Brief minister over de uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland - Vogelpestcrisis (Aviaire influenza) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 28807 - Vogelpest (Aviaire influenza).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vogelpestcrisis (Aviaire influenza); Brief minister over de uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland |
---|---|
Documentdatum | 03-03-2003 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST66861 |
Kenmerk | 28807, nr. 1 |
Van | Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
28 807
Vogelpestcrisis (Aviaire influenza)
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2003
Middels deze brief wil ik u informeren over de recente uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland.
Verloop van gebeurtenissen vanaf vrijdag 28 februari
Op vrijdag 28 februari om 17.00 uur heeft de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) bij de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) melding gedaan van gezondheidsproblemen op zes pluimveebedrijven. Deze bedrijven zijn dezelfde avond nog bezocht door specialistenteams van de RVV. De RVV constateerde bij enkele bedrijven een zeer hoog sterftecijfer onder het pluimvee. Die avond is er intensief contact geweest tussen diensten van mijn departement. Dit heeft ertoe geleid dat reeds enkele uren later het besluit is genomen voor een vervoersverbod in het gebied rondom de betrokken bedrijven.
Op dat moment was de diagnose voor Aviaire Influenza (AI) nog niet te stellen en konden de symptomen ook wijzen op New Castlle Disease (NCD) of Infectieuze Laryngotracheïtis (ILT).
Op zaterdag 1 maart 2003 is om 1.30 uur in de Gelderse Vallei een gebied van circa 10 km rond de betrokken bedrijven vastgesteld, waarbinnen vervoersbeperkingen gelden voor pluimvee, pluimveemest en eieren. Gelijktijdig is voor heel Nederland een verzamelverbod vastgesteld. Daarnaast is een verbod ingesteld om pluimvee en broedeieren buiten Nederland te brengen.
Op zaterdag 1 maart heb ik besloten dat het vervoersverbod zoals dat in de gebieden gold vanaf 01.30 uur, vanaf 12.00 uur ook in te stellen voor de rest van Nederland, met uitzondering van consumptie-eieren. De Nederlandse maatregelen zijn genomen in nauw overleg met de Europese Commissie, die de Nederlandse aanpak als voortvarend en adequaat heeft beoordeeld. Hierbij zij opgemerkt dat deze maatregelen zijn genomen op basis van slechts één verdenking van Aviaire Influenza. De maatregelen zijn zaterdag 1 maart besproken in het Basisoverleg met het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven heeft de maatregelen onderschreven.
Op zondagmiddag 2 maart wezen de eerste testuitslagen van het CIDC te Lelystad op een hoog-pathogene H7-stam van Aviaire Influenza. De definitieve uitslag is pas bekend over circa twee weken als de officiële EU-voorgeschreven testen zijn uitgevoerd. De risico’s voor de volksgezondheid van deze vorm van Aviaire Influenza zijn verwaarloosbaar klein. Desalniettemin zullen conform de EU-bestrijdingsrichtlijn 92/40/EEG i en een advies van de Voedsel- en Waren Autoriteit dierlijke producten van de verdachte bedrijven waar mogelijk worden teruggehaald, voorzover het producten zijn met een productiedatum vanaf 22 februari.
Besloten is dat ondanks het feit dat de officiële testuitslagen nog niet bekend zijn, de bestrijding in gang wordt gezet en plaatsvindt conform de bestaande draaiboeken. Daarom zijn de volgende maatregelen reeds in gang gezet:
-
•Ruimen van pluimvee in een straal van 1 km rond de besmettingshaarden, waarbij verdachte bedrijven prioriteit krijgen.
-
•In een zone van minimaal 10 km rond de besmettingshaarden zijn via de Regeling Vervoersbeperkingsgebieden Pluimvee 2003 bepalingen van kracht die overeenkomen met de maatregelen die genomen worden in een toezichtsgebied. Er is formeel pas sprake van een toezichtsgebied als de uitslag van de EU-voorgeschreven test bekend is.
-
•De RVV is gestart met de screening van bedrijven in een straal van 3 km rond de besmettingshaarden.
-
•De AID ziet met hulp van de politie toe op naleving van de regelgeving. Hiervoor zijn circa 500 medewerkers beschikbaar.
Dodingsmethoden en welzijnsmaatregelen
Op dit moment is reeds een aanvang gemaakt met de ruiming van de verdachte bedrijven met de beschikbare apparatuur waarbij doding op het bedrijf plaatsvindt. Bezien wordt of het verantwoord is het ruimen van de overige klinische verdachte bedrijven in de 1 km-zone plaats te laten vinden in een slachterij in het gebied. Daarnaast wordt de mogelijkheid van gebruik van Deense en Belgische methoden nader onderzocht.
Met het oog op welzijnsproblemen zal de afvoer van vleeskuikens en eendagskuikens buiten de 10 km-gebieden worden toegestaan. Ik zal hiertoe een regeling publiceren. Ik beraad mij nog of deze mogelijkheid ook wordt gecreëerd binnen de 10 km gebieden.
Communicatie
Conform het handboek Communicatie bij crises is op zaterdagochtend
1 maart een aantal acties ondernomen ten behoeve van een snelle en efficiënte communicatie. Zo is een begin gemaakt met het dossier Vogelpest op Internet. In dit dossier zijn opgenomen de afgekondigde maatregelen en relevante andere informatie. Wanneer nodig zal het dossier worden aangepast en uitgebreid. Ook is op zaterdag een aanvang gemaakt met het instellen van het departementaal communicatieteam en het regionaal communicatieteam. Dit laatste zal gehuisvest worden bij het regionale crisisteam in Garderen.
Vanaf zaterdagmiddag 15.00 uur is het LNV-loket opengesteld (0800–
2 233 322). Hier kunnen boeren, maar ook andere betrokkenen, terecht met hun vragen over de vogelpest. Op zaterdag en zondag is er enkele honderden keren gebeld, onder meer door boeren, particulieren, consumenten, politie, douane en voerleveranciers.
Op teletekst pagina 461 wordt samen met LTO-Nederland informatie gegeven over de maatregelen en de stand van zaken.
Financiële gevolgen
De vogelpestcrisis zal voor de sector en voor de overheid financiële gevolgen hebben. De sector zal mogelijk voor tientallen miljoenen euro’s aan omzet missen. Bovendien zal de sector vanwege de bestaande afspraken in het kader van het diergezondheidsfonds tot een maximum van € 11,4 mln. de bestrijdingskosten betalen. De Europese Unie vergoedt de helft van de kosten van schadeloosstelling en reiniging en ontsmetting. Indien de nationaal te dragen kosten de € 11,4 mln. overstijgen, dan zal de Rijksoverheid deze voor haar rekening nemen.
Ik zal uw Kamer schriftelijk op de hoogte houden van de komende ontwikkelingen.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, C. P. Veerman