Brief minister over de stand van zaken rond de uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland - Vogelpestcrisis (Aviaire influenza) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 28807 - Vogelpest (Aviaire influenza).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vogelpestcrisis (Aviaire influenza); Brief minister over de stand van zaken rond de uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland |
---|---|
Documentdatum | 05-03-2003 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST66984 |
Kenmerk | 28807, nr. 2 |
Van | Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
28 807
Vogelpestcrisis (Aviaire influenza)
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 5 maart 2003
Middels deze brief wil ik u mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, informeren over de stand van zaken van de recente uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland.
Stand van zaken
Op het moment van schrijven zijn op 18 pluimveehouderijen verschijnselen die wijzen op Aviaire Influenza geconstateerd. In de afgelopen 24 uur is er één verdacht bedrijf bijgekomen. De hoogste alertheid blijft geboden omdat het virus zeer besmettelijk is. Het is en blijft van groot belang dat de regelingen die nu van kracht zijn nauw worden nageleefd. Het laatste geval van verdenking heeft tot gevolg dat de 10 km zone in het gebied rond Barneveld enigszins is aangepast.
Van alle bezochte bedrijven worden monsters ingezet. Op twee van de verdachte bedrijven is volgens een gevalideerde testmethode daadwerkelijk Aviaire Influenza geconstateerd. De resultaten van de officiële EU-voorgeschreven test zijn nog niet bekend. De eerste testresultaten van monsters van het bedrijf in Laren (Gld.) zijn negatief en daarom zie ik vooralsnog af van preventief ruimen in het 1 km-gebied rond dit verdachte bedrijf. Het verdachte bedrijf zelf is al wel geruimd.
Voortgang aanpak
In de eerste 72 uur nadat de melding bij de onder mijn politieke verantwoordelijkheid resorterende diensten binnenkwam is een volledige crisisorganisatie opgezet (zowel regionaal als centraal), zijn vervoersverboden en contactbeperkende maatregelen getroffen en is begonnen met het ruimen van verdachte bedrijven. Dit is gebeurd conform de daartoe opgestelde draaiboeken.
Gebleken is dat de nationale mogelijkheden om op korte termijn grootschalige ruimingen van pluimvee te realiseren in aanvang beperkt waren. Ik heb gezocht naar aanvullende ruimingsmethoden en daarvoor onder andere de hulp ingeroepen van het buitenland. Vanaf maandag heeft een opschaling van de capaciteit plaatsgevonden van enkele tienduizenden dieren per dag naar 150 000 dieren per dag op 5 maart. Vanaf morgen is een netto-capaciteit beschikbaar van meer dan 250 000 dieren per dag. Naast de beschikbare dodingscapaciteit wordt nu ook gebruik gemaakt van elektrocutieapparatuur en is materieel uit Denemarken in gebruik. Daarnaast worden vanuit het bedrijfsleven suggesties gedaan die nader worden beoordeeld op haalbaarheid. In alle gevallen dient te worden voldaan aan eisen op het gebied van (minimale) risisco’s voor verspreiding, effectiviteit en snelheid van doding, milieu en arbeidsomstandigheden.
Van de eerder in beeld zijnde optie van doding op een slachterij in het 10 km gebied is vanwege besmettingsgevaar tot nu toe geen gebruik gemaakt. In Italië is deze methode toegepast en op basis van daaruit verkregen expertise kan niet worden uitgesloten dat bedrijven langs de aanvoerroute en rondom de slachterij zullen worden besmet.
Hedenmorgen om 09.00 uur waren 7 bedrijven geruimd. De verwachting is dat aan het eind van de dag 14 verdachte bedrijven zullen zijn geruimd. Het ruimen gaat 24 uur per dag door. Zoals ik eerder heb gemeld zullen vervolgens de pluimveebedrijven in een 1 km zone rondom de verdachte bedrijven preventief worden geruimd, vooralsnog met uitzondering van het 1 km-gebied in Laren (Gld).
Op basis van de ervaringen in Italië en advies van vooraanstaande veteri-nairen heb ik besloten dat het ruimen van bedrijven in een 3 km zone rondom besmette bedrijven niet aan de orde is. Achtergrond hiervan is dat de contactstructuur die doorgaans bron van besmetting is, zich concentreert in een straal van 1 km rond de bedrijven.
Tevens heb ik een commissie ingesteld onder leiding van de heer prof. dr. C. Wensing die toezicht uitoefent op de zorgvuldige behandeling van pluimvee bij de ruimingen of doding en op de zorgvuldige omgang met pluimvee gegeven de vervoersverboden in de 10 km gebieden en de overige delen van Nederland.
De Nederlandse aanpak is door de Europese commissie en de lidstaten in het «Standing Comittee for the Food Chain and Animal Health» onderschreven.
Gezien het feit dat vrijwel direct vervoersverboden en exportverboden zijn ingesteld, er binnen 72 uur een volledige crisisorganisatie operationeel is en dat naar verwachting binnen een week na de melding alle verdachte en de overige bedrijven in het 1 km gebied, zijn geruimd, acht ik kritiek terzake adequaat weerlegd.
Vaccinatie als alternatieve bestrijdingsmethode kan niet worden toegepast omdat de Italiaanse ervaringen met vaccineren hebben geleerd dat vaccinatie pas nut heeft als absoluut zeker is dat er geen virus meer aanwezig is. Daarnaast is voor het virus dat in Nederland is aangetroffen nog geen onderscheidende test voorhanden. Bovendien is vaccinatie van pluimvee buitengewoon arbeidsintensief en tijdrovend en daarom logistiek niet eenvoudig toepasbaar.
Volksgezondheid
Zoals ik reeds in mijn brief van 3 maart jl. heb aangegeven, zijn de risico’s voor de volksgezondheid verwaarloosbaar klein. Ik baseer me daarbij op adviezen van de Voedsel en Waren Autoriteit en een advies van het (BAO) Bestuurlijk AfstemmingsOverleg Infectieziekten van het Ministerie van VWS. Dit BAO, dat namens de minister wordt voorgezeten door de DG
Volksgezondheid, adviseert de bewindspersoon van VWS op basis van een inhoudelijk advies van het Outbreak Management Team Influenza (OMT) dat onder voorzitterschap staat van de directeur Volksgezondheid van het RIVM. De Staatssecretaris van VWS heeft op 5 maart de adviezen van het BAO d.d. 4 maart overgenomen. Wetenschappers, vertegenwoordigd in het OMT, wijzen wel op de mogelijkheid dat het niet voor 100% zekerheid uitgesloten kan worden dat het type virus dat nu wordt bestreden, kan muteren als het in contact komt met een humaan influenzavirus. In dat geval zou het aviaire influenzavirus kunnen veranderen in een voor mensen gevaarlijke variant. Zij achten deze kans zeer gering, gelet op de gegevens die bekend zijn van het thans aangetroffen type virus bij de kippen in de uitbraakgebieden. In de adviezen van de VWA en het OMT/BAO is rekening gehouden met deze uitzonderlijke mogelijkheid. Het OMT beveelt in haar advies daarom beschermende maatregelen aan voor mensen die langdurig in nauw contact komen met besmet pluimvee . Het gaat hierbij vooral om mensen die betrokken zijn bij de ruimingen. Deze maatregelen zijn inmiddels in gang gezet.
Vergoedingen
De vergoeding in verband met de ruiming van pluimveebedrijven valt onder de afspraken die de overheid en het bedrijfsleven hebben gemaakt in het kader van het Diergezondheidsfonds. Dode dieren op de in eerste aanleg verdachte bedrijven zal ik vergoeden conform de levende dieren, uiteraard gecorrigeerd voor de normale uitval. De kortingsregeling die is toegepast bij ruimingen tijdens de MKZ-periode zal ik niet toepassen.
Ter voorkoming van acute welzijnsproblemen heb ik een akkoord bereikt met de pluimveesector over een tegemoetkoming voor broederijen in de 10 km zone.
Tenslotte zal ik, voorzover de wettelijke kaders mij dat toestaan en voorzover dit bestrijdingstechnisch verantwoord is, zeldzame huisdierrassen zoveel mogelijk ontzien.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, C. P. Veerman