Motie over het Nationaal sportmuseum te Lelystad - Sport, bewegen en gezondheid
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 27841 - Sport, bewegen en gezondheid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Sport, bewegen en gezondheid; Motie over het Nationaal sportmuseum te Lelystad |
---|---|
Documentdatum | 10-12-2001 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST57896 |
Kenmerk | 27841, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
27 841
Sport, bewegen en gezondheid
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID Th. A. M. MEIJER C.S.
Voorgesteld in het Nota-oveleg van 10 december 2001
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
– dat het Nationaal sportmuseum te Lelystad beschikt over een unieke collectie, behorend tot het nationaal erfgoed; – dat de financiële positie van het nationaal sportmuseum zorgelijk is; – dat instandhouding van een dergelijke sportmuseum van nationaal belang is; – dat het museum daarnaast een belangrijke stimulerende en educatieve functie kan hebben;
verzoekt de regering:
– in overleg met het bestuur van het sportmuseum te zoeken naar mogelijkheden om de collectie van dit museum veilig te stellen en voor een breed publiek toegankelijk te maken;
– de mogelijkheden van een koppeling met nieuwe functies voor het sportmuseum te onderzoeken en te stimuleren;
– vanwege het unieke sporthistorische en culturele erfgoed dat zich in het huidige museum bevindt, de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen actief bij het overleg te betrekken en voor de museale functie middelen beschikbaar te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Th. A. M. Meijer
Atsma
Middel
Rijpstra
Ravestein
Pitstra
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.