 946 |
290 594 |
285 332 |
282 040 |
282 537 |
281 398 |
600 626 |
597 997 |
607 280 |
618 723 |
628 854 |
617 736 |
619 785 |
226175 |
236 867 |
238 972 |
237 865 |
242 070 |
250 028 |
251 915 |
38 057 |
39 633 |
40 217 |
41 432 |
41 045 |
43 317 |
40 423 |
246166
241 607
270 066
274 886
272 241
271 392
272 157
Totaal uitgaven |
1 410 052 |
1 416 050 |
1 447 129 |
1 458 238 |
1 466 250 |
1 465 010 |
1 465 678 |
Ontvangsten |
|||||||
Totale ontvangsten |
51 140 |
52 143 |
54 054 |
57 138 |
56 508 |
56 508 |
56 508 |
Ondersteuning door ondersteunende eenheden Koninklijke marine
De ondersteunende eenheden van de Koninklijke marine betreffen het Marinebedrijf (MB), het Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen (CAMS), het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), de Opleidingen Koninklijke marine (OKM) en het Mariniers Opleidingscentrum (MOC).
Bij de opgenomen activiteiten zijn de afnemers vermeld. Onder de categorie «overig» worden ook begrepen de afnemers buiten de Koninklijke marine, zoals de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht en Navo-partners.
Marinebedrijf (MB)
Het Marinebedrijf levert, evenals het Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen (zie hieronder), een belangrijke bijdrage aan het totale materieel-logistieke proces binnen de Koninklijke marine. Dit proces bestaat uit het voorzien in, de instandhouding van en de afstoting van onder meer platform-, sensor-, wapen- en commandosystemen van de eenheden van de Koninklijke marine alsmede het beschikbaar stellen van materiële middelen die nodig zijn om het materieel van de Koninklijke marine in gebruiksgerede staat te brengen en te houden. De belangrijkste activiteiten van het Marinebedrijf worden als volgt gekwantificeerd.
Prestatie- |
Omschrijving |
Meet- |
Realisatie |
Vermoedelijke |
Raming |
Uitgaven |
gegevens MB |
eenheid |
2002 |
uitkomst 2003 |
2004 in |
2004 |
|
Operationele |
aantallen |
(x € 1000) |
||||
doelstelling |
Eskaderschepen Meerjaarlijks onderhoud aantal
Tussentijds onderhoud aantal
Reparatieorders aantal
Modificatie opdrachten aantal
1 |
2 |
1 |
3 |
3 |
2 |
4 186 |
5 100 |
5 050 |
468 * |
285 * |
228 * |
Totaal Eskader-schepen
uitgaven
71 621
Onderzeedienst Meerjaarlijks onderhoud aantal
Tussentijds onderhoud aantal
Reparatieorders aantal
1 |
1 |
|
2 |
1 |
1 |
1 700 |
1 700 |
1 550 |
Totaal Onderzeedienst
uitgaven
22 527
Mijnendienst Meerjaarlijks onderhoud aantal
Tussentijds onderhoud aantal
Reparatieorders aantal
2 |
0 |
0 |
2 |
2 |
5 |
3 180 |
3 500 |
3 050 |
Totaal Mijnen-dienst |
uitgaven |
33 984 |
||||
Helikoptergroep |
Reparatieorders |
aantal |
57 |
60 |
60 |
|
Totaal Helikoptergroep |
uitgaven |
721 |
||||
Maritieme patrouillegroep |
Reparatieorders |
aantal |
116 |
100 |
100 |
|
Totaal Maritieme patrouillegroep |
uitgaven |
2 164 |
||||
Mariniers-eenheden |
Reparatieorders Modificatie opdrachten |
aantal aantal |
950 12 |
1 000 15 |
1 100 15 |
|
Totaal Mariniers-eenheden |
uitgaven |
5 217 |
||||
Caribische eenheden |
Tussentijds onderhoud Reparatieorders |
aantal aantal |
1 150 |
1 120 |
0 150 |
|
Totaal Caribische eenheden |
uitgaven |
754 |
||||
Overig |
projecten voor nieuwbouw projecten voor afstoting |
aantal aantal |
5 2 |
5 2 |
5 2 |
|
Totaal toe te rekenen |
uitgaven |
136 987 |
Niet of nog niet toe te rekenen uitgaven
uitgaven
53 212
Totaal
uitgaven
190 200
-
*Modificatie opdrachten voor budgethouder «CZMNED» (inclusief Admiraliteit) zijn in het geheel opgebracht bij de Groep Eskaderschepen. Deze gegevens moeten nog worden gesplitst over de overige groepen.
Het meerjaarlijks onderhoud (MJO) is het onderhoud aan een eenheid van de vloot dat nodig is om de materiële gereedheid ten minste tot aan de volgende geplande onderhoudsperiode van die eenheid kostenefficiënt op peil te houden. Het tussentijds onderhoud (TTO) is een tussen de MJO’s vallende korte reparatieperiode, inclusief dokbeurt, waarbij in principe alleen de met de directe veiligheid en materiële gereedheid verband houdende werkzaamheden worden uitgevoerd. Het uitvoeren van noodzakelijke onderhoudsopdrachten tussen de geplande reparatieperiodes (MJO/TTO) betreft het incidenteel onderhoud.
Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen (CAMS)
De belangrijkste activiteiten van het Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen (CAMS) worden als volgt gekwantificeerd.
Prestatiegegevens |
Omschrijving |
Meet- |
Realisatie |
Vermoede- |
Raming |
Uitgaven |
CAMS |
eenheid |
2002*) |
lijke uitkomst |
2004 in |
(x € 1000) |
|
Operationele doelstel- |
2003 |
aantallen |
||||
ling |
CZMNED Overig
leveranties leveranties
aantal aantal
CZMNED Overig
advies advies
aantal aantal
160 532
161 540
Niet of nog niet toe te rekenen uitgaven
uitgaven
9 684
-
*In 2002 waren voor het CAMS nog geen prestatiegegevens beschikbaar.
Het CAMS ontwikkelt en implementeert software producten (leveranties) voor Combat Management Systemen aan boord van de eenheden van de Koninklijke marine. Het bedrijf levert eveneens de «in-service-support» voor deze software producten (d.m.v. leveranties). De adviesfunctie wordt gebruikt voor consultancy, forward design en ontwerp van Combat Management Systemen.
Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM)
Het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), de Opleidingen Koninklijke marine (zie hieronder) en het Mariniers Opleidingscentrum (zie hieronder) dragen zorg voor de initiële opleidingen en bijscholings- en functieopleidingen. Dit onderwijs bestaat uit initiële opleidingen aan nieuw binnenstromend personeel, cursussen en opleidingen voor het vervullen van specifieke functies, loopbaanfase-opleidingen voor de ontwikkeling en het geschikt maken voor een hoger functieniveau, het ondersteunen met expertise bij het opwerken van operationele eenheden en het ontwikkelen van cursussen en opleidingen voor bediening, onderhoud en het vinden van storingen bij nieuw materieel.
De belangrijkste activiteiten van het KIM worden als volgt gekwantificeerd:
Prestatiegegevens KIM Afnemer |
Soort opleiding |
Meeteenheid |
Realisatie 2002*) |
Vermoedelijke uitkomst 2003 |
Raming 2004 in aantallen |
Uitgaven 2004 (x € 1000) |
|
CZMNED |
Initiële opleidingen Bij-/omscholingsopleidingen |
geslaagde cursisten geslaagde cursisten |
41 42 |
72 80 |
82 75 |
||
Mariniers-eenheden |
Initiële opleidingen Bij-/omscholingsopleidingen |
geslaagde cursisten geslaagde cursisten |
12 5 |
6 11 |
13 5 |
||
Caribische eenheden |
Bij-/omscholingsopleidingen |
geslaagde cursisten |
15 |
10 |
15 |
||
Algemeen |
KIM-publicaties |
aantal |
36 |
40 |
40 |
||
Totaal niet toe te rekenen uitgaven (initieel) |
uitgaven |
21 145 |
Opleidingen Koninklijke marine (OKM)
De belangrijkste activiteiten van het OKM worden als volgt gekwantificeerd:
Prestatiegegevens OKM |
Omschrijving |
Meet- |
Realisatie |
Vermoede- |
Raming |
Uitgaven |
ten behoeve van |
activiteiten |
eenheid |
2002 |
lijke uitkomst |
2004 |
2004 |
operationele doelstel- |
2003 |
(x € 1000) |
||||
ling |
CZMNED
Initiële opleidingen
geslaagde cursisten
621
753
672
Niet toe te rekenen uitgaven
22 370
Eskaderschepen
Onderzeedienst
Mijnendienst
Helikoptergroep
Maritieme patrouillegroep
Marinierseenheden
Caribische eenheden
Bij-/omscholingsopl. Bij-/omscholingsopl. Bij-/omscholingsopl. Bij-/omscholingsopl. Bij-/omscholingsopl. Bij-/omscholingsopl. Bij-/omscholingsopl.
geslaagde
cursisten
geslaagde
cursisten
geslaagde
cursisten
geslaagde
cursisten
geslaagde
cursisten
geslaagde
cursisten
geslaagde
cursisten
2 297 |
16 286 |
522 |
3 641 |
626 |
4 745 |
626 |
4 410 |
626 |
4 797 |
1 148 |
1 987 |
209 |
1 580 |
Totaal toe te rekenen uitgaven |
37 446 |
Nog niet toe te rekenen uitgaven |
4 099 |
Totaal |
63 915 |
-
*Over de jaren 2002/2003 is geen uitsplitsing beschikbaar over de operationele doelstellingen
Mariniers Opleidings Centrum (MOC)
De belangrijkste activiteiten van het MOC worden als volgt gekwantificeerd:
Prestatiegegevens MOC Afnemer |
Soort opleiding |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Vermoedelijke uitkomst 2003 |
Raming 2004 in aantallen |
Uitgaven 2004 (x € 1000) |
|
Marinierseenheden |
Initiële opleidngen Bij en omscholingsopleidingen |
geslaagde cursisten geslaagde cursisten |
381 1 194 |
156 1 295 |
250 1 355 |
||
CZMNED |
Bij en omscholingsopleidingen |
geslaagde cursisten |
22 |
20 |
20 |
||
Caribische eenheden Overig |
Bij en omscholingsopleidingen Bij en omscholingsopleidingen |
geslaagde cursisten geslaagde cursisten |
40 15 |
76 40 |
74 38 |
||
Totaal toe te rekenen aan marinierseenheden |
5 650 |
Ondersteuning door ondersteunende eenheden Koninklijke landmacht
De ondersteunende eenheden van de Koninklijke landmacht zijn ondergebracht bij het Materieellogistiek Commando (MATLOGCO) en het Opleidings- en Trainingscommando (OTCO).
Materieellogistiek Commando (MATLOGCO)
Het MATLOGCO is verantwoordelijk voor de materieellogistieke keten van de Koninklijke landmacht. Dat betekent in de eerste plaats de verantwoordelijkheid voor het «voorzien in» en de «instandhouding van» het materieel van de Koninklijke landmacht. Het eindproduct van het MATLOGCO is het continu voorzien in gebruiksgereed materieel en voorraden voor alle eenheden van de Koninklijke landmacht. Hiertoe worden drie taken onderscheiden: het inrichten en ten dele verrichten van het materieellogistieke proces, het ontwikkelen van normen voor het materieellogistieke proces en het ontwikkelen van daarbij behorend functioneel logistiek beleid.
Het MATLOGCO bestaat uit een staf waarin de volgende elementen zijn opgenomen: de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek, de systeemgroep Verwerving, de systeemgroep Wapen- en Transportsystemen (WTS) (inclusief de Mechanische Centrale Werkplaats (MCW) van het HOBKL), de systeemgroep Informatievoorziening (IV) (inclusief het Informatie Voorzieningsbedrijf KL (IVKL), het Centrum voor Technologie en Missieondersteuning (CTM, nu nog ECW)), de systeemgroep Logistieke Operaties (inclusief het Landelijk Bevoorradingsbedrijf KL (LBBKL)) en het Command en Control Support Centre.
Het Command en Control Support Centre (C2SC) te Ede is het expertisecentrum van de Koninklijke landmacht op het gebied van de operationele
informatievoorziening en onderhoudt daartoe de operationele C3I-architectuur. Zij doet dit in internationaal verband in het Multilateral Interoperability Program; bovendien zijn officieren van andere defensieonderdelen en van buitenlandse defensieorganisaties werkzaam of als liaison geplaatst op het C2SC. Het C2SC voorziet de eenheden van de Koninklijke landmacht van systemen op het gebied van de operationele informatievoorziening, zoals ISIS en BMS en op het gebied van operationele transmissie, zoals TITAAN. Het C2SC integreert daartoe civiel ontwikkelde modules, deelsystemen en componenten tot voor de Koninklijke landmacht bruikbare en veilige systemen. Tot slot voert het C2SC opleidings- en trainingstaken uit op het gebied van de door haar ontwikkelde systemen. De combinatie van ontwikkelen/integreren en opleiding en training is essentieel voor het concept van evolutionair ontwikkelen.
Prestatiegegevens MATLOGCO |
Meeteenheid |
Realisatie |
Vermoede- |
Raming |
Uitgaven |
Ontkoppeld onderhoud |
2002 |
lijke |
2004 in |
2004 |
|
uitkomst |
aantallen |
(x € 1 000) |
|||
2003 |
Elektronisch Mechanisch Overige steun
Mensuren Mensuren Mensuren
179 000
305 000
9 000
182 000
290 000
9 000
182 000
290 000
9 000
Totaal
166 824
Prestatiegegevens MATLOGCO Bevoorradingsprocessen
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke Uitgaven 2004 uitkomst 2003
Klasse I
Klasse II/IV PGU Klasse II/IV Overig Klasse III Klasse V
in € 1 000 in € 1 000 in € 1 000 In € 1 000 in € 1 000
23 184 |
24 905 |
36 617 |
52 877 |
44 427 |
49 155 |
19 628 |
22 043 |
30 225 |
28 637 |
Totaal
in € 1 000
186 000
154 081
177 617
Voor de omschrijving van de producten van MATLOGCO wordt verwezen naar de groeiparagraaf. De uitgaven zijn wel verdeeld over de operationele doelstellingen (zie artikel 02), maar de combinatie doelstellingen, producten en uitgaven konden nog niet worden verwerkt in deze tabel.
Opleidings- en Trainingscommando (OTCO)
Met de oprichting van het OTCO wordt uitvoering gegeven aan concentratie van kennis en ervaring van opleidings- en trainingsprocessen, onderwijsmethodieken, onderwijstechnieken en internationale ontwikkelingen. Daarnaast wordt het beheer van opleidings- en trainingsfaciliteiten waarvoor specifieke kennis en/of vaardigheden zijn vereist, dan wel schaars zijn, ondergebracht bij het OTCO. Het OTCO zal tevens in staat zijn om een integrale en professionele ondersteuning van opleiding en training te leveren, waarbij de samenhang tussen de opleidingsniveaus wordt bewaakt en flexibel kan worden ingespeeld op veranderingen.
Het OTCO draagt bij aan alle hoofdprocessen van de Koninklijke landmacht, namelijk met individuele opleidingen aan het personele proces, met trainingsondersteuning aan het primaire proces en met kennis aan de besturende en de ondersteunende processen. Daartoe bestaat het OTCO uit een staf, zeven opleidingscentra (Manoeuvre, Vuursteun, Genie, Logistiek, Rijden, Initiële Opleidingen en de Koninklijke Militaire School) en de Lichamelijke Oefening- en Sportorganisatie (LO/S).
De essentiële bijdrage van het OTCO aan het primaire proces, de vorming van operationeel gerede eenheden, zal de komende jaren meer en meer nadruk krijgen in de activiteiten van het OTCO. De opleidings- en trainingsactiviteiten hebben een duidelijke relatie met de activiteiten van het Operationeel Commando (OPCO). De Koninklijke landmacht onderzoekt de noodzaak en mogelijkheden voor verdere integratie van het OTCO in het OPCO.
Prestatiegegevens OTCO Soort opleiding Afnemers
Meeteenheid
Raming 2004 Uitgaven 2004 in aantallen (x € 1 000)
Koninklijke landmacht
Initiële opleidingen
opl. plaatsen
12 000
119 660
HRF(L)HQ
Air Manoeuvre Brigade
Gemech. brigade 13
Gemech. brigade 41
Gemech. brigade 43
Combat Support & Support Command
Div. logistiek Cdo Overige eenheden
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Trainingsonderst.
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Trainingsonderst.
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Trainingsonderst.
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Trainingsonderst.
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Trainingsonderst.
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
Trainingsonderst..
Vervolgopleidingen
Uitzendopleidingen
opl. plaatsen opl. plaatsen opl. plaatsen opl. plaatsen opl. dagen opl. plaatsen opl. plaatsen opl. dagen opl. plaatsen opl. plaatsen opl. dagen opl. plaatsen opl. plaatsen opl. dagen opl. plaatsen
opl. plaatsen opl. dagen opl. plaatsen opl. plaatsen opl. dagen opl. plaatsen opl. plaatsen
430
78
2 580
1 014 8 750
2 150 390
1 750
2 580 390
1 750
4 300
2 496 17 500
3 440
1 170 3 500
5 590 1 950 1 750
21 930 312
Totaal vervolgopleidingen Totaal uitzendopleidingen Totaal trainings onderst.
43 000
7 800
35 000
92 727
5 877
6 841
Totaal uitgaven
225 105
Koninklijke Militaire Academie
De Koninklijke Militaire Academie (KMA) is, zowel voor de Koninklijke landmacht als de Koninklijke luchtmacht en de Koninklijke marechaussee, het instituut dat de opleiding en vorming verzorgt tot officier. Jaarlijks studeren hier tussen 300 en 400 studenten af. De prestatiegegevens van de KMA zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Prestatiegegevens KMA Afnemer
Soort opleiding
Meeteenheid
Raming 2004 Uitgaven 2004 in aantallen (x€1000)
Koninklijke landmacht
Opleiding lang model Opleiding kort model Specialisten Overige opleidingen
opgeleide leerling opgeleide leerling opgeleide leerling opgeleide leerling
72 |
2 537 |
148 |
4 945 |
50 |
834 |
40 |
179 |
Koninklijke luchtmacht |
Opleiding lang model Opleiding kort model Specialisten |
opgeleide leerling opgeleide leerling opgeleide leerling |
34 155 48 |
1 198 5 179 801 |
Koninklijke marechaussee |
Opleiding kort model |
opgeleide leerling |
18 |
601 |
Niet of nog niet toe te rekenen uitgaven |
uitgaven |
21 460 |
||
Totaal (initieel) |
uitgaven |
37 734 |
De kolom opgeleide leerlingen per krijgsmachtdeel is het aantal dat per deelopleiding daadwerkelijk zal afronden in 2004. Dit zijn dus alleen de zogenaamde «laatste-jaars».
Ondersteuning door ondersteunende eenheden Koninklijke luchtmacht
De ondersteunende eenheden van de Koninklijke luchtmacht zijn ondergebracht bij het ressort Logistiek Centrum Koninklijk luchtmacht (LCKLu) en het ressort Opleidingen Koninklijke luchtmacht (OKLu).
Logistiek CentrumKoninklijke Luchtmacht
Het LCKLu is verantwoordelijk voor een groot deel van het instandhou-dingbeheer van de (wapen)systemen van de Koninklijke luchtmacht. Naast een staf bestaat het LCKLu uit een drietal divisies. De Divisie Wapensysteem Ondersteuning (DWO) is belast met materieel-logistiek beheer en verwervingsactiviteiten voor (wapen)systemen in de instandhoudingfase. De uitvoerende taken op het gebied «onderhoud en bevoorrading» zijn ondergebracht bij de Logistieke Divisie Woensdrecht (LDW) en de Logistieke Divisie Rhenen (LDR).
De bijdrage van het LCKLu aan de operationele gereedheid van de Koninklijke luchtmacht (en de Tactische Luchtmacht (TL) in het bijzonder) bestaat met name uit instandhoudingbeheer, preventief en correctief onderhoud en modificaties. Ten aanzien van het instandhoudingsbeheer en het correctief onderhoud bestaan geen goed hanteerbare prestatiegegevens. Om de relatie met de uitgaven te leggen, is deze wel als activiteit opgenomen maar niet gekwantificeerd.
Prestatiegegevens |
Omschrijving |
Meet- |
Realisatie |
Vermoede- |
Raming |
Uitgaven |
LCKlu |
eenheid |
2002 |
lijke uitkomst |
2004 |
2004 |
|
Operationele doelstel- |
2003 |
in aantal- |
(x € 1000) |
|||
ling |
len |
Jachtvliegtuigen
Instandh. beheer/ |
n.v.t. |
correctief onderh. |
|
Modificaties F16 |
aantal |
Modificaties PC-7 |
aantal |
Preventief onder- |
aantal |
houd PC-7 |
13 |
19 |
11 |
0 |
1 |
11 |
21 |
28 |
27 |
Totaal jachtvliegtuigen
uitgaven
46 500
Gevechts- en transport- |
Instandh. beheer/ |
n.v.t. |
helikopter |
correctief onderh. |
|
Preventief onder- |
aantal |
|
houd |
||
Modificaties |
aantal |
7 23
7 18
Totaal helikopters |
uitgaven |
21 000 |
|
Lutra/tankervliegtuigen |
Instandh. beheer /correctief onderh. |
n.v.t. |
- |
Totaal Lutra/ tankervliegtuigen |
uitgaven |
2 |
|
Geleide wapens |
Instandh. beheer/ correctief onderh. |
n.v.t. |
- |
Totaal Geleide wapens |
uitgaven |
8 000 |
|
Niet of nog niet toe te rekenen |
79 951 |
||
Totaal |
155 453 |
Opleidingen Koninklijke Luchtmacht
Het ressort Opleidingen Koninklijke Luchtmacht (OKLu) is een Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE) die voorziet in het beheer van opleidingscapaciteit zowel binnen als buiten de Koninklijk luchtmacht. Het OKLu is verantwoordelijk voor vrijwel de gehele opleidingscapaciteit van de Koninklijke luchtmacht. Uitgezonderd hiervan zijn de opleidingen die worden gegeven aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA), het Instituut Defensie Leergangen (IDL) en de vervolgvliegopleiding in de USA. Onder het ressort OKLu ressorteren de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) en de Vliegbasis Woensdrecht (Vlb Wdt). Daarnaast voorziet het ressort OKLu in de openstelling van de Vliegbasis Woensd-recht en ondersteuning aan de op het agglomeraat gevestigde onderdelen.
De opleidingsactiviteiten die onder verantwoordelijkheid van het ressort OKLu vallen, omvatten het verzorgen van initiële-, om- en bijscholingsopleidingen om nieuw en zittend personeel gereed te maken en te houden om te functioneren bij de Koninklijke luchtmacht.
Prestatiegegevens OKlu
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003
Raming 2004 in aantallen
Uitgaven
2004
(x € 1000)
Initiële opleiding Initiële vliegopleidingen Overige opleidingen |
Leerlingen LLVU*/leerlingen Cursisten |
1 035 3 605 11 356 |
800 3 251 /40 10 000 |
800 3 251/ 81 10 001 |
|
Totaal toe te rekenen uitgaven |
0 |
||||
Niet of nog niet toe te rekenen uitgaven |
83 519 |
||||
Totaal |
83 519 |
-
*LLVU – leerlingvlieguren – deze wordt als meeteenheid gebruikt om de productiviteit weer te geven.
Ondersteuning door ondersteunende eenheden Koninklijke marechaussee
De ondersteunende eenheid van de Koninklijke marechaussee betreft het Opleidingscentrum Koninklijke marechaussee. In de extracomptabele toerekening van de uitgaven is dit bedrag opgenomen onder «Nog niet toe te rekenen uitgaven». De ramingen voor het OCKMar zijn gebaseerd op de formatiesterkte (inclusief leerlingen).
Volledige kwantificering van de ontvlechting is niet mogelijk geweest. Voor de ontwerpbegroting 2005 zal toerekening van niet-initiële opleiding aan het OCKmar naar operationele taakvelden plaatsvinden.
Er zijn nog geen prestatie-indicatoren voor het OCKMar gepresenteerd. Het lopende jaar wordt gebruikt om ervaringscijfers op te bouwen om daarmee in de ontwerpbegroting 2005 met prestatie-indicatoren te kunnen komen.
Ondersteuning Krijgsmacht door Defensie Interservice Commando
Het Defensie Interservice Commando (Dico) levert ondersteuning van velerlei aard aan de krijgsmachtdelen. Deze kunnen zich hierdoor beter op hun primaire taken toeleggen. Door de concentratie van gelijksoortige activiteiten bij interservice dienstverlenende organisaties is een doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht mogelijk. Het Dico bestaat uit twee agentschappen, vijftien resultaatverantwoordelijke eenheden en een staf.
De organisatie ziet er als volgt uit:
DVVO
IKS
Commandant
Staf
MGFB
IDL
DICTU m.i.v. 1 juli 2003
Overige
Interservice
diensten
Agentschappen
DTO
DGWT
In 2003 is een pilot gestart om de uitgaven voor bepaalde producten/ diensten van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) bij de afnemer neer te leggen. De afnemer (ondermeer de operationele eenheid) wordt dan belast voor de afname van producten/diensten. Dit draagt bij aan een betere afstemming van vraag en aanbod van ondersteunende producten en loopt vooruit op de defensiebrede ontwikkelingen, waarbij er naar wordt gestreefd de volledige ondersteuning als baten-lastendienst(en) te positioneren.
Voor de overige uitgaven van Dico-eenheden is, daar waar mogelijk, een toerekening gemaakt naar de operationele doelstellingen van de krijgsmacht. Voor DVVO is dit gedaan op basis van de uitgaven voor specifieke dienstverlening.
Bij de overige in de tabel opgenomen eenheden betreft het een toerekening op basis van het percentage van de personele omvang van de afnemers. De toelichting van producten/diensten van de Dico-eenheden is na onderstaande tabel opgenomen.
DWO 2004 |
MGFB*) 2004 |
IDL 2004 |
CBMS 2004 |
MDD 2004 |
DGV 2004 |
Totaal 2004 |
|
Eskaderschepen |
1112 |
1 739 |
543 |
283 |
388 |
680 |
4 745 |
Onderzeedienst |
176 |
275 |
86 |
45 |
61 |
107 |
750 |
Mijnendienst |
351 |
549 |
171 |
89 |
123 |
215 |
1 498 |
Helikoptergroep |
234 |
366 |
114 |
60 |
82 |
143 |
999 |
Maritieme patrouillegroep |
410 |
641 |
200 |
104 |
143 |
251 |
1 749 |
Marinierseenheden |
1 054 |
1 648 |
514 |
268 |
368 |
644 |
4 496 |
Caribische eenheden |
234 |
366 |
114 |
60 |
82 |
143 |
999 |
Overig Koninklijke marine |
2 283 |
3 569 |
1 114 |
581 |
797 |
1 396 |
9 740 |
HRF(L)HQ |
624 |
331 |
101 |
54 |
74 |
129 |
1 313 |
Air Manoeuvre Brigade |
2 807 |
1 488 |
456 |
242 |
332 |
582 |
5 907 |
DWO 2004 |
MGFB*) 2004 |
IDL 2004 |
CBMS 2004 |
MDD 2004 |
DGV 2004 |
Totaal 2004 |
|
Gemech. brigade 13 |
3 119 |
1 653 |
506 |
269 |
369 |
647 |
6 563 |
Gemech. brigade 41 |
2 807 |
1 488 |
456 |
242 |
332 |
582 |
5 907 |
Gemech. brigade 43 |
2 496 |
1 322 |
405 |
215 |
295 |
517 |
5 250 |
Combat Support & Support Command |
2 807 |
1 488 |
456 |
242 |
332 |
582 |
5 907 |
Div. logistiek Cdo |
4 367 |
2 314 |
709 |
377 |
516 |
905 |
9 188 |
Exp. log. ondersteuning |
000000 |
0 |
|||||
Nat. res. bataljon |
000000 |
0 |
|||||
NL-deel cimic group north |
000000 |
0 |
|||||
NL cimic support unit |
000000 |
0 |
|||||
Overig Koninklijke landmacht |
12 167 |
6 447 |
1 975 |
1 047 |
1 436 |
2 521 |
25 593 |
Jachtvliegtuigen |
1 770 |
2 347 |
900 |
382 |
524 |
918 |
6 841 |
Gevechtshelikopters |
442 |
587 |
225 |
95 |
131 |
229 |
1 709 |
Transporthelikopters |
442 |
586 |
226 |
96 |
130 |
230 |
1 710 |
Lutra/tankervliegtuigen |
316 |
419 |
161 |
68 |
94 |
164 |
1 222 |
Geleide wapens |
379 |
503 |
193 |
82 |
112 |
197 |
1 466 |
Air Operations control station |
253 |
335 |
129 |
55 |
75 |
131 |
978 |
Overig Koninklijke luchtmacht |
2 718 |
3 605 |
1 383 |
587 |
805 |
1 410 |
10 508 |
Taakveld 1 Beveiliging |
20 |
611 |
10 |
99 |
136 |
239 |
1115 |
Taakveld 2 Handhaving vreemd. Wet |
48 |
1 484 |
25 |
242 |
331 |
580 |
2 710 |
Taakveld 3 Politietaken Defensie |
25 |
784 |
13 |
128 |
175 |
307 |
1 432 |
Taakveld 4 Politietaken burgerluchtv.terr. |
4 |
133 |
2 |
22 |
30 |
52 |
243 |
Taakveld 5 Assistentie verlening en bijstand |
2 |
66 |
1 |
11 |
15 |
26 |
121 |
Overig Koninkijke marechaussee |
44 |
1 351 |
23 |
220 |
302 |
528 |
2 468 |
Totaal |
123 127 |
-
*Bij het MGFB zijn niet de totale uitgaven verdeeld maar de totale uitgaven (€ 59,463 miljoen) minus de totale ontvangsten CMH en MRC (€ 20,955 miljoen) verdeeld.
Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie
De Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) is belast met het op ieder gewenst moment voorbereiden en (doen) leveren van verkeers- en vervoersdiensten voor het gehele ministerie van Defensie.
De levering van vervoersdiensten geschiedt door inzet van eigen capaciteit, inzet van op enig moment vrije operationele vervoerscapaciteit (virtuele capaciteit) van de krijgsmachtdelen of door inhuur extern. De DVVO is verantwoordelijk voor de samenstelling van een zo optimaal mogelijke mix van inzet van deze drie componenten waarbij gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke inzet van eigen capaciteit of virtuele capaciteit en een daardoor zo laag mogelijke inhuur van externe vervoersdiensten.
Prestatiegegevens DVVO
Meeteenheid
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003*
Raming 2004*
Wegvervoer Vrachtvervoer Vrachtvervoer Personenvervoer Steunverlening viertonners
in dagen
in aantal pallets
in uren
in dagen
15 196 |
14 721 |
14 721 |
377 918 |
317 739 |
317 739 |
133 433 |
73 050 |
73 050 |
122 |
24 |
24 |
Luchtvervoer Goederenvervoer Personenvervoer |
ton-vlieguren vlieguren |
7 203 71 076 |
4 538 28 512 |
4 538 28 512 |
Spoorvervoer Goederenvervoer |
ton/kilometers |
15 669 823 |
8 758 698 |
8 758 698 |
Zeevervoer Goederenvervoer Ferryvervoer |
lanemetervaardagen overtochten |
281 298 5 306 |
116 850 840 |
116 850 840 |
-
*De behoeftestestelling zal nog moeten worden bijgesteld enerzijds omdat de overheveling van de negen producten naar de defensieonderdelen en de aangepaste planning van de overige producten nog moeten worden verwerkt en anderzijds omdat de klanten de definitieve planning nog moeten aangeven. De inhuurproducten waarvan het budget is overgeheveld betreffen: dienstpersonenauto zonder chauffeur, vrachtauto zonder chauffeur, minibus, taxikaart, containers, spoorvervoer, goederenvervoer over water, bulkvervoer klasse 3 en busvervoer in het kader van woonwerkverkeer en schoolvervoer.
Doelmatigheidsindicatoren |
Realisatie |
Vermoede- |
Raming 2004 |
|
verkeers- en vervoersdien- |
2002 |
lijke uitkomst |
||
sten |
2003 |
|||
Bezettingsgraad eigen |
93% |
85% |
85% |
|
chauffeurs |
||||
Bezettingsgraad eigen |
61% |
60% |
60% |
|
voertuigen |
||||
Inzetgraad eigen voertuigen |
74% |
70% |
70% |
|
Beladingsgraad eigen |
45% |
45%* |
45%* |
|
voertuigen |
-
*Binnen de defensieorganisatie is het nagenoeg niet mogelijk om retourvracht in te plannen. Derhalve rijden voertuigen veelal leeg terug (m.u.v. lijndienstvervoer).
Instituut Keuring en Selectie Defensie
Het Instituut Keuring en Selectie Defensie (IKS) is een professioneel facilitair keuringsinstituut. Zij ondersteunt op transparante wijze de defensieonderdelen door het tijdig aanleveren van overeengekomen keuringsprofielen. Daarnaast levert zij ondersteunende diensten aan de personeelsvoorzieningselementen. Tot slot wordt ondersteuning geleverd door te fungeren als intermediair tussen de defensieonderdelen en belangstellenden voor een burger- of specialistische functie bij Defensie.
Prestatiegegevens IKS Meeteenheid
Afnemer
Realisatie 2002
Vermoedelijke uitkomst 2003
Raming 2004
Uitgaven
2004
(x € 1000,-)
Initiële keuringen: |
aantal |
KM |
3 592 |
3 033 |
2 150 |
1 933 |
aantal |
KL |
11 349 |
6 893 |
7 500 |
6 743 |
|
aantal |
KLU |
1 600 |
408 |
350 |
315 |
|
aantal |
KMAR |
2 227 |
1 040 |
1 150 |
1 034 |
|
Bijzondere keuringen: |
aantal |
KM |
1 083 |
960 |
1 600 |
1 438 |
aantal |
KL |
399 |
747 |
800 |
719 |
|
aantal |
KLU |
0 |
110 |
0 |
0 |
|
aantal |
KMAR |
204 |
367 |
400 |
360 |
|
Scholings- en beroeps- |
aantal |
KM |
303 |
442 |
960 |
863 |
keuze advies: |
||||||
aantal |
KL |
397 |
516 |
736 |
662 |
|
aantal |
KLU |
152 |
339 |
520 |
467 |
|
aantal |
KMAR |
73 |
240 |
208 |
187 |
|
aantal |
diverse |
- |
- |
76 |
68 |
Initiële keuring = keuringen van sollicitanten die voorafgaand aan de aanstelling van militair de status van burger hebben;
Bijzondere keuring = keuringen ten behoeve van de doorstroom van militairen;
Scholings- en beroepskeuze advies = adviezen aan militairen ten behoeve van doorstroom en uitstroom.
Doelmatigheidsindicatoren keuringen en selectie
Reali- Vermoede- Raming
satie lijke uitkomst 2004
2002 2003
Doorlooptijd selectie (in aantal weken)
2-4
2-4
Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf
2-4
Het Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf (MGFB) draagt binnen de richtlijnen van de Hoogste Medische Autoriteit (HMA) en van Commandant Dico, op doelmatige wijze bij aan de inzetbaarheid van militairen door de zorgverlening die de krijgsmachtdelen leveren bij de inzet van operationele eenheden te ondersteunen. Het MGFB verricht de volgende activiteiten: + het voorzien in de behoefte aan uitzendbaar medisch specialistisch
personeel; + het bieden van zorgcapaciteit (medisch specialistische en revalidatie)
voor de opvang van (grotere aantallen) militaire slachtoffers; + het voorzien in medisch specialistische zorg en revalidatiezorg; + het verzorgen van de geneeskundige opleidingen voor militair
personeel; + het verzorgen van de logistiek van geneeskundige goederen en
diensten;
+ het ontwikkelen van beleid en geven van advies aan politieke en ambtelijke leiding.
Het MGFB is opgebouwd uit vier divisies en een staf. Deze staf verzorgt de nodige ondersteuning op het gebied van interne besturing en beheersing van de MGFB-organisatie. De divisies zijn het Centraal Militair Hospitaal (CMH), het Militair Revalidatie Centrum (MRC), het Opleidingscentrum Militair Geneeskundige Diensten (OCMGD) en het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum (MGLC).
Met ingang van 1 september 2002 beschikt het OCMGD over drie vakgroepen in plaats van de 5 opleidingsrichtingen. De opdracht om te concentreren op hoogwaardige opleidingen is de basis geweest voor de nieuwe organisatie. Een aantal opleidingen is vervallen. Over een aantal opleidingen dient nog besluitvorming plaats te vinden.
Prestatiegegevens MGFB |
Meeteenheid |
Realisatie 2002 |
Vermoedelijke uitkomst 2003 |
Raming 2004 |
||
Centraal Militair Hospitaal |
||||||
Bedcapaciteit |
aantal |
45 |
45 |
45 |
||
Bedcapaciteit calamiteitenhospitaal (maximaal) |
aantal |
300 |
300 |
300 |
||
1e consulten polikliniek |
aantal |
15 445 |
15 450 |
15 450 |
||
Verpleging |
dagen |
9 001 |
10 800 |
10 800 |
||
Verrichtingen polikliniek |
aantal |
15 560 |
15 700 |
15 700 |
||
Verrichtingen OK |
aantal |
3 461 |
3 500 |
3 500 |
||
functie-onderzoeken |
aantal |
16 903 |
16 100 |
16 100 |
||
Militair Revalidatie Centrum |
||||||
Bedcapaciteit |
aantal |
80 |
80 |
80 |
||
Revalidatie |
behandeluren |
45 305 |
46 150 |
46 150 |
||
Verpleging |
dagen |
24 261 |
24 500 |
24 500 |
||
Opleidingscentrum militair Geneeskundige Dienst |
||||||
Algemeen militair arts (AMA) |
aantal geslaagde cursisten |
184 |
168 |
168 |
||
Algemeen militair verpleegkundige (AMV) |
aantal geslaagde cursisten |
198 |
268 |
268 |
||
Militairen met geneeskundige neventaak |
aantal geslaagde cursisten |
- |
- |
|||
Geneeskundig hulppersoneel |
aantal geslaagde cursisten |
- |
- |
|||
Militaire geneeskundige opleidingen (MILGO) |
aantal geslaagde |
1 257 |
1 236 |
1 236 |
||
cursisten |
||||||
Militair Geneeskundig Logistiek Centrum |
||||||
Orderregels bevoorrading |
aantal |
61 297 |
60 000 |
60 000 |
||
Receptregels apotheek |
aantal |
55 031 |
49 500 |
49 500 |
||
Assemblages optiek |
aantal |
8 542 |
8 650 |
8 650 |
||
Aanmaak diepvriesbloed |
zakken |
0 |
807 |
1 052 |
||
Bloedverstrekkingen |
aantal |
650 |
645 |
645 |
||
Tijdige levering |
in procenten |
90 |
||||
Inzetbaarheid medische teams |
||||||
Benodigde |
||||||
Samenstelling team: uitzendmaanden: |
||||||
1 chirurg |
66 |
vullingsgraad in procenten |
101 |
100 |
100 |
|
1 anaethesist |
66 |
vullingsgraad in procenten |
75 |
70-75 |
70-75 |
|
2 operatie assistenten |
132 |
vullingsgraad in procenten |
85 |
90 |
90 |
|
1 anaesthesie-medewerker |
66 |
vullingsgraad in procenten |
107 |
100 |
100 |
Instituut Defensie Leergangen
De ondersteuning op het gebied van de managementopleidingen wordt verzorgd door het Instituut Defensie Leergangen (IDL). Het IDL staat in nauwe samenwerking met de defensieonderdelen borg voor kwalitatief hoogwaardige opleidingen en cursussen voor leidinggevenden van Defensie en Staffunctionarissen bestemd voor midden-, hoger- en topniveau uit binnen- en buitenland, evenals voor een professionele verzorging van congressen en seminars binnen Defensie.
In het kader van de bestuurlijke integratie van het KIM, de KMA en het IDL levert het IDL een bijdrage aan het oprichten van de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW), waarvan de juridische zetel op het IDL is gevestigd.
Prestatiegegevens IDL |
Meeteenheid |
Realisatie |
Vermoede- |
Raming 2004 |
|
2002 |
lijke uitkomst 2003 |
||||
Koninklijke marine |
aantal geslaagde cursisten |
138 |
174 |
172 |
|
Koninklijke landmacht |
aantal geslaagde cursisten |
108 |
97 |
96 |
|
Koninklijke luchtmacht |
aantal geslaagde cursisten |
112 |
125 |
125 |
|
Leergang Topmanagement Defensie (LTD) |
aantal geslaagde cursisten |
10 |
23 |
12 |
|
International Staff Officers Course (ISOOC) |
aantal geslaagde cursisten |
81 |
56 |
80 |
|
Nato Defense Orientation Course (NDOC) en |
|||||
NATO Orientation Course (NOC) |
aantal geslaagde cursisten |
63 |
61 |
85 |
|
Overige interservice opleidingen |
aantal geslaagde cursisten |
30 |
82 |
54 |
Defensie ICT-uitvoeringsorganisatie
De Defensie ICT-uitvoeringsorganisatie (DICTU) is per 1 juli 2003 binnen Dico ondergebracht als een Resultaat Verantwoordelijke Eenheid. De doelstelling van de DICTU is door middel van concentratie van IV-des-kundigheid alle uitvoerende processen voor realisatie en instandhouding (verwerving, contracten-/relatiebeheer, functioneel beheer en projectenrealisatie) van (tenminste) de defensiebrede informatievoorziening te regisseren, te begeleiden en te realiseren. Met een op zijn taak toegesneden DICTU is Defensie in staat om met leveranciers op IV-gebied, intern en extern Defensie, als professionele klant op de ICT-markt om te gaan.
Overige Interservice Diensten
Onder het ressort Overige Interservice Diensten (OID) vallen de volgende
Dico-bedrijven:
+ Defensie Materieel Codificatiecentrum (DMC),
+ Defensie Archieven-, Registratie- en Informatiecentrum (DARIC),
+ Dienst Personeels- en Salarisadministratie (PSA),
+ Centrale Beheerorganisatie Militair Salarissysteem (CBMS),
+ Maatschappelijke Dienst Defensie (MDD),
+ Diensten Geestelijke Verzorging (DGV),
+ Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS),
+ Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum (KTOMM) Bronbeek,
+ Eenheid Claims,
+ Defensie Horeca Organisatie (DHO).
Defensie Materieel Codificatiecentrum
De materieelcodificatie wordt uitgevoerd door het Defensie Materieel Codificatiecentrum (DMC). Het DMC vervult de door de Navo vereiste functie van Nationaal Codificatie Bureau (NCB), bewaakt de toepassing van het NATO Codificatie Systeem in Nederland en ontwikkelt en beheert een codificatie-informatiesysteem (DEMCIS) dat ter beschikking wordt gesteld aan de krijgsmachtdelen. De dienstverlening is gericht op het
bevorderen van interoperabiliteit binnen de Nederlandse krijgsmacht en de Navo en het doelmatig ondersteunen van de logistieke processen, waarmee een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de nationale en internationale operationele gereedheid van de defensie-eenheden. DMC behandelt ongeveer 2000 buitenlandse codificatie-aanvragen per jaar en heeft ongeveer 49 000 artikelen in onderhoud.
Dienst Archieven-, Registratie- en Informatiecentrum De ondersteuning op het gebied van archieven wordt verzorgd door de Dienst Archieven-, Registratie- en Informatiecentrum (DARIC). De DARIC verzorgt de centrale documentaire informatievoorziening en voert de algemene secretarie van het ministerie. De archiveringstaak omvat het in goede staat houden en bewaren van aan de DARIC toevertrouwde informatiebronnen, alsmede overbrenging van archieven naar rijksarchiefbewaarplaatsen. De DARIC verstrekt telefonische en schriftelijke informatie over het gearchiveerde. De DARIC beheert ongeveer 48 000 strekkende meters archief.
Het NIOD-rapport1 was de aanleiding om op het gebied van de documentaire informatievoorziening (DIV) en het archief een aantal maatregelen te treffen. Deze maatregelen zijn verwoord in het zogenoemde DIVAB (Deltaplan documentaire informatievoorziening en archiefbeheer). Dit Deltaplan omvat het totaal aan te nemen maatregelen op zowel korte als de langere termijn, teneinde te komen tot een defensiebreed beleid ten aanzien van DIV, dat – met gebruik van één defensiebrede elektronische applicatie – voldoet aan de gestelde eisen. Dit betreft onder andere het schonen van de archieven, wegwerken van achterstanden en zorgdragen voor de implementatie van de beleidsvisie DIV-Online.
Dienst Personeels- en salarisadministratie
De Dienst Personeels- en Salarisadministratie (PSA) verzorgt de uitvoering van de salarisadministratie, de loonspaarregelingen en de personele- en financiële informatievoorziening voor het burgerpersoneel van Defensie (ongeveer 140 000 incidentele/permanente mutaties en ongeveer 140 000 collectieve mutaties per jaar en ongeveer 184 000 reisdeclaraties). Ten behoeve van het militair personeel verzorgt de dienst het deblokkeren van de spaarlonen en de uitvoering van de premiespaarregeling (ongeveer 9 000 mutaties). Daarnaast wordt de begrotingsbelasting voor de militaire bezoldiging verzorgd. PSA is tevens inhoudingsplichtige.
De premiesspaarregeling is per 1 januari 2003 afgeschaft. De laatste premiebetalingen zullen in 2007 plaatsvinden. De spaarloonregeling zal, in gewijzigde vorm, in ieder geval in 2003 van kracht blijven en de hieraan verbonden reguliere werkzaamheden zullen naar verwachting tot 2008 blijven doorgaan.
Centrale Beheerorganisatie Militair Salarissysteem
De Centrale Beheerorganisatie Militair Salarissysteem (CBMS) beheert het Nieuw Salarissysteem Krijgsmacht (NSK) en stelt de betaaltape ter beschikking van het Directoraat-Generaal Financiën en Control (DGFC) voor de betaling van salarissen, toelagen en vergoedingen aan het militair personeel van Defensie c.q. hun verwanten. CBMS is tevens inhoudings-plichtige.
Maatschappelijke Dienst Defensie
De bedrijfsmaatschappelijke dienstverlening wordt verzorgd door de Oorlogsdocumentatie (NIOD). Maatschappelijke Dienst Defensie (MDD). De MDD richt zich primair op de
1 Het rapport «Srebrenica een «veilig» gebied» van het Nederlands Instituut voor
ondersteuning bij de operationele inzet, levert diensten in het kader van het reguliere bedrijfsmaatschappelijk werk en verleent speciale ondersteuning bij reorganisaties. De MDD neemt de hulp- en dienstverlening aan burger- en militair personeel, aan het thuisfront, aan de organisatie en aan (aspirant)veteranen voor zijn rekening. Het bedrijfsmaatschappelijk werk vergroot het welbevinden van deze groepen binnen de Defensieorganisatie. De MDD draagt op die manier bij aan de motivatie en inzetbaarheid van het personeel.
Diensten Geestelijke Verzorging
De geestelijke verzorging in de krijgsmacht wordt verzorgd door vijf interservice diensten geestelijke verzorging: de rooms-katholieke, de protestantse, de joodse, de humanistische en de hindoe (deze laatste dienst is per 5 maart 2003 toegevoegd). Deze diensten zijn organisatorisch ondergebracht in de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV). De DGV verlenen geestelijke verzorging aan militairen en waar nodig ook aan de gezinsleden van militairen volgens de richtlijnen van de zendende instanties. De DGV zijn voortdurend beschikbaar om, mede in het kader van het streven van Defensie naar hoogwaardige personeelszorg, vanuit de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke achtergronden, begeleiding en zorg te bieden inzake levensbeschouwelijke/ethische vragen en bij (geestelijke) nood.
Bureau Internationale Militaire Sport
Ondersteuning op het gebied van internationale sport wordt verzorgd door het Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS). Het BIMS zorgt voor de organisatie van internationale militaire sporttoernooien (3 in Nederland in 2004) en uitzending van de militaire équipes (voor 2004: 40 deelnames aan buitenlandse sporttoernooien en 15 aan wereldkampioenschappen). Tevens coördineert het BIMS de militaire sport op nationaal niveau. Daarnaast stimuleert het BIMS sportbeoefening en (individuele) begeleiding van topsporters binnen de Defensieorganisatie.
Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum (KTOMM) Bronbeek, dient als verzorgingstehuis voor oud-militairen van alle krijgsmachtdelen, beneden de categorie officieren (verzorgingscapaciteit van 50 oud-militairen). Het houdt een koloniaal museum in stand, dat in 1996 door de Traditiecommissie Krijgsmacht officieel als krijgsmachtdeelmuseum is aangemerkt (ongeveer 17 000 bezoekers per jaar). Daarnaast ondersteunt KTOMM Bronbeek het veteranenbeleid van de minister op een actieve wijze en dient het als plaats voor het houden van herdenkingen en reünies.
Eenheid Claims
Het beheren van de schadeclaims wordt verzorgd door de Eenheid
Claims. Deze organisatie is met ingang van 1 januari 2003 van de Directie
Juridische Zaken overgeheveld naar het Dico en is als zelfstandige
resultaat verantwoordelijke eenheid opgenomen.
De taken van de Eenheid Claims zijn:
+ behandeling van schadeclaims van derden op Defensie op civielrechtelijke gebied namens de defensieonderdelen, Dico en de Centrale organisatie. Het betreft materiële schade en letsel- en overlijdens-schade;
+ oefenschade;
+ NATO- en PfP-schade (Partnership for Peace);
-
•verhaal schade op grond van de Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren (VOA);
-
•het maken van schadebeleid voor Defensie;
-
•advisering ten aanzien van schadepreventie en overige vragen op het gebied van schade.
In de loop van 2003 zal aandacht worden besteed aan het ontwikkelen van prestatiegegevens en doelmatigheidsindicatoren voor de Eenheid Claims.
Defensie Horeca Organisatie (DHO)
De Defensie Horeca Organisatie (DHO) staat voor het op doelmatige en doeltreffende wijze aanbieden en leveren van een kwalitatief hoogwaardig met de klant overeengekomen totaalpakket aan horecaproducten en diensten ten behoeve van de gehele defensieorganisatie.
De DHO zal met ingang van 2004 van start gaan met het proefjaar ten behoeve van het verkrijgen van de agentschapsstatus in 2005. Gedurende het proefjaar zal binnen de begroting zoveel mogelijk de situatie zoals deze per 2005 zal gelden worden nagebootst. Dit impliceert dat de raming en de verantwoording van de uitgaven geschiedt op de begrotingen van de diverse defensieonderdelen die diensten afnemen van de DHO.
Algemeen
Onder deze categorie zijn de niet verder toe te delen activiteiten opgenomen, zoals de uitgaven van de staf van het Dico en enkele Dico-brede projecten. De staf van het Dico ondersteunt de Commandant Dico bij de aansturing van de onder het Dico ressorterende eenheden. In de staf is tevens een ondersteuningsgroep opgenomen die mede zorg draagt voor de ondersteuning van enkele Dico-eenheden op het gebied van financiën, personeel en organisatie. Het betreft in dit geval eenheden van het Dico die niet zelf in staat zijn deze taken doelmatig uit te voeren.
Investeringen
De investeringen Dico bestaan voor ongeveer 2/3 deel uit infrastructurele nieuwbouw en vervangingsprojecten. Daarnaast is een groot gedeelte benodigd ten behoeve van de reguliere voertuigvervangingen DVVO. Het totaal budget bedraagt vanaf 2006 structureel ongeveer € 16,2 miljoen. In de jaren 2003 tot en met 2005 ligt het budget hoger in verband met enkele incidentele projecten, zoals het bedrijfsrestaurant IDL (totaal ongeveer € 6,1 miljoen) en de nieuwbouw OCMGD (totaal ongeveer € 9 miljoen).
Centrale defensiebrede IV-investeringen
De eerste stappen naar een defensiebrede geïntegreerde basisvoorziening zullen in 2003 worden afgerond. Besluitvorming rondom standaard ICT-infrastructuur (onder andere MULAN) zal vanaf 2004 leiden tot invoering van een standaard functionaliteit op iedere werkplek voor iedere defensiemedewerker met bijbehorende beveiliging en archiveringsfunc-ties alsook een efficiënter geïntegreerd beheer bij DTO, aan te sturen door DICTU.
Selectie van een standaard softwarepakket ten behoeve van geïntegreerde IV (ERP) maakt het mogelijk de weg te vervolgen om bestaande en verouderde informatiesystemen (de zogenoemde legacy-systemen) te vervangen door standaard software. De geïntegreerde IV moet de geplande samenvoeging en reorganisatie van eenheden in het kader van SAMSON alsmede de invoering van resultaatgerichte sturing (VBTB en EBS) mogelijk maken. De resulterende verbeterde geautomatiseerde
ondersteuning van de defensiebrede bedrijfsvoering moet voorts leiden tot een reductie van de alsmaar oplopende exploitatiekosten.
In de onderstaande tabel zijn de defensiebrede activiteiten in het programma Operationele IV nog niet begrepen.
Defensiebrede IV investeringen (bedragen x € 1 000) |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Basisvoorziening IV Functionele integratie |
15 500 21 550 |
13 500 34 150 |
5 000 45 650 |
2 500 47 500 |
2000 48 000 |
Totaal |
37 050 |
47 650 |
50 650 |
50 000 |
50 000 |
Aanvullend op de hierboven weergegeven tabel, betreffende de defensie-brede IV-investeringen, is in onderstaande tabel weergegeven welke fondsen bij de afzonderlijke defensieonderdelen beschikbaar zullen zijn voor IV-investeringen welke kleiner zijn dan € 5 miljoen. Voorts is in deze tabel opgenomen welke fondsen voor IV-beleidsontwikkeling beschikbaar zijn. De aanwending van de in deze tabel genoemde budgetten geschiedt onder regie van de Directie Informatievoorziening en Organisatie, en zal zijn gericht op defensiebreed geïntegreerde IV (onder architectuur) en gestandaardiseerde infrastructuur. Met name deze standaardisatie is erop gericht om de voorziene exploitatie bij de defensieonderdelen om te buigen van een stijgende ontwikkeling naar een dalende. De exploitatie zoals deze momenteel wordt voorzien - zonder doorwerking van het effect van de voorgenomen standaardisatie-activiteiten - is eveneens opgenomen in onderstaande tabel.
Defensieonderdeel (bedragen x € 1 miljoen)
Koninklijke marine
Koninklijke landmacht
Koninklijke luchtmacht
Koninklijke marechaussee
Defensie Interservice Commando
Kerndepartement
Kerndepartement (tbv Beleidsontwikkeling)
13,0 |
15,7 |
6,0 |
6,0 |
6,0 |
25,0 |
20,0 |
15,0 |
12,0 |
12,0 |
13,0 |
9,0 |
7,0 |
7,0 |
7,0 |
9,5 |
10,1 |
6,9 |
7,1 |
8,0 |
2,6 |
1,4 |
1,3 |
0,2 |
1,2 |
4,8 |
5,2 |
5,4 |
6,7 |
5,1 |
6,8 |
5,9 |
7,0 |
6,5 |
6,5 |
Totaal IV-investeringen * |
74,7 |
67,3 |
48,6 |
45,5 |
45,8 |
IV-exploitatie |
254,8 |
259,3 |
266,3 |
270,1 |
270,1 |
Totaal |
329,5 |
326,6 |
314,9 |
315,6 |
315,9 |
-
*Projecten < € 5 miljoen
Ontvangsten
De ontvangstenraming bedraagt in totaal € 54,1 miljoen. De geraamde ontvangsten hebben betrekking op te verhalen ziektekosten, verhuur van woningen, vermindering afdracht loonheffing en de terugvordering van BTW. Voorts dragen de verkoop van topografische kaarten en drukwerk en de ontvangsten uit dienstverlening hieraan bij. Daarnaast zijn er nog specifieke ontvangsten, zoals ontvangsten van ziektekostenverzekeraars vanwege door het CMH en het MRC verleende
geneeskundige verzorging, voor de verhuur van spoorwagons door DVVO, de verhuur van faciliteiten door het IDL alsmede door bijdragen van bewoners en voor museumbezoek bij het KTOMM.
Waar de ontvangsten het gevolg zijn van in rekening gebrachte tarieven, zijn deze tarieven kostendekkend.
Groeiparagraaf VBTB
Algemeen
In algemene zin is voor de begroting 2005, in samenhang met de extracomptabele toerekening, het uitgangspunt dat de uitgaven volledig zijn toegerekend aan de operationele doelstellingen. Naast specifieke groeitrajecten, zoals hieronder opgenomen, betekent dit ook dat ook de uitgaven die ondersteunende eenheden voor elkaar maken en het eigen apparaat, direct of indirect moeten worden toegerekend aan de operationele doelstellingen.
Ondersteunende eenheden Koninklijke marine
Het MBzal de uitgaven verder verdelen over de opgenomen producten.
Onderzocht zal worden hoe de bevoorrading in uitgaven kunnen worden
uitgedrukt en worden gerelateerd aan de afnemers.
Het CAMSzal de producten waar mogelijk verder uitsplitsen over de
afnemers en de uitgaven verder verdelen over de producten.
Het KIMen het MOCzullen de bij- en omscholingsopleidingen verder
verdelen over de afnemers en de uitgaven verdelen over alle producten.
Ondersteunende eenheden Koninklijke landmacht
Het M ATLOGCOzal de prestatiegegevens aanleveren in concrete
producten/diensten. Deze worden uitgesplitst over de afnemers. Aan deze
producten/diensten zullen de uitgaven worden toegerekend. Onderzocht
zal worden hoe de bevoorrading kan worden gerelateerd aan de
afnemers.
Het OTCOzal de prestatiegegevens gaan uitdrukken in geslaagde
leerlingen en aan de producten uitgaven toerekenen.
Ondersteunende eenheden Koninklijke luchtmacht
Het LCKLuzal de uitgaven verder verdelen over de opgenomen producten. Onderzocht zal worden hoe instandhoudingsbeheer (waaronder de bevoorrading) in uitgaven kan worden uitgedrukt en kan worden gerelateerd aan de afnemers.
Het OKLuzal de prestatiegegevens gaan uitdrukken in geslaagde leerlingen en hieraan uitgaven toerekenen. Eveneens zullen producten worden uitgesplitst over de afnemers.
Ondersteunende eenheden Koninklijke marechaussee
In de begroting van 2005 worden voor het OCKMarprestatiegegevens opgenomen. Deze worden uitgedrukt in de ook bij de andere krijgsmachtdelen gebruikte omschrijvingen. Aan deze producten worden uitgaven toegedeeld en de producten worden uitgesplitst over de doelstellingen van de Koninklijke marechaussee.
Ondersteunende eenheden Dico
In het begrotingsjaar 2004 wordt bij DVVOen bij IDLverder gegaan met de overheveling van budgetten voor dienstverlening naar de afnemers. Onderzocht wordt voor welke eenheden dat nog meer mogelijk is. Dit zal in de begroting van 2005 zijn weerslag krijgen. Voor alle overige diensten
wordt gestreefd naar volledige toerekening van uitgaven naar de producten/diensten en afnemers.
Niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven
Grondslag van het artikel
Overeenkomstig artikel 6 van de Comptabiliteitswet 2001 en de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften, is dit artikel bij het ministerie van Defensie aangewezen als het artikel waarop de geheime uitgaven worden verantwoord.
Budgettaire gevolgen
De geheime uitgaven worden jaarlijks door de President van de Algemene Rekenkamer gecontroleerd. De beschikbare financiële middelen zijn opgenomen in de volgende tabel.
Budgettaire gevolgen niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven (bedragen x € 1 000) |
||||||
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Verplichtingen 910 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
Uitgaven 910 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
Niet-beleidsartikel 80 Nominaal en onvoorzien
Grondslag van het artikel
In dit artikel worden primair de door het ministerie van Financiën toegekende bedragen voor zowel de loonbijstelling en de incidentele looncomponent als die voor de prijsbijstelling en die voor nieuwe mutaties ondergebracht. Vervolgens worden deze bedragen over de (niet-)beleidsartikelen verdeeld.
De budgettaire gevolgen
De financiële bedragen die voor bovenstaande doelstellingen tijdens de begrotingsjaren ter beschikking staan, zijn in de volgende tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen niet-beleidsartikel 80 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
44 424
97 856 105 415 120 275 136 337
164 616
Uitgaven
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Onvoorzien
Taakstelling Strategisch Akkoord en
Hoofdlijnenakkoord
111 011 - 66 587
43 536 16 776
43 796 20 486
38 518 16 740
39 048 25 489
37 544 41 133 65 017 71 800
39 059 50 757
74 800
Totale uitgaven
44 424
97 856 105 415 120 275 136 377
164 616
Toelichting op de geraamde bedragen
Loonbijstelling
Dit betreft met name het restant van de nog te verdelen loonbijstellingsbedragen. De verdeling van deze gelden is mede afhankelijk van het af te sluiten arbeidsvoorwaardencontract en de mogelijke gevolgen uit de kabinetsbeslissing omtrent de wijze waarop in de toekomst wordt omgegaan met pre-pensionering.
Prijsbijstelling
Voor 2004 en verdere jaren zijn diverse kleine mutaties geboekt die op dit
artikel centraal worden gereserveerd.
TaakstellingStrategisch en Hoofdlijnenakkoord
Als uitvloeisel van de maatregelen, genomen in zowel het Strategisch Akkoord als het Hoofdlijnenakkoord en de maatregelen ter oplossing van de interne problematiek, die zullen leiden tot het afvloeien van een groot aantal defensiemedewerkers in de komende jaren, zijn gelden voor SBK-maatregelen gereserveerd. In de raming voor het jaar 2004 is tevens rekening gehouden met de salarislasten van overtollig personeel als gevolg van de maatregelen uit de Prinsjesdagbrief. Nadat tot invulling van de maatregelen is gekomen, zullen deze gelden worden toebedeeld aan de defensieonderdelen.
Niet-beleidsartikel 90 Algemeen
Grondslag van het artikel
Onder dit artikel worden onder de apparaatsuitgaven de uitgaven geraamd voor het kerndepartement en de niet toe te delen organisatie-eenheid Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Daarnaast worden als programma-uitgaven de investeringen door het kerndepartement en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en niet nader toe te delen departementsbrede uitgaven geraamd, die worden beheerd bij het kerndepartement.
Budgettaire gevolgen
De financiële bedragen die voor bovenstaande doelstellingen tijdens de begrotingsjaren ter beschikking staan, zijn in de volgende tabel opgenomen.
Budgettaire gevolgen niet-beleidsartikel 90 Algemeen (bedragen x € 1 000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen
1442 012 1307 693 1410 697 1436 718 1414 409 1402 254
1 390 100
Uitgaven Apparaatsuitgaven
Kerndepartement incl. wachtgelden Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
107 296 52 437
106 355 52 711
101 165 55 414
97 706 55 353
95 319 55 335
96 762 55 341
97 946 56 254
Totaal Apparaatsuitgaven
159 733
159 066
156 579
153 059
150 654
152 103
154 200
Programma-uitgaven
Investeringen
Departementsbrede uitgaven
– Milieu-uitgaven
– Pensioenen en uitkeringen *
– Wetenschappelijk onderzoek
– Ziektekostenvoorziening
– Garanties
– Subsidies en bijdragen
– Overige uitgaven
22 576
3 250
939 399
66 512
29 467
21 424 36 816
43 860
4 023
31 806
15 123
23 586
16 864
20 315
16 788
945 473 1 050 425 1 081 158 1 071 461
62 745 25 457
12 650 51 080
64 234 31 003
10 933 53 689
63 882 31 605
9 939 50 891
63 710 32 208
9 735 50 189
21 726
11 698
1 060 582
63 459
32 808
8 146 50 190
14 636
11 698
1 048 065
63 457
32 808
8 146 50 190
Totaal Programma-uitgaven * |
1119 444 |
1 145 288 |
1 257 213 |
1 277 925 |
1 264 406 |
1 248 609 |
1 229 000 |
Totaal uitgaven * |
1 279 177 |
1 304 354 |
1 413 792 |
1 430 984 |
1 415 060 |
1 400 712 |
1 383 200 |
Ontvangsten |
|||||||
Totaal ontvangsten |
9 306 |
9 283 |
169 854 |
201 257 |
163 547 |
210 797 |
224 159 |
|
59 354 |
95 660 |
98 525 |
97 897 |
97 154 |
Apparaatsuitgaven
Kerndepartement
Het kerndepartement is de beleidsadviserende en ondersteunende staf
voor de minister en de staatssecretaris. Het kerndepartement voert hiertoe
de volgende hoofdactiviteiten uit:
– in- en extern verzamelen van gegevens en op basis hiervan opstellen van adviezen ten behoeve van de bewindslieden,
– integrale sturing op hoofdlijnen van de onderdelen van de defensieorganisatie,
– initiëren, ontwikkelen, overdragen, regisseren en evalueren van het strategisch beleid van Defensie, het beleid ten aanzien van personeel, materieel, financiën, voorlichting en informatie en het juridische beleid.
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) De MIVD stelt zich ten doel Defensie op maat en naar behoefte te ondersteunen op het gebied van inlichtingen en veiligheid. De dienst richt zich daarbij zowel op het politiek-militaire besluitvormende niveau (strategische inlichtingen) alsook op de krijgsmacht zelf bij de voorbereiding en uitvoering van militaire taken (operationele inlichtingen). Hierbij gaat het vooral om de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties.
De MIVD heeft twee hoofdtaken: een inlichtingentaak en een veiligheidstaak. De MIVD voert deze taken uit binnen een strak wettelijk kader, neergelegd in onder andere de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2002; is recent geheel vernieuwd en sinds 29 mei 2002 van kracht) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo, 1998).
In het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid, opgesteld naar aanleiding van de aanslagen in de VS op 11 september 2001, heeft de regering besloten tot uitbreiding van de capaciteit voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Op basis van besluitvorming in de Ministerraad is onder leiding van de Coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten een voorstel gedaan voor de herinrichting van de capaciteit voor satellietinterceptie in Nederland. Het voorstel voorziet in de oprichting van een Nationale SIGINT Organisatie (NSO) die wordt ondergebracht bij het ministerie van Defensie en beleidsmatig gezamenlijk wordt aangestuurd door de MIVD en AIVD. Deze organisatie wordt opgebouwd vanuit de Afdeling Verbindingsinlichtingen (AVI) van de MIVD. Een deel van de AVI wordt daartoe losgekoppeld van de MIVD. De nieuwe organisatie treedt op als de NSO waar alle verbindingsinlichtingen-activiteiten bij zullen worden ondergebracht. Dit betekent dat de uitbreiding van de capaciteit voor satellietinterceptie en de besteding van de gelden ten behoeve de materiële voorzieningen onder verantwoordelijkheid van de nieuw op te richten organisatie gaat plaatsvinden. Begin 2003 wordt een projectorganisatie gevormd welke belast is met de opdracht om te komen tot oprichting van een NSO. Tevens krijgt de projectorganisatie de opdracht om de gereserveerde gelden voor uitbreiding van de satellietinterceptie-capaciteit te besteden.
Programmauitgaven
Investeringen
Documentaire Informatievoorziening en Archiefbeheer (DIVAB) In de eerste helft van de planperiode wordt een aanvang gemaakt met de opzet van DIV-online waarmee de wijze van archiveren gedigitaliseerd zal plaatsvinden. De werkplekken dienen toegerust te worden om te kunnen voorzien in de ontsluiting van de archieven.
P&O 2000+
De investeringen opgenomen bij P&O 2000+ betreffen de ontwikkeling en implementatie van het gelijknamige defensiebrede IV-project. Uitgangspunt blijft dat het project P&O 2000+ nog steeds binnen het geplande tijdtraject (2005) wordt gerealiseerd.
Defensie Operatiecentrum (DOC)
Het DOC is reeds in 2003 operationeel. De verdere aanpassingen aan de infrastructuur als gevolg van het DOC (materiële infra, beveiliging, ICT en verbindingen) zullen in totaal maximaal € 9,0 miljoen bedragen.
Departementsbrede uitgaven
Milieu-uitgaven
Voor contributies aan milieuorganisaties en de uitvoering en begeleiding van specialistische milieu- en ruimtelijke ordeningsonderzoeken is jaarlijks een bedrag van € 1,5 miljoen voorzien. Daarnaast is een jaarlijkse
vergoeding van ongeveer € 2,0 miljoen opgenomen voor honorarium DGW&T. Naar aanleiding van de ramp in Volendam is het toezicht op de handhaving van gebruikersvergunningen verscherpt. De financiële afdoening loopt enige vertraging op vanwege de trage facturering van gemeenten. Hiervoor is € 1,2 miljoen voorzien. Jaarlijks wordt een programma voor intensivering milieuonderzoeken CO opgesteld. De omvang van dit programma omvat in 2004 € 1,3 miljoen en daarna jaarlijks € 1,2 miljoen. Ten behoeve van het oplossen van de milieuproblemen in de Cannerberg is het Nederlandse aandeel in deze programma-uitgaven opgenomen. Het aandeel dat door de Navo wordt vergoed, is opgenomen in het beleidsartikel 11. Ten slotte is op dit artikel een defensiebrede reeks voor Milieu-intensiveringen gestald.
Pensioenen en uitkeringen
Deze programma-uitgaven voorzien in betalingen van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig militair personeel. De pensioenvoorziening en uitkeringen voor militair personeel waren voorheen grotendeels in eigen beheer bij Defensie. Overeenkomstig een in december 1998 met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) afgesloten overeenkomst is het beheer en de uitvoering van pensioenen voor personen ouder dan 65 jaar en van de militaire nabestaandenpensioenen die verband houden met overlijden als gevolg van het uitoefenen van de militaire dienst per 1 juni 2001 overgegaan naar het ABP. Voor de militaire nabestaandenpensioenen is sprake van volledige kapitaaldekking.
Conform de arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2001-2003 wordt vanaf (in beginsel) 1 januari 2003 voor nieuw op te bouwen diensttijd een kapitaal-gedekt prepensioen geïntroduceerd voor gewezen BOT-militairen van 60-65 jaar. Dit prepensioen treedt in de plaats van de in de periode thans aan de orde zijnde UKW-uitkeringen. Het huidige uitkeringsniveau staat daarbij niet ter discussie. Dat wil zeggen dat het opgebouwde prepensioen uit de Defensiebegroting wordt aangevuld tot het huidige uitkeringsniveau.
Kapitaalgedekt militair ouderdomspensioen
Voor diensttijd vanaf 1 juni 2001 wordt ten behoeve van de militaire ouderdomspensioenen op het kapitaaldekkingsstelsel overgegaan. Ouderdomspensioenen die betrekking hebben op tot 1 juni 2001 opgebouwde diensttijd en (aanvullende) nabestaandenpensioenen worden op declaratiebasis met het ABP verrekend. Met ingang van 1 juni 2001 is voor de nieuw op te bouwen militaire ouderdoms-pensioenen op het kapitaaldekkingsstelsel overgegaan. Eén van de elementen om dit mogelijk te maken is een reeks 10-jarige leningen van Defensie aan het ABP. De uitgaven die met deze leningen gemoeid zijn, worden aangemerkt als niet relevant voor het uitgavenkader van de Rijksbegroting in enge zin.
Kapitaalgedekt militair prepensioen
De betaling van zowel de voor het prepensioen als de resterende begrotingsgefinancierde componenten wordt verantwoord op deze programma-uitgaven. Evenals voor het ouderdomspensioen is voor wat betreft de overgang op kapitaaldekking een financieringsarrangement getroffen. Defensie heeft een reeks van € 15,1 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast komen beschikbaar de geleidelijk voor de Defensiebegroting vrijvallende uitkeringsbedragen. Na de introductie van de kapitaaldekking aan de orde zijnde premiemutaties worden op de gebruikelijke wijze verrekend met de loonbijstelling (niet-beleidsartikel 80). Het restant van de jaarlijks benodigde premie wordt als niet-relevante
uitgave door het ministerie van Financiën toegevoegd. Na ongeveer 15 jaar is er sprake van een kantelpunt. Vanaf dat moment wordt het totaal aan beschikbare middelen voor zover uitgaand boven de jaarlijkse premieverhoging in mindering gebracht op de Defensiebegroting. Eén en ander totdat de som van de op de Defensiebegroting in mindering gebrachte bedragen gelijk is aan de som van de aan de Defensiebegroting toegevoegde bedragen.
De uitvoering van de sociale zekerheid is in handen van UWV en ABP. Op dit beleidsartikel worden in dit kader de door UWV en ABP in rekening gebrachte uitgaven geraamd.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting van het artikel Pensioenen en uitkeringen
beslaat jaarlijks € 0,3 miljoen.
Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling
Deze programma-uitgaven omvatten de investeringen voor het opbouwen en in stand houden van een voor Defensie toegankelijke kennisinfrastructuur. Deze kennisinfrastructuur is noodzakelijk om nu en ook in de toekomst doeltreffend en doelmatig militair optreden mogelijk te maken. Defensie ondergaat vele veranderingen op politiek, technologisch en wetenschappelijk terrein. Er is kennis nodig om de consequenties van deze veranderingen goed te kunnen inschatten en hierop slagvaardig te reageren. Door het laten uitvoeren van activiteiten op het gebied van Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling (WOO), wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van deze noodzakelijke kennis. Het betreft kennis waarin door Defensie niet op andere wijze is te voorzien. De doelstellingen worden nagestreefd door middel van het financieren van onderzoeks-en ontwikkelingsactiviteiten (programma’s of projecten). Veel van deze activiteiten richten zich op verschillende beleidsdoelstellingen. Voor de financiering van deze beleidsdoelstellingen wordt gebruikt gemaakt van onderstaande instrumenten:
-
-Doelfinanciering Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) Overeenkomstig de TNO-wet en de regelingen tussen overheid en TNO, verstrekt Defensie jaarlijks via het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen doelfinanciering aan TNO. Met deze doelfinanciering wordt bij de drie instituten van TNO-Defensieonderzoek geïnvesteerd in een voor de taakuitvoering van Defensie noodzakelijke kennisbasis.
-
-Onderzoek en technologie
Vanuit dit artikelonderdeel wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van (technologische) kennis die van belang is voor de taakuitvoering van Defensie. Deze activiteiten worden -vaak in internationaal verband -uitgevoerd door Nederlandse bedrijven, onderzoeksinstellingen en universiteiten. Indien de ontwikkeling van nieuwe technologische kennis een belangrijk deel van een project uitmaakt, wordt incidenteel uit dit artikel ook bijgedragen aan een materieelontwikkelingsproject voor een krijgsmachtdeel.
-
-Bijdrage aan het NLR
Het ministerie van Defensie verstrekt via het ministerie van Verkeer en Waterstaat een bijdrage aan het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium (NLR), die bedoeld is voor het verrichten van het basisonderzoek. Door deze bijdrage kan Defensie tegen het gereduceerde «deelnemerstarief» gebruik maken van de diensten van het NLR.
ZVD
Ten laste van deze programma-uitgaven komen de uitgaven met betrekking tot de Ziektekostenvoorziening Defensiepersoneel (ZVD-regeling). Deze regeling is opengesteld voor actief dienend burgerpersoneel en voor niet-actieven, zowel burgers als militairen. Een uitzondering hierop vormen de personen die aanspraak maken op een uitkering in het kader van UKW en bepaalde groepen wachtgelders. Gegeven de gestelde voorwaarden, zijn het met name de postactieve burgers en -militairen die van de regeling gebruik maken.
Subsidies en bijdragen
Subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een zeker nut hebben en ook zelf financiële middelen bijeenbrengen, maar mede afhankelijk zijn van financiële hulp van Defensie. Daarnaast levert Defensie financiële bijdragen aan diverse overheidsinstellingen. De belangrijkste bijdragen betreffen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) voor onderwijs op algemene grondslag en voor de stichting Nederlands instituut voor internationale betrekkingen Clingen-dael.
Voor het jaar 2004 worden subsidies verleend aan de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht (€ 177 000), de Stichting Homosexualilteit en Krijgsmacht (€ 10 000), de Nederlandse Reservisten Federatie (€ 32 000), de Stichting Koepelorganisatie Militaire tehuizen (€ 908 000), de Koninklijke Vereniging ter beoefening van de krijgswetenschap, ten behoeve van de buitengewone leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam (€ 55 000), de Stichting Protestant Interkerkelijk Thuisfront (€15 000), de Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront (€ 10 000), het Defensie Vrouwennetwerk (€14 000), het Veteranenplatform (€ 136 000), de Stichting Veteranen-instituut (€ 3 596 000) en het Multicultureel Netwerk Defensie (€ 2 000). Deze vermelding vormt voor de onder dit artikel opgenomen subsidieverleningen de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c van de Algemene Wet Bestuursrecht.
De bijdrage ten behoeve van de Stichting bijzondere scholen voor onderwijs op algemene grondslag (STOAG) wordt met ingang van 2007 met € 1,0 miljoen verminderd als gevolg van het opheffen van de 41ste Mechbrig te Seedorf. De subsidie aan de Stichting Koepelorganisatie Militaire tehuizen (KOMT) vervalt met ingang van 2005 als gevolg van het Hoofdlijnen Akkoord.
Overige (departementale) uitgaven
De overige departementsbrede uitgaven hebben voornamelijk betrekking op voorlichtingsactiviteiten, schadevergoedingen en lumpsumuitgaven aan de belastingsdienst in verband met de fiscalisering van de verstrekking huisvesting en voeding van Rijkswege aan militairen.
Ontvangsten
Met ingang van dit begrotingsjaar worden de ontvangsten in verband met de verkoop, door de Directie Domeinen van het ministerie van Financiën, van overtollig materieel niet langer op de begroting van het ministerie van Financiën verantwoord, doch direct ten gunste van de begroting van het ministerie van Defensie.
-
3.BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF
3.1. Bedrijfsvoeringsthema’s
De bedrijfsvoeringsthema’s uit het verleden worden voortgezet. Met de omvangrijke herstructurering van de defensieorganisatie zijn nagenoeg al deze bedrijfsvoeringsthema’s een onderdeel geworden van meer omvattende onderwerpen. De volgende alinea’s geven een overzicht van de bedrijfsvoeringsthema’s en een eventuele verwijzing naar uitvoeriger informatie in deze begroting. Ook de Prinsjesdagbrief en de Personeels-brief zullen overigens thema’s behandelen die nadrukkelijk de bedrijfsvoering aangaan.
3.2. Bestuurlijke vernieuwing
In 2004 zullen de nieuwe structuren van het kerndepartement, de krijgsmachtdelen en ondersteunende diensten gestalte gaan krijgen. In de Beleidsagenda, paragraaf «Bestuurlijke vernieuwing» is hierop nader ingegaan.
3.3. Verdere uitwerking van VBTB
VBTB behoudt ook in 2004 de benodigde aandacht. Verbeteringen zijn gericht op de verdere kwaliteit van de doelformulering, prestatiegegevens en toerekening van kosten. In de paragraaf «Defensiebrede VBTB paragraaf» van de Leeswijzer is hier nader op ingegaan.
3.4. Verbetering bedrijfsvoering
In 2002 en, naar verwachting, in 2003 bestond en bestaat een ordelijk financieel en materieelbeheer. Dit kwaliteitsniveau zal ook in 2004 moeten worden vastgehouden. Hiervoor wordt het financieel en materieelbeheer gemonitord in een management control systeem dat zich ontwikkelt naar een brede bedrijfsvoeringsmonitor.
3.5. Competitieve Dienstverlening (CDV) en agentschappen
Om een doelmatige bedrijfsvoering te garanderen heeft Defensie het programma Competitieve Dienstverlening (CDV). In 2004 starten CDV-trajecten voor de Mechanische Centrale Werkplaats, het Marine-bedrijf en de infra-gerelateerde diensten bij DGW&T en de andere defesnieonderdelen.
In een traject dat doorloopt tot 2010 wordt gestreefd naar een overgang naar de agentschapsstatus, met een baten-lastenstelsel, van ondersteunende diensten en bedrijven. Naast de reeds bestaande agentschappen DTO en DGW&T, start de Defensie Horeca Organisatie (DHO) in 2004 met een proefjaar teneinde in 2005 de agentschapsstatus te verkrijgen.
3.6. Uitvoering IV-plan Defensie
In 2004 wordt gestart met het operationeel stellen van het defensiebrede informatiesysteem voor het functiegebied Personeel en het invoeren van standaard functionaliteit op iedere werkplek voor iedere defensiemedewerker. De in 2003 opgerichte Defensie ICT-Uitvoeringsorganisatie (DICTU) neemt de realisatie en instandhoudingstaken op zich. De
budgetten voor het DICTU en door het DICTU uit te voeren activiteiten zijn geraamd op niet-beleidsartikel 60 «Ondersteuning krijgsmacht».
-
4.Agentschappen
4.1 DEFENSIE TELEMATICA ORGANISATIE
Algemene informatie
De Defensie Telematica Organisatie (DTO) is het facilitaire ICT-bedrijf van het ministerie van Defensie. DTO is per 1 september 1997 opgericht en opereert vanaf 1 januari 1998 als agentschap.
De primaire markt van DTO is het ministerie van Defensie. Daarnaast is het DTO ook toegestaan producten en diensten te leveren aan afnemers binnen de Rijksoverheid en de Navo (de zogenaamde «tweedenmarkt»). Dit geschiedt met het oog op de verbreding van de economische basis van de uitermate kostbare extra beveiligde informatiesystemen en -structuren die DTO beheert en produceert. DTO richt zich daarbij in eerste instantie op de sectoren openbare orde en veiligheid van de Rijksoverheid.
Het ministerie van Defensie is bezig met de herijking van IV-governance. Daartoe is de Defensie ICT-Uitvoeringsorganisatie (DICTU)1 opgericht per 1 juli 2003. De DTO-organisatie zal hierop worden toegesneden.
Producten en diensten van de DTO
1 De doelstelling van DICTU is om door middel van concentratie van IV-deskundigheid alle uitvoerende processen voor realisatie en instandhouding, zoals contractmanagement (verwerving), functioneel beheer en projectrealisatie, van (ten minste) de defensiebrede informatievoorziening te regisseren, te begeleiden en te realiseren. DICTU bundelt de klantvraag van alle onderdelen van Defensie.
DTO biedt de volgende producten en diensten aan vanaf 2002:
+ Consultancy en Projectmanagement/Application Services Advies met betrekking tot specificatie, ontwikkeling, verwerving, invoering, beheer, exploitatie, mogelijkheden en toepassing van ICT-middelen, -systemen en -infrastructuren. Verder betreft dit de ontwikkeling, integratie en modificatie van ICT-infrastructuren,- systemen, -applicaties en gegevensbanken.
+ Exploitatie Informatiesystemen
Het uitvoeren van het technisch, functioneel en applicatiebeheer van zowel de eigen telematica- en IT-infrastructuur en systemen als dat van afnemers. Dit geschiedt op grond van dienstverleningsovereenkomsten en «service level agreements».
+ Data- en Telecommunicatie
Dit omvat communicatiefaciliteiten voor spraak, data en video, alsmede
de toegang tot externe netwerken.
+ Internet en Intranet
De diensten en applicaties voor algemeen gebruik die op of via de telematica-infrastructuur geleverd kunnen worden, zoals «electronic mail», internetdiensten en informatiegidsen.
+ Kantoorautomatisering
De producten en diensten die op of via de telematica-infrastructuur geleverd kunnen worden volgens de norm voor de gestandaardiseerde kantoorautomatisering van het ministerie van Defensie (LAN2000).
+ Standaard ICT-middelen
Handelsgoederen met betrekking tot ICT-middelen en kantoorautomatisering zoals pc’s en toebehoren die rechtstreeks aan de klant kunnen worden geleverd.
+ Overige producten en diensten
Deze omvatten de resterende productgroepen te weten: DIS-diensten (Documentaire Informatiesystemen), E-Commerce, Enterprise Resource Systemen (ERP), ICT-beheer, informatiebeveiliging en opleidingen.
Organisatie
De hoofdvestiging van DTO bevindt zich in Den Haag. Daarnaast zijn er DTO-vestigingen in Soesterberg, Den Helder, Maasland, Gouda en Rijswijk (ZH). Verder bevindt zich in Woensdrecht een zogeheten uitwijkcentrum. De werkplekdiensten zijn verdeeld over een achttal regio’s in Nederland en Duitsland, die zo dicht mogelijk bij de klanten van DTO zijn gesitueerd.
DTO is opgericht in een business- en serviceline organisatie. Aldus kan DTO op termijn concurreren met civiele IT-bedrijven. Een businessline organisatie is verantwoordelijk voor een integraal verkoopresultaat (zowel omzet als kosten). De businessline organisaties zijn sinds 2002 gegroepeerd per klantgroep, die voornamelijk bestaan uit de onderdelen van het ministerie van Defensie. Op termijn zal de klantvraag verschuiven naar DICTU. Hiertoe zal er een geleidelijke verschuiving plaatsvinden naar een businessline DICTU. De huidige indeling van de businessline organisaties is als volgt:
– businessline Koninklijke landmacht; – businessline Koninklijke marine; – businessline Koninklijke luchtmacht en Defensie Interservice
Commando; – businessline Openbare orde en veiligheid, die de Centrale organisatie,
de Koninklijke marechaussee en de overige rijksoverheid omvat.
De businessline organisaties betrekken producten en diensten, tegen intern tarief, van de (in beginsel niet voor de klant zichtbare) servicesline-organisaties. DTO beschikt over de volgende serviceslines: – serviceline Platformservices; – serviceline Networkservices; – serviceline Werkplekdiensten; – serviceline Application Services; – serviceline Advanced Environments.
De introductie van serviceline organisaties heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van het zicht op de interne goederenstromen en de daaraan gerelateerde kosten.
Doelmatigheid
De producten en diensten die DTO levert, worden verrekend op basis van tarieven. De tarieven worden jaarlijks op voordracht van de directeur DTO vastgesteld door de commandant Dico. Deze tarieven zijn gebaseerd op de integrale kosten.
DTO is als agentschap van het ministerie van Defensie een omzet- en resultaatverantwoordelijke organisatie zonder winstoogmerk. DTO moet zijn opbrengsten halen uit de verkoop van producten en diensten, waarbij de totale kosten uit de opbrengsten moeten worden gedekt. Tussen DTO en de defensieonderdelen bestaat een zakelijke relatie. Door daadwerkelijke verrekening treedt regulering op van vraag en aanbod. Tevens bestaat voor de krijgsmachtdelen (in beperkte mate) de mogelijkheid
diensten uit de vrije markt te betrekken. Deze marktwerking vormt een belangrijke prikkel voor de effectiviteit en efficiency bij DTO.
Sturen op resultaat
DTO heeft als agentschap geen winstoogmerk. Na het voorlopige afstel van de uitbesteding van DTO is er een driejarenplan ontwikkeld. Dit driejarenplan dient te resulteren in lagere tarieven voor Defensie. Deze tariefdaling bedraagt € 20 miljoen in 2003, € 22 miljoen in 2004 en € 22 miljoen in 2005. Voor Defensie betekent dit dat over een periode van drie jaren de tarieven zullen dalen met in totaal € 64 miljoen.
Doelstellingen 2004
Voor het jaar 2004 is de taakstelling € 22 miljoen. Het jaar 2004 zal derhalve gericht zijn op het bestendigen van de tariefdaling 2003, het behalen van de doelmatigheidsdoelstelling 2004 en het voorbereiden van de bezuinigingsplannen voor de komende jaren.
De begroting van baten en lasten van het agentschap DTO
(bedragen x € 1 000, afrondingsverschillen zijn mogelijk)
Jaarverslag 2002 Vermoedelijk beloop
20021
20032
2004
2005
2006
2007
Toelichting per post BATEN
2008
Baten |
|||||||
Opbrengst moederdepartement |
248 042 |
202 554 |
252 741 |
232 929 |
232 929 |
232 929 |
232 929 |
Opbrengst overige departementen |
8 286 |
13 446 |
14 118 |
14 824 |
15 565 |
16 343 |
17 160 |
Opbrengst derden |
000000 |
0 |
|||||
Rentebaten |
422 0 0 0 0 0 |
0 |
|||||
Buitengewone baten |
29 0 0 0 0 0 |
0 |
|||||
Vrijval voorzieningen |
1 600 |
00000 |
0 |
||||
Exploitatiebijdrage |
000000 |
0 |
|||||
Totaal baten |
258 379 |
216 000 |
266 859 |
247 753 |
248 494 |
249 272 |
250 089 |
Lasten |
|||||||
Apparaatskosten |
|||||||
|
131 975 |
121 733 |
136162 |
127 247 |
127 045 |
127 612 |
129 696 |
|
81 107 |
68 868 |
104 948 |
91 516 |
91 314 |
91 881 |
93 964 |
Rentelasten |
4 937 |
6 023 |
5 985 |
7 613 |
7 409 |
7 142 |
6 939 |
Afschrijvingskosten |
000000 |
0 |
|||||
|
14 520 |
17 540 |
17 626 |
18 309 |
19 388 |
19 076 |
16 807 |
|
1 694 |
1 855 |
2 109 |
3 038 |
3 311 |
3 534 |
2 700 |
Dotaties voorzieningen |
20 241 |
00000 |
0 |
||||
Buitengewone lasten |
000000 |
0 |
|||||
Totaal lasten |
254 474 |
216 019 |
266 830 |
247 723 |
248 467 |
249 245 |
250 106 |
Saldo van baten en lasten |
3 905 |
|
29 |
30 |
27 |
27 |
|
Uitkering aan moederdepartement |
-3 405 |
||||||
Netto resultaat |
500 |
|
29 |
30 |
27 |
27 |
|
Opbrengsten moederdepartement
Bij de opbrengsten van het moederdepartement is rekening gehouden met de bezuinigingsdoelstellingen uit het driejarenplan DTO. In dit plan wordt uitgegaan van een daling van de tarieven 2004 ten opzichte van
2
2003 met een bedrag van € 22 miljoen voor het ministerie van Defensie. De tarieven 2005 zullen additioneel nog eens € 22 miljoen dalen ten opzichte van 2004.
In de opbrengst moederdepartement is rekening gehouden met het gefaseerd overdragen van het beheer van de werkplekken van de diverse defensieonderdelen aan DTO. Voor de overige opbrengsten is uitgegaan van een jaarlijkse omzetstijging van nul procent.
Opbrengst overige departementen
DTO investeert in omzetgroei in de zogenaamde «tweedenmarkt» (overige Rijksoverheid) voor openbare orde en veiligheid. In 2004 en volgende jaren is uitgegaan van een groei van de omzet van de businessline Openbare orde en veiligheid van vijf procent. De autonome groei van de omzet wordt vooral gezocht in dit marktsegment.
Procentuele verdeling van de omzet
Klanten
omzetaandeel
Koninklijke marine
Koninklijke landmacht
Koninklijke luchtmacht
Koninklijke marechaussee
Centrale organisatie
Defensie Interservice Commando
Overige
20% 31% 24% 8% 5% 7% 5%
Totaal
100%
De totale opbrengst is als volgt verdeeld over de onderscheiden productgroepen:
Bedragen x € 1 000 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Consultancy en projectmanagement |
35 803 |
22 844 |
21 392 |
21 436 |
21 500 |
21 567 |
21 638 |
Data- en telecommunicatie |
53 342 |
56 820 |
52 218 |
49 349 |
49 497 |
49 652 |
49 815 |
ERP |
1 298 |
2 500 |
2 341 |
2 346 |
2 353 |
2 360 |
2 368 |
Exploitatie informatiesystemen |
45 761 |
41 623 |
38 977 |
39 057 |
39 174 |
39 296 |
39 425 |
Informatiebeveiliging |
8 191 |
9 574 |
8 965 |
8 983 |
9 010 |
9 038 |
9 068 |
Internet en Intranet |
7 486 |
6 764 |
6 334 |
6 347 |
6 366 |
6 386 |
6 407 |
Kantoorautomatisering |
66 294 |
58 248 |
120125 |
103 694 |
104 004 |
104 330 |
104 672 |
Overig |
9 295 |
5 520 |
5 169 |
5 180 |
5 195 |
5 212 |
5 229 |
Standaard ICT middelen (handel) |
28 858 |
12 108 |
11 338 |
11 361 |
11 395 |
11 431 |
11 468 |
Totaal |
256 328 |
215 999 |
266 859 |
247 752 |
248 494 |
249 272 |
250 089 |
LASTEN Personele kosten
Personeelssterkte van schap DTO |
het agent- |
20021 |
2003 2 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Militair personeel |
171 |
135 |
345 |
316 |
305 |
305 |
305 |
|
Burgerpersoneel |
1 700 |
1 809 |
2 099 |
1 992 |
1 908 |
1 917 |
1 928 |
|
Totaal DTO-personeel Inhuur personeel |
1 871 199 |
1 944 79 |
2 444 79 |
2 308 79 |
2 213 79 |
2 222 79 |
2 233 79 |
|
Totaal |
2 070 |
2 023 |
2 523 |
2 387 |
2 292 |
2 301 |
2 312 |
1 Jaarverslag 2002
2 Vermoedelijk beloop
In 2004 is nog uitgegaan van een groei van het personeel als gevolg van het overdragen van het beheer van de werkplekken van de defensieonderdelen aan DTO. Het personeel dat deze taken nu uitvoert, zal DTO overnemen.
De doelmatigheidsdoelstelling die DTO is opgelegd zal een verlies van 300 tot 500 arbeidsplaatsen betekenen. In het overzicht personeelssterkte is rekening gehouden met het verminderde aantal arbeidsplaatsen, waarbij reeds rekening is gehouden met een uitstroom van 100 vte’n in 2004.
DTO is een flexibele organisatie. Er zal altijd inhuur nodig zijn voor het verkrijgen van specifieke expertise en het opvangen van tijdelijk tekorten. In 2003 is uitgegaan van een forse afname van de inhuur ten opzichte van 2002. Deze daling is mogelijk vanwege de huidige situatie op de ICT-markt, waardoor het eenvoudiger is vast personeel te werven. Tevens zal de inhuur van personeel nog kritischer dan voorheen worden beoordeeld.
Materiële kosten
(bedragen x € 1 000) |
|||||||
20021 |
20032 |
2004 |
2005 |
2006 |
2 007 |
2008 |
Directe kosten
Huisvestingskosten
Kantoorkosten
Verkoopkosten
Algemene kosten
Kosten Hardware Software
35 750 |
22 022 |
20 824 |
19 505 |
19 505 |
19 505 |
19 505 |
7 665 |
7 730 |
7 730 |
7 730 |
7 730 |
7 730 |
7 730 |
3 660 |
2 228 |
2 228 |
2 228 |
2 228 |
2 228 |
2 228 |
389 |
1 014 |
1 014 |
1 014 |
1 014 |
1 014 |
1 014 |
574 |
1 600 |
1 600 |
1 600 |
1 600 |
1 600 |
1 600 |
33 069 |
34 274 |
71 552 |
59 439 |
59 237 |
59 804 |
61 888 |
Totale materiële kosten
81 107
68 868
104 948
91 516
91 314
91 881
93 965
Jaarverslag 2002 Vermoedelijk beloop
2
Gebouwen en terreinen Machines en installaties Computerapparatuur Overige bedrijfsmiddelen
Door de vaste opslagpercentages voor overheadkosten en risicomarge lopen de ontwikkelingen van omzet en kosten, zowel waar het gaat om personeel als materieel, bij DTO parallel. Het omzetniveau in 2003 vormt het uitgangspunt voor de raming materiële kosten in 2004. Daarbij is rekening gehouden met de ingrijpende efficiencymaatregelen.
De directe kosten worden in belangrijke mate veroorzaakt door kosten die DTO maakt voor handelsomzet (het direct doorleveren van goederen van leverancier aan klant met een geringe marge). De omvang van deze handelsomzet is niet goed te ramen, in de ramingen wordt deze voorzichtig ingeschat.
De toename van de kosten voor hardware en software in 2004 wordt veroorzaakt door de overdracht van het beheer van de werkplekken van de diverse defensieonderdelen aan DTO.
Rentelasten
Door een toename van de investeringen in de jaren 2003 en 2004 stijgen de rentelasten om vervolgens weer langzaam te dalen.
Afschrijvingen activa
De afschrijvingslasten bedragen:
1 136 |
1 240 |
1 187 |
1 345 |
1 420 |
1 296 |
1 350 |
1 104 |
1 054 |
996 |
1 388 |
1 559 |
1 768 |
1 435 |
11 367 |
14 275 |
14 474 |
14 713 |
15 753 |
15 626 |
13 646 |
913 |
971 |
969 |
863 |
656 |
386 |
376 |
Subtotaal afschrijvingen materiële activa |
14 520 |
17 540 |
17 626 |
18 309 |
19 388 |
19 076 |
16 807 |
Software |
1 694 |
1 855 |
2 109 |
3 038 |
3 311 |
3 534 |
2 700 |
Subtotaal afschrijvingen immateriële activa |
1 694 |
1 855 |
2 109 |
3 038 |
3 311 |
3 534 |
2 700 |
Totaal afschrijvingskosten |
16 214 |
19 395 |
19 735 |
21 347 |
22 700 |
22 609 |
19 507 |
Op de vaste activa worden op jaarbasis de volgende afschrijvingstermijnen toegepast.
immateriële vaste activa + licenties
5 jaar
materiële vaste activa
+ grond
+ gebouwen, glasvezel
+ terreinen (bestrating)
+ machines en installaties
+ computerapparatuur
+ overige bedrijfsmiddelen
30 jaar
10 jaar
8 jaar
3–10 jaar
4–5 jaar
Dotaties voorzieningen
In de meerjarenraming is geen rekening gehouden met een dotatie aan de voorzieningen.
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
KASSTROOMOVERZICHT
Kasstroomoverzicht van het agentschap Defensie Telematica Organisatie
(bedragen x € 1 000, afrondingsverschillen zijn mogelijk)
20021
20032
2004
2005
2006
2 007
Jaarverslag 2002 Vermoedelijk beloop
2008
Rekening courant RHB 1 januari |
31 941 |
42 942 |
36 444 |
33 222 |
32 924 |
33 194 |
33 942 |
Totaal operationele kasstroom |
37 288 |
12 738 |
14 318 |
19 816 |
22 725 |
22 637 |
19 490 |
– Totaal investeringen |
|
|
|
|
|
|
|
+ Totaal boekwaarde desinvesteringen |
169 |
- |
- |
- |
|||
Totaal investeringskasstroom |
|
|
|
|
|
|
|
– Uitkering aan moederdepartement |
-4 044 |
-3 405 |
0000 |
0 |
|||
+ Storting door het moederdepartement |
000000 |
0 |
|||||
– Aflossingen op leningen |
|
|
|
|
|
|
|
+ Beroep op leenfaciliteit |
5 000 |
47 727 |
52 400 |
20 000 |
20 000 |
20 000 |
20 000 |
Totaal financieringskasstroom |
|
28 491 |
34 860 |
|
|
|
|
Rekening courant RHB 31 december |
42 942 |
36 444 |
33 222 |
32 924 |
33 194 |
33 942 |
27 804 |
Toelichting bij het kasstroomoverzicht DTO
Operationele kasstroom
Hieronder zijn het resultaat en de balansmutaties verantwoord die het gevolg zijn van de reguliere bedrijfsvoering. De fluctuatie in de jaren wordt grotendeels veroorzaakt door de afschrijvingen op de investeringen die in de jaren 2003 en 2004 éénmalig hoog zijn.
Investeringskasstroom
In de jaren 2003 en 2004 zijn investeringen geraamd die nodig zijn om de doelmatigheidsdoelstellingen van DTO mogelijk te maken. Een deel van deze investeringen betreft investeringen in het NAFIN. Voor de jaren 2005 en verder wordt een stabiel investeringsniveau verwacht.
Financieringskasstroom
Uitkering aan moederdepartement.Volgens de vermogensregeling voor agentschappen dient, wanneer het eigen vermogen uitkomt boven 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaren, het meerdere te worden uitgekeerd aan het moederdepartement. Deze uitkering vindt plaats in het volgende boekjaar.
Aflossing op leningen.De bedragen die hier zijn verantwoord, betreffen de aflossingen van de aangegane vermogensconversie en leningen om investeringen te financieren.
Beroep op leenfaciliteit.Hieronder zijn de door DTO bij het ministerie van Financiën geleende bedragen verantwoord. In 2001 en verdere jaren betreft het alleen de leningen voor de jaarlijkse (vervangings-)investe-ringen.
2
Overzicht vermogensontwikkeling
(bedragen x € 1 000) |
|||||||
20021 |
20032 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Eigen vermogen per 1/1
– Saldo van baten en lasten
– Directe mutaties in het eigen vermogen
– Uitkering aan moederdepartement
– Expl. bijdrage door moederdep.
– Overige mutaties
15 544
3 905
15 405
-
-19
11 981
29
12 010
30
12 040 12 067
27 27
4 044 - 3 405
000000 000000
12 094
-
-17
Eigen vermogen per 31/12
15 405
11 981
12 010
12 040
12 067
12 094
12 077
Jaarverslag 2002 Vermoedelijk beloop
Kengetallen
De volgende kengetallen geven informatie over de verwachte ontwikkelingen op de korte en de middellange termijn.
Kengetallen van het agentschap DTO |
20021 |
20032 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Omzet per medewerker (x € 1000) |
124,0 |
106,8 |
105,8 |
103,8 |
108,4 |
108,3 |
108,2 |
Resultaatmarge |
10,5% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
1 Jaarverslag 2002
2 Vermoedelijk beloop
Omzet per medewerker
De omzet per medewerker is exclusief eventuele tariefmutaties per
medewerker, maar inclusief ingehuurd personeel. In de omzet per
medewerker is rekening gehouden met de effecten van het driejarenplan
DTO.
Resultaatmarge
De resultaatmarge geeft de verhouding aan tussen het saldo van baten en lasten en de bruto omzet. In het driejarenplan DTO is bepaald dat de doelmatigheidswinsten die DTO behaald doorgegeven dienen te worden aan het ministerie van Defensie.
4.2 DIENST GEBOUWEN, WERKEN EN TERREINEN
Algemene informatie
De Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T) is de vastgoedbeheerder van Defensie die het onroerend goed effectief en op maatschappelijk verantwoorde wijze inricht en beheert. De DGW&T geeft deskundige adviezen en treedt op als intermediair voor de waarborging van de ruimtelijke belangen van de klanten binnen Defensie. DGW&T staat de klanten bij in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed.
2
Het bij Defensie in beheer zijnde onroerend goed heeft een herbouwwaarde van ongeveer €14 miljard.
De markt van de DGW&T is vrijwel volledig de defensiemarkt.
Missie
De missie van DGW&T luidt:
Wij willen als vastgoedbeheerder voor Defensie de deskundige adviseur en intermediair zijn die de ruimtelijke belangen van de klanten zeker stelt en hun onroerend goed effectief en op maatschappelijk verantwoorde wijze inricht en beheert. Wij willen klanten altijd en overal bijstaan in de zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed. Wij doen dit op een wijze die voor de Defensieorganisatie als geheel zo efficiënt mogelijk is en aan de klanten een zo hoog mogelijke kwaliteit biedt.
Op basis van deze missie is de visie geformuleerd. Deze visie is samen te vatten in drie kernbegrippen: één DGW&T, betrouwbaar en kostenleider.
Taken van de DGW&T
DGW&T behartigt alle vastgoedbelangen en -verplichtingen voor de defensieonderdelen en levert daarvoor een compleet en samenhangend producten- en dienstenpakket dat bestaat uit:
- ruimtelijke ordening en milieu, inclusief juridisch beheer;
- technisch beheer;
-
-ingenieursdiensten;
-
•nieuwbouw (voorbereiding en begeleiding van de uitvoering),
-
•groot onderhoud (voorbereiding en begeleiding van de uitvoering),
-
•bodemsanering (begeleiding vooronderzoeken voor het bodemsaneringsprogramma en voorbereiding en begeleiding van de uitvoering),
-
•onderzoek en advies.
-
-gebruikssteun;
-
•klein onderhoud,
-
•kleine infrastructurele aanpassingen (commandantenvoorzieningen),
-
•storingsdienst (24-uursdienst).
-
-beleidsvoorbereiding specialistisch onderzoek en advies;
-
•beleidsvoorbereiding,
-
•specialistisch onderzoek en advies,
-
•belangenbehartiging,
-
•advies aan departement en politieke leiding.
-
-out of area optreden;
-
•ondersteuning,
-
•toezicht houden.
Organisatie
De Bestuursraad DGW&T staat onder het voorzitterschap van de Commandant Dico en bestaat voorts uit vertegenwoordigers van de bevelhebbers van de defensieonderdelen. De Bestuursraad houdt toezicht op de realisatie van de plannen en autoriseert de begroting en de jaarstukken van de DGW&T.
De DGW&T bestaat uit een Centrale Directie (locatie Den Haag), een Directie Interne Diensten (een interne shared service centre voor ICT-, facilitair management en financiële diensten), drie regionale directies in Nederland en een directie in Duitsland. De regionale directies zijn opgebouwd uit een centrale unit (ingenieursdiensten, ruimtelijke ordening en milieu, technisch beheer, besturing en ondersteuning) en meerdere dienstkringen en steunpunten.
De DGW&T hanteert als besturingsmodel het INK-managementmodel bij het formuleren van doelstellingen voor de resultaat- en de organisatiegebieden. Overeenkomstig het VBTB-model zijn doelstellingen vertaald in activiteiten en kosten en vindt hierop in de plannen en in de verantwoording sturing plaats.
Bedrijfsvoering
De DGW&T genereert als resultaatverantwoordelijke organisatie opbrengsten uit de verkoop van diensten. De totale apparaatskosten dienen uit de opbrengsten te worden gedekt. Binnen de DGW&T zijn de regionale directies resultaatverantwoordelijk. Dit blijkt onder andere uit de delegatie van taken en bevoegdheden aan de directies, waarbij de centrale directie zorg draagt voor de coördinatie en sturing. Het beleid en het verwachte resultaat van de directies worden vastgelegd in businessplannen. Deze vormen de basis van het gemeenschappelijk Businessplan/ managementcontract dat jaarlijks wordt afgesloten tussen de directeur DGW&T en de directeuren van de regionale directies. Door middel van periodieke rapportages aan de directeur DGW&T leggen de directies en de Directie Interne Diensten verantwoording af. Binnen de DGW&T wordt voortdurend aandacht besteed aan verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening door het uitvoeren van klanttevredenheidsonderzoeken en projecttevredenheidsonderzoeken.
Tussen de DGW&T en de defensieonderdelen bestaat een zakelijke relatie. Hierdoor treedt regulering op van vraag en aanbod. Tevens bestaat voor de defensieonderdelen op beperkte schaal de mogelijkheid diensten uit de vrije markt te betrekken. Deze marktwerking draagt bij aan vergroting van de efficiency.
Doelstellingen
De DGW&T streeft de volgende doelstellingen na:
+ licht positief bedrijfsresultaat: een positief saldo van baten en lasten dient te worden gerealiseerd bij een ordelijk financieel en materieel beheer;
+ klanttevredenheid:de klanttevredenheid dient gemiddeld 7,2 (met een laagste score van 6,0) te bedragen. Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van het te houden klanttevredenheidsonderzoek;
+ projecttevredenheid:naast het jaarlijkse centraal uitgevoerde
klanttevredenheidsonderzoek wordt na oplevering van de projecten een «projecttevredenheidsonderzoek» uitgevoerd. Tenminste 80% van
de opgeleverde projecten dient naar tevredenheid van de klant te zijn uitgevoerd. Onder project wordt verstaan een externe opdracht waarbij de voorcalculatie uitgaat van 250 mensuren of meer; • medewerkertevredenheid: DGW&T stelt zich ten doel dat in een medewerkersopinieonderzoek (MOO), het eigen functioneren met minimaal 7,2 gewaardeerd wordt en de waardering voor het functioneren van de eigen directie met minimaal 6,6. Bij het medewerkersopinieonderzoek is de norm voor de respons gesteld op 65 procent.
Omgevingsfactoren van invloed voor het jaar 2004 en verder
Ook DGW&T, als integraal onderdeel van Defensie, wordt de komende jaren geconfronteerd met de uitwerking van het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord. Door de vermindering van het aantal Defensieterreinen en de te verwachte afgenomen bouwactiviteiten zal het werkaanbod voor DGW&T naar verwachting dalen. Als eerste uitwerking van het Strategisch Akkoord is eind 2002 onder aansturing van de chef Defensie Staf (CDS), een werkgroep geformeerd. Deze werkgroep inventariseert de mogelijkheden tot samenvoeging van beleids-, planning-, beheer- en uitvoeringsfuncties met betrekking tot de infrastructuur van de defensieonderdelen en de efficiencywinsten die hieruit kunnen voortvloeien.
Besloten is tot de oprichting van de service-unit Dienst Vastgoed Defensie (DVD) die belast wordt met het beheer van de vastgoedportefeuille. Dit beheer bestaat onder meer uit de inhuur van onderhoudsdiensten, de externe belangenbehartiging, het uitvoeren van het aankoop- en afstotingsbeleid (in afstemming met de Dienst der Domeinen), het uitvoeren van nieuwbouwprojecten en het minimaliseren van de kosten van leegstand. De facilitaire diensten behoren niet tot dit beheer. Defensieonderdelen huren bij de DVD vastgoed tegen marktconforme tarieven.
Omdat de consequenties van de oprichting van de service-unit DVD nog niet exact vaststaan, is nog geen rekening gehouden met de mogelijke effecten op de DGW&T-organisatie.
Wel dient DGW&T in de jaren 2004-2008 een efficiency-korting van € 0,8 miljoen (cumulatief) op jaarbasis door te voeren. Deze korting is in de vermindering van de omzet verwerkt.
De begroting van baten en lasten
(bedragen x € 1 000) |
20021 |
20032 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
BATEN |
|||||||
Opbrengst moederdepartement |
81 996 |
85 800 |
83 600 |
83 600 |
83 600 |
83 700 |
82 900 |
Efficiency-verbetering |
-800 |
|
|
|
-3 200 |
||
Opbrengst project huisvesting KMar |
|||||||
District Schiphol |
800 |
2000 |
3 500 |
4 400 |
6 400 |
6 300 |
|
Opbrengst overige departementen |
235 |
200 |
200 |
200 |
200 |
100 |
100 |
Opbrengst derden |
2 599 |
1 100 |
1 000 |
1 000 |
1 000 |
1 000 |
1 000 |
Mutatie onderhanden werk |
-324 |
||||||
Rentebaten |
212 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
|
Bijzondere baten |
3 114 |
500 |
|||||
Buitengewone baten |
33 |
||||||
Totaal baten |
87 865 |
88 400 |
86 200 |
86 900 |
87 000 |
88 200 |
87 300 |
LASTEN |
|||||||
Apparaatskosten |
|||||||
|
61 885 |
63 000 |
61 500 |
61 000 |
60 500 |
60 000 |
59 500 |
|
3 893 |
5 600 |
4 000 |
3 800 |
3 800 |
3 600 |
3 500 |
|
12 081 |
12 200 |
12 100 |
12 100 |
12 000 |
12 000 |
12 000 |
Rentelasten |
1 519 |
2 000 |
1 800 |
1 700 |
1 600 |
1 600 |
1 600 |
Rentelasten project huisvesting KMar |
|||||||
District Schiphol |
800 |
2 000 |
3 500 |
4 400 |
4 400 |
4 300 |
|
Afschrijvingskosten |
|||||||
|
2 366 |
2 900 |
2 900 |
2 900 |
2 900 |
2 900 |
2 900 |
|
|||||||
Schiphol |
2 000 |
2 000 |
|||||
|
|||||||
Dotaties voorzieningen |
1 532 |
100 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Bijzondere lasten |
2 622 |
600 |
|||||
Buitengewone lasten |
4 |
||||||
Totaal lasten |
85 902 |
87 200 |
84 800 |
85 500 |
85 700 |
87 000 |
86 300 |
Saldo van baten en lasten |
1 963 |
1 200 |
1 400 |
1 400 |
1 300 |
1 200 |
1 000 |
Realisatie Vermoedelijk beloop
Toelichting per post BATEN
Opbrengsten moederdepartement.
Met de komende reductiemaatregelen voor de defensieonderdelen, zal ook de behoefte aan infrastructuur structureel afnemen. Deze afname zou zich moeten vertalen in een lagere omzet voor vastgoeddiensten voor het moederdepartement. De laatste jaren is echter gebleken dat reorganisaties in eerste instantie extra bouwactiviteiten generen, die de eerder aangegeven omzetvermindering compenseren. Naar verwachting zal pas in 2008 de omzet dalen ten gevolge van de verminderde behoefte aan infrastructuur van de defensieonderdelen.
Hiertegenover staat een toename van de opbrengsten door het huisvestingsproject voor de Koninklijke marechaussee te Schiphol. In 2002 is gestart met de realisatie van deze huisvesting waarvan DGW&T het economisch eigendom verwerft. De door DGW&T aan het ministerie van Financiën te betalen rente en aflossing, worden bij de Koninklijke marechaussee in rekening gebracht. Het nieuwbouwproject wordt naar verwachting in 2005/2006 afgerond.
Tevens is in de omzet de opgelegde efficiency-korting van € 0,8 miljoen op jaarbasis (cumulatief van 2004 tot 2007) verwerkt. Deze efficiencykorting vertaalt zich, in het kader van een baten-lastenstelsel, in eerste instantie in een omzetvermindering die in de kosten dient te worden opgevangen.
Aangezien de toename van de opbrengsten als gevolg van het huisvestingsproject KMar District Schiphol de eerder genoemde daling compenseert, zijn deze opbrengsten separaat in beeld gebracht.
De verdeling van de opbrengsten van het moederdepartement naar de defensieonderdelen en andere is als volgt:
(in procenten)
Vastgoed-beheer
Ingenieurs- Gebruikssteun diensten
Overige diensten
Koninklijke marine
Koninklijke landmacht
Koninklijke luchtmacht
Koninklijke marechaussee
Dico
CO
Overige (tweeden)
4 5 3 0 12
14 10 11 1 36
9 13 8 0 30
1210 4
1110 3
1 1 0 10 12
0012 3
Totaal
30
32
25
13
100
Opbrengst overige departementen
De opbrengsten van overige departementen (de zogenaamde tweeden) worden verkregen door op beperkte schaal diensten te verlenen aan de Rijksgebouwendienst en de centrale opvang asielzoekers (COA).
Opbrengst Overige diensten
De opbrengst «overige diensten» heeft betrekking op de inkomsten uit het contract met de CO inzake Beleidsvoorbereiding, Specialistisch Onderzoek en Advies (BSOA) en de verkoop van bestekken aan aannemers ten behoeve van aanbestedingen.
LASTEN
Personele lasten
Ten opzichte van de vorige begroting neemt de personele sterkte af. De opgelegde efficiencytaakstelling en de dalende behoeftestelling aan infrastructuur leiden tot een dalende capaciteitsbehoefte. Om een positief saldo van baten en lasten te blijven behouden, moet de personele omvang hierop afgestemd blijven. Dit resulteert ook in minder tijdelijk personeel (inhuur- en uitzendkrachten).
Totaal
Personeelsomvang (vte’n) |
Bezetting 1-1-03 |
20031 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Militair personeel |
35 |
33 |
33 |
33 |
33 |
32 |
32 |
Burgerpersoneel |
994 |
971 |
966 |
963 |
960 |
956 |
953 |
Overige categorieën: |
|||||||
|
205 |
175 |
163 |
161 |
156 |
153 |
149 |
uitzendkrachten |
|||||||
|
23 0 0 0 0 0 |
0 |
|||||
Totaal |
1 257 |
1 179 |
1 162 |
1 157 |
1 149 |
1 141 |
1 134 |
Gemiddelde prijs per vte (x € 1 000) |
|||||||
|
49 |
49 |
49 |
49 |
49 |
49 |
49 |
|
80 |
80 |
80 |
80 |
80 |
80 |
80 |
Vermoedelijk beloop
(bedragen x € 1 000)
Materiële lasten
Directe kosten (uitbesteding)
Huisvestingskosten
Kantoorkosten
Verkoopkosten
Algemene kosten
Kosten hardware/software
3 893 5 600 4 000 3 800 3 800 3 600 3 500
2 954 2 900 2 900 2 900 2 900 2 900 2 900
2 373 2 600 2 400 2 400 2 350 2 350 2 350
000000 0
2 927 2 800 2 800 2 800 2 750 2 750 2 750
3 827 3 900 4 000 4 000 4 000 4 000 4 000
Totaal materiële kosten
15 974
17 800
16 100
15 900
15 800
15 600
15 500
1 Realisatie
2 Vermoedelijk beloop
Uitbesteding
De uitbesteding betreft werkzaamheden voor projecten die omwille van kwalitatieve of kwantitatieve redenen worden uitbesteed aan derden. Als gevolg van de verwachte afname van vastgoeddiensten door de defensieonderdelen zal ook de uitbesteding afnemen.
Rentelasten
De stijging die voor 2004 en verder is voorzien, is vooral het gevolg van de te betalen rente voor de nieuwe huisvesting van de Koninklijke marechaussee te Schiphol (zie ook de toelichting bij de baten). Voor de inzichtelijkheid zijn de rentelasten separaat zichtbaar gemaakt. Tevens is voor 2003 sprake van gedeeltelijke dubbele (huisvestings)rentelasten voor de bestaande huisvesting van de Directie Zuid en de in aanbouw zijnde huisvesting te Tilburg.
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Afschrijvingen
De afschrijvingslasten blijven nagenoeg gelijk. De DGW&T past de lineaire afschrijvingsmethode toe.
Afschrijvingen materiële vaste activa
(Bedragen x € 1 000)
Gebouwen Automatisering Transport Overige
900 |
900 |
1 000 |
1 000 |
800 |
800 |
200 |
200 |
Totaal
2 900
2 900
Vermoedelijk beloop
De afschrijvingstermijnen zijn:
Materiële vaste activa
Gebouwen
(Houten) opslagloodsen, verhardingen
Transportmiddelen
Inventaris
Computerapparatuur en overige
50 jaar
25 jaar
4–6 jaar
10 jaar
5 jaar
Dotaties voorzieningen
De dotaties hebben betrekking op de volgende voorzieningen: groot onderhoud (€ 0,1 miljoen), garantieverplichtingen (€ 0,3 miljoen) en contractrisico’s (€ 0,1 miljoen). Verdere dotatie voor dubieuze debiteuren en eventuele vrijval van bestaande voorzieningen worden niet verwacht.
Resultaatbestemming
In deze begroting wordt uitgegaan van toevoeging van het resultaat aan de exploitatiereserve.
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1 000) |
20021 |
20032 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
1 328 |
11 139 |
12 639 |
12 739 |
13 039 |
13 639 |
14 339 |
|
11 328 |
4 200 |
4 300 |
4 300 |
4 200 |
6 100 |
5 900 |
3a. -/- totaal investeringen |
|
|
|
|
-9 000 |
|
|
3b. +/+ totaal boekwaarde des- |
|||||||
investeringen |
485 |
8 500 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
|
|
|
|
|
|
|
|
4a. -/- eenmalige uitkering aan |
|||||||
moederdepartement |
|
|
|
|
|
||
4b. +/+ eenmalige storting door |
|||||||
moederdepartement |
|||||||
4c. -/- aflossingen op leningen |
|
|
-3 000 |
|
|
|
-4 500 |
4d. +/+ beroep op leenfaciliteit |
14 194 |
32 600 |
32 400 |
29 600 |
9 000 |
1 500 |
1 500 |
|
11 912 |
21 400 |
28 000 |
25 400 |
5 200 |
|
-4 000 |
|
11 139 |
12 639 |
12 739 |
13 039 |
13 639 |
14 339 |
14 939 |
Realisatie Vermoedelijk beloop
Toelichting bij het kasstroomoverzicht DGW&T
In het overzicht van kapitaaluitgaven staan de meerjarige verwachting omtrent de omvang en besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting in het algemeen centraal.
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is het jaarlijkse totaal van het bedrijfsresultaat,
de afschrijvingen, de mutaties in de voorzieningen en die in het netto
werkkapitaal.
Investeringskasstroom
In de investeringskasstroom voor 2003 is de voorziene investeringen in de
huisvesting van de Directie Zuid opgenomen. Tevens is de geplande
nieuwbouw van het district Schiphol van de Koninklijke marechaussee
verwerkt.
Financieringskasstroom
In de financieringskasstroom is het beroep op de leenfaciliteit uit hoofde van de geplande investeringen inclusief het district Schiphol van de Koninklijke marechaussee opgenomen. Voorts is de aflossing op de reeds afgesloten en nog af te sluiten leningen begroot.
Overzicht vermogensontwikkeling
Met ingang van deze begroting wordt het volgende overzicht dat inzage geeft in de meerjarig verwachte vermogensontwikkeling, in de begroting opgenomen.
Eigen vermogen per 1/1
-
•Saldo van baten en lasten
-
•Directe mutaties in het eigen vermogen: – Uitkeringen aan moederdepartement – Exploitatiebijdrage moederdepartement – Overige mutaties
Eigen vermogen per 31/12
1 015 |
2 978 |
4 178 |
4 178 |
4 178 |
4 178 |
4 178 |
1 963 |
1 200 |
1 400 |
1 400 |
1 300 |
1 200 |
1 000 |
2 978
4 178
1 400
4 178
1 400
4 178
1 300
4 178
1 200
4 178
1 000
4 178
Realisatie Vermoedelijk beloop
In verband met het verwachte structurele resultaat wordt ingaande 2004 een overschot eigen vermogen afgedragen aan het moederdepartement.
Kengetallen
Productiviteit per directe medewerker
(x € 1 000)
Verhouding indirect/totaal
Flexibiliteit
89 |
95 |
94 |
94 |
94 |
94 |
93 |
27% |
26% |
26% |
26% |
26% |
26% |
26% |
19% |
18% |
17% |
16% |
16% |
16% |
15% |
Productiviteit per directe medewerker
Dit bedrag geeft de gefactureerde omzet per directe medewerker (met inbegrip van het uitbestedingsequivalent) weer. Het uitbestedingsequivalent is de in mensjaren uitgedrukte hoeveelheid werk die de DGW&T heeft uitbesteed c.q. zal gaan uitbesteden.
De omzet voortkomend uit het project huisvesting KMar District Schiphol is hierin niet opgenomen. Een positieve of negatieve ontwikkeling van dit kengetal betekent niet zonder meer dat de productiviteit in reële termen is toe- respectievelijk afgenomen.
De omzet per directe medewerker in 2004 zal, ondanks de doorgevoerde efficiencykorting, ten opzichte van 2003 nagenoeg gelijk blijven, door een evenredige vermindering van de personele omvang.
Verhouding indirect/totaal
Dit kengetal geeft de verhouding aan tussen het aantal indirecte medewerkers en het totaal aantal medewerkers.
Flexibiliteit
Flexibiliteit is de verhouding tussen enerzijds het aantal inhuurkrachten, tijdelijke contractanten en uitbestedingsequivalenten en anderzijds de totale bestede directe capaciteit. Uit de tabel blijkt dat de flexibiliteit in de directe sector zal dalen. Dit kengetal geeft niet uitsluitend beleidsdoelstellingen van de DGW&T weer want ook knelpuntsituaties op de arbeidsmarkt beïnvloeden dit kengetal.
2004
2005
2006
2007
2008
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
-
5.BIJLAGEN
BIJLAGE1 VERDIEPINGSBIJLAGE
Inleiding
De taakstellingen zoals vastgelegd in het Strategisch Akkoord (Balkenende I) en het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II) hebben er toe geleid dat ingrijpende maatregelen zijn genomen om te komen tot een betaalbare krijgsmacht die voor haar taken is berekend. De budgettaire gevolgen om dit te realiseren zijn in enkele grote mutaties bij de begrotingsartikelen verwerkt. Onderstaand volgt een korte algemene toelichting op deze mutaties en op de mutatie in verband met de ontvlechting van ondersteunende eenheden vanuit de beleidsartikelen van de krijgsmachtdelen naar het niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht.
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht Als uitvloeisel van de rijksbrede ontwikkeling naar een lastenbegroting en de ontwikkelingen in het kader van de bestuursvernieuwing (het op termijn onderbrengen van ondersteunende eenheden in service units) zijn de geraamde uitgaven voor de ondersteunende eenheden met ingang van deze begroting ondergebracht in het niet-beleidsartikel 60.
Aandeel in taakstelling Strategisch Akkoord
De taakstelling Strategisch Akkoord (Balkende I) is bij de opstelling van de begroting 2003 voor de jaren 2004 en volgende in eerste instantie ten laste gebracht van het artikel Nominaal en Onvoorzien. Thans wordt het aandeel dat de defensieonderdelen daar in hebben verdeeld. Concrete invulling van de taakstelling heeft plaats gevonden onder de herschikkingen in het kader van het Defensie Investeringsplan en het «Nieuw Evenwicht».
Herschikking in verband met «Nieuw Evenwicht»
Om op termijn weer een betaalbare krijgsmacht te krijgen die berekend is voor haar taak zijn ingrijpende maatregelen noodzakelijk gebleken die hebben geleid tot tal van herschikkingen binnen de defensiebegroting met als uiteindelijk resultaat een «Nieuw Evenwicht». Over inhoud en consequenties van deze maatregelen wordt de Kamer afzonderlijk geïnformeerd met de zogenoemde Prinsjesdagbrief.
Aandeel enveloppe Veiligheid
In het Hoofdlijnenakkoord is budget vrij gemaakt ter verbetering van de voorbereiding van de krijgsmacht voor de inzet bij crisisbeheersingsoperaties. De Koninklijke marine realiseert hiermee onder meer de LPD Roll on Roll off steiger, NIMCIS tweede fase en de vervanging van het «all terrain vehicle» BV-206. Bij de Koninklijke landmacht betreft dit ondermeer het «Soldier Modernisation Program» en het «Battlefield Management System». Bij de Koninklijke luchtmacht wordt de verwerving van de derde DC-10 met deze gelden gefinancierd.
Opbouw verplichtingen Beleidsartikel 01 Koninklijke marine (x € 1 000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 1234 999 Mutatie1esuppletore begroting 2003 6728 |
1 261 170 36 923 |
1 170 578 36 131 |
1 165 903 33 442 |
1 387 750 30 794 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Ramingsbijstelling ontvangsten
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60
Ondersteuning krijgsmacht
Aandeel in Strategisch Akkoord
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Aandeel in enveloppe Veiligheid
Overige mutaties
1 241 727 |
1 298 093 |
1 206 709 |
1 199 345 |
1 418 544 |
24 259 |
19 449 |
19 295 |
19 202 |
19 116 |
-3 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
-31 150 |
|
|
85 060 |
|
|
-88 229 |
|
1 000 |
2000 |
15 700 |
21 500 |
|
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2004 1 287 144 1 029 326 |
868 814 |
787 748 |
782 063 |
815 152 |
789 717 |
Opbouw uitgaven Beleidsartikel 01 Koninklijke marine (x € 1 000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 1436 443 Mutatie1esuppletore begroting 2003 1854 |
1 411 812 36 923 |
1 383 707 36 131 |
1 337 547 33 442 |
1 369 743 30 794 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Ramingsbijstelling ontvangsten
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60
Ondersteuning krijgsmacht
Aandeel in taakstelling Strategisch
Akkoord
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Aandeel in enveloppe Veiligheid
Overige mutaties
1 438 297 1 448 735 1 419 838 1 370 989 1 400 537
24 259 |
19 449 |
19 295 |
19 202 |
19 116 |
-3 000 |
|
|
|
|
99 946 |
|
|
|
|
|
|
-31 150 |
|
|
|
|
|
|
|
1 000 |
2000 |
15 700 |
21 500 |
|
|
|
|
-4 378 |
|
Stand ontwerpbegroting 2004
1 142 647 1 157 044 1 060 807 1 015 681
973 283 1 001 093
992 592
Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 01 Koninklijke marine (x € 1 000)
2002
2003
2004 2005 2006 2007
2008
Stand ontwerpbegroting 2003 Mutatie 1e suppletore begroting 2003
115 920 60 921 53 920 52 908 52 908
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht
Beleidsmatige mutaties
Overige mutaties
115 920 60 921 53 920 52 908 52 908
3 607
607
3 607 - 3 607
1 250 - 2 850
3 607 - 3 607
1 750
750
Stand ontwerpbegroting 2004
57 078 112 920 56 064 47 463 47 551 48 551
50 593
Ramingsbijstelling ontvangsten
De bijstelling van het ontvangstenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt
door ramingsaanpassing BTW en ontvangsten van NATO Sea Sparrow
Office.
Opbouw verplichtingen Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 2230 379 Mutatie1esuppletore begroting 2003 32322 |
2 032 584 81 529 |
2 194 570 82 490 |
1 969 327 82 817 |
2 708 286 84 516 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60
Ondersteuning Krijgsmacht
Aandeel in Strategisch Akkoord
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Aandeel in enveloppe Veiligheid
Overige mutaties
2 262 701 2 114 113 2 277 060 2 052 144 2 792 802
40 202 |
32 669 |
32 976 |
33 551 |
34 146 |
539 525 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
-72 745 |
117 523 |
|
44 315 |
20 716 |
5 700 |
20 600 |
48 900 |
61 600 |
|
|
|
-7 023 |
-9 547 |
|
Stand ontwerpbegroting 2004
1957 587 1687 949 1556 345 1568 825 1473 463 2 200 530 1483 115
Opbouw uitgaven Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 2229 165 Mutatie1esuppletore begroting 2003 24103 |
2 238 065 80 596 |
2176 239 82 490 |
2 219 693 82 817 |
2 206 364 84 516 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60
Ondersteuning krijgsmacht
Aandeel in Strategisch Akkoord
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Aandeel in enveloppe Veiligheid
Overige mutaties
2 253 268 2 318 661 2 258 729 2 302 510 2 290 880
40 202 |
32 669 |
32 976 |
33 551 |
34 146 |
597 997 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
61 917 |
116 463 |
71 734 |
82 079 |
|
5 700 |
20 600 |
48 900 |
61 600 |
|
|
|
-7 023 |
-9 547 |
|
Stand ontwerpbegroting 2004 1 728 994 1692 789 1761 688 |
1 744 742 |
1 737 844 |
1 743 252 |
1 718 312 |
Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht (x € 1000) |
||||
2002 2003 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 59493 59516 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
59 516 |
59 516 |
59 516 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht
59 493 59 516 59 516 59 516 59 516
24 795 -24795 -28645 -28645
28 645
Stand ontwerpbegroting 2004
49 118 34 698 34 721 30 871 30 871 30 871 30 871
Opbouw verplichtingen Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht (x € 1000) |
||||
2002 2003 |
2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 1467 497 Mutatie1esuppletore begroting 2003 –12865 |
1 193 458 3 749 889 41 397 31 230 |
1 047 311 24 670 |
1 382 510 26 290 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties
Technische mutaties Koninklijke
luchtmacht
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60
Ondersteuning Krijgsmacht
Aandeel in Strategisch Akkoord
Maatregelen in verband met Nieuw
Evenwicht
Aandeel in enveloppe Veiligheid
Overige mutaties
1 454 632 1 234 855 3 781 119 1 071 981 1 408 800
17 748 |
14 037 |
14 039 |
14 147 |
13 899 |
345 119 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
27 752 |
550 321 |
84 605 |
33 233 |
|
23 300 |
27 400 |
15 400 |
16 900 |
|
|
|
-8 713 |
|
|
Stand ontwerpbegroting 2004 1 917 338 1 142 354 |
1 502 514 |
3 675 966 |
916 417 |
1 001 010 |
822 132 |
Opbouw uitgaven Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 1424 444 Mutatie1esuppletore begroting 2003 –39865 |
1 445 838 38 397 |
1 482 456 31 230 |
1 474 476 24 670 |
1 437 906 26 290 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties
Technische mutaties Koninklijke
luchtmacht
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60
Ondersteuning Krijgsmacht
Aandeel in Taakstelling Strategisch
Akkoord
Maatregelen in verband met Nieuw
Evenwicht
Aandeel in enveloppe Veiligheid
Overige mutaties
1 384 579 1 484 235 1 513 686 1 499 146 1 464 196
17 748 |
14 037 |
14 039 |
14 147 |
13 899 |
236 867 |
|
|
|
|
|
|
47 432 |
|
|
|
|
|
|
|
23 300 |
27 400 |
15 400 |
16 900 |
|
|
|
|
-3 741 |
|
Stand ontwerpbegroting 2004
1209 933 1106 211 1112 141 1182 605 1133 742 1104 135
1155 066
Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht (x € 1000)
2002
2003 2004 2005 2006
2007
2008
Stand ontwerpbegroting 2003 Mutatie 1e suppletore begroting 2003
39 097 39 097 39 097 39 097 39 097
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht
39 097 39 097 39 097 39 097 39 097
2 100 - 2 100 - 2 100 - 2 100
2 100
Stand ontwerpbegroting 2004 37135 36997 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
36 997 |
Opbouw verplichtingen beleidsartikel 04 Koninklijke marechaussee (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 (incl. NvW) 339 289 Mutatie1esuppletore begroting 2003 9367 |
344 004 8 952 |
340 793 9 174 |
338 593 9 117 |
340 513 7 732 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Terugbetaling lening
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning Krijgsmacht Aandeel in Strategisch Akkoord Herschikking in verband met Nieuw Evenwicht
Enveloppe Veiligheid SA Uitdeling «Van Haak»-gelden Overige mutaties
322 098
42 649
348 656
352 956
349 967
347 710
348 245
7 766 |
6 266 8 500 |
6 304 13 500 |
6 324 |
6 304 |
9 633 |
|
|
|
-43 317 |
|
-3 320 |
|
|
|
6 153 |
7 157 |
1 934 |
4 282 |
|
4 000 |
9 000 |
13 000 |
13 000 |
|
570 |
1 870 |
2 400 |
2 400 |
2 400 |
8 664 |
7 269 |
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2004
279 449
326 023
344 167
341 226
316 263
307 069
316 089
Opbouw uitgaven beleidsartikel 04 Koninklijke marechaussee (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 (incl. NvW) 335 553 Mutatie1esuppletore begroting 2003 8437 |
340 243 8 952 |
338 053 9 174 |
334 866 9 117 |
336 786 7 732 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Terugbtaling lening
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning Krijgsmacht Aandeel in Strategisch Akkoord Herschikking in verband met Nieuw Evenwicht
Enveloppe veiligheid SA Uitdeling «Van Haak»-gelden Overige mutaties
343 990
349 195
347 227
343 983
344 518
7 766 |
6 266 8 500 |
6 304 13 500 |
6 324 |
6 304 |
|
-40 217 |
|
|
-43 317 |
|
-3 320 |
-4 350 |
|
|
6 153 |
7 157 |
1 934 |
4 282 |
|
4 000 |
9 000 |
13 000 |
13 000 |
|
570 |
1 870 |
2 400 |
2 400 |
2 400 |
-305 |
2 672 |
2 550 |
2 269 |
2 255 |
312 388 |
335 909 |
343 386 |
324 515 |
324 247 |
Stand ontwerpbegroting 2004
288 630
335 187
Toelichting beleidsmatige mutaties
Enveloppe Veiligheid SA
Een van de intensiveringen van het Strategisch Akkoord betrof de Enveloppe Veiligheid. Deze gelden zijn ondermeer bestemd voor de verbetering van de stelselmatige samenwerking van politie met douane en marechaussee.
Uitdeling «Van Haak»-gelden
Deze mutatie betreft het Defensie-aandeel in het budget dat naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie Van Haak beschikbaar is gesteld.
Opbouw ontvangsten beleidsartikel 04 Koninklijke marechaussee (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 (incl. NvW) 5200 Mutatie1esuppletore begroting 2003 1800 |
5 300 1 800 |
5 400 1 800 |
5 400 1 800 |
5 500 1 800 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting naar niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning Krijgsmacht
7 000
36
7 100
36
7 200
36
7 200
36
7 300
36
Stand ontwerpbegroting 2004
8 224
6 964
7 064
7 164
7 164
7 264
7 264
Opbouw verplichtingen en uitgaven Beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (x € 1000)
2002
2003
2004 2005
2006
2007
2008
Stand ontwerpbegroting 2003 Mutatie 1e suppletore begroting 2003
178 401 56 387
178 401 178 401 178 401
178 401
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Aanvulling in verband met Irak
234 788
16 500
178 401 178 401 178 401
178 401
Stand ontwerpbegroting 2004 172 655 251 288 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 1407 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
|
Stand1esuppletore begroting 2003 1407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
|
Stand ontwerpbegroting 2004 8611 1407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
Opbouw verplichtingen Beleidsartikel 10 Civiele taken (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 33026 Mutatie1esuppletore begroting 2003 10233 |
32 371 546 |
32 446 560 |
32 452 573 |
32 449 573 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Overheveling KWNAA naar BZK Ramingsbijstelling ontvangsten Herschikking ivm Nieuw Evenwicht Overige mutaties
43 259
538
32 917
443
33 006
441
33 025
442
33 022
442
10 941 |
-4 082 |
-4 445 |
-4 592 |
|
-4 220 |
-3 993 |
-3 630 |
-3 630 |
|
|
|
|
|
|
100 |
518 |
514 |
524 |
523 |
Stand ontwerpbegroting 2004
35 894
28 736
19 575
19 658
19 541
19 538
19 538
Opbouw uitgaven Beleidsartikel 10 Civiele taken (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 33026 Mutatie1esuppletore begroting 2003 10233 |
32 371 546 |
32 446 560 |
32 452 573 |
32 449 573 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Overheveling KWNAA naar BZK Ramingsbijstelling ontvangsten Herschikking ivm Nieuw Evenwicht Overige mutatiess
43 259
538
32 917
443
33 006
441
33 025
442
33 022
442
10 941 |
-4 082 |
-4 445 |
-4 592 |
|
-4 220 |
-3 993 |
-3 630 |
|
|
|
|
|
|
|
398 |
538 |
536 |
544 |
543 |
Stand ontwerpbegroting 2004
36 001
29 034
19 595
19 680
19 561
19 558
19 558
Toelichting beleidsmatige verplichtingen- en uitgavenmutaties
Overheveling KWNAA naar BZK
Als gevolg van besluitvorming in de Rijksministerraad over de verantwoordelijkheden ten aanzien van de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba zijn de budgetten terzake overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ramingsbijstelling ontvangsten
Door de bovengenoemde besluitvorming in de Rijksministerraad zullen door Defensie geen ontvangsten ten behoeve van de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba worden ontvangen, zowel het ontvangstenbudget als het uitgavenbudget zijn hiervoor aangepast.
Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 10 Civiele taken (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 5292 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
5 065 |
4 702 |
4 702 |
4 702 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Beleidsmatige mutaties
Ramingsbijstelling ontvangsten
5 292
5 065
4 702
4 702
4 220 - 3 993 - 3 630 - 3 630
4 702
3 630
Stand ontwerpbegroting 2004
7 959 1 072 1 072 1 072
1 072 1 072
1 072
Opbouw verplichtingen Beleidsartikel 11 Internationale samenwerking (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 303 005 Mutatie1esuppletore begroting 2003 2195 |
118 967 2 740 |
137176 4 057 |
145 924 3 055 |
145 924 3 266 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Uitdeling prijsbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Ramingsbijstelling ontvangsten
Aandeel taakstelling Strategisch Akkoord
Overige mutaties
305 200
121 707
141 233
148 979
149 190
718 |
604 |
603 |
603 |
603 |
238 |
238 |
238 |
238 |
238 |
696 |
|
|
32 120 |
|
4 812 |
5 712 |
5 012 |
712 |
|
|
|
38 708 |
25 612 |
|
909 |
214 158 |
136 783 |
24 012 |
93 982 |
Stand ontwerpbegroting 2004 137 029 204 369 |
240 096 220 923 |
172 256 |
207 376 |
194 720 |
Opbouw uitgaven Beleidsartikel 11 Internationale samenwerking (x € 1000) |
||||
2002 2003 |
2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 141 085 Mutatie1esuppletore begroting 2003 57328 |
184 827 231 069 2 740 4 057 |
159 537 3 055 |
145 924 3 266 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Uitdeling prijsbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Ramingsbijstelling ontvangsten
Aandeel taakstelling Strategisch Akkoord
198 413
187 567
235 126
162 592
149 190
718 |
604 |
603 |
603 |
603 |
238 |
238 |
238 |
238 |
238 |
000 |
80 004 |
13 475 |
50 379 |
34 733 |
4 812 |
5 712 |
5 012 |
712 |
|
|
-33 726 |
38 708 |
25 612 |
Stand ontwerpbegroting 2004 116 759 124 369 239 679 221 428 |
180 116 |
211 088 |
195 894 |
Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 11 Internationale samenwerking (x € 1000) |
|||
2002 2003 2004 2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 14430 14430 14430 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
14 430 |
14 430 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Beleidsmatige mutaties
Ramingsbijstelling ontvangsten
14 430 14 430 14 430 14 430 14 430
4812 5712
5 012
712
Stand ontwerpbegroting 2004
7 711 14 430 19 242 20 142 19 442 15 142
12 842
Opbouw verplichtingen Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 231 438 Mutatie1esuppletore begroting 2003 –10324 |
234 075 -7 142 |
232 350 -7 080 |
234 298 -7 609 |
230 958 - 7 621 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting uit artikel 01 Koninklijke
marine
Ontvlechting uit artikel 02 Koninklijke
landmacht
Ontvlechting uit artikel 03 Koninklijke
luchtmacht
Ontvlechting uit artikel 04 Koninklijke
marechaussee
Aandeel taakstelling Strategisch Akkoord
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Overige mutatiess
221 114 |
226 933 |
225 270 |
226 689 |
223 337 |
4 110 |
3 331 |
3 334 |
3 330 |
3 331 |
277 781 |
279 305 |
280 021 |
281 008 |
282 287 |
539 525 |
672 981 |
668 957 |
615 450 |
601 017 |
345 119 |
270 028 |
170 256 |
164 707 |
157 313 |
39 633 |
40 217 |
41 432 |
41 045 |
43 317 |
|
|
|
|
|
30 987 |
41 763 |
41 643 |
43 821 |
33 491
22 331
19 986
11 322
15 013
Stand ontwerpbegroting 2004 1 219 324 1 462 386 |
1 545 548 |
1 444 608 |
1 373 819 |
1 355 088 |
1 354 868 |
Opbouw uitgaven Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 236 936 Mutatie1esuppletore begroting 2003 –10324 |
230 043 -7 142 |
228 062 -7 080 |
231 066 -7 609 |
231 420 - 7 621 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling
Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting uit artikel 01 Koninklijke
marine
Ontvlechting uit artikel 02 Koninklijke
landmacht
Ontvlechting uit artikel 03 Koninklijke
luchtmacht
Ontvlechting uit artikel 04 Koninklijke
marechaussee
Aandeel taakstelling Strategisch Akkoord
Herschikking in verband met Nieuw
Evenwicht
Overige mutatiess
226 612
222 901
220 982
223 457
223 799
4 110 |
3 331 |
3 334 |
3 330 |
3 331 |
299 946 |
290 594 |
285 332 |
282 040 |
282 537 |
597 997 |
607 280 |
618 723 |
628 854 |
617 736 |
236 867 |
238 972 |
237 865 |
242 070 |
250 028 |
39 633 |
40 217 |
41 432 |
41 045 |
43 317 |
|
|
|
|
|
30 987 |
41 763 |
41 643 |
43 821 |
9 272
13 412
15 218
15 185
14 788
Stand ontwerpbegroting 2004
1 410 052 1 416 050 1 447 129 1 458 238 1 466 250 1 465 010
1 465 678
Toelichting beleidsmatige verplichtingen- en uitgavenmutaties
Overige mutaties
Deze mutaties betreffen voornamelijk het centraliseren vanuit de defensieonderdelen van de IV-budgetten, inclusief exploitatie, bij het Defensie Interservice Commando ten behoeve van de Defensie ICT-Uitvoeringsorganisatie (DICTU).
Opbouw ontvangsten Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 22501 Mutatie1esuppletore begroting 2003 2711 |
22 282 1 234 |
21 390 1 360 |
21 352 768 |
21 352 768 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Beleidsmatige mutaties
Ontvlechting uit artikel 01 Koninklijke
marine
Ontvlechting uit artikel 02 Koninklijke
landmacht
Ontvlechting uit artikel 03 Koninklijke
luchtmacht
Ontvlechting uit artikel 04 Koninklijke
marechaussee
25 212
23 516
22 750
22 120
22 120
3 607 |
3 607 |
3 607 |
3 607 |
|
24 795 |
24 795 |
28 645 |
28 645 |
28 645 |
2 100 |
2 100 |
2 100 |
2 100 |
2 100 |
36 |
36 |
36 |
36 |
36 |
Stand ontwerpbegroting 2004 51 140 |
52 143 |
54 054 |
57 138 |
56 508 |
56 508 |
56 508 |
Opbouw verplichtingen en uitgaven niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven (x € 1000) |
||||||
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
918 24 |
918 24 |
918 24 |
918 24 |
918 24 |
|
Stand 1e suppletore begroting 2003 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
|
Stand ontwerpbegroting 2004 910 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
Opbouw verplichtingen en uitgaven niet-beleidsartikel 80 Nominaal en Onvoorzien (x € 1000) |
||||||
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
|
|
-169517 47 088 |
214 327 42 647 |
218 023 37 800 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Uitdeling loonbijstelling
Herschikking Strategisch Akkoord
Aanvulling tekort ZVD
Reservering SBK
Ramingsaanpassing verkoopopbrengsten
Herschikking ivm Nieuw Evenwicht
191 759 |
|
|
|
|
147 335 |
|
|
|
116 469 |
138 686 |
162 746 |
187 412 |
187 768 |
|
|
|
|
|
|
27 546 |
25 133 |
35 017 |
39 800 |
|
65 686 |
129 896 |
124 450 |
177 599 |
|
89 974 |
31 232 |
68 122 |
35 262 |
Stand ontwerpbegroting 2004
44 424
97 856
105 415
120 275
136 337
164 616
Toelichting mutaties
Aanvulling tekort ZVD
Het beschikbare budget voor de uitkering in het kader van de Ziektekostenvoorziening Defensiepersoneel zijn structureel verhoogd. Deze verhoging is noodzakelijk in verband met de structurele (en niet in loon- en prijsbijstelling verwerkte) autonome ziektekostenstijging. Ook neemt het aantal aanvragen tot een uitkering toe. De verhoging is ten laste van de voor arbeidsvoorwaarden beschikbare gelden (artikelonderdeel Loonbijstelling) gebracht.
Reservering SBK
De taakstellingen in het Strategisch Akkoord (volume- en efficiency-taakstelling op de omvang van het aantal burger- en militaire werknemers), maar ook de taakstellingen uit het Hoofdlijnenakkoord en de daaruit voortvloeiende ingrijpende maatregelen, maken het noodzakelijk dat gelden voor een Sociaal Beleidskader worden vrijgemaakt. Deze gelden zijn in afwachting van nader besluitvorming omtrent de inhoud van het Sociaal Beleidskader en de wijze waarop hieraan uitvoering gegeven gaat worden, gestald op het artikel Nominaal en Onvoorzien.
Ramingsaanpassing verkoopopbrengsten
Als uitvloeisel van de genomen maatregelen om de taakstelling uit het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord in te vullen, maar ook als gevolg van de nog extra genomen maatregelen in verband met «Nieuw Evenwicht» zijn grote hoeveelheden materieel overtollig geworden. Deze worden via de Directie Domeinen van het ministerie van Financiën verkocht, waarna de opbrengsten terugvloeien naar Defensie.
Opbouw verplichtingen niet-beleidsartikel 90 Algemeen (x € 1000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Stand ontwerpbegroting 2003 Mutatie 1e suppletore begroting 2003
1 358 224 1 362 665 - 46 414 - 34 241
1 386 836 - 40 118
1 406 534 - 40 426
1 411 158 - 40 588
Stand 1e suppletore begroting 2003 |
1 311 810 |
1 328 424 |
1 346 718 |
1 366108 |
1 370 570 |
Nieuwe mutaties |
|||||
Technische mutaties |
|||||
Uitdeling loonbijstelling |
51 994 |
37 786 |
37 971 |
38 647 |
38 628 |
Ramingsbijstelling ZVD |
5 600 |
6 200 |
6 800 |
7 400 |
|
Aanpassing niet-relevante pensioenen |
|
3 907 |
40 339 |
12 677 |
6 490 |
Beleidsmatige mutaties |
|||||
Aandeel taakstelling Strategisch Akkoord |
-9 065 |
|
|
|
|
Herschikking ivm Nieuw Evenwicht |
|
44 136 |
18 900 |
4 924 |
|
Overige mutaties |
-91 |
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2004
1 442 012 1 307 693 1 410 697 1 436 718 1 414 409 1 402 254
1 390 100
Opbouw uitgaven niet-beleidsartikel 90 Algemeen (x € 1000) |
|||||
2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 1364 385 Mutatie1esuppletore begroting 2003 –50539 |
1 378 880 - 34 241 |
1 387 608 - 40 118 |
1 406 767 - 40 426 |
1 411 932 - 40 588 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Nieuwe mutaties Technische mutaties
Uitdeling loonbijstelling Ramingsbijstelling ZVD Aanpassing niet-relevante pensioenen
Beleidsmatige mutaties
Aandeel taakstelling Strategisch Akkoord Herschikking ivm Nieuw Evenwicht Overige mutatiess
13 846 |
1 344 639 |
1 347 490 |
1 366 341 |
1 371 344 |
51 994 |
37 786 |
37 971 |
38 647 |
38 628 |
5 600 |
6 200 |
6 800 |
7 400 |
|
56 007 |
3 907 |
40 339 |
12 677 |
6 490 |
-9 065 |
|
|
|
|
33 115 |
11 910 |
2 137 |
|
|
|
|
303 |
2 933 |
3 449 |
Stand ontwerpbegroting 2004 1 279 177 1304 354 1413 792 |
1 430 984 |
1 415 060 |
1 400 712 |
1 383 200 |
Opbouw ontvangsten niet-beleidsartikel 90 Algemeen (x € 1000) |
||||
2002 2003 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Stand ontwerpbegroting 2003 9283 8103 Mutatie 1e suppletore begroting 2003 |
8 875 |
6 107 |
6 107 |
Stand 1e suppletore begroting 2003
Beleidsmatige mutaties
Verkoopopbrengsten
9 283 8 103 8 875 6 107 6 107
161751 192 382 157 440 204 690
Stand ontwerpbegroting 2004
9 306
9 283
169 854 201 257
163 547
210 797
224 159
Toelichting beleidsmatige mutatie
Verkoopopbrengsten
Met ingang van deze begroting worden de ontvangsten in verband met
verkoop van overtollig materieel niet meer verantwoord op de begroting
van het ministerie van Financiën, doch direct op de begroting van
Defensie.
BIJLAGE 2
MOTIES EN TOEZEGGINGEN
Overzicht van de door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door de bewindslieden gedane toezeggingen in het vergaderjaar 2002–2003.
A. Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
Motie Kortenhorst c.s.over doelmatigheid en het concentreren van
ondersteunende functies
En onderhoudsdiensten bij Dico of één krijgsmachtdeel
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 21, 5 december 2002
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Kortenhorst c.s.over de paraatstelling van eenheden volgens het schema van de Defensienota
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 22, 5 december 2002
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Kortenhorst c.s.over het ontwikkelen van voorstellen voor het Ingediend tijdens het debat gezamenlijk in beheer en onderhoud brengen van Nederlands varend over de begroting van materieel bijdeKoninklijke marine Defensie voor het jaar 2003,
28 600-X, nr. 23, 5 december 2002
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Van den Doel c.s.over de instandhouding van de reserve-eenheden van de parate gemechaniseerde brigades
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 26, 5 december 2002
Zie Brief «Verantwoord reduceren, voortvarend innoveren», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Van den Doel c.s.over de groei van het investeringspercentage Ingediend tijdens het debat van de landmacht tot 25% onder het behoud van de operationele over de begroting van
capaciteit Defensie voor het jaar 2003,
28 600-X, nr. 27, 5 december 2002
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Van den Doel c.s.over het uitstellen van het afstoten van 18 F-16’s
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 28, 5 december 2002
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
Motie Herben c.s.over het fuseren van KIM/KMA/IDL: oordeel aan de Kamer
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 32, 5 december 2002
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Van Velzen c.s.over een doorstroomregeling voor het overtollig Ingediend tijdens het debat personeel naardepublieke sector overdebegroting van
Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 29, 5 december 2002
Zie Brief «Verantwoord reduceren, voortvarend innoveren», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Motie Slob c.s.over het omzetten van het Bölkow-squadron in een opleidingseenheid voor helikopterpiloten
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 34, 5 december 2002
Afgedaan, brief, 26 800-X, nr. 40.
Motie Van Winsen c.s.over het geven van aandacht aan cimic bij het besluiten over deelneming aan vredesoperaties
Ingediend tijdens het debat over de begroting van Defensie voor het jaar 2003, 28 600-X, nr. 25, 5 december 2002
Afgedaan, brief, 28 600-X, nr. 45.
Motie Van der Staaijinzake het verzoek te bevorderen dat de inlichtingenpositie van Nederland bij deelname aan vredesmissies verder wordt versterkt en de te verwachten inlichtingenpositie uitdrukkelijker te betrekken in het toetsingskader
Ingediend tijdens het debat over het rapport van de enquêtecommissie Srebrenica, d.d. 18 juni 2003. 28 506, nr. 17. Conform.
B. Door de bewindslieden gedane toezeggingen
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken |
Informeren over relevante ontwikkelingen in m.b.t. Ovaa-Spijkers
Brief, P/200 200 5104, 29 augustus 2002
Afgedaan brief, 26 686, nr. 4.
Informeren over asbest op vliegbasis Manas in Kirgizië indien de situatie daartoe aanleiding geeft.
Brief, 28 600-X, nr. 3
Afgedaan, brief, 28 600-X, nr.
Europese Defensie-uitgaven: een financieel overzicht van de Europese Verslag AO, 21 501–28, nr. 8. Afgedaan brief 21 501, nr. 28. defensie-uitgaven per land over de laatste vijf jaar.
EVDB: een overzicht en een evaluatie van de Europese capaciteiten als Verslag AO, 21 501–28, nr. 8. Afgedaan brief 21 501, nr. 2. gevolg van de uitbreiding.
9.
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken |
NH-90 omzetbelasting: overleg tussen de betrokken landen. Indien dit Brief, 25 928, nr. 11.
overleg financiële gevolgen heeft voor Defensie de Kamer nader
informeren.
Het conflict over de BTW staat de afronding van de NH-90 community-MoU in de weg. De oplossing waar Frankrijk, thans voorzitter van het Steering Committee, aan werkt, zal bij effectuering het financiële effect van de BTW-kwestie voor Nederland omlaag brengen van maximaal € 9,3 miljoen tot € 2,0 miljoen
niet-uitbesteding DTO: jaarlijks rapporteren over het effect van de Brief, 28 044, nr. 4.
maatregelen
Conform.
Infanteriegevechtsvoertuig: informeren over resultaten studiefase
Brief, 26 396, nr. 15.
Over de stand van zaken is gerapporteerd in de jaarrapportage, brief 26 396, nr. 12. Over de resultaten van de studiefase wordt in het derde kwartaal 2004 gerapporteerd.
Gevechtswaarde-verbetering Leopard II: evaluatiebrief.
Brief, M200 203 886, 11 november 2002 (geen kamernummer)
De evaluatiebrief is voorzien in het derde kwartaal 2003.
Uitwerking SA: informeren over voortgang reorganisatie staven
Brief, 28 600-X, nr. 14.
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Integrale vuursteunbehoefte KL: maakt deel uit van defensieplan waarover de Kamer in 2003 wordt geïnformeerd.
Brief, 28 600-X, nr. 14.
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Invulling financiële taakstelling SA 2003–2006: informeren na gereedkomen defensieplan.
Brief, 28 600-X, nr. 14.
Zie deze begroting.
DMP overname Duitse patriotsystemen: ABC-brief naar Kamer voor
begrotingsbehandeling.
Project Battlefield management system: naar verwachting Kamer
informeren over pilot en definitieve behoefte medio 2005. Brief,
27 830-X, nr. 14. Conform.
Brief, 28 600-X, nr. 14.
Afgedaan brief 27 830, nr. 13
Kosten wapensystemen/eenheden: Kamer informeren over deze kosten bij de Koninklijke marine en de Koninklijke landmacht.
Verslag wetgevingsoverleg, 28 600-X, nr. 37.
Afgedaan brief 28 600-X, nr. 18.
Personeelsvulling: schriftelijke informatie
Verslag wetgevingsoverleg, 28 600-X, nr. 37.
Afgedaan brief 28 600-X, nr. 18.
Verkoop van AP-23 mijnen aan andere landen: nadere informatie
Interpellatie, Handelingen 27, pp. 1915–1927.
Afgedaan brief 28 686, nr. 5.
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken |
Inventarisatie behoefte civiele autoriteiten aan Defensiemiddelen (met Debat over de begroting BZK): resultaten melden aan Kamer. 2003 (28 600-X),5december
2002, Handelingen 29.
Er is een formele interdepartementale regeling (berust bij DJZ). Hierbij betrokken min BZK, VROM en JUS. Afsluiting van totaal-project voorzien eind 2003, waarna rapportage aan Kamer.
Personeelsbeleid, uitgebreide informatie naar aanleiding van maatregelen Strategisch Akkoord, Hoofdlijnenakkoord en Integraal Defensieplan
Debat over de begroting 2003 (28 600-X), 5 december 2002. Handelingen 29. brief, 28 600-X, nr. 10. Zie
Brief «Verantwoord reduceren, voortvarend innoveren», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Reservistenbeleid: informatie over actualisering reservistenbeleid
Debat over de begroting 2003 (28 600-X), 5 december 2002. Handelingen 29.
Zie brief «Verantwoord reduceren, voortvarend innoveren», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Drugs: melden resultaten onderzoeken.
Debat over de begroting 2003 (28 600-X), 5 december 2002. Handelingen 29.
Zie brief «Verantwoord reduceren, voortvarend innoveren», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Jonge veteranen: informeren op basis van evaluatie hoe deze groep het best kan worden bereikt, met specifieke aandacht voor Libanon-gangers.
Debat over de begroting 2003 (28 600-X), 5 december 2002. Handelingen 29.
Evaluatie loopt.
Organisatiestructuur – reorganisatie – personele taakstellingen: informeren.
Debat over de begroting 2003 (28 600-X), 5 december 2002. Handelingen 29.
Zie brief «Verantwoord reduceren, voortvarend innoveren», en brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», beide gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Onafhankelijke tijdelijke commissie ongevallenonderzoek: nader informeren.
Debat over de begroting 2003 (28 600-X), 5 december 2002. Handelingen 29.
Afgedaan brief, 7 maart 2003 (geen kamernummer bij afsluiten rapportage).
EUPM, informatie over opstart.
AO, 22 181, nr. 365.
Afgedaan, is ondergebracht bij jaarlijks overzicht evaluaties vredeoperaties in kader van verantwoording over 2002 (geen kamer-nummer bij afsluiten rapportage).
SDD fase JSF: in jaarrapportage ingaan op stand van zaken inschake- Brief, Kamervragen ling Nederlandse bedrijfsleven 2002–2003, nr. 555.
Afgedaan, brief 16 juli 2003. (geen kamernummer bij afsluiten rapportage)
Financiering Patriot-uitzending uit post vredesoperaties HGIS: schriftelijke informatie.
Plenair debat, Handelingen 43, 2992–3038.
Afgedaan brief 23 432, nr. 89
Bezuiniging op OGRV-eenheden van de Koninklijke luchtmacht: informeren of bezuiniging op OGRV verantwoord is.
Plenair debat, Handelingen 43, 2992–3038.
Afgedaan Brief, 26 800-X, nr. 40.
CIMIC-IDEA, beleidskader CIMIC toezenden aan Kamer.
Brief, 28 600-X, nr. 10.
Afgedaan brief 28 600-X, nr. 45.
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken |
Veiligheidsmaatregelen Schiphol ivm doorvoer Amerikaans militair Plenair debat, 19 februari
personeel: indien mogelijk in verband met vertrouwelijkheid nadere 2003
informatie.
Afgedaan. Brief (vertrouwelijk), 28 februari 2003.
ISAF: informeren Kamer bij wezenlijke verandering in veiligheids- Brief, 27 925, nr. 87.
situatie.
Conform
Archieven: informeren over voortgang maartegelen documentaire Brief, 28 506, nr. 8.
informatievoorziening en archiefbeheer
Afgedaan. brief, 28 600-X, nr. 47.
Enquête Srebrenica: beantwoording vragen 3 en 4 over enquêterap- Brief, 28 506, nr. 8. port na debat met de regering.
Afgedaan, brief, 26 122, nr. 9.
Helikopters/Kaboel: informatie over rol helikopters in contingencyplan AO, 27 925, 89,
Contingency-plannen beschreven in brief 27 925, nr 93 en behandeld tijdens AO op 26 juni 2003. Alleen in noodgevallen kan een beroep worden gedaan op Amerikaanse helikopters
CIMIC: informatie over CIMIC bij ISAF
AO, 27 925, nr. 89.
Afgedaan. brief, 27 925, nr. 92
Veteranendag: informeren Kamer na ontvangen advies commissie Van Eekelen, waarin begrepen locatie monument voor veteranen
Brief, P/200 300 2891, 26 mei 2003 (gen Kamernummer)
LCF, D-brief naar Kamer in tweede helft 2004.
Projectgroepen Europese militaire capaciteiten: nadere informatie. AO,
21 501–02, nr. 479.
Brief, P/200 300 1633, 28 maart 2003 (geen Kamer-nummer)
Afgedaan. brief, 26 juni 2003 (geen kamernummer bij afsluiten rapportage) Brief, 25 800, nr. 9. Brief, 21 501–02, nr. 484.
Conform
Afgedaan. Brief, 21 501, nr.
484.
Onderzoek prof. Niessen naar uitzending opperwachtmeester Lit: Kamer informeren na afloop onderzoek. IDP: spoedig inzicht geven.
Brief, P/200 300 2992, 28 mei 2003 (geen Kamernummer) Wetgevingsoverleg, 28 880, nr. 98.
Conform
Zie Brief «De krijgsmacht naar een nieuw evenwicht: financierbaar, expeditionair en met ruimte voor investeringen», gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden.
Winst-verlies agentschappen: inzicht geven in hoe Defensie omgaat Wetgevingsoverleg, 28 880, met winstenverlies opbegrotingen agentschappen nr. 98.
Afgedaan. brief, 3 juli 2003 (F/200 300 4013).
Betalen rekeningen: informatie over effecten van het eerder of later of Wetgevingsoverleg, 28 880, op tijd betalen van rekeningen nr. 98.
In het jaarverslag 2003 zal een specifiek aandacht aan dit onderwerp worden besteed.
Ordenen DMP-proces: notitie over het «ordenen» van Wetgevingsoverleg, 28 880,
M-aangelegenheden. niet een vraag om méér informatie, maar eerder nr. 98. een verzoek mee te denken over hoe de informatie over verwervings-procedures wordt aangereikt.
Dit onderwerp zal worden meegenomen in de verbetering van de informatie, met behulp van drie brochures over de verantwoording.
1- planning en realisatie beschikbaarheid
2- voortgang materieelprojecten
3-summary jaarverslag concepten op basis jv2002 op korte termijn naar Kamer.
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken |
Voortgangsrapportage gebruiksvergunningen: Kamer inlichten na afloop van de termijn voor prioriteitsklasse 2.
Brief, MG200 300 1089, 7 juli 2003 (geen Kamernummer).
Conform.
BIJLAGE 3
WETGEVING EN CIRCULAIRES
A. Tot stand gekomen wetgeving (periode 1 augustus 2002 tot 1 augustus 2003)
Citeertitel
Kamerstuk nummer
Staatsblad jaar, Inwerkingtreding nr.
-
1.Wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de kaderwet dienstplicht
-
2.Rijkswet geweldgebruik bewakers militaire objecten
25 990
-
3.Wet van 21 november 2002 tot wijziging van de Uitkeringswet gewezen 28 269 militairen
Stb. 2003, 255
27 624 (R 1677) Stb. 2003, 134
Stb. 2003, 8
1 september 2003
Nader te bepalen
bij Koninklijk
Besluit
1 april 2003
B. Bij het parlement aanhangige wetsvoorstellen
Wetsvoorstel
Kamerstuk
Op 1 aug. 2003 gevorderd t/m
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Inwerkingtreding
-
1.Instelling van een
ongevallenraad Defensie (Rijkswet ongevallenraad Defensie)
26 110 (R 1619) Verslag houdende een Behandeling gestaakt in
lijst met vragen en afwachting van
antwoorden, november wetgeving nationale
2000 ongevallenraad
C. In voorbereiding zijnde voorstellen van wet
Wetsvoorstel
op 1 aug. 2003 gevorderd t/m
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Inwerkingtreding
-
1.Wijziging Militaire ambtenarenwet en intrekking Wet in voorbereiding militair onderwijs landmacht 1890
-
2.Wijziging Uitkeringswet gewezen militairen in voorbereiding
-
3.Aanpassingswet kaderwet militaire pensioenen in voorbereiding
-
4.Wijziging van de Wet bijzondere regels met betrekking in voorbereiding tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen
behandeling ministerraad behandeling ministerraad behandeling ministerraad behandeling ministerraad
vooralsnog niet aan te
geven
vooralsnog niet aan te
geven
vooralsnog niet aan te
geven
vooralsnog niet aan te
geven
BIJLAGE 4
MEERJARENRAMINGEN
Meerjarenramingen Beleidsartikel 01 Koninklijke marine (bedragen x € 1000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Econ. Code
Programmauitgaven
Commandant der Zeemacht in
Nederland
Ambtelijke burgerpersoneel
Militair personeel
Overige personele exploitatie
Materiele exploitatie
Totaal Commandant der Zeemacht
in Nederland
37 901 |
38 870 |
37 226 |
33 628 |
30 930 |
29 264 |
29 283 |
11 |
218 205 |
218 229 |
204 473 |
187 808 |
175 989 |
165 720 |
165 926 |
11 |
24 527 |
23 919 |
21 242 |
18 234 |
17 335 |
17 268 |
17 339 |
12 |
56 336 |
57 674 |
54 676 |
49 791 |
46 127 |
45 926 |
45 582 |
12 |
336 969
338 692
317 617
289 461
270 381
258 178
258 130
Commandant der Zeemacht in het
Caribisch Gebied
Ambtelijke burgerpersoneel
Militair personeel
Overige personele exploitatie
Materiële exploitatie
Totaal Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied
Commandant van het Korps
mariniers
Ambtelijke burgerpersoneel
Militair personeel
Overige personele exploitatie
Materiële exploitatie
4 185 |
3 863 |
3 919 |
3 828 |
3 738 |
3 741 |
3 743 |
11 |
45 126 |
42 634 |
42 227 |
42 205 |
42 113 |
41 847 |
41 724 |
11 |
10 822 |
9 631 |
9 814 |
8 655 |
8 592 |
8 602 |
8 590 |
12 |
11 295 |
12 205 |
12 645 |
13 277 |
13 153 |
13 046 |
13 100 |
12 |
71 428
1 510 90 565
9 781 14 364
68 333
68 605
67 965
67 596
67 236
67 157
1 547 93 393
9 130 18 084
1 492 84 289
9 052 17 667
1 423 84 822
8 768 17 414
1 391 84 192
8 441 16 831
1 392 81 187
8 241 16 180
1 393 79 973
8 373 16 273
Subsidies en bijdragen Koninklijke Marine jachtclub Marine Watersportvereniging Marine Sanatoriumfonds Koninklijke Vereniging Marine Officieren
Zeekadetkorps Nederland Stichting Militaire Tehuizen Overzee Bijdrage aan het ministerie van Economische Zaken ten behoeve van het Nederlands Instituut voor Maritieme Ontwikkeling (NIM)
11 11 12 12
Totaal Commandant van het Korps |
||||||||
mariniers |
116 220 |
122154 |
112 500 |
112 427 |
110 855 |
107 000 |
106 012 |
|
Investeringen |
||||||||
Schepen |
216 263 |
199 813 |
140 806 |
125 833 |
89 833 |
49 091 |
49 765 |
13 |
Vliegtuigen |
30 976 |
41 268 |
52 474 |
78 645 |
94 345 |
139 857 |
133 927 |
13 |
Elektronisch materieel |
28 770 |
22 270 |
40 619 |
31 160 |
30 847 |
24 449 |
20 917 |
13 |
Munitie |
37 323 |
33 692 |
21 587 |
21 546 |
30 108 |
55 827 |
74 944 |
13 |
Overig materieel |
28 543 |
53 783 |
47 665 |
35 850 |
43 868 |
46 301 |
61 786 |
52 |
Infrastructuur |
38 433 |
34 021 |
25 074 |
30 333 |
34 210 |
49 666 |
31 424 |
52 |
Totaal Investeringen |
380 308 |
384 847 |
328 225 |
323 367 |
323 211 |
365 191 |
372 763 |
43F |
|||||||
53 |
44 |
41 |
38 |
38 |
37 |
37 |
43F |
32 |
28 |
26 |
25 |
25 |
24 |
24 |
43F 43F |
34 |
26 |
23 |
20 |
20 |
19 |
19 |
43F |
23 |
28 |
24 |
22 |
22 |
20 |
20 |
43F |
7 |
43F |
03
Totaal Subsidies en bijdragen
149
126
114
105
105
100
100
Meerjarenramingen Beleidsartikel 01 Koninklijke marine (bedragen x € 1000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Econ. Code
Totaal programmauitgaven
905 074 914 152 827 061 793 325 772 148 797 705 804 162
Apparaatsuitgaven
Admiraliteit
Ambtelijke burgerpersoneel
Militair personeel
Overige personele exploitatie
Materiele exploitatie
Totaal Admiraliteit
34 587 31222 29 112 25 791 22 722
60 877 58 392 53 233 50 816 43 489
21223 25 072 22 622 21993 23 325
103 805 113 152 113 925 109 937 99 193
20 470 20 489
41 040 40 592
23 351 23 383
107 805 94 351
220 492 227 838 218 892 208 537
188 729 192 666
178 815
11 11 12 12
Wachtgelden en inactiviteitswedden Wachtgelden en inactiviteitswedden 14 084 Uitvoeringskosten 2997
Totaal wachtgelden en inactiviteitswedden
Totaal apparaatsuitgaven
Totaal uitgaven
15 054
14 854
13 819
12 406
10 722
9 615
11 12
17 081 |
15 054 |
14 854 |
13 819 |
12 406 |
10 722 |
9 615 |
237 573 |
242 892 |
233 746 |
222 356 |
201 135 |
203 388 |
188 430 |
1 142 647 |
1 157 044 |
1 060 807 |
1 015 681 |
973 283 |
1 001 093 |
992 592 |
Ontvangsten
57 078 112 920 56 064 47 463 47 551 48 551 50 593
16
Meerjarenramingen Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Econ. code
Programmauitgaven |
||||||||
Operationeel Commando |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
172 902 |
184 423 |
174 903 |
168 605 |
160 995 |
150 730 |
140 309 |
11 |
Militiar personeel |
490 875 |
528 558 |
511 166 |
495 247 |
510 898 |
529 654 |
526 098 |
11 |
Overige personele uitgaven |
61 504 |
63 595 |
62 766 |
58 689 |
58 377 |
58 850 |
58 287 |
12 |
Materiële uitgaven |
208 650 |
184 758 |
198 254 |
177 214 |
175 569 |
175 390 |
174 978 |
12 |
Totaal Operationeel Commando |
933 931 |
961 334 |
947 089 |
899 755 |
905 839 |
914 624 |
899 672 |
|
Investeringen |
||||||||
Automatisering |
24 113 |
13 849 |
28 900 |
26 700 |
19 400 |
13 800 |
13 300 |
52 |
Logistiek |
26 096 |
53 083 |
45 990 |
139 244 |
118 900 |
71 190 |
50 940 |
52 |
Commandovoering, verbindingen en |
||||||||
gevechtsinlichtingen |
33 795 |
25 629 |
16 926 |
14 290 |
17 510 |
22 600 |
25 000 |
13 |
Elektronisch materieel |
10 051 |
9 825 |
4 893 |
6 493 |
5 422 |
1 800 |
1 800 |
13 |
Nucleair, biologisch en chemisch |
||||||||
materieel (NBC) |
5 348 |
5 844 |
2 400 |
2 200 |
2 725 |
52 |
||
Luchtverdediging |
6 912 |
12 683 |
34 600 |
10 400 |
21 000 |
33 000 |
23 000 |
12 |
Manoeuvre |
159 254 |
161 947 |
186 352 |
172 977 |
132 943 |
184 610 |
219 700 |
13 |
Vuursteun |
4 033 |
4 022 |
33 410 |
31 340 |
98 732 |
104 566 |
83 810 |
13 |
Gevechtssteun |
3 919 |
1 894 |
6 675 |
1 150 |
13 |
|||
Infrastructuur |
128 212 |
72 938 |
79 400 |
81 300 |
92000 |
75 800 |
67 100 |
52 |
Meerjarenramingen Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Econ. code
Totaal Investeringen
Subsidies en bijdragen Stichting Jeugdwerk Duitsland Stichting KNLW «Generaal Hoefer»
401733 361714 439 546 484 944 508 632 507 366 485 800
195 |
170 |
158 |
140 |
140 |
140 |
140 |
43F |
718 |
579 |
7 570 |
7 423 |
7 422 |
7 386 |
7 386 |
43F |
Totaal Subsidies en bijdragen Totaal programmuitgaven
913 749 7 728 7 563 7 562 7 526 7 526
1 336 577 1 323 797 1 394 363 1 392 262 1 422 033 1 429 516 1 392 998
Apparaatsuitgaven
Landmachtstaf
Ambtelijk burgerpersoneel
Militiar personeel
Overige personele uitgaven
Materiële uitgaven
Totaal Landmachtstaf
16 447 16 648
19 633 18 464
9187 11 207
126 798 122 349
10 478 |
9 529 |
7 465 |
6 409 |
6 402 |
11 |
13 679 |
13 037 |
11 754 |
10 583 |
10 520 |
11 |
3 545 |
3 379 |
3 137 |
3 000 |
3 003 |
12 |
123 395 |
124 327 |
115 218 |
117 574 |
117 685 |
12 |
172 065 168 668 151097 150 272 137 574 137 566 137 610
Overige Eenheden BLS, excl KMA Ambtelijk burgerpersoneel Militiar personeel Overige personele uitgaven Materiële uitgaven
Totaal Overige Eenheden BLS, excl KMA
36 004 34 447
75 989 67 241
34 639 35 058
29 558 28 057
28 994 |
24 824 |
21 923 |
19 338 |
19 317 |
11 |
60 458 |
56 707 |
51 788 |
49 957 |
49 774 |
11 |
46 039 |
40 255 |
28 062 |
31 687 |
40 989 |
12 |
38 993 |
38 756 |
35 697 |
35 572 |
38 008 |
12 |
176 190 164 803 174 484 160 542 137 470 136 554 148 088
Wachtgelden en inactiviteitswedden
Wachtgeldeneninactiviteitswedden 31922 35521 41744 41666 40767 39616 39616 11
Uitvoeringskosten 12240 12
Totaal Wachtgelden en uitvoeringskosten
Totaal apparaatsuitgaven
Totaal uitgaven
44 162 |
35 521 |
41 744 |
41 666 |
40 767 |
39 616 |
39 616 |
392 417 |
368 992 |
367 325 |
352 480 |
315 811 |
313 736 |
325 314 |
1 728 994 |
1 692 789 |
1 761 688 |
1 744 742 |
1 737 844 |
1 743 252 |
1 718 312 |
Ontvangsten
49 118 34 698 34 721 30 871 30 871 30 871 30 871
16
Meerjarenramingen Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht (bedragen x € 1000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Econ. code
Programmauitgaven |
||||||||
Tactische luchtmacht |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
22 127 |
18 344 |
17 514 |
15 909 |
14 045 |
13 203 |
13 871 |
11 |
Militair personeel |
284 376 |
285 493 |
275 457 |
266 161 |
264 577 |
253 000 |
245 922 |
11 |
Overige personele uitgaven |
59 297 |
73 498 |
89 220 |
78 794 |
67 164 |
68 372 |
70 303 |
12 |
Materiële uitgaven |
81 881 |
83 375 |
79 700 |
79 300 |
78 626 |
69 500 |
63 700 |
12 |
Totaal Tactische luchtmacht |
447 681 |
460 710 |
461 891 |
440 164 |
424 412 |
404 075 |
393 796 |
|
Investeringen |
||||||||
Vliegtuigmaterieel (incl. F-16) |
171 825 |
167 930 |
93 691 |
124 918 |
137 157 |
179 287 |
272 255 |
13 |
Vervoermiddelen |
9 173 |
19 327 |
15 657 |
14 596 |
18 601 |
18 866 |
14 594 |
52 |
Elektrisch en elektronisch materieel |
44 120 |
65 947 |
96 882 |
70 692 |
69 009 |
63 582 |
42 089 |
13 |
Bewapeningsmaterieel |
7 216 |
7 296 |
15 196 |
45 486 |
36 801 |
35 001 |
37 730 |
13 |
Springstoffen en munitie |
1 487 |
2 353 |
24 182 |
33 000 |
19 900 |
17 076 |
13 412 |
13 |
Overig materieel |
9 063 |
14 446 |
5 961 |
5 912 |
5 668 |
5 600 |
5 121 |
52 |
Infrastructuur |
61 219 |
59 966 |
34 000 |
75 300 |
55 200 |
39 600 |
54 000 |
51 |
Luchtmobiele brigade |
94 404 |
19 802 |
20 228 |
14 784 |
13 605 |
28 468 |
13 000 |
13 |
Totaal investeringen |
398 507 |
357 067 |
305 797 |
384 688 |
355 941 |
387 480 |
452 201 |
|
Totaal programmauitgaven |
846 188 |
817 777 |
767 688 |
824 852 |
780 353 |
791 555 |
845 997 |
|
Apparaatsuitgaven |
||||||||
Staf Bevelhebber der |
||||||||
Luchtstrijdkrachten |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
22 750 |
25 943 |
19 281 |
17 545 |
15 124 |
11 288 |
11 288 |
11 |
Militair personeel |
91 220 |
90 657 |
73 046 |
71 894 |
69 683 |
68 143 |
68 142 |
11 |
Overige personele uitgaven |
51 305 |
48 663 |
49 365 |
44 071 |
35 705 |
36 497 |
31 537 |
12 |
Materiële uitgaven |
186 521 |
115 727 |
193 664 |
212 121 |
228 358 |
192 622 |
193 686 |
12 |
Totaal Staf Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten
Wachtgelden en inactiviteitswedden Uitvoeringskosten
Totaal Wachtgelden en inactiviteitswedden
Totaal apparaatsuitgaven
351 796
280 990
335 356 345 631 348 870 308 550 304 653
7 131 4 818
7 444
9 097 12 122 4 519 4 030 4 416
11 949
7 444
9 097 12 122 4 519 4 030 4 416
363 745 288 434
344 453 357 753 353 389 312 580 309 069
11 12
Totaal uitgaven
1 209 933 1 106 211 1112 141 1 182 605 1 133 742 1 104 135 1155 066
Ontvangsten
37 135 36 997
36 997 36 997 36 997 36 997 36 997
16
Meerjarenramingen Beleidsartikel 04 Koninklijke marechaussee (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Meerjarenramingen Beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (bedragen x € 1000)
Econ-. Code
Programma-uitgaven |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
8 451 |
13 872 |
13 996 |
15 075 |
15 987 |
16 210 |
16 190 |
11 |
Militair personeel |
114 544 |
152 416 |
152 787 |
149 233 |
146 950 |
142 252 |
141 126 |
11 |
Overige Personele exploitaite |
23 945 |
26 580 |
25 740 |
25 248 |
24 799 |
23 806 |
22 647 |
12 |
Materiële exploitatie |
34 005 |
40 124 |
50 074 |
53 015 |
39 224 |
45 003 |
49 564 |
12 |
Exploitatieuitgaven |
180 946 |
232 992 |
242 597 |
242 571 |
226 960 |
227 271 |
229 527 |
|
Investeringen |
||||||||
Vervoermiddelen en vaartuigen |
4 869 |
3 846 |
5 300 |
3 800 |
5 201 |
5 486 |
6 822 |
52 |
Elektrisch en electronisch materieel |
2 309 |
7 312 |
4 433 |
1 433 |
1 200 |
1 300 |
1 400 |
52 |
Automatiseringsmiddelen |
3 076 |
5 341 |
11 012 |
15 395 |
17 870 |
17 700 |
18 118 |
52 |
Bewapeningsmaterieel |
62 |
104 |
225 |
225 |
225 |
225 |
225 |
13 |
Springstoffen en munitie |
||||||||
Telefooninstallaties |
410 |
1 488 |
2 487 |
3 704 |
2 028 |
2 391 |
2 881 |
52 |
Overig groot materieel |
1 041 |
5 037 |
10 126 |
6 931 |
2 337 |
875 |
775 |
52 |
Infrastructuur |
8 207 |
12 123 |
12 094 |
19 597 |
21 129 |
21 039 |
26 676 |
52 |
Totaal investeringen |
19 974 |
35 251 |
45 577 |
51 085 |
49 990 |
49 016 |
56 897 |
|
Totaal programmauitgaven |
200 920 |
268 243 |
288 274 |
293 656 |
276 950 |
276 287 |
286 424 |
|
Apparaatsuitgaven |
||||||||
Burgerpersoneel |
4 051 |
2 583 |
2 706 |
3 044 |
3 298 |
3 367 |
3 387 |
11 |
Militair personeel |
54 900 |
28 386 |
29 536 |
30 134 |
30 312 |
29 550 |
29 522 |
11 |
Overige personele exploitatie |
11 477 |
4 950 |
4 976 |
5 098 |
5 115 |
4 945 |
4 737 |
12 |
Materiële exploitatie |
16 298 |
7 473 |
9 680 |
10 705 |
8 091 |
9 349 |
10 368 |
12 |
Wachtgelden en inactiviteitswedden |
985 |
753 |
737 |
749 |
749 |
749 |
749 |
11 |
Totaal apparaatsuitgaven |
87 710 |
44 145 |
47 635 |
49 730 |
47 565 |
47 960 |
48 763 |
|
Totaal uitgaven |
288 630 |
312 388 |
335 909 |
343 386 |
324 515 |
334 247 |
335 187 |
|
Ontvangsten |
8 224 |
6 964 |
7 064 |
7 164 |
7 164 |
7 264 |
7 264 |
16 |
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Econ-. Code
VN-contributies
SFOR
KFOR
Enduring Freedom
ISAF/HQ ISAF
Stabilisatiemacht Irak
UNFICYP
Task Force Fox
Display Deterrence
EUPM
UNMEE
NAVO PSO/ EU operatie
44 630 |
45 000 |
49 500 |
49 500 |
49 500 |
49 500 |
49 500 |
01 |
70 106 |
55 300 |
53 000 |
47 000 |
47 000 |
47 000 |
47 000 |
01 |
1 043 |
01 |
||||||
27 753 |
28 500 |
01 |
|||||
14 264 |
36 100 47 700 |
6 000 16 500 |
01 01 |
||||
53 |
01 |
||||||
8 705 |
1 350 7 000 |
01 01 |
|||||
2000 |
2000 |
2000 |
01 |
||||
2 433 |
01 |
||||||
1 984 |
3 200 |
2 900 |
1 900 |
1 900 |
1 900 |
1 900 |
01 |
Meerjarenramingen Beleidsartikel 09 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (bedragen x € 1000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Econ-. Code
Overige operaties Restant Voorziening crisisbeheersingsoperaties
1 684
5 400 |
5 900 |
3 700 |
3 700 |
3 700 |
3 700 |
01 |
19 738 |
42 601 |
74 301 |
76 301 |
76 301 |
76 301 |
01 |
Totaal uitgaven 172 655 251 288 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
178 401 |
|
Ontvangsten 8611 1407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
1 407 |
|
Meerjarenramingen Beleidsartikel 10 Civiele taken (bedragen x€ 1000) |
||||||
Omschrijving 2002 2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Econ. code |
Kustwacht Nederlandse Antillen en
Aruba
Ambtelijk burgerpersoneel 3547
Militair personeel 4768
Overige uitgaven 12387
Investeringen 1945
11 479
6 472
6 472
6 472
6 472
6 472
11 11 11 52
Totaal Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba
22 647
11 479
6 472
6 472
6 472
6 472
6 472
Kustwachtcentrum Nederland Ambtelijk burgerpersoneel Militair personeel Overige uitgaven
1 891 497
2 557
1 866
575
4 403
1 889 588
2 253
1 920 604
2 253
1 839 576
2 253
1 839 576
2 253
1 839 576
2 253
11 11 12
Totaal Kustwachtcentrum Nederland
4 945
6 844
4 730
4 777
4 668
4 668
4 668
Explosieven opruiming Ambtelijk burgerpersoneel Militair personeel Overige uitgaven
899 5 134 1 014
961 4 967 4 511
862 5 494 2 037
862 5 534 2 035
862 5 557 2 002
862 5 557 1 999
862 5 557 1 999
Bijdrage aan NAVO
EVDB
Attachés
77 921 65 989 86 141 87 969
16 750 33 127 128 700 108 600
20 527 23 700 23 610 23 609
11 11 12
Totaal Explosievenopruiming |
7 047 |
10 439 |
8 393 |
8 431 |
8 421 |
8 418 |
8 418 |
|
Hulp aan civiele overheden |
1 362 |
272 |
12 |
|||||
Totaal uitgaven Civiele taken |
36 001 |
29 034 |
19 595 |
19 680 |
19 561 |
19 558 |
19 558 |
|
Ontvangsten Civiele taken |
7 959 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
1 072 |
16 |
Meerjarenramingen Beleidsartikel 11 Internationale Samenwerking (bedragen x€ 1000) |
||||||||
Omschrijving |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Econ-. Code |
85 902 |
81 522 |
79 222 |
43G |
69 300 |
104 500 |
91 844 |
43G |
23 609 |
23 609 |
23 371 |
11 |
Meerjarenramingen Beleidsartikel 11 Internationale Samenwerking (bedragen x € 1000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Meerjarencijfers niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (bedragen x € 1 000)
Econ-. Code
Overige internationale samenwerking |
1 561 |
1 553 |
1 228 |
1 250 |
1 305 |
1 457 |
1 457 |
31 |
Totaal uitgaven |
116 759 |
124 369 |
239 679 |
221 428 |
180 116 |
211 088 |
195 894 |
|
Ontvangsten |
7 711 |
14 430 |
19 242 |
20 142 |
19 442 |
15 142 |
12 842 |
16 |
Omschrijving |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Econ-. Code |
Ondersteuning door |
||||||||
ondersteunende eenheden |
||||||||
Koninklijke marine |
||||||||
Ondersteunende eenheden |
||||||||
Ambtelijke burgerpersoneel |
102 280 |
102 524 |
101 106 |
99 282 |
98 415 |
97 757 |
9 7 813 |
11 |
Militair personeel |
70 470 |
72 727 |
70 983 |
71 844 |
71 905 |
71 208 |
70 637 |
11 |
Overige personele exploitatie |
22 607 |
21 965 |
16 235 |
16 204 |
17 127 |
16 027 |
17 947 |
12 |
Materiele exploitatie |
98 021 |
97 080 |
96 620 |
92 352 |
88 943 |
91 895 |
8 9 351 |
12 |
Totaal Ondersteunende eenheden |
293 378 |
294 296 |
284 944 |
279 682 |
276 390 |
276 887 |
275 748 |
|
Opleidingscentrum Mariniers |
||||||||
Ambtelijke burgerpersoneel |
0000000 |
11 |
||||||
Militair personeel |
4 920 |
4 920 |
4 920 |
4 920 |
4 920 |
4 920 |
4 920 |
11 |
Overige personele exploitatie |
550 |
550 |
550 |
550 |
550 |
550 |
550 |
12 |
Materiele exploitatie |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
12 |
Totaal Opleidingscentrum Mariniers |
5 650 |
5 650 |
5 650 |
5 650 |
5 650 |
5 650 |
5 650 |
|
Totaal uitgaven |
299 028 |
299 946 |
290 594 |
285 332 |
282 040 |
282 537 |
281 398 |
Ondersteuning door ondersteunende eenheden Koninklijke landmacht
MatLogCo
Ambtelijk burgerpersoneel
Militiar personeel
Overige personele uitgaven
Materiële uitgaven
Totaal MatLogCo
Koninklijke Militaire Academie Ambtelijk burgerpersoneel Militiar personeel Overige personele uitgaven Materiële uitgaven
Totaal Koninklijke Militaire Academie
Opleidings- en Trainingscommando KL
81 946 |
81 265 |
77 440 |
75 454 |
72 036 |
68 900 |
68 824 |
11 |
21 550 |
20 384 |
17 198 |
15 264 |
12 651 |
10 039 |
10 139 |
11 |
55 776 |
57 308 |
70 693 |
51 092 |
54 646 |
54 023 |
53 984 |
12 |
174 905 |
164 943 |
179 110 |
214 943 |
228 359 |
224 599 |
228 621 |
12 |
334 177 |
323 900 |
344 441 |
356 753 |
367 692 |
357 561 |
361 568 |
|
7 386 |
7 560 |
7 475 |
7 414 |
6 940 |
6 461 |
6 454 |
11 |
24 505 |
24 729 |
23 697 |
23 754 |
23 753 |
23 744 |
23 675 |
11 |
2 303 |
2 836 |
2 575 |
2 562 |
2 523 |
2 492 |
2 495 |
12 |
3 314 |
3 885 |
3 987 |
3 999 |
3 874 |
3 677 |
3 686 |
12 |
37 508 |
39 010 |
37 734 |
37 729 |
37 090 |
36 374 |
36 310 |
Meerjarencijfers niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (bedragen x € 1 000)
Omschrijving |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Econ-. Code |
Ambtelijk burgerpersoneel |
31 549 |
32 778 |
31 573 |
30 570 |
29 809 |
28 821 |
27 3 33 |
11 |
Militiar personeel |
168 738 |
171 619 |
162 788 |
163 199 |
164 291 |
165 355 |
164 928 |
11 |
Overige personele uitgaven |
19 069 |
19 010 |
18 063 |
17 862 |
17 626 |
17 301 |
17 310 |
12 |
Materiële uitgaven |
9 585 |
11 680 |
12 681 |
12 610 |
12 346 |
12 324 |
12 336 |
12 |
Totaal Opleidings- en |
||||||||
Trainingscommando KL |
228 941 |
235 087 |
225105 |
224 241 |
224 072 |
223 801 |
221 907 |
|
Totaal uitgaven |
600 626 |
597 997 |
607 280 |
618 723 |
628 854 |
617 736 |
619 785 |
Ondersteuning door ondersteunende eenheden Koninklijke luchtmacht
Logistiek Centrum Klu Ambtelijk burgerpersoneel Militair personeel Overige personele uitgaven Materiële uitgaven
Totaal Logistiek Centrum Klu
20 789 |
22 261 |
23 552 |
23 636 |
23 719 |
24 219 |
24 219 |
11 |
19 015 |
20 239 |
21 022 |
20 954 |
21 127 |
21 117 |
21 117 |
11 |
12 088 |
11 749 |
9 000 |
9 000 |
9 000 |
9 000 |
9 000 |
12 |
87 134 |
100 999 |
101 879 |
102 939 |
105 814 |
104 073 |
106 452 |
12 |
139 026
155 248
155 453
156 529
159 660
158 409
160 788
Koninklijke Militaire School luchtmacht
Ambtelijk burgerpersoneel |
5 389 |
4 754 |
5 814 |
5 737 |
5 626 |
6 329 |
5 329 |
11 |
Militair personeel |
51 728 |
49 046 |
47 522 |
44 906 |
49 481 |
47 887 |
49 375 |
11 |
Overige personele uitgaven |
17 685 |
15 652 |
20 483 |
21 493 |
18 503 |
29 003 |
28 023 |
12 |
Materiële uitgaven |
12 347 |
12 167 |
9 700 |
9 200 |
8 800 |
8 400 |
8 400 |
12 |
Totaal Koninklijke Militaire School |
||||||||
luchtmacht |
87 149 |
81 619 |
83 519 |
81 336 |
82 410 |
91 619 |
91 127 |
|
Totaal uitgaven |
226175 |
236 867 |
238 972 |
237 885 |
242 070 |
250 028 |
251 915 |
|
Ondersteuning door |
||||||||
ondersteunende eenheden |
||||||||
Koninklijke marechaussee |
||||||||
Opleidingscentrum KMar |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
2 118 |
2 908 |
3 969 |
3 969 |
3 969 |
3 969 |
3 969 |
11 |
Militair personeel |
30 253 |
28 762 |
28 943 |
30 308 |
29 927 |
31 875 |
29 405 |
11 |
Overige Personele exploitaite |
2 593 |
3 625 |
2 843 |
2 495 |
2 466 |
2 611 |
2 427 |
12 |
Materiële exploitatie |
3 093 |
4 338 |
4 462 |
4 660 |
4 683 |
4 862 |
4 622 |
12 |
Totaal Opleidingscentrum KMar |
38 057 |
39 633 |
40 217 |
41 432 |
41 045 |
43 317 |
40 423 |
|
Ondersteuning door Defensie |
||||||||
Interservice Commando |
||||||||
Defensie Verkeers- en |
||||||||
Vervoersorganisatie |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
8 336 |
8 041 |
7 928 |
7 967 |
7 889 |
7 850 |
7 850 |
11 |
Militair personeel |
13 609 |
13 776 |
14 682 |
14 660 |
14 616 |
14 578 |
14 578 |
11 |
Overige personele uitgaven |
3 517 |
3 811 |
3 472 |
3 360 |
3 360 |
3 360 |
3 360 |
12 |
Materiële uitgaven |
43 623 |
18 483 |
17 429 |
17 488 |
17 998 |
18 022 |
18 010 |
12 |
Meerjarencijfers niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Econ-. Code
Totaal Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie
69 085
44 111
43 511
43 475
43 863
43 810
43 798
Instituut Keuring en Selectie |
||||||||
Defensie |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
5 849 |
5 268 |
5 282 |
5 239 |
5 196 |
5 153 |
5 153 |
11 |
Militair personeel |
2 794 |
2 577 |
2 433 |
2 385 |
2 338 |
2 338 |
2 338 |
11 |
Overige personele uitgaven |
1 756 |
1 169 |
1 146 |
1 138 |
1 138 |
1 138 |
1 138 |
12 |
Materiële uitgaven |
8 573 |
6 977 |
7 055 |
6 934 |
7 166 |
7 161 |
7 155 |
12 |
Totaal Instituur Keuring en Selectie |
||||||||
Defensie |
18 972 |
15 991 |
15 916 |
15 696 |
15 838 |
15 790 |
15 784 |
|
Militair Geneeskundig Facilitair |
||||||||
Bedrijf |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
15 483 |
15 447 |
15 235 |
15 151 |
14 982 |
14 898 |
14 898 |
11 |
Militair personeel |
17 110 |
19 261 |
20 763 |
20 640 |
20 517 |
20 394 |
20 394 |
11 |
Overige personele uitgaven |
13 569 |
9 941 |
9 550 |
9 453 |
9 453 |
9 453 |
9 453 |
12 |
Materiële uitgaven |
12 332 |
13 633 |
13 902 |
13 668 |
13 671 |
13 669 |
13 659 |
12 |
Totaal Militair Geneeskundig |
||||||||
Facilitair Bedrijf |
58 494 |
58 282 |
59 450 |
58 912 |
58 623 |
58 414 |
58 404 |
|
Instituut Defensie Leergangen |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
2 173 |
2 217 |
2 123 |
2 123 |
2 040 |
2 040 |
2 040 |
11 |
Militair personeel |
3 218 |
3 475 |
3 435 |
3 407 |
3 407 |
3 407 |
3 407 |
11 |
Overige personele uitgaven |
840 |
982 |
918 |
899 |
899 |
899 |
899 |
12 |
Materiële uitgaven |
4 714 |
4 782 |
4 735 |
4 179 |
4 371 |
4 375 |
4 372 |
12 |
Totaal Instituut Defensie Leergangen |
10 945 |
11 456 |
11 211 |
10 608 |
10 717 |
10 721 |
10 718 |
|
DICTU |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
0 |
0 |
5 872 |
7 491 |
7 595 |
7 718 |
7 718 |
11 |
Militair personeel |
0 |
0 |
1 815 |
2 127 |
2 127 |
2 127 |
2 127 |
11 |
Overige personele uitgaven |
0 |
0 |
1115 |
1 269 |
1 269 |
1 269 |
1 269 |
12 |
Materiële uitgaven |
0 |
0 |
|
-4 704 |
|
|
|
12 |
Totaal DICTU |
0 |
0 |
6 123 |
6 183 |
4 921 |
3 975 |
3 973 |
|
Overige Interservice Diensten |
||||||||
Ambtelijk burgerpersoneel |
15 349 |
16 520 |
16 564 |
15 591 |
15 283 |
15 263 |
15 263 |
11 |
Militair personeel |
13 288 |
14 640 |
16 154 |
14 880 |
14 853 |
14 805 |
14 805 |
11 |
Overige personele uitgaven |
2 774 |
3 858 |
4 248 |
2 845 |
2 846 |
2 846 |
2 846 |
12 |
Materiële uitgaven |
16 255 |
17 846 |
19 627 |
21 080 |
19 063 |
18 498 |
18 094 |
12 |
Totaal Overige Interservice Diensten |
47 666 |
52 864 |
56 593 |
54 396 |
52 045 |
51 412 |
51 008 |
|
Investeringen groot materieel en |
||||||||
infrastructuur |
||||||||
ten behoeve van DICO |
||||||||
Groot materieel |
14 603 |
14 802 |
10 531 |
10 907 |
7 235 |
2 960 |
5 483 |
52 |
Infrastructuur |
3 872 |
12 321 |
6 326 |
5 396 |
6 453 |
12 914 |
11 405 |
52 |
Defensiebrede investeringen |
||||||||
Centrale IV |
0 |
6 135 |
37 050 |
47 650 |
50 650 |
50 000 |
50 000 |
52 |
Meerjarencijfers niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004 2005
2006 2007
2008
Econ-. Code
Subtotaal artikelonderdeel Investeringen
Staf Defensie Interservice
Commando
Ambtelijke burgerpersoneel
Militair personeel
Overige personele uitgaven
Materiële uitgaven
Totaal staf Defensie Interservice Commando
Wachtgelden in inactiviteitswedden Wachtgelden in inactiviteitswedden Uitvoeringskosten
Totaal Wachtgelden in inactiviteitswedden
18 475 33 258 53 907 63 953 64 338 65 874 66 888
3 555 4 501 4 168 3 763 3 149 2 703 2 608
1 065 1 136 769 541 299 57 56
2 016 1 372 1 023 945 855 830 830 10 664 14 000 12 764 11785 12 965 13 178 13 462
5 145 4 636 4 631 4 629 4 628 4 628 4 628
84 0 0 0 0 0 0
5 229 4 636 4 631 4 629 4 628 4 628
4 628
11 11 12 12
17 300 21009 18 724 17 034 17 268 16 768 16 956
11 12
Totaal uitgaven Defensie Interservice Commando
246 166 241607 270 066 274 886 272 241 271392 272 157
Totaal uitgaven Ondersteuning krijgsmacht
Ontvangsten
1410 052 1416 050 1447 129 1458 238 1466 250 1465 010 1465 678 51 140 52 143 54 054 57 138 56 508 56 508 56 508
16
Meerjarenramingen niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven (bedragen x € 1 000) |
|||||
Omschrijving 2002 2003 2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Econ-. Code |
Geheime uitgaven 910 942 942 |
942 |
942 |
942 |
942 |
12 |
Meerjarenramingen Niet-beleidsartikel 80 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Econ. code
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Onvoorzien
Reservering SBK (in brede zin)
111 011 |
43 536 |
43 796 |
38 518 |
39 048 |
39 059 |
01 |
|
16 776 |
20 486 |
16 740 |
25 489 |
50 757 |
02 04 |
37 544 |
41 133 |
65 017 |
71 800 |
74 800 |
05 |
Totale uitgaven
44 424
97 856
105 415
120 275
136 337
164 616
Meerjarenramingen niet-beleidsartikel 90 «Algemeen» (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Econ-. Code
Apparaatsuitgaven Kerndepartement Ambtelijk burgerpersoneel Militair personeel Overige personele uitgaven Materiële uitgaven
35 377 14 134 19 859 33 196
35 525 12 907 15 452 38 023
34 083
13 358
14 988 34 388
31 714 13 214 13 486 34 944
30 688 12 973 12 771 34 539
29 073 12 641 12 134 38 566
29 2 00 12 686 12 159 39 553
Programmauitgaven
Investeringen Investeringen door Kerndepartement
Investeringen Militaire Inlichtingenen Veiligheidsdienst
17 337 23 507 28 549 20 520 17 249 18 660 11570
5 239 20 353 3 257 3 066 3 066 3 066 3 066
11 11 12 12
Totaal Kerndepartement |
102 566 |
101 907 |
96 817 |
93 358 |
90 971 |
92 414 |
93 598 |
|
Wachtgelden en inactiviteitswedden Wachtgelden en inactiviteitswedden Uitvoeringskosten |
4 671 59 |
4 348 100 |
4 348 |
4 348 |
4 348 |
4 348 |
4 348 |
11 12 |
Totaal wachtgelden en inactiviteitswedden |
4 730 |
4 448 |
4 348 |
4 348 |
4 348 |
4 348 |
4 348 |
|
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Ambtelijk burgerpersoneel Militair personeel Overige personele uitgaven Materiële uitgaven |
17 804 14 077 5 002 15 554 |
19 363 15 765 4 019 13 564 |
19 330 15 734 4 039 16 311 |
19 441 15 829 3 345 16 738 |
19 553 15 924 3 451 16 407 |
19 720 16 020 3 451 16 150 |
19 833 16 117 3 451 16 853 |
11 11 12 12 |
Totaal Inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
52 437 |
52 711 |
55 414 |
55 353 |
55 335 |
55 341 |
56 254 |
|
Totaal apparaatsuitgaven |
159 733 |
159 066 |
156 579 |
153 059 |
150 654 |
152 103 |
154 200 |
52 52
Totaal investeringen
22 576
43 860 31806 23 586 20 315
21 726
14 636
Meerjarenramingen niet-beleidsartikel 90 «Algemeen» (bedragen x € 1 000)
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Garanties
Eurometaal
Nederlandse Bond van Verzekeraars
Totaal Garanties
Econ-. Code
Milieu-uitgaven |
3 250 |
4 023 |
15 123 |
16 864 |
16 788 |
11 698 |
11 698 |
12 |
Pensioenen en uitkeringen |
||||||||
Militaire nabestaanden pensioenen |
34 233 |
32 874 |
31 739 |
31 315 |
31 024 |
30 780 |
30 546 |
11 |
Militaire diensttijdpensioenen |
335 598 |
340 352 |
334 766 |
332 941 |
331 239 |
330 335 |
324 497 |
11 |
Militaire invaliditeitspensioenen |
80 321 |
84 357 |
81 483 |
81 034 |
80 615 |
79 790 |
79 000 |
11 |
Uitkeringswet gewezen militairen |
401 840 |
422 390 |
441 781 |
436 769 |
424 301 |
413 541 |
405 791 |
11 |
Sociale zorg |
5 851 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
11 |
Overige uitkeringen |
6 185 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
11 |
Reserve-overdracht |
10 393 |
8 719 |
6 173 |
6 273 |
6 360 |
6 385 |
6 504 |
11 |
Veteranenbeleid |
449 |
733 |
725 |
719 |
729 |
725 |
725 |
11 |
Kapitaaldekking prepensioen |
||||||||
Nominale bijdrage |
15 072 |
15 072 |
15 072 |
15 072 |
15 072 |
11 |
||
Voorschot premietekort |
59 354 |
59 745 |
60 134 |
60 062 |
59 856 |
11 |
||
Kapitaaldekking militair |
||||||||
ouderdomspensioen |
||||||||
Nominale bijdrage |
64 529 |
23 398 |
46 682 |
48 725 |
50 946 |
53 407 |
56 126 |
62D |
Lening ABP (hoofdsom) |
35 341 |
36 495 |
34 628 |
32 799 |
72D |
|||
Lening ABP (rente) |
574 |
1 896 |
3 207 |
4 499 |
26 |
|||
Uitvoeringskosten |
20 000 |
20 000 |
20 000 |
20 000 |
20 000 |
20 000 |
12 |
|
Totaal uitgaven militaire pensioenen |
||||||||
en uitkeringen |
939 399 |
945 473 |
1 050 425 |
1 081 158 |
1 071 461 |
1 060 582 |
1 048 065 |
|
waarvan niet-relevant |
59 354 |
95 660 |
98 525 |
97 897 |
97 154 |
|||
Wetenschappelijk onderzoek |
||||||||
Doelfinanciering TNO |
52 177 |
51 526 |
51 165 |
51 071 |
50 949 |
50 823 |
50 821 |
31 |
NLR V&W |
457 |
465 |
465 |
465 |
465 |
465 |
465 |
3 |
Onderzoek en technologie |
13 878 |
10 754 |
12 604 |
12 346 |
12 296 |
12 171 |
12 171 |
31 |
Totaal Wetenschappelijk onderzoek |
66 512 |
62 745 |
64 234 |
63 882 |
63 710 |
63 459 |
63 457 |
|
Ziektekostenvoorziening |
||||||||
Defensiepersoneel |
29 467 |
25 457 |
31 003 |
31 605 |
32 208 |
32 808 |
32 808 |
11 |
63D 63D
Subsidies en bijdragen
Stichting Maatschappij en
Krijgsmacht 253 225 177
Stichting Homosexualiteit en
Krijgsmacht
Nederlandse Reservisten Federatie
Stichting Koepelorganisatie Militaire
tehuizen
Multicultureel Netwerk Defensie
Comité international de médicine et
de pharmacie militaires
Kon vereniging ter beoefening van
de krijgswetenschap, ten behoeve
van de buitengewone leerstoel aan
de Universiteit van Amsterdam 22 67 55
43F
21 |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
43F |
45 09 |
40 908 |
32 908 2 |
26 |
24 |
21 |
21 |
43F 43F 43F |
55
56
43F
43F
Meerjarenramingen niet-beleidsartikel 90 «Algemeen» (bedragen x € 1 000)
Omschrijving |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Econ-. Code |
Stichting Protestant Interkerkelijk |
||||||||
Thuisfront |
24 |
22 |
15 |
15 |
15 |
15 |
15 |
43F |
S t. Nat. Katholiek Thuisfront |
12 |
11 |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
43F |
Defensie vrouwennetwerk |
40 |
15 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
43F |
Veteranenplatform |
139 |
136 |
136 |
136 |
136 |
136 |
136 |
43F |
Bouw plaspoelpolder (verzakelijking |
||||||||
TNO) |
7 474 |
43F |
||||||
Stichting Veteranen Instituut |
5 019 |
4 833 |
3 596 |
3 762 |
3 562 |
3 106 |
3 106 |
43F |
Subsidies |
14 058 |
6 267 |
4 955 |
4 028 |
3 827 |
3 312 |
3 312 |
|
Stichting bijzondere scholen voor |
||||||||
onderwijs op algemene grondslag |
||||||||
(OCW) |
5 351 |
5 276 |
4 871 |
4 872 |
4 869 |
3 869 |
3 869 |
03 |
Bureau voor verbindingsbeveiliging |
03 |
|||||||
Stichting Nederlands Instituut voor |
||||||||
Internationale Betrekkingen |
||||||||
«Clingendael» (BuiZa) |
798 |
798 |
798 |
798 |
798 |
798 |
798 |
03 |
Het Internationaal Comité van het |
||||||||
Rode Kruis (BuiZa) |
32 |
32 |
32 |
32 |
32 |
32 |
32 |
03 |
Stichting Atlantische Commissie |
||||||||
(BuiZa) |
135 |
135 |
135 |
135 |
135 |
135 |
135 |
03 |
Collectie Visser |
908 |
03 |
||||||
Adviesraad Internationale |
||||||||
vraagstukken |
74 |
74 |
74 |
74 |
74 |
03 |
||
Bijdrage VWS Kenniscentrum |
68 |
68 |
68 |
03 |
||||
Bijdrage ten behoeve van het |
||||||||
Informatie- en Coördinatie-orgaan |
||||||||
Dienstverlening Oorlogsgetroffenen |
||||||||
(VWS) |
03 |
|||||||
Bijdragen |
7 366 |
6 383 |
5 978 |
5 911 |
5 908 |
4 834 |
4 834 |
|
Totaal Subsidies en bijdragen |
21 424 |
12 650 |
10 933 |
9 939 |
9 735 |
8 146 |
8 146 |
|
Departementsbrede uitgaven |
||||||||
Voorlichting |
2 982 |
2 898 |
2 967 |
2 968 |
2 970 |
2 970 |
2 970 |
12 |
Schadevergoedingen |
8 340 |
4 200 |
4 391 |
4 391 |
4 391 |
4 391 |
4 391 |
63Z |
Overige uitgaven |
24 450 |
25 379 |
27 725 |
24 925 |
24 225 |
24 225 |
24 225 |
12 |
Infrastructuur |
1 044 |
52 |
||||||
Additionele P-maatregelen |
18 603 |
18 606 |
18 607 |
18 603 |
18 604 |
18 604 |
11 |
|
Totaal overige departementale |
||||||||
uitgaven |
36 816 |
51 080 |
53 689 |
50 891 |
50 189 |
50 190 |
50 190 |
|
Totaal programmauitgaven |
1119 444 |
1 145 288 |
1 257 213 |
1 277 925 |
1 264 406 |
1 248 609 |
1 229 000 |
|
Totaal uitgaven |
1 279 177 |
1 304 354 |
1 413 792 |
1 430 984 |
1 415 060 |
1 400 712 |
1 383 200 |
|
Ontvangsten |
9 306 |
9 283 |
169 854 |
201 257 |
163 547 |
210 797 |
224 159 |
16 |
BIJLAGE 5
RAMINGSKENGETALLEN EN VOLUMEGEGEVENS
Kengetallen en volumegegevens beleidsartikel 01 «Koninklijke marine»
Ambtelijk burgerpersoneel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal – gemiddeld salaris Totaal ambtelijk burgerpersoneel |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
1 861 42 011 78 183 |
1 734 43 542 75 502 |
1 682 42 657 71 749 |
1 519 42 574 64 670 |
1 384 42 472 58 781 |
1 293 42 434 54 867 |
1 293 42 466 54 908 |
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: |
aantal vte’n |
9 478 |
9 406 |
9 012 |
8 684 |
8 300 |
8 053 |
8 154 |
– beroeps onbepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
5 675 50 956 289 174 |
5 299 52 121 276 190 |
4 927 51 495 253 714 |
4 467 51 595 230 474 |
3 830 52 302 200 318 |
3 253 52 824 171 838 |
2 960 52 924 156 656 |
– beroeps bepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
3 623 33 538 121 509 |
3 921 33 967 133 184 |
3 899 32 646 127 287 |
4 031 32 714 131 870 |
4 284 33 163 142 070 |
4 614 33 496 154 551 |
5 008 33 559 168 063 |
– ANT-/ARUMIL – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
180 22 722 4 090 |
186 17 602 3 274 |
186 17 317 3 221 |
186 17 780 3 307 |
186 18 253 3 395 |
186 18 306 3 405 |
186 18 796 3 496 |
Totaal militair personeel |
x € 1000,- |
414 773 |
412 648 |
384 222 |
365 651 |
345 783 |
329 794 |
328 215 |
Overige personele uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
aantal |
||||||||
– inhuur tijdelijk personeel |
mensjaren |
540,0 |
357,8 |
304,7 |
136,4 |
139,2 |
139,3 |
143,2 |
– gemiddelde uitgaven per mensjaar |
x € 1,- |
14 752 |
19 832 |
19 833 |
19 839 |
19 828 |
19 828 |
19 825 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
7 966 |
7 096 |
6 043 |
2 706 |
2 760 |
2 762 |
2 839 |
– kleding en uitrusting |
aantal vte’n |
|||||||
(bp en mp) |
11 159 |
10 954 |
10 508 |
10 017 |
9 498 |
9 160 |
9 261 |
|
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
94 |
143 |
108 |
114 |
122 |
127 |
126 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
1 046 |
1 562 |
1 131 |
1 139 |
1 156 |
1 162 |
1 166 |
– voeding |
aantal vte’n |
|||||||
(bp en mp) |
11 159 |
10 954 |
10 508 |
10 017 |
9 498 |
9 160 |
9 261 |
|
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
869 |
922 |
941 |
970 |
1 020 |
1 070 |
1 068 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
9 697 |
10 098 |
9 885 |
9 717 |
9 688 |
9 798 |
9 893 |
– overige persoonsgebonden personele |
aantal vte’n |
|||||||
uitgaven voor de Admiraliteit |
(bp en mp) |
1 735 |
1 738 |
1 574 |
1 459 |
1 249 |
1 170 |
1 170 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
1 954 |
1 701 |
1 610 |
1 751 |
2 030 |
2 166 |
2 167 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
3 390 |
2 956 |
2 534 |
2 554 |
2 535 |
2 534 |
2 535 |
– overige persoonsgebonden personele |
||||||||
uitgaven |
aantal vte’n |
|||||||
overige KM-ressorts |
(bp en mp) |
9 424 |
9 216 |
8 934 |
8 558 |
8 249 |
7 990 |
8 091 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
3 052 |
2 899 |
2 859 |
2 724 |
2 667 |
2 703 |
2 673 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
28 763 |
26 721 |
25 544 |
23 308 |
22001 |
21 598 |
21 631 |
– overige persoonsgebonden personele |
aantal vte’n |
|||||||
uitgaven voor de gehele KM |
(bp en mp) |
11 159 |
10 954 |
10 508 |
10 017 |
9 498 |
9 160 |
9 261 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
1 388 |
1 764 |
1 674 |
1 820 |
2 059 |
2 141 |
2 119 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
15 491 |
19 319 |
17 593 |
18 226 |
19 553 |
19 608 |
19 621 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
66 903 |
68 302 |
62 730 |
57 650 |
57 693 |
57 462 |
57 685 |
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– overige persoonsgebonden materiële uitgaven – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
11 159 5 143 57 393 |
10 954 4 321 47 337 |
10 508 5 162 54 247 |
10 017 4 805 48 131 |
9 498 4 295 40 792 |
9 160 4 180 38 286 |
9 261 4 154 38 468 |
– Brandstoffen, oliën en smeermiddelen – gasolie schepen – kerosine patrouillevliegtuigen – helikopterbrandstof – totale uitgaven |
1 000 m 1 000 m3 1 000 m3 x € 1000,- |
62,0 7,0 1,6 21 883 |
60,0 7,0 1,4 23 339 |
60,0 1,3 1,4 17 466 |
60,0 0,0 1,4 15 438 |
60,0 0,0 1,4 15 438 |
60,0 0,0 1,4 15 438 |
60,0 0,0 1,4 15 438 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
79 276 |
70 676 |
71 713 |
63 569 |
56 230 |
53 724 |
53 906 |
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
106 524 |
130 439 |
127 200 |
126 850 |
119 074 |
129 233 |
115 400 |
Sub-totaal |
x € 1000,- |
106 524 |
130 439 |
127 200 |
126 850 |
119 074 |
129 233 |
115 400 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
185 800 |
201 115 |
198 913 |
190 419 |
175 304 |
182 957 |
169 306 |
Totaal uitgaven |
745 109 |
757 017 |
717 614 |
678 390 |
637 561 |
625 080 |
610 114 |
Kengetallen en volumegegevens Beleidsartikel 02 Koninklijke Landmacht
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
– gemiddeld salaris
Totaal ambtelijk burgerpersoneel
aantal vte’n 5 784 5 676 5 254 4 917 4 614 4 274 4 016
x€ 1,- 38 961 41 494 40 806 41 281 41 267 41 296 41 347
x€1000,- 225 353 235518 214375 202 958 190383 176477 166028
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: – beroeps onbepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
15 492 6 611 48 835 322 849 |
16 058 6 278 50 159 314 898 |
15 695 5 898 49 490 291 892 |
15 141 5 646 49 648 280 314 |
15 568 5 562 49 594 275 842 |
16 137 5 575 49 589 276 456 |
16 057 5 506 49 608 273 141 |
– beroeps bepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
8 881 28 279 251 148 |
9 780 29 284 286 402 |
9 797 28 567 279 868 |
9 495 28 555 271 133 |
10 006 28 488 285 054 |
10 562 28 422 300 193 |
10 551 28 405 299 706 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
573 997 |
601 300 |
571 760 |
551 447 |
560 896 |
576 649 |
572 847 |
Andere volumegegevens: – Uitgaven inzake de Nationale reserve |
x € 1000,- |
12 500 |
12 963 |
13 543 |
13 544 |
13 544 |
13 545 |
13 545 |
Totaal militair personeel |
x € 1000,- |
586 497 |
614 263 |
585 303 |
564 991 |
574 440 |
590 194 |
586 392 |
Overige personele uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– inhuur tijdelijk personeel – gemiddelde uitgaven per mensjaar – totale uitgaven |
aantal mensjaren x € 1,- x € 1000,- |
502,0 50 876 25 540 |
387,4 50 209 19 452 |
348,3 50 621 17 633 |
317,4 50 622 16 069 |
299,8 50 620 15 175 |
299,1 50 623 15 142 |
299,5 50 626 15 160 |
– overige persoonsgebonden personele uitgaven ressorts – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
21 276 2 339 49 759 |
21 734 2 281 49 570 |
20 949 2 643 55 363 |
20 058 2 436 48 863 |
20 182 1 798 36 283 |
20 411 1 833 37 405 |
20 073 2 177 43 706 |
– overige persoonsgebonden personele uitgaven KL-breed – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
21 276 1 095 23 304 |
21 734 1 195 25 981 |
20 949 1 473 30 850 |
20 058 1 440 28 873 |
20 182 1 467 29 600 |
20 411 1 592 32 484 |
20 073 1 739 34 899 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
98 603 |
95 003 |
103 846 |
93 805 |
81 058 |
85 031 |
93 765 |
Andere volumegegevens: Overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
6 727 |
14 857 |
8 504 |
8 518 |
8 518 |
8 506 |
8 514 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
105 330 |
109 860 |
112 350 |
102 323 |
89 576 |
93 537 |
102 279 |
2008
Materiële uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
uitbesteding O-, I- en A-deskundigheid gemiddeld per mensjaar totale uitgaven
aantal
mensjaren
x € 1,-
x € 1000,-
10,0
52 200
522
overige persoonsgebonden materiële uitgaven gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
21 276 21 734 20 949 20 058
888 423 660 613
18 899 9 188 13 836 12 304
20 182 20 411 20 073
614 612 619
12 386 12 496 12 423
data- en telecommuniciatie
gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
21 276 21 734 20 949 20 058
3 528 2 745 3 117 3 080
75 056 59 650 65 300 61 771
20 182 20 411 20 073
2 749 2 853 2 904
55 486 58 231 58 286
groot onderhoud gebouwen en aantal vte’n
terreinen (bp en mp) 21 276
gemiddeld per vte x€1,- 935
totale uitgaven x€1000,- 19894
21734 20 949 20 058
1 159 1 473 1 510
25 181 30 849 30 277
20 182 20 411 20 073
1 500 1 480 1 506
30 263 30 209 30 238
Totaal toegelicht bedrag
x€1000,- 114 371 94 019 109 985 104 352 98 135 100 936 100 947
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven
x€1000,- 250 635 241 145 250 657 235 945 228 349 227 600 229 724
Sub-totaal
x€1000,- 250 635 241 145 250 657 235 945 228 349 227 600 229 722
Totaal materiële uitgaven
x€1000,- 365 006 335 164 360 642 340 297 326 484 328 536 330 671
2008
Kengetallen en volumegegevens beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
– gemiddeld salaris
Totaal ambtelijk burgerpersoneel
beroeps onbepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n |
1 171 |
1 141 |
936 |
851 |
742 |
623 |
640 |
x € 1,- |
38 324 |
38 814 |
39 311 |
39 311 |
39 311 |
39 311 |
39 311 |
x € 1000,- |
44 877 |
44 287 |
36 795 |
33 454 |
29 169 |
24 491 |
25 159 |
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: |
aantal vte’n |
8 950 |
8 972 |
8 293 |
8 123 |
8 147 |
7 922 |
7 754 |
aantal vte’n 6 041 5 730 5 351 5 021 4 852 4 591 4 605
x € 1,- 46 783 47 344 47 344 47 344 47 094 46 844 46 594
x€1000,- 282616 271283 253 340 237716 228 502 215063 214567
beroeps bepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
2 909 31 963 92 980
3 242
32 346
104 867
2 942 32 346 95 163
3 102
32 347
100 339
3 295
32 097
105 758
3 331
31 846
106 080
3 149 31 596 99 497
Totaal militair personeel
x€1000,- 375 596 376 150 348 503 338 055 334 260 321 143 314 064
2008
Overige personele uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– inhuur tijdelijk personeel |
aantal mensjaren |
470,0 |
296,0 |
345,0 |
268,0 |
148,0 |
150,0 |
84,0 |
– gemiddelde uitgaven per mensjaar |
x € 1,- |
57 655 |
64 912 |
66 012 |
67 090 |
67 932 |
69 033 |
69 679 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
27 098 |
19 214 |
22 774 |
17 980 |
10 054 |
10 355 |
5 853 |
– overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
personele uitgaven |
(bp en mp) |
10 121 |
10 113 |
9 229 |
8 974 |
8 889 |
8 545 |
8 394 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
4 145 |
5 936 |
7 178 |
6 241 |
4 947 |
4 963 |
5 913 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
41 949 |
60 030 |
66 242 |
56 008 |
43 978 |
42 406 |
49 630 |
– kleding en uitrusting t.b.v. militair |
aantal vte’n |
8 950 |
8 972 |
8 293 |
8 123 |
8 147 |
7 922 |
7 754 |
personeel |
(mp) |
|||||||
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
885 |
760 |
664 |
666 |
608 |
689 |
652 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
7 922 |
6 821 |
5 506 |
5 406 |
4 956 |
5 456 |
5 056 |
– kleding en uitrusting t.b.v. vliegers |
aantal vte’n (mp) |
570 |
494 |
494 |
494 |
494 |
494 |
494 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
1 539 |
5 789 |
4 858 |
4 049 |
4 049 |
4 049 |
4 049 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
877 |
2 860 |
2 400 |
2000 |
2000 |
2000 |
2000 |
– voeding t.b.v. militair personeel |
aantal vte’n (mp) |
8 950 |
8 972 |
8 293 |
8 123 |
8 147 |
7 922 |
7 754 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
895 |
826 |
889 |
908 |
905 |
931 |
951 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
8 009 |
7 409 |
7 376 |
7 376 |
7 376 |
7 376 |
7 376 |
vliegopleidingen (initieel)
gemiddeld per vlieger in opleiding*) totale uitgaven
aantal vliegers in opleiding 101 22 20 18 20 20 20
x€1,- 140040 880545 1 419650 1 566722 1 430550 1 569100 1 301 150 x€1000,- 14 144 19 372 28 393 28 201 28 611 31382 26 023
Totaal toegelicht bedrag x€1000,- |
99 999 115 706 132 691 116 971 96 975 |
98 975 95 938 |
|
Andere volumegegevens: Overige personele uitgaven x€ 1000,- |
10 603 1 755 1 194 1 194 1 194 |
1 194 1 202 |
|
Totaal overige personele uitgaven x€ 1000,- |
110 602 117 461 133 885 118 165 98 169 |
100 169 97 140 |
|
|
ntiële vliegopleidingen |
||
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 2003 2004 2005 2006 |
2007 2008 |
overige persoonsgebonden materiële uitgaven gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n |
|||||||
(bp en mp) |
10 121 |
10 113 |
9 229 |
8 974 |
8 889 |
8 545 |
8 394 |
x € 1,- |
7 437 |
8 262 |
7 905 |
7 962 |
7 793 |
7 262 |
6 994 |
x € 1000,- |
75 269 |
83 556 |
72 956 |
71 450 |
69 274 |
62 051 |
58 711 |
vliegtuigbrandstoffen gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal m 97 029 114 000 114 000 114 000 114 000 114 000 114 000
x€1,- 163 266 278 278 278 278 278
x€ 1000,- 15 839 30 335 31 737 31 737 31 737 31 737 31 737
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
91 108 |
113 891 |
104 693 |
103 187 |
101 011 |
93 788 |
90 448 |
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
177 294 |
89 911 |
173 371 |
192 934 |
210 673 |
173 034 |
171 638 |
Totaal materiële uitgaven |
x 1000,- |
268 402 |
203 802 |
278 064 |
296 121 |
311 684 |
266 822 |
262 086 |
Kengetallen en volumegegevens beleidsartikel 04 «Koninklijke marechaussee»
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal – gemiddeld salaris – totale uitgaven
aantal vte’n |
306 |
368 |
395 |
429 |
457 |
464 |
464 |
x € 1,- |
40 856 |
44 715 |
42 284 |
42 235 |
42 199 |
42 192 |
42 192 |
x € 1000,- |
12 502 |
16 455 |
16 702 |
18 119 |
19 285 |
19 577 |
19 577 |
Militair personeel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
waarvan:
– beroeps onbepaalde tijd
– gemiddeld salaris
– totale uitgaven
aantal vte’n
4 584
4 869
4 969
4 926
4 928
4 821
aantal vte’n 2 895 2 832 2 810 2 678 2 543 2 369
x€1,- 42150 43472 43305 43309 43417 43321
x€1000,- 122 025 123 112 121688 115 982 110 407 102 627
4 932
2 174 43 330 94 199
beroeps bepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n |
1 689 |
2 037 |
2 159 |
2 248 |
2 385 |
x € 1,- |
28 075 |
28 321 |
28 085 |
28 196 |
28 031 |
x € 1000,- |
47 418 |
57 690 |
60 636 |
63 385 |
66 854 |
2 452 2 758
28 211 27 719
69 174 76 448
Totaal militair personeel
x€1000,- 169 443 180 802 182 324 179 367 177 261 171801 170 647
Overige personele uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
– inhuur tijdelijk personeel |
aantal mensjaren |
323 |
310 |
249 |
208 |
181 |
149 |
123 |
– gemiddelde uitgaven per mensjaar |
x € 1,- |
29 424 |
28 420 |
21 913 |
24 293 |
25 149 |
23 724 |
24 698 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
9 504 |
8 809 |
5 467 |
5 043 |
4 543 |
3 543 |
3 043 |
– overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
personele uitgaven |
(bp en mp) |
4 890 |
5 237 |
5 364 |
5 355 |
5 385 |
5 285 |
5 396 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
5 300 |
4 339 |
4 707 |
4 725 |
4 711 |
4 770 |
4 511 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
25 918 |
22 721 |
25 249 |
25 303 |
25 371 |
25 208 |
24 341 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
35 422 |
31 530 |
30 716 |
30 346 |
29 914 |
28 751 |
27 384 |
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– uitbesteding O-, I- en |
aantal |
|||||||
A-deskundigheid |
mensjaren |
19 |
||||||
– gemiddeld per mensjaar |
x € 1,- |
109 632 |
||||||
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
2 083 |
||||||
– overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
materiële uitgaven |
(bp en mp) |
4 890 |
5 237 |
5 364 |
5 355 |
5 385 |
5 285 |
5 396 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
6 557 |
3 042 |
3 268 |
3 259 |
3 169 |
3 397 |
3 817 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
32 065 |
15 931 |
17 531 |
17 453 |
17 066 |
17 953 |
20 595 |
– brandstoffen, oliën en smeermidde- |
||||||||
len |
aantal m |
2 320 |
2 398 |
3 218 |
3 218 |
3 218 |
3 218 |
3 218 |
– gemiddeld per m |
x € 1,- |
932 |
925 |
724 |
723 |
723 |
723 |
800 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
2 163 |
2 219 |
2 330 |
2 325 |
2 325 |
2 325 |
2 575 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
36 311 |
18 150 |
19 861 |
19 778 |
19 391 |
20 278 |
23 170 |
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
13 992 |
29 447 |
39 893 |
43 942 |
27 924 |
34 074 |
36 762 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
50 303 |
47 597 |
59 754 |
63 720 |
47 315 |
54 352 |
59 932 |
2008
2008
2008
Kengetallen en volumegegevens Beleidsartikel 10 «Civiele taken»
Ambtelijk burgerpersoneel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– actief personeel – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
59 75 356 4 446 |
59 47 915 2 827 |
57 48 263 2 751 |
57 48 807 2 782 |
57 47 386 2 701 |
57 47 386 2 701 |
57 47 386 2 701 |
Totaal ambtelijk burgerpersoneel |
x € 1000,- |
4 446 |
2 827 |
2 751 |
2 782 |
2 701 |
2 701 |
2 701 |
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: – beroeps onbepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
157 139 56 554 7 861 |
109 97 53 010 5 142 |
127 113 49 646 5 610 |
127 113 50 142 5 666 |
127 113 50 097 5 661 |
127 113 50 097 5 661 |
127 113 50 097 5 661 |
– beroeps bepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
18 29 556 532 |
12 33 333 400 |
14 33 714 472 |
14 33 714 472 |
14 33 714 472 |
14 33 714 472 |
14 33 714 472 |
Totaal militair personeel |
x € 1000,- |
8 393 |
5 542 |
6 082 |
6 138 |
6 133 |
6 133 |
6 133 |
Kengetallen en volumegegevens Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (KM)
Ambtelijk burgerpersoneel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal – gemiddeld salaris Totaal ambtelijk burgerpersoneel |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
2 513 40 700 102 280 |
2 513 40 797 102 524 |
2 506 40 346 101 106 |
2 450 40 523 99 282 |
2 417 40 718 98 415 |
2 391 40 885 97 757 |
2 391 40 909 97 813 |
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: – beroeps onbepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
2 327 1 611 38 873 62 624 |
2 327 1 611 40 737 65 627 |
2 186 1 447 40 755 58 972 |
2 220 1 439 40 874 58 818 |
2 232 1 398 41 152 57 530 |
2 232 1 340 41 341 55 397 |
2 232 1 296 41 465 53 738 |
– beroeps bepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
716 17 830 12 766 |
716 16 788 12 020 |
739 22 911 16 931 |
781 22 978 17 946 |
834 23 135 19 295 |
892 23 241 20 731 |
936 23 311 21 819 |
Totaal militair personeel |
x € 1000,- |
75 390 |
77 647 |
75 903 |
76 764 |
76 825 |
76 128 |
75 557 |
Overige personele uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– inhuur tijdelijk personeel – gemiddelde uitgaven per mensjaar – totale uitgaven |
aantal mensjaren x € 1,- x € 1000,- |
436,3 19 832 8 653 |
296,7 19 832 5 884 |
129,7 19 833 2 573 |
161,2 19 839 3 199 |
250,4 19 828 4 964 |
191,1 19 828 3 789 |
289,5 19 825 5 739 |
– kleding en uitrusting – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
4 840 47 227 |
4 840 51 248 |
4 692 56 263 |
4 670 56 262 |
4 649 55 255 |
4 623 55 255 |
4 623 55 252 |
– voeding – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
4 840 150 726 |
4 840 140 679 |
4 692 146 686 |
4 670 147 686 |
4 649 148 687 |
4 623 149 687 |
4 623 149 687 |
– overige persoonsgebonden personele uitgaven – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
4 840 2 583 12 503 |
4 840 2 903 14 052 |
4 692 2 579 12 100 |
4 670 2 478 11 570 |
4 649 2 482 11 541 |
4 623 2 439 11 276 |
4 623 2 507 11 589 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
21 109 |
20 863 |
15 622 |
15 717 |
17 447 |
16 007 |
18 267 |
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– overige persoonsgebonden materiële uitgaven – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
4 840 7 463 36 122 |
4 840 8 062 39 022 |
4 692 7 549 35 418 |
4 670 7 485 34 954 |
4 649 7 355 34 195 |
4 623 7 199 33 283 |
4 623 7 209 33 327 |
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
62 079 |
58 238 |
61 382 |
57 578 |
54 928 |
58 792 |
56 204 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
98 201 |
97 260 |
96 800 |
92 532 |
89 123 |
92 075 |
89 531 |
Kengetallen en volumegegevens Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (KL)
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
– gemiddeld salaris
Totaal ambtelijk burgerpersoneel
aantal vte’n 3 066 2 882 2 758 2 669 2 556 2 446 2 411
x € 1,- 39 426 42 194 42 236 42 502 42 561 42 593 42 560
x€1000,- 120881 121603 116488 113438 108785 104182 102611
Militair personeel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
waarvan:
– beroeps onbepaalde tijd
– gemiddeld salaris
– totale uitgaven
aantal vte’n
6 654
6 586
6 368
6 334
6 299
6 266
6 257
aantal vte’n 3 474 3 477 3 264 3 235 3 207 3 179 3 170
x€1,- 43 367 43 183 42 604 42 519 42 501 42 464 42 471
x€1000,- 150 658 150 147 139 058 137 548 136 302 134 993 134 634
beroeps bepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n |
3 180 |
3 109 |
3 104 |
3 099 |
3 092 |
3 087 |
3 087 |
x € 1,- |
20 168 |
21 417 |
20 820 |
20 868 |
20 826 |
20 779 |
20 767 |
x € 1000,- |
64 135 |
66 585 |
64 625 |
64 669 |
64 393 |
64 145 |
64 108 |
Totaal militair personeel
x€1000,- 214793 216732 203 683 202 217 200 695 199 138 198742
Overige personele uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
– inhuur tijdelijk personeel |
aantal mensjaren |
135,0 |
114,6 |
89,2 |
84,6 |
83,2 |
83,0 |
83,1 |
– gemiddelde uitgaven per mensjaar |
x € 1,- |
50 015 |
52 010 |
50 616 |
50 614 |
50 628 |
50 617 |
50 620 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
6 752 |
5 960 |
4 517 |
4 281 |
4 213 |
4 203 |
4 208 |
– overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
personele uitgaven ressorts |
(bp en mp) |
9 720 |
9 468 |
9 126 |
9 003 |
8 855 |
8 712 |
8 668 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
2 392 |
2 178 |
2 287 |
2 291 |
2 269 |
2 247 |
2 260 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
23 250 |
20 622 |
20 875 |
20 628 |
20 093 |
19 579 |
19 589 |
– overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
personele uitgaven KL-breed |
(bp en mp) |
30 996 |
31 202 |
30 075 |
29 061 |
29 037 |
29 123 |
28 741 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
752 |
833 |
1 026 |
994 |
1 019 |
1115 |
1 214 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
23 304 |
25 981 |
30 850 |
28 873 |
29 600 |
32 484 |
34 899 |
– kleding en uitrusting t.b.v. militair |
aantal vte’n |
22 146 |
22 644 |
22 063 |
21 475 |
21 867 |
22 403 |
22 314 |
personeel |
(mp) |
|||||||
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
1 607 |
1 617 |
2 590 |
1 775 |
1 882 |
1 830 |
1 837 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
35 588 |
36 617 |
57 142 |
38 111 |
41 149 |
41 004 |
40 989 |
– voeding |
aantal vte’n |
|||||||
(bp en mp) |
30 996 |
31 202 |
30 075 |
29 061 |
29 037 |
29 123 |
28 741 |
|
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
1 157 |
1 117 |
827 |
851 |
885 |
879 |
890 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
35 870 |
34 842 |
24 875 |
24 720 |
25 695 |
25 599 |
25 587 |
Totaal toegelicht bedrag
x€1000,- 124 764 124 022 138 259 116 613 120 750 122 869 125 272
Andere volumegegevens: Overige personele uitgaven
x€1000,- -24 312 -18 937 -16 078 -16 224 -16 355 -16 569 -16 584
Totaal overige personele uitgaven
x€1000,- 100 452 105 085 122 181 100 389 104 395 106 300 108 688
2008
2008
2008
Materiële uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
overige persoonsgebonden materiële uitgaven gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
9 720
655
6 369
9 468
968
9 162
9 126
1 171
10 690
9 003
1 184
10 656
8 855 8 712
1 186 1 188
10 501 10 346
8 668
1 195
10 360
inventarisgoederen en klein materieel aantal vte’n
KL-breed (bp en mp) 30 996 31202 30 075 29 061 29 037 29 123 28 741
gemiddeld per vte x€1,- 538 436 518 537 522 520 527
totale uitgaven x€1000,- 16 667 13 596 15 564 15 596 15 170 15 144 15 158
data- en telecommuniciatie
gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
9 720 9 468
1 707 1 869
16 595 17 700
9 126
1 537
14 028
9 003
2 240
20 163
8 855 8 712
2 351 2 432
20 821 21 186
8 668
2 447
21 207
Totaal toegelicht bedrag
x € 1000,- 39 631 40 458 40 282
46 415
46 492
46 676
46 725
Andere volumegegevens:
– brandstoffen, olie, smeermiddelen en
bedrijfsstoffen – overige materiële uitgaven
x € 1000,-x € 1000,-
20 270 19 628 22 043 22 092 24 188 24 144
127 903 120 422 133 453 163 045 173 899 169 780
24 167 173 751
Sub-totaal
x€1000,- 148 173 140 050 155 496 185 137 198 087 193 924 197 918
Totaal materiële uitgaven
x€1000,- 187 804 180 508 195 778 231552 244 579 240 600 244 643
2008
Kengetallen en volumegegevens Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (Klu)
Ambtelijk burgerpersoneel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal – gemiddeld salaris Totaal ambtelijk burgerpersoneel |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
740 35 376 26 178 |
721 37 469 27 015 |
708 41 477 29 366 |
708 41 487 29 373 |
721 40 700 29 345 |
735 41 562 30 548 |
704 41 972 29 548 |
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: |
aantal vte’n |
2 377 |
2 269 |
2 139 |
2 069 |
2 239 |
2 220 |
2 252 |
– beroeps onbepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
924 39 927 36 893 |
906 41 980 38 034 |
930 42 748 39 756 |
911 41 830 38 107 |
880 43 567 38 339 |
856 42 176 36 103 |
841 42 109 35 414 |
– beroeps bepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
1 453 23 297 33 850 |
1 363 22 928 31 251 |
1 209 23 811 28 788 |
1 158 23 966 27 753 |
1 359 23 745 32 269 |
1 364 24 121 32 901 |
1 411 24 860 35 078 |
Totaal militair personeel |
x € 1000,- |
70 743 |
69 285 |
68 544 |
65 860 |
70 608 |
69 004 |
70 492 |
Overige personele uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– inhuur tijdelijk personeel – gemiddelde uitgaven per mensjaar – totale uitgaven |
aantal mensjaren x € 1,- x € 1000,- |
191,7 65 215 12 501 |
144,0 65 215 9 391 |
76,0 66 184 5 030 |
75,0 67 200 5 040 |
74,0 68 243 5 050 |
73,0 69 178 5 050 |
72,0 70 417 5 070 |
– overige persoonsgebonden personele uitgaven – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
3 117 4 254 13 259 |
2 990 4 701 14 055 |
2 847 7 425 21 140 |
2 777 7 973 22 140 |
2 960 6 466 19 140 |
2 955 10 030 29 640 |
2 956 9 689 28 640 |
– kleding en uitrusting t.b.v. militair personeel – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (mp) x € 1,- x € 1000,- |
2 377 646 1 536 |
2 269 742 1 683 |
2 139 468 1 000 |
2 069 483 1 000 |
2 239 447 1 000 |
2 220 450 1 000 |
2 252 444 1 000 |
– voeding t.b.v. militair personeel – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (mp) x € 1,- x € 1000,- |
2 377 819 1 946 |
2 269 693 1 572 |
2 139 754 1 613 |
2 069 780 1 613 |
2 239 720 1 613 |
2 220 727 1 613 |
2 252 716 1 613 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
29 242 |
26 701 |
28 783 |
29 793 |
26 803 |
37 303 |
36 323 |
Andere volumegegevens: Overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
531 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
29 773 |
27 401 |
29 483 |
30 493 |
27 503 |
38 003 |
37 023 |
Materiële uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
||||
materiële uitgaven |
(bp en mp) |
3 117 |
2 990 |
2 847 |
2 777 |
gemiddeld per vte |
x € 1,- |
5 433 |
5 881 |
5 520 |
5 480 |
totale uitgaven |
x € 1000,- |
16 936 |
17 583 |
15 716 |
15 217 |
2 960 2 955
5 006 4 880
14 818 14 419
2 956
4 810
14 219
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
16 936 |
17 584 |
15 718 |
15 220 |
14 822 |
14 424 |
14 225 |
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
82 545 |
95 583 |
95 863 |
96 922 |
99 796 |
98 054 |
100 633 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
99 481 |
113 167 |
111 581 |
112 142 |
114 618 |
112 478 |
114 858 |
2008
Kengetallen en volumegegevens Niet-beleidsartikel 60 Ondersteuning krijgsmacht (KMar)
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal – gemiddeld salaris – totale uitgaven
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
55
38 509
2 118
74
39 297
2 908
101
39 297
3 969
101
39 297
3 969
101
39 297
3 969
101
39 297
3 969
101
39 297
3 969
Militair personeel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
waarvan:
– beroeps onbepaalde tijd
– gemiddeld salaris
– totale uitgaven
aantal vte’n
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
1 131
378 40 513 15 314
1 026
356 42 562 15 152
1 032
358 42 561 15 237
1 100
358 42 561 15 237
1 081
358 42 561 15 237
1 178
358 42 561 15 237
1 055
358 42 561 15 237
beroeps bepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
753 19 839 14 939
670 20 313 13 610
674 20 335 13 706
742 20 311 15 071
723 820
20 318 20 290
14 690 16 638
697 20 327 14 168
Totaal militair personeel
x€1000,- 30 253 28 762
28 943
30 308
29 927
31 875
29 405
Overige personele uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
inhuur tijdelijk personeel
gemiddelde uitgaven per mensjaar totale uitgaven
aantal
mensjaren
x € 1,-
x € 1000,-
0,1
29 424 1 487
0,1
28 420 1 740
0,0
21 913 900
0,0
24 293 450
0,0
25 149 450
0,0
23 724 450
0,0
24 698 450
overige persoonsgebonden personele uitgaven gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
1 186
933
1 106
1 100 1 714 1 885
1 133 1 715 1 943
1 201
1 703
2 045
1 182
1 706
2 016
1 279
1 690
2 161
1 156 1 710 1 977
Totaal overige personele uitgaven
x € 1000,-
2 593
3 625
2 843
2 495
2 466
2 611
2 427
Materiële uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
overige persoonsgebonden materiële uitgaven gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
1 186 1 100 1 133 1 201 1 182 1 279 1 156
1 074 1 395 1 397 1 385 1 388 1 372 1 393
1 274 1 535 1 583 1 663 1 641 1 755 1 610
brandstoffen, oliën en smeermiddelen aantal m 154 178 235 242 242 242 219 gemiddeld per m x€1,- 932 925 724 723 723 723 800 totale uitgaven x€1000,- 144 165 170 175 175 175 175
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
1 418 |
1 700 |
1 753 |
1 838 |
1 816 |
1 930 |
1 785 |
Andere volumegegevens: – overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
1 675 |
2 638 |
2 709 |
2 822 |
2 867 |
2 932 |
2 837 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
3 093 |
4 338 |
4 462 |
4 660 |
4 683 |
4 862 |
4 622 |
2008
2008
2008
2008
Kengetallen en volumegegevens niet-beleidsartikel 60 «Ondersteuning krijgsmacht» (Dico)
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal aantal vte’n 1 253 1 261 1 325 1 306 1 279
-
-gemiddeld salaris x€1,- 40 489 41232 43 133 43 894 43 903
Totaal ambtelijk burgerpersoneel x€1000,- 50 745 51994 57 172 57 325 56 134
1 263 1 263
44 053 43 978
55 625 55 530
Militair personeel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal
waarvan:
– beroeps onbepaalde tijd
– gemiddeld salaris
– totale uitgaven
aantal vte’n
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
1 074
782 52 735 41 239
1 152
828 54 300 44 960
1 225
933 54 928 51 242
1 193
902 55 264 49 859
1 181
1 169
892 881
55 360 55 533
49 376 48 925
1 169
881 55 532 48 924
beroeps bepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
292
33 716
9 845
324
30 571
9 905
292
30 168
8 809
291
30 206
8 781
289
30 384
8 781
288
30 468
8 781
288
30 468
8 781
Totaal militair personeel
x € 1000,- 51 084 54 865
60 051
58 640
58 157
57 706
57 705
Overige personele uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
inhuur tijdelijk personeel
gemiddelde uitgaven per mensjaar totale uitgaven
aantal
mensjaren
x € 1,-
x € 1000,-
183
68 563 12 547
177
63 844 11 324
166
59 183 9 809
154
57 725 8 911
154
57 433 8 866
154
57 142 8 821
154
57 142 8 821
overige persoonsgebonden personele uitgaven ressorts gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
2 327 4 049 9 423
2 413 4 065 9 809
2 550
4 573
11 663
2 499
4 401
10 998
2 459 2 432
4 454 4 513
10 954 10 974
2 432
4 513
10 974
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
21 970 |
21 133 |
21 472 |
19 909 |
19 820 |
19 795 |
19 795 |
Andere volumegegevens: – overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
143 |
||||||
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
22 113 |
21 133 |
21 472 |
19 909 |
19 820 |
19 795 |
19 795 |
2008
2008
2008
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– onderhoud voertuigen |
aantal kentekens |
612 |
616 |
589 |
583 |
553 |
553 |
553 |
– gemiddeld per kenteken |
x € 1,- |
3 922 |
4 133 |
4 307 |
4 499 |
4 908 |
5 078 |
5 253 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
2 400 |
2 546 |
2 537 |
2 623 |
2 714 |
2 808 |
2 905 |
– onderhoud spoorwagons |
aantal wagons |
403 |
402 |
402 |
402 |
402 |
402 |
402 |
– gemiddeld per wagon |
x € 1,- |
2 035 |
2 040 |
1 480 |
1 545 |
1 622 |
1 704 |
1 704 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
820 |
820 |
595 |
621 |
652 |
685 |
685 |
– brandstoffen, oliën en smeermidde- |
aantal x m3 / |
2 973 |
17 180 |
18 000 |
18 100 |
18 100 |
18 100 |
18 100 |
len (diesel) |
1000 km |
|||||||
– gemiddeld per m3 / 1000 km |
x € 1,- |
778 |
131 |
125 |
125 |
125 |
125 |
125 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
2 313 |
2 255 |
2 255 |
2 255 |
2 255 |
2 255 |
2 255 |
– overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
materiële uitgaven |
(bp en mp) |
2 327 |
2 413 |
2 550 |
2 499 |
2 459 |
2 432 |
2 432 |
– gemiddeld per vte |
x € 1,- |
4 391 |
4 989 |
5 038 |
5 026 |
5 007 |
4 971 |
4 971 |
– totale uitgaven |
x € 1000,- |
10 220 |
12 039 |
12 848 |
12 560 |
12 314 |
12 088 |
12 088 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
15 753 |
17 660 |
18 235 |
18 059 |
17 935 |
17 836 |
17 933 |
Andere volumegegevens: |
||||||||
– inhuur vervoerscapaciteit |
x € 1000,- |
36 127 |
11 523 |
10 372 |
10 339 |
10 468 |
10 485 |
10 478 |
– budget werving |
x € 1000,- |
3 297 |
3 608 |
3 616 |
3 610 |
3 617 |
3 626 |
3 622 |
– budget selectie |
x € 1000,- |
1 297 |
1 550 |
1 550 |
1 550 |
1 550 |
1 550 |
1 550 |
– overige onderwijsgerelateerde |
x € 1000,- |
2 057 |
2 028 |
1 948 |
1 948 |
1 948 |
1 948 |
1 948 |
uitgaven |
||||||||
– uitgaven geneeskundige zorg |
x € 1000,- |
3 030 |
4 321 |
4 321 |
4 321 |
4 321 |
4 321 |
4 321 |
– onderhoud gebouwen |
x € 1000,- |
|||||||
– automatisering |
x € 1000,- |
11 030 |
14 725 |
15 584 |
15 663 |
15 867 |
15 878 |
15 878 |
– uitgaven Euroconversie |
x € 1000,- |
39 |
||||||
– overige materiële uitgaven |
x € 1000,- |
25 888 |
20 306 |
17 207 |
14 940 |
13 458 |
12 120 |
11 881 |
Sub-totaal |
x € 1000,- |
82 765 |
58 061 |
54 598 |
52 371 |
51 229 |
49 928 |
49 678 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
98 518 |
75 721 |
72 833 |
70 430 |
69 164 |
67 764 |
67 611 |
Kengetallen en volumegegevens niet-beleidsartikel 90 «Algemeen» (onderdeel Kerndepartement)
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal – gemiddeld salaris – totale uitgaven
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
618 55 042 34 016
619 54 598 33 796
588 55 007 32 344
571 54 315 31 014
559 537
53 639 52 821
29 984 28 365
535 53 249 28 488
– TRIP – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
41 33 195 1 361 |
50 34 580 1 729 |
50 34 780 1 739 |
20 35 000 700 |
20 35 200 704 |
20 35 400 708 |
20 35 600 712 |
Totaal ambtelijk burgerpersoneel |
x € 1000,- |
35 377 |
35 525 |
34 083 |
31 714 |
30 688 |
29 073 |
29 200 |
Militair personeel |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal personeelsaantal waarvan: – beroeps onbepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
228 209 64 517 13 484 |
241 220 55 709 12 256 |
225 205 62 141 12 739 |
221 202 62 490 12 623 |
216 197 62 832 12 378 |
209 190 63 384 12 043 |
208 190 63 768 12 116 |
– beroeps bepaalde tijd – gemiddeld salaris – totale uitgaven |
aantal vte’n x € 1,- x € 1000,- |
19 34 211 650 |
21 31 000 651 |
20 30 950 619 |
19 31 105 591 |
19 31 316 595 |
19 31 474 598 |
18 31 667 570 |
Totaal militair personeel |
x € 1000,- |
14 134 |
12 907 |
13 358 |
13 214 |
12 973 |
12 641 |
12 686 |
Overige personele uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– inhuur tijdelijk personeel – gemiddelde uitgaven per mensjaar – totale uitgaven |
aantal mensjaren x € 1,- x € 1000,- |
45,0 211 378 9 512 |
40,0 156 750 6 270 |
46,0 136 978 6 301 |
40,0 121 875 4 875 |
30,0 117 933 3 538 |
33,0 107 909 3 561 |
30,0 119 533 3 586 |
– overige persoonsgebonden personele uitgaven – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
846 5 162 4 367 |
860 4 526 3 892 |
813 4 763 3 872 |
792 4 821 3 818 |
775 4 867 3 772 |
746 5 034 3 755 |
743 5 075 3 771 |
Andere volumegegevens: Georganiseerd overleg Raden en commissies Employee benefits TRIP Overige personele zaken |
x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,- |
2 613 1 014 5 319 2 029 |
2 200 879 300 1 911 |
1 868 839 382 1 726 |
1 868 772 382 1 771 |
1 868 733 794 382 1 684 |
1 868 733 112 382 1 723 |
1 868 733 112 382 1 707 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
19 859 |
15 452 |
14 988 |
13 486 |
12 771 |
12 134 |
12 159 |
2008
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
– overige persoonsgebonden materiële uitgaven – gemiddeld per vte – totale uitgaven |
aantal vte’n (bp en mp) x € 1,- x € 1000,- |
846 19 714 16 678 |
860 24 514 21 082 |
813 23 314 18 954 |
792 23 515 18 624 |
775 21 107 16 358 |
746 26 647 19 879 |
743 28 254 20 993 |
Totaal toegelicht bedrag |
x € 1000,- |
16 678 |
21 082 |
18 954 |
18 624 |
16 358 |
19 879 |
20 993 |
Andere volumegegevens: – kleine bedrijfsmatige investeringen – informatiesystemen – voertuigen – TRIP – kennis en kunde – overige materiële uitgaven |
x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,-x € 1000,- |
705 11 101 768 22 918 3 004 |
322 12 068 680 136 1 000 2 735 |
708 12 070 615 136 716 2 089 |
720 13 326 590 136 559 2 089 |
699 15 210 590 136 558 2 088 |
699 15 716 590 136 558 2 088 |
699 15 724 605 136 558 1 938 |
Sub-totaal |
x € 1000,- |
16 518 |
16 941 |
16 334 |
17 420 |
19 281 |
19 787 |
19 660 |
Totaal materiële uitgaven |
x € 1000,- |
33 196 |
38 023 |
35 288 |
36 044 |
35 639 |
39 666 |
40 653 |
Kengetallen en volumegegevens niet-beleidsartikel 90 «Algemeen» (onderdeel MIVD)
Ambtelijk burgerpersoneel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal aantal vte’n 395 398 398 398 398 398 398
-
-gemiddeld salaris x€1,- 45073 48651 48568 48847 49128 49548 49832
Totaal ambtelijk burgerpersoneel x€1000,- 17 804 19 363 19 330 19 441 19 553 19 720 19 833
Militair personeel
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal personeelsaantal waarvan:
aantal vte’n
278
300
300
300
300
300
300
beroeps onbepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n
x € 1,-
x € 1000,-
272 51 070 13 891
294 52 738 15 505
294 52 633 15 474
294 52 952 15 568
294 294
53 269 53 592
15 661 15 756
294 53 915 15 851
beroeps bepaalde tijd gemiddeld salaris totale uitgaven
aantal vte’n 6 6 6 6 6 6 6
x € 1,- 31 000 43 333 43 333 43 500 43 833 44 000 44 333
x€1000,- 186 260 260 261 263 264 266
Totaal militair personeel
x€1000,- 14 077 15 765
15 734
15 829
15 924
16 020
16 117
Overige personele uitgaven
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
inhuur tijdelijk personeel
gemiddelde uitgaven per mensjaar totale uitgaven
aantal
mensjaren
x € 1,-
x € 1000,-
26,0
97 192 2 527
17,0
101 412 1 724
11,0
107 545 1 183
4,0
122 500 490
5,0
119 200 596
5,0
119 200 596
5,0
119 200 596
overige persoonsgebonden personele uitgaven gemiddeld per vte totale uitgaven
aantal vte’n
(bp en mp)
x € 1,-
x € 1000,-
673 3 470 2 335
698 3 073 2 145
698 3 819 2 666
698 3 818 2 665
698 3 818 2 665
698 698
3 818 3 818
2 665 2 665
Andere volumegegevens: Overige uitgaven |
x € 1000,- |
140 |
150 |
190 |
190 |
190 |
190 |
190 |
Totaal overige personele uitgaven |
x € 1000,- |
5 002 |
4 019 |
4 039 |
3 345 |
3 451 |
3 451 |
3 451 |
Materiële uitgaven |
Eenheid |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
overige persoonsgebonden |
aantal vte’n |
|||||||
materiële uitgaven |
(bp en mp) |
673 |
698 |
698 |
698 |
698 |
698 |
698 |
gemiddeld per vte |
x € 1,- |
6 223 |
2 451 |
2 669 |
2 669 |
2 669 |
2 669 |
2 669 |
totale uitgaven |
x € 1000,- |
4 188 |
1 711 |
1 863 |
1 863 |
1 863 |
1 863 |
1 863 |
Totaal toegelicht bedrag
x € 1000,-
4 188
1 711
1 863
1 863
1 863
1 863
1 863
Andere volumegegevens:
-
-kleine bedrijfsmatige investeringen x€ 1000,-
-
-overige materiële uitgaven x€ 1000,-
11 366
11 298 |
13 487 |
14 117 |
13 994 |
13 602 |
14 478 |
555 |
961 |
758 |
550 |
685 |
512 |
Sub-totaal
x € 1000,- 11 366 11 853
14 448
14 875
14 544
14 287
14 990
Totaal materiële uitgaven
x € 1000,- 15 554 13 564
16 311
16 738
16 407
16 150
16 853
2008
2008
2008
Kengetallen en volumegegevens niet-beleidsartikel 90 «Algemeen» (onderdeel Pensioenen, Uitkeringen en Wachtgelden
Militaire en Nabestaandenpensioenen
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
aantallen in uitkeringsjaren bedrag per uitkeringsjaar toegelicht begrotingsbedrag
aantal |
4 096 |
4 792 |
4 733 |
4 673 |
4 633 |
4 600 |
4 568 |
x € 1,- |
8 358 |
6 860 |
6 706 |
6 701 |
6 696 |
6 691 |
6 687 |
x € 1000,- |
34 233 |
32 874 |
31 739 |
31 315 |
31 024 |
30 780 |
30 546 |
Militaire diensttijdpensioenen
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
aantallen in uitkeringsjaren bedrag per uitkeringsjaar toegelicht begrotingsbedrag
aantal 24 994 26 813 26 656 26 627 26 689 26 798 26 959
x€1,- 13427 12369 12247 12206 12128 12056 11776
x€1000,- 335 598 331651 326 460 325 000 323 672 323 070 317 467
Kapitaaldekking nominale bijdrage
x € 1000,- 64 529 23 398
46 682
48 725
50 946
53 407
56 126
Totaal militaire diensttijdpensioenen
x€1000,- 400 127 355 049 373 142 373 725 374 618 376 477 373 593
Militaire Invaliditeitspensioenen
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Invaliditeitspensioenen ex-dienstplichtigen < 65 jaar – aantallen in uitkeringsjaren – bedrag per uitkeringsjaar – toegelicht begrotingsbedrag
aantal
x € 1,-
x € 1000,-
6 723
5 155
34 658
6 425
6 093
39 146
6 256
5 810
36 350
6 059
5 809
35 195
5 839
5 814
33 947
5 604
5 819
32 611
5 363
5 846
31 350
Invaliditeitspensioenen beroeps < 65 |
||||||||
jaar |
||||||||
– aantallen in uitkeringsjaren |
aantal |
909 |
953 |
971 |
987 |
1 004 |
1 024 |
1 043 |
– bedrag per uitkeringsjaar |
x € 1,- |
5 894 |
5 739 |
5 720 |
5 695 |
5 678 |
5 669 |
5 662 |
– toegelicht begrotingsbedrag |
x € 1000,- |
5 358 |
5 469 |
5 554 |
5 621 |
5 701 |
5 805 |
5 905 |
Invaliditeitspensioenen |
||||||||
ex-dienstplichtigen >= 65 jaar |
||||||||
– aantallen in uitkeringsjaren |
aantal |
5 195 |
4 026 |
4 117 |
4 232 |
4 366 |
4 510 |
4 652 |
– bedrag per uitkeringsjaar |
x € 1,- |
2 966 |
5 031 |
5 027 |
5 024 |
5 019 |
5 014 |
5 011 |
– toegelicht begrotingsbedrag |
x € 1000,- |
15 406 |
20 253 |
20 697 |
21 260 |
21 914 |
22 614 |
23 310 |
Invaliditeitspensioenen beroeps >= 65 |
||||||||
jaar |
||||||||
– aantallen in uitkeringsjaren |
aantal |
2 056 |
1 340 |
1 301 |
1 268 |
1 235 |
1 201 |
1 170 |
– bedrag per uitkeringsjaar |
x € 1,- |
6 899 |
6 849 |
6 856 |
6 860 |
6 865 |
6 869 |
6 874 |
– toegelicht begrotingsbedrag |
x € 1000,- |
14 185 |
9 178 |
8 920 |
8 699 |
8 478 |
8 250 |
8 042 |
Arbeidsongeschiktheidspensioenen < |
||||||||
15% |
||||||||
– aantallen in uitkeringsjaren |
aantal |
2 500 |
2 718 |
2 868 |
3 010 |
3 154 |
3 255 |
3 352 |
– bedrag per uitkeringsjaar |
x € 1,- |
798 |
767 |
766 |
765 |
765 |
766 |
766 |
– toegelicht begrotingsbedrag |
x € 1000,- |
1 994 |
2 084 |
2 197 |
2 303 |
2 414 |
2 493 |
2 568 |
Bovenwettelijke Arbeidsongeschiktheid |
||||||||
– aantallen in uitkeringsjaren |
aantal |
2 042 |
2 442 |
2 349 |
2 409 |
2 421 |
2 428 |
2 427 |
– bedrag per uitkeringsjaar |
x € 1,- |
2 488 |
2 100 |
2 084 |
2 078 |
2 081 |
2 081 |
2 078 |
– toegelicht begrotingsbedrag |
x € 1000,- |
5 080 |
5 129 |
4 896 |
5 005 |
5 039 |
5 053 |
5 044 |
Suppletieregeling |
||||||||
– aantallen in uitkeringsjaren |
aantal |
513 |
323 |
299 |
308 |
326 |
309 |
290 |
– bedrag per uitkeringsjaar |
x € 1,- |
7 096 |
9 591 |
9 595 |
9 581 |
9 577 |
9 592 |
9 590 |
– toegelicht begrotingsbedrag |
x € 1000,- |
3 640 |
3 098 |
2 869 |
2 951 |
3 122 |
2 964 |
2 781 |
Totaal militaire invaliditeitspensioenen |
80 321 |
84 357 |
81 483 |
81 034 |
80 615 |
79 790 |
79 000 |
2008
2008
2008
Uitkeringswet gewezen militairen
Eenheid 2002 2003 2004 2005 2006 2007
aantallen in uitkeringsjaren bedrag per uitkeringsjaar toegelicht begrotingsbedrag
aantal |
10 440 |
11 103 |
11 183 |
11 257 |
11 244 |
11 154 |
10 999 |
x € 1,- |
38 490 |
38 043 |
39 505 |
38 800 |
37 736 |
37 076 |
36 893 |
x € 1000,- |
401 840 |
422 390 |
441 781 |
436 769 |
424 301 |
413 541 |
405 791 |
x € 1000,- |
5 851 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
6 007 |
x € 1000,- |
6 185 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
6 643 |
x € 1000,- |
10 393 |
8 719 |
6 173 |
6 273 |
6 360 |
6 385 |
6 504 |
x € 1000,- |
449 |
733 |
725 |
719 |
729 |
725 |
725 |
Overige artikelonderdelen Sociale Zorg Overige uitkeringen Reserve-overdracht Veteranenbeleid
Sub-totaal
22 878
22 102
19 548
19 642
19 739
19 760
19 879
2008
BIJLAGE6 TOEREKENING UITGAVEN
Technische toelichting toerekening uitgaven
Inleiding
In deze begroting is de 3e W voor de defensiebegroting nader ingevuld. Omdat bij Defensie «Algemene beleidsdoelstellingen» en de «Nader geoperationaliseerde doelstellingen» niet samenvallen met de organisatieonderdelen, zijn hiervoor toerekeningen nodig. In de beleids-artikelen 1, 2, 3, 4 zijn daarom naast de budgettaire gevolgen van beleid (uitgaven door organisaties) extra-comptabele overzichten opgenomen die de uitgaven uit het betreffende beleidsartikel en het niet-beleidsartikel ondersteuning krijgsmacht samenvoegen. In het beleidsverslag over 2004 zal de realisatie nader worden verantwoord. De gehanteerde grondslagen die bij de toerekening zijn gehanteerd, worden hieronder kort toegelicht. Ten aanzien van de algemene beleidsdoelstellingen blijft hierbij de kanttekening bestaan dat de uitgaven ten behoeve van «bevordering internationale rechtsorde» en «ondersteuning civiele autoriteiten» additionele uitgaven zijn. Dit is niet hetzelfde als de integrale uitgaven van bijvoorbeeld bepaalde vredesoperaties in een bepaald jaar. De uitgaven om eenheden gereed te hebben voor alle inzet valt immers automatisch bij de uitgaven voor de algemene beleidsdoelstelling «bescherming grondgebied».
Toe te rekenen uitgaven
De toe te rekenen uitgaven omvatten drie categorieën. Allereerst bevat het de uitgaven van de operationele eenheden zelf. Daar waar die uitgaven een algemener karakter hebben, zijn deze naar rato van financieel volume of personele aantallen verdeeld over de nader geoperationaliseerde doelstellingen. De tweede categorie betreft de uitgaven aan ondersteuning uit het artikel ondersteuning krijgsmacht. Daarbij is zoveel mogelijk getracht om de producten aan de afnemers te relateren en de uitgaven aan de producten. Dit is meestal een combinatie van directe uitgaven en uren vermenigvuldigt met een tarief. Bij opleidingen zijn de uitgaven gedeeld door soorten opleidingen en dagen. De derde categorie betreft de uitgaven die Dico-eenheden ten behoeve van de diverse nader geoperationaliseerde doelstellingen hebben geraamd. Dit betreft met name een financiële vertaling van producten bij DVVO en een verdeling van uitgaven, naar rato van het personeel bij de krijgsmachtdelen.
Nog niet toe te rekenen uitgaven
In de huidige opzet is een eerste concrete stap gezet van toerekening. Er is niet voor gekozen om nu ook al indirecte toerekeningen te maken (uitgaven van ondersteunende eenheden voor andere ondersteunende eenheden). Ook is het soms nog niet goed mogelijk om bepaalde uitgaven aan de producten te relateren. Het is expliciet wel de bedoeling dat deze uitgaven in de toekomst volledig worden toegerekend.
Niet toe te rekenen uitgaven
Tot slot blijft er een viertal soorten uitgaven over die niet worden toegerekend aan de doelstellingen. In algemene zin betreffen het uitgaven die wel in een bepaald jaar worden gedaan maar niet aan de doelstelling voor dat jaar worden toegerekend. Dit betreffen ten eerste de investeringen; uitgaven voor keuringen, werving en initiële opleidingen; wachtgelden en inactiviteitswedden en tot slot de apparaatsuitgaven. Investeringen in nieuwe wapensystemen kunnen bijvoorbeeld niet aan de bestaande wapensystemen worden toegerekend. De wisseling van betalingen zal
voorts te grote schommelingen veroorzaken. De uitgaven voor keuringen/ werving/initiële opleidingen worden toegerekend tot het niveau van krijgsmachtdeel. Een nadere verdeling is niet goed te maken omdat bijvoorbeeld een initieel opgeleide militair over meerdere jaren wordt ingezet. De wachtgelden/inactiviteitswedden zijn ook niet toegerekend omdat het feitelijk uitgaven zijn van de realisatie van de doelstellingen uit het verleden. Tot slot zijn de uitgaven aan het apparaat van een krijgsmachtdeel (met uitzondering van directe uitgaven voor geoperationaliseerde doelstellingen) niet toegerekend maar separaat zichtbaar gehouden.
Overzicht extra comptabele toerekening uitgaven aan doelstellingen (2004)
Algemene beleidsdoelstelling
Nader geoperationaliseerde doelstellingen
uitgaven relatief in €1.000 aandeel
Bescherming
grondgebied
(w.o. inzetbaar hebben
en houden eenheden
voor alle defensietaken)
Additionele uitgaven
bevordering internationale rechtsorde
Additionele uitgaven
Ondersteuning
civiele autoriteiten
Eskaderschepen |
255.526 |
19% |
|
Onderzeedienst |
45.939 |
3% |
|
Mijnendienst |
78.884 |
6% |
|
Helikoptergroep |
68.611 |
5% |
|
Maritieme patrouillegroep |
77.300 |
6% |
|
Mariniers eenheden |
138.861 |
10% |
|
Caribische eenheden |
72.868 |
5% |
|
Investeringen Niet of nog niet toerekenbaar KM |
328 225 |
24% |
|
314.397 |
22% |
totaal ten behoeve van Koninklijke marine
1.380.612
HRF(L)HQ |
32.101 |
1% |
||
Air Manoeuvre Brigade |
162.955 |
7% |
||
Gemech.brigade 13 |
131.044 |
5% |
||
Gemech.brigade 41 |
180.989 |
7% |
||
Gemech.brigade 43 |
148.970 |
6% |
||
Combat Support & Support |
Command |
134.105 |
5% |
|
Div logistiek Cdo |
221.750 |
9% |
||
Exp. log ondersteuning |
0 |
0% |
||
Nat.res.bataljon |
20.930 |
1% |
||
NL-deel cimic group north |
19.870 |
1% |
||
NL cimic support unit |
0 |
0% |
||
Investeringen |
439.546 |
18% |
||
Niet of nog niet toerekenbaar KL |
950.458 |
40% |
totaal ten behoeve van Koninklijke landmacht
2.442.719
Jachtvliegtuigen Gevechtshelikopters Transporthelikopters Lutra/tankervliegtuigen Geleide wapens Air Operations control station |
168.971 54.454 54.455 59.165 26.040 6.376 |
12% 4% 4% 4% 2% 0,5% |
||
totaal ten behoeve van Koninklijke luchtmacht |
||||
-W |
1.376.329 |
|||
Investeringen Niet of nog niet toerekenbaar Klu |
305.797 701.071 |
22% 52% |
Taakveld 1 Beveiliging 49.171 13% Taakveld 2 Handhaving vreemd. Wet 119.371 31% Taakveld 3 Politietaken Defensie 63.094 16% Taakveld 4 Politietaken burgerluchtv.terr. 10.954 3% Taakveld 5 Ass.verlening en bijstand 5.622 1% |
totaal ten behoeve van Koninklijke marechaussee |
|
W |
385.796 |
|
Investeringen 45.677 12% Niet of nog niet toerekenbaar Kmar 91.900 24% |
VN-contributie |
49.500 |
12% |
SFOR |
53.000 |
13% |
ISAF/HQ ISAF |
6.000 |
1% |
Stabilisatiemacht Irak |
16.500 |
4% |
EUPM |
2.000 |
0% |
NAVO PSO/EU operatie |
2.900 |
1% |
Overige operaties |
5.900 |
1% |
Restant voorzienig |
42.601 |
10% |
crisisbeheersingsoperaties |
||
Bijdrage aan NAVO |
86.141 |
21% |
EVDB |
128.700 |
31% |
Attaches |
23.372 |
6% |
Overige internationale samenwerking |
1.228 |
0% |
(additionele uitgaven)
Bevordering internationale rechtsorde
418.080
Kustwacht NA& A Kustwacht Nederland Explosievenopruiming Hulp aan civiele overheden
5.934
4.730
8.393
0
31% 25% 44% 0%
(additionele uitgaven)
Ondersteuning
civiele autoriteiten
19.595
Overzicht herkomst extra comptabele uitgaven in beleids- en niet-beleidsartikelen (2004)
Beleidsartikelen
Niet Beleidsartikelen
Beleidsartikel 01 |
||
totaal ten behoeve van Koninklijke marine |
-► |
|
Koninklijke marine |
||
1.380.612 |
1.060.807 |
h
niet beleidsartikel 60 Ondersteuning Koninklijke marine |
-► |
niet beleidsartikel 60 Ondersteuning Dico eenheden |
290.594 |
29.210 |
totaal ten behoeve van Koninklijke landmacht
Beleidsartikel 02 Koninklijke landmacht
niet beleidsartikel 60
Ondersteuning Koninklijke landmacht
607.280
niet beleidsartikel 60 Ondersteuning Dico eenheden
25%
-► |
Beleidsartikel 03 Koninklijke luchtmacht |
—► |
niet beleidsartikel 60 Ondersteuning Koninklijke luchtmacht |
-► |
niet beleidsartikel 60 Ondersteuning Dico eenheden |
|
totaal ten behoeve van Koninklijke luchtmacht |
||||||
1.376.329 |
1.112.141 |
238.972 |
25.21 6 |
2%
totaal ten behoeve van Koninklijke marechaussee
335.909
Koninklijke marechaussee
niet beleidsartikel 60
Ondersteuning Koninklijke marechaussee
40.217
niet beleidsartikel 60 Ondersteuning Dico eenheden
9.669
100%
87%
10%
3%
*
niet beleidsartikel 60 Nog niet/ niet toerekenbaar +/+ ontvangsten MRC/MGFB
111.264
20.955
Beleidsartikel 09
(additionele uitgaven)
Bevordering internationale rechtsorde
418.080
Uitvoeren
Crisisbeheersingsoperaties
Beleidsartikel 11
niet beleidsartikel 60
totaal KMD´n en Dico
1.447.129
niet beleidsartikel 70 Geheime uitgaven
Internationale menwerki
239.697
samenwerking
(additionele uitgaven)
Ondersteuning
civiele autoriteiten
19.595
Beleidsartikel 10
Ondersteuning civiele autoriteiten
19.595
942
niet beleidsartikel 80
Nominaal en onvoorzien
97.856
niet beleidsartikel 90
Algemeen
2%
2.442.719
1.761.688
73.751
3%
385.796
178.401
1.413.792
BIJLAGE 7
LIJST VAN AFKORTINGEN
AO |
= |
AAR |
= |
ABNL |
= |
ABP |
= |
AC |
= |
AGS |
= |
AIVD |
= |
AOCS |
= |
ASE |
= |
AVI |
= |
AWACS |
= |
BBE |
= |
BDR |
= |
BDZ |
= |
BHMAC |
= |
BIMS |
= |
BKAC |
= |
BLS |
= |
BMC4I |
= |
BMS |
= |
BSOA |
= |
BTW |
= |
BUIZA |
= |
BZK |
= |
C2 |
= |
C2SC |
= |
CAMS |
= |
CBMS |
= |
CBRN |
= |
CDV |
= |
CIMIC |
= |
CIS |
= |
CKMARNS |
= |
CKW |
= |
CMBA |
= |
CMH |
= |
CO |
= |
COA |
= |
COLPRO |
= |
CRC |
= |
CSSC |
= |
CTG |
= |
CTM |
= |
CVP |
= |
CZMCARIB |
= |
CZMNED
Algemeen Overleg Air to Air Refuelling Admiraal Benelux
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Aanmeld Centra Alliance Ground Surveillance Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Air Operations Control Station Aircraft Survivability Equipment Afdeling Verbindingsinlichtingen Airborne Warning and Control System Bijzondere Bijstands Eenheid Battle Damage Repair Bevelhebber der Zeestrijdkrachten Bosnia-Herzegowina Mine Action Centre Bureau Internationale Militaire Sport Bosnia Kosovo Air Component Bevelhebber der Landstrijdkrachten Battlefield Management Command, Control, Communication, Computerisation and Intelligence
Battlefield Management System Beleidsvoorbereiding, Specialistisch Onderzoek en Advies
Belasing Toegevoegde Waarde (Ministerie van) Buitenlandse Zaken (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Command and Control Command and Control Support Centre Centrum voor Automatisering van Missiekritieke Systemen
Centrale Beheersorganisatie Militair Salarissysteem
Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair Competitieve Dienst Verlening Civil-Military Cooperation Commando- en Informatiesystemen Commandant van het Korps Mariniers Commandant Kustwacht Civiel-Militaire Bestuursafspraken Centraal Militair Hospitaal Centrale Organisatie Centrale Opvang Asielzoekers Collective Protection Control and Reporting Centre Combat Support and Support Command Commander Task Group Centrum voor Technologie en Missieondersteuning Concept Validation Phase Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied Commandant der Zeemacht Nederland
DARIC
DBZV |
= |
DDG |
= |
DEMCIS |
= |
DGC |
= |
DGFC |
= |
DGV |
= |
DGW&T |
= |
DHO |
= |
DICO |
= |
DICTU |
= |
DJZ |
= |
DIV |
= |
DIVAB |
= |
DLC |
= |
DMC |
= |
DMP |
= |
DOC |
= |
DTO |
= |
DVD |
= |
DVVO |
= |
DWO |
= |
EBS |
= |
ECW |
= |
EOCKL |
= |
EOD |
= |
ERP |
= |
ESSM |
= |
EU |
= |
EUMM |
= |
EUPM |
= |
EVDB |
= |
FGBADS |
= |
FLR |
= |
FMW |
= |
GGWKLu |
= |
GLVD |
= |
GOEM |
= |
GPS |
= |
GTK |
= |
HGIS |
= |
HGL |
= |
HMA |
= |
HOV |
= |
HRF |
= |
HRF(L)HQ |
= |
HNS |
= |
ICT |
= |
IDL |
= |
IDP |
= |
IGV |
= |
IKS |
= |
Dienst Archieven Registratie- en Informatiecentrum
Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel Duik- en Demonteer Groep (Koninklijke Marine) Defensie Materieel Codificatie Informatie Systeem
Divisie Gevechtssteun Commando Directoraat-Generaal Financiën en Control Diensten voor Geestelijke Verzorging Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen Defensie Horeca Organisatie Defensie Interservice Commando Defensie ICT-uitvoeringsorganisatie Directie Juridische Zaken Documentaire Informatievoorziening Deltaplan Documentaire Informatievoorziening en Archiefbeheer Divisie Logistiek Commando Defensie Materieel Codificatiecentrum Defensiematerieelkeuze Proces Defensie Operatiecentrum Defensie Telematica Organisatie Dienst Vastgoed Defensie Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie Divisie Wapensysteem Ondersteuning Eigentijds Begrotingsstelsel Elektronisch Centrale Werkplaats Explosieven Opruimingscommando Koninklijke Landmacht
Explosieven Opruimingsdienst Enterprise Resource Planning Evolved Sea Sparrow Missile Europese Unie
European Union Monitoring Mission European Union Police Mission Europees Veiligheids- en Defensiebeleid Future Ground Based Air Defence System Forces of Lower Readiness Faculteit Militaire Wetenschappen Groep Geleide Wapens Koninklijke Luchtmacht Grondgebonden Luchtverdediging Groep Operationele Eenheden Mariniers Global Positioning System Gepantzertes Transport Kraftfahrzeug Homogene Groep Internationale Samenwerking Headline Goal
Hoogste Medische Autotiteit Hydrografische Opnemingsvaartuigen High Readiness Forces High Readiness Forces (Land) Headquarters Host Nation Support Informatie- en Communicatietechnologie Instituut Defensieleergangen Integraal Defensie Plan Infanterie Gevechtsvoertuig Instituut Keuring en Selectie (Defensie)
IRT
ISAF
ISTAR
IV
JDAM
JIATF
JOP
JSF
JSOC
JUS
KFOR
KIM
KL
KLU
KM
KMA
KMAR
KMSL
KNLWM
KSG KTOMM
KWNA&A
KWNED
LAS
LBB
LCF
LCKLu
LDR
LDW
LO/S
LPD
LTBF
LVB
MALE
MAP
MARNSBAT
MASS
MATLOGCO
MB
MCW
MDD
ME
MEDEVAC
MGFB
MGLC
MILATCC
MILSATCOM
MIVD
MJO
MLU
MNB
MOB
MOC
Immediate Respons Team International Security Assistance Force Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance Informatievoorziening Joint Direct Attack Munition Joint Inter Agency Task Force Jaarlijks Oefen Programma Joint Strike Fighter Junior Staff Officers Course (Ministerie van) Justitie Kosovo Force
Koninklijk Instituut voor de Marine Koninklijke Landmacht Koninklijke Luchtmacht Koninklijke Marine Koninklijke Militaire Academie Koninklijke Marechaussee Koninklijke Militaire School Luchtmacht Koninklijk Nederlands Leger- en Wapen-museum («Generaal Hoefer») Koninklijke Schelde Groep Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum
Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba Kustwacht Nederland Landmachtstaf
Landelijk Bevoorradingsbedrijf Luchtverdedigings- en Commandofregat Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht Logistieke Divisie Rhenen Logistieke Divisie Woensdrecht Lichamelijke Oefening- en Sportorganisatie Landing Platform Dock Long Term Build-up Forces Licht Verkennings- en Bewakingsvoertuig Medium Altitude Long Endurance Membership Action Plan Mariniersbataljon
Militairy Approach and Surveillance System Materieel-Logistiek Commando Marinebedrijf
Mechanisch Centrale Werkplaats Maatschappelijke Dienst Defensie Mobiele Eenheid Medische Evacuatie Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf Militair Geneeskundig Logistiek Centrum Military Air Traffic Control Centre Militaire Satelliet Communicatie Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Meerjaarlijks Onderhoud Midlife Update Multinationale Brigade Main Operating Base Mariniersopleidingscentrum
MOE |
= |
MOU |
= |
MPA |
= |
MPO |
= |
MRAT |
= |
MRC |
= |
MTADS |
= |
MTRP |
= |
MTV |
= |
NAFIN |
= |
NATINADS |
= |
NATO |
= |
NATCO |
= |
NATRES |
= |
NAVO |
= |
NBC |
= |
NCB |
= |
NIMCIS |
= |
NLR |
= |
NRF |
= |
NSE |
= |
NTM |
= |
NVIP |
= |
OB |
= |
OC |
= |
OCMGD |
= |
OCW |
= |
OGRV |
= |
OGS |
= |
OI&A |
= |
OID |
= |
OKLU |
= |
OKM |
= |
OPCO |
= |
OPEVAL |
= |
OTCO |
= |
OVSE |
= |
P&O |
= |
PAM |
= |
PCC |
= |
PERSCO |
= |
PfP |
= |
PPS |
= |
PRTL |
= |
PSA |
= |
PSO |
= |
PvV |
= |
RCC |
= |
RPE |
= |
RSOM
Midden- en Oost-Europese (landen) Memorandum of Understanding Maritiem Patrouillevliegtuig Materieel Projecten Overzicht Medium and Short Range Anti-Tank Militair Revalidatie Centrum Modernized Target Acquisition and Designation Sight
Mid Term Modernization Program Mobiel Toezicht Vreemdelingen Netherlands Armed Forces Integrated Network Nato Integrated Air Defence System North Atlantic Treaty Organisation Nationaal Commando Nationale Reserve
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie Nucleair Biologisch Chemisch Nationaal Codificatie Bureau Nieuwe Generatie Mariniers Communicatie- en Informatiesysteem
Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium Nato Response Force Nationaal Support Element Notice to Move
Navo Veiligheids- en Investeringsprogramma Ontwerpbegroting Opleidingscentrum
Opleidingscentrum Militair Geneeskundige Diensten
(Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Object Grondverdediging Operationele Gereedheidsstatus Organisatie Informatie & Automatisering Overige Interservice Diensten Opleidingen Koninklijke Luchtmacht Opleidingen Koninklijke Marine Operationeel Commando Operational Evaluation Opleidings- en Trainingscommando Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
Personeel en Organisatie
Project Aanpassing Mijnenbestrijdingscapaciteit Prague Capabilities Commitment Personeels Commando Partnership for Peace Publiekprivate Samenwerking Pantserrups tegen Luchtdoelen Dienst Personeels- en Salarisadministratie Peace Support Operations Partnerschap voor de Vrede Redding Coördinatie Centrum Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek Rijksoverheid Reception, Staging and Onward Movement
RVE
SAR
SBK
SFIR
SFOR
SHORAD
SM
SMART
SMP SOSTAR
SRAT SSM SSP STOAG
TACTIS
TBMD
TDN
TGP
THG/KLU
TITAAN
TL TNO-DO
TROPCO
TTO
UKW
UNIFIL
UNTSO
URAV
VBTB
VLB VN VOA VROM
VT
VTE
VWS
WLS
WOO
WW
ZBO
ZVD
Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Search and Rescue Sociaal Beleidskader Stabilization Force Iraque Stabilization Force Short Range Air Defence Standard Missile
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden
Soldier Modernization Programme Stand-Off Surveillance Target Acquisition Radar (Equipment) Short Range Antitank Single Service Management Single Service Procurement Stichting Bijzondere Scholen op Algemene Grondslag
Tactische Indoor Simulatie Theater Ballistic Missile Defence (System) Topografische Dienst Target Pods
Tactische Helikoptergroep Koninklijke Luchtmacht
Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network
Tactische Luchtmacht (Nederlandse organisatie voor) Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek – Defensie Onderzoek
Trekkeropleggercombinatie Tussentijds Onderhoud Uitkeringswet Gewezen Militairen United Nations Interim Force in Lebanon United Nations Truce Supervision Organisation Unmanned Reconnaissance Aerial Vehicle Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording Vliegbasis Verenigde Naties
Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren (Ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Veldtenue
Volletijdsequivalenten
(Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wissellaadsystemen
Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling Werkloosheidswet Zelfstandig Bestuursorgaan Ziektekostenvoorziening Defensiepersoneel