Verslag algemeen overleg op 26 september 2001, over onder meer tariefstructuren en infrastructuur in het betalingsverkeer - Betalingsverkeer - Hoofdinhoud
Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 27863 - Betalingsverkeer.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Betalingsverkeer; Verslag algemeen overleg op 26 september 2001, over onder meer tariefstructuren en infrastructuur in het betalingsverkeer |
---|---|
Documentdatum | 29-10-2001 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST56466 |
Kenmerk | 27863, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Commissie(s) | Financiën (FIN) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
27 863
Betalingsverkeer
Nr. 3
1 Samenstelling:
Leden: Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosen-möller (GroenLinks), Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Voûte-Droste (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), De Vries (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), ondervoorzitter, Stroeken (CDA), Van Beek (VVD), Balkenende (CDA), Vendrik (GroenLinks), Remak (VVD), Wijn (CDA), Kuijper (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA), Slob (ChristenUnie) en Cörüz (CDA).
Plv. leden: Koenders (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Balemans (VVD), Van Oven (PvdA), Schimmel (D66), Klein Molekamp (VVD), De Wit (SP), Hoekema (D66), Van Walsem (D66), Wilders (VVD), Blok (VVD), Dankers (CDA), Hillen (CDA), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Van den Akker (CDA), Timmermans (PvdA), Hindriks (PvdA), Smits (PvdA), Van der Vlies (SGP) en Ten Hoopen (CDA).
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG
Vastgesteld 29 oktober 2001
De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 26 september 2001 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën over:
– Tariefstructuren en infrastructuur in het betalingsverkeer (Fin-01-301);
– Valutering en verwerkingsduur van overboekingen in het betalingsverkeer (27 400 IXB, nr. 31);
– de nota Betalingsverkeer. De markt voor girale betaalmiddelen (27 863, nr. 2).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA) vindt het een goede zaak dat de minister De Nederlandsche Bank heeft verzocht om een werkgroep onderzoek te laten doen naar de tariefstructuren en de infrastructuur in het massale girale betalingsverkeer voor particuliere en zakelijke gebruikers, maar zij vraagt zich af of de consumenten en het MKB hier ook bij betrokken worden.
In de Staatscourant van november 2000 staat dat voor het overmaken van een bedrag van ongeveer f 220 in het internationale betalingsverkeer gemiddeld een bedrag van f 36 wordt berekend. Er is een voorstel gedaan voor de invoering van een standaard interbancair verrekeningstarief, waarmee wordt beoogd om de gemiddelde overboekingskosten in het eurogebied te laten dalen. De beste manier om dat te doen, is het van de grond tillen van een uniforme Europese infrastructuur, vergelijkbaar met Interpay. Welke rol kan de Europese centrale bank daarbij vervullen? Kan de ECB daartoe een verordening uitvaardigen?
Met betrekking tot de valuteringsbrief vraagt mevrouw Witteveen of er inmiddels al voorbeelden van banken zijn die reeds nu in het kader van systeemaanpassingen de boekingsdatum en de relatie met de valutadatum op het herrekeningsafschrift hebben vermeld. Verder is het afwachten of er nieuwe klachten komen. Zij meent dat de traagheid waarmee de banken hun klanten van eerlijke informatie voorzien geen schoonheidsprijs verdient. Over de chipkaart merkt mevrouw Witteveen op dat de invoering ervan stroef verloopt. Wat zijn de oorzaken dat er nauwelijks een behoefte van de consument aanwezig is?
Uit de nota Betalingsverkeer maakt mevrouw Witteveen op dat de betaal-markt op dit moment op hoofdlijnen voldoet aan de gestelde uitgangspunten van veiligheid, efficiëntie en belangen van consumenten. Door tijdig voldoende verdere aanpassingen te doen en optimaal gebruik te maken van technologische mogelijkheden zijn er in de toekomst voldoende voorwaarden voor een efficiënt en veilig nationaal en grensoverschrijdend betalingsverkeer met producten op maat en een nog betere bediening van de klant. De verbetering van de dienstverlening aan consumenten geldt helaas niet voor alle consumentengroepen: oudere mensen, gehandicapten en mensen met een lager inkomen dreigen achterop te raken. Mensen kunnen aan het loket vaak geen bedragen lager dan f 1000 opnemen. Het probleem is echter dat niet iedereen zo’n bedrag op zijn rekening heeft staan. Mensen worden dus wel verplicht om gebruik te maken van pinautomaten, die niet altijd binnen in gebouwen staan maar gewoon buiten op straat, waar veel ouderen en gehandicapten zich kwetsbaar voelen.
Na de opheffing van bankfilialen verdwijnen nu ook de postagentschappen uit de dorpen. Zij zijn echter van groot belang voor bepaalde financiële diensten, zoals geldopnamen, geldstortingen en betalingen met acceptgirokaarten. Over de opheffing van de betaalvoorzieningen in de dorpen zijn schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, maar die zijn nog niet beantwoord. Uit de nota blijkt dat er voor specifieke betaalproducten sprake is van een oligopolie of een monopolie. Het wisselen van bank is bovendien niet zo eenvoudig voor de consumenten. De Consumentenbond heeft daar onderzoek naar gedaan en kwam tot de conclusie dat de banken zelf moeten helpen bij de overstap naar een andere bank. Heeft de minister er vertrouwen in dat dit op een goede manier gebeurt? Mevrouw Witteveen steunt van harte de meldpuntactie betalingsverkeer van de chronisch zieken en de gehandicaptenraad. Er zal binnenkort een pakket van eisen komen voor pinautomaten. Is de minister bereid om de tafel te gaan zitten met de Vereniging Nederlandse banken (VNB), ouderenorganisaties, consumentenorganisaties, de chronisch zieken en de Gehandicaptenraad om te zoeken naar een oplossing? Een oplossing zou kunnen zijn dat banken via samenwerking proberen om bepaalde voorzieningen in stand te houden voor speciale groepen van consumenten. Stuit dat op problemen in verband met de Mededingingswet? Is er eventueel een ontheffing mogelijk?
Mevrouw Voûte-Droste (VVD) spreekt haar lof uit over de nota Betalingsverkeer, maar zij vindt het erg jammer dat de minister daarin geen uitspraken heeft gedaan over de toekomst. Door de ontwikkelingen in het internationale betalingsverkeer moet ook de Nederlandse markt onder de loep genomen worden. Hopelijk zal het rapport van de werkgroep Tariefstructuur en infrastructuur in het betalingsverkeer meer inzicht bieden in mogelijke verbeteringen. De directe kosten voor het gebruik van Nederlandse financiële diensten zijn redelijk laag, maar daar staat tegenover dat de kosten veelal op een indirecte manier worden verrekend. Een transparante markt is essentieel. Alleen als de consument een goed inzicht heeft in de kosten, kan hij een weloverwogen keuze maken. Uit het onderzoek naar tarifiëring van het hoofdbedrijfschap detailhandel blijkt dat het inzichtelijk maken van de kosten van betaalmiddelen een efficiënter consumentengedrag tot gevolg kan hebben. Directe doorberekening van de kosten zou daarom een beter signaal zijn. Wanneer verwacht de minister het rapport van de werkgroep over de tariefstructuren en de infrastructuur in het girale betalingsverkeer?
De grensoverschrijdende betalingen zijn voor mevrouw Voûte een punt van zorg. Er is veel tijd mee gemoeid en de kosten zijn hoog. Kan de minister bevestigen dat grensoverschrijdend betalen in ieder geval goedkoper wordt na de komst van de euro?
Het baart mevrouw Voûte zorgen dat de detailhandel nog niet klaar is voor de euro. Gaat het Nationaal forum hier extra aandacht aan besteden? Welke acties worden ondernomen? Een ander probleem is de conversie bij de pinbetalingen en de positie van Interpay als monopolist. Het bedrijfsleven in Nederland bestaat voor 90% uit het midden- en kleinbedrijf. Wil de minister daar aandacht aan besteden?
Het pinnen maakt een belangrijk onderdeel uit van het betalingsverkeer. Voor veel klanten is de dienstverlening verbeterd, doordat zij in principe op elk moment over hun geld kunnen beschikken. Het gebeurt echter te vaak dat de pinautomaten buiten werking zijn. Daar komt bij dat ouderen zich vaak onveilig voelen als zij op straat moeten pinnen. Daar valt vaak niet aan te ontkomen, omdat zij voor bedragen onder de f 1000 niet bij het loket terecht kunnen. Wil de minister daarover in gesprek treden met de banken?
Uit het door De Nederlandsche Bank verrichte onderzoek naar valutering en verwerkingsduur van overboekingen blijkt dat er in het algemeen sprake is van een adequate dienstverlening door de banken, maar dat de transparantie rond betaaldiensten op onderdelen voor verbetering vatbaar is. Afgesproken is dat de aanpassingen uiterlijk medio 2002 zijn gerealiseerd. Waarom moet dat zo lang duren? Wanneer worden belangrijke zaken als standaardformulieren en nummerportabiliteit gerealiseerd?
Mevrouw Giskes (D66) maakt uit de nota Betalingsverkeer op dat het betalingsverkeer van groot belang is voor de Nederlandse economie, maar dat de dienstverlening aan de consument hier en daar te wensen overlaat. De pinautomaten functioneren niet altijd naar behoren, cliënten kunnen alleen aan het loket terecht voor bedragen hoger dan f 1000 en het storten van contant geld op een rekening van een andere bank is niet of nauwelijks mogelijk. Spookopnames zijn daarentegen weer wel mogelijk. De minister heeft toegezegd dat hij hierover overleg zou voeren met de betrokken partijen. Hoe is de stand van zaken op dat punt? Wil de minister de banken ertoe aanzetten om verbeteringen aan te brengen op het punt van veiligheid, efficiëntie en belangen van consumenten? Uit het onderzoek van De Nederlandsche Bank naar valutering en verwerkingsduur van opdrachten blijkt dat de transparantie rond betaaldiensten voor verbetering vatbaar is. De minister heeft daarover afspraken gemaakt met de banken, maar de aanpassingen zullen pas halverwege 2002 gerealiseerd zijn. Waarom moet dat zo lang duren? Wil de minister wat meer druk uitoefenen op de banken?
Een bankrekening is tegenwoordig min of meer een bestaansvoorwaarde. Mensen moeten zoveel mogelijk in staat gesteld worden om een bankrekening te hebben. Wat zijn de minimumeisen die daaraan worden verbonden? Wordt men verplicht om een bepaald minimumbedrag in te leggen?
De discussie over de chipknip en de chipper is bijna een gebed zonder eind. Waarom bestaat er nog steeds een onderscheid tussen de Postbank en overige banken? Wat is de stand van zaken bij nummerportabiliteit? De tarieven die de banken in Nederland in rekening brengen lijken niet hoog te zijn, maar schijn bedriegt. De directe kosten zijn laag, maar veel kosten worden indirect doorberekend. Waarom zijn internationale betalingen zo duur? Waarom wordt het met de komst van de euro niet goedkoper om internationale betalingen te verrichten? Wat denkt de minister hieraan te doen?
Hoe is het blokkeren van betaalrekeningen van mensen en organisaties die op de Talibanlijst van de VN staan geregeld? Wat is de juridische basis daarvoor? Bestaat daar in Nederland al regelgeving voor?
Het antwoord van de regering
De minister wijst erop dat hij de president van De Nederlandsche Bank heeft gevraagd een werkgroep in het leven te roepen om onderzoek te doen naar de tariefstructuren en de infrastructuur in het massale girale betalingsverkeer voor particuliere en zakelijke gebruikers. Daarbij zijn de ministeries van Financiën en Economische Zaken als waarnemer betrokken. Ook andere maatschappelijke groeperingen worden daarbij betrokken. DNB houdt deze groeperingen via een klankbordgroep goed op de hoogte. Zij kunnen daar ook een eigen inbreng leveren. Voor eind november zal er een interimrapportage verschijnen en de definitieve rapportage zal uiterlijk maart 2002 het licht zien. Het is niet mogelijk om die rapportage eerder te laten verschijnen, omdat er nogal wat onderzoek voor nodig is, ook internationaal onderzoek.
Voor de problematiek van de internationale overboekingen is een verordening ontworpen door de Europese Commissie (Bolkestein). Uitgangspunt is dat betalingen over de grens niet duurder mogen zijn dan betalingen in eigen land. Het probleem is dat er veel kosten zijn gemoeid met internationale overboekingen. De systemen sluiten namelijk niet op elkaar aan. Als gevolg van het introduceren van deze richtlijn zullen banken gedwongen worden om de binnenlandse tarieven te verhogen. Het lijkt de minister beter om te onderzoeken of het mogelijk is om de kosten voor internationale overboekingen te laten dalen, want dan volgen de tarieven vanzelf. De minister heeft dit onderwerp dan ook aangekaart in de Ecofin. De Europese centrale bank doet daar momenteel onderzoek naar en de verwachting is dat er voor het eind van dit jaar een nota komt over de vraag hoe het internationale betalingsverkeer efficiënter en goedkoper gemaakt kan worden voor kleingebruikers. Deze nota zal de basis voor verdere discussies vormen. Het voorstel van de Europese Commissie kan wel worden gebruikt als stok achter de deur om druk uit te oefenen op de banken om mee te werken.
De Nederlandsche Bank heeft onderzoek gedaan naar valutering en verwerkingsduur van overboekingen en heeft bepaalde verbeterpunten gesignaleerd. Daarover heeft de minister afspraken gemaakt met de Nederlandse vereniging van banken (NVB). Zo zullen zij in hun brochures duidelijkheid verstrekken over de valuteringssystematiek en de verwerkingsduur van interbancaire betalingen en de rekeningafschriften zullen aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Afgesproken is dat de aanpassingen medio 2002 zullen zijn gerealiseerd. De minister zal er in ieder geval op toezien dat de banken de gemaakte afspraken zullen nakomen. Hij zegt toe dat hij bij de banken zal navragen wat hun planning in dit verband is.
Voor de chipper en de chipknip is er nu één standaard. De concurrentie tussen deze twee systemen heeft uiteindelijk niet goed uitgepakt. Het probleem is echter wel dat de uniformering een monopolie tot gevolg heeft.
De dienstverlening aan zwakke groepen is voor de minister een belangrijk punt. Hij is met de Kamer van mening dat banken een bepaalde maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Het is hem niet bekend dat er bepaalde voorwaarden worden verbonden aan het aanhouden van een bankrekening. Ook dak- en thuislozen en prostituees kunnen inmiddels een rekening openen bij een bank. Voorts hebben banken een morele verplichting om mensen die problemen hebben met de «flappentap», bijvoorbeeld gehandicapten en ouderen, op een andere wijze te helpen, dus gewoon aan de balie. De regel is dat mensen voor bedragen lager dan f 1000 gebruikmaken van de pinautomaten en dat zij zich voor bedragen hoger dan f 1000 bij de balie vervoegen. De minister is echter van mening dat van die regel afgeweken moet kunnen worden als klanten problemen hebben met de pinautomaten. Hij zegt toe dat hij dit punt zal inbrengen in het overleg met de NVB.
Over het verdwijnen van betaalfuncties op het platteland zijn al vragen gesteld aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, maar de minister zegt toe dat hij de vragen die eventueel op zijn terrein liggen zo spoedig mogelijk zal beantwoorden. Samenwerking tussen banken om betaalfuncties op het platteland in stand te houden vindt hij een goede zaak. De minister zal bezien in hoeverre de Mededingingswet hierbij een belemmerende factor is en, zo ja, of het mogelijk is om ontheffing van de Mededingingswet te verkrijgen.
Het onderzoek van DNB naar het girale betalingsverkeer zal zich ook uitstrekken tot de positie van Interpay. Als blijkt dat er sprake is van een monopoliesituatie, dan sluit de minister niet uit dat er een bijzonder toezichtregime voor de tariefstelling zal worden ingesteld. Hij wil echter niet te zeer vooruitlopen op de rapportage van DNB. De dienstverlening aan de klant staat hoog op de agenda van de banken. Zij zijn druk bezig met het vergroten van de capaciteit van het elektronisch betalingsverkeer. Ook wordt onderzocht hoe het mogelijk is om minder storingen in het systeem te laten ontstaan. Zaken als standaardformulieren zullen zo spoedig mogelijk worden geïntroduceerd, zodat het voor de klanten eenvoudiger wordt om van bank te wisselen. Tevens worden in een MDW-werkgroep de mogelijkheden van nummerportabili-teit onderzocht. Over spookopnames heeft de minister overlegd met de Consumentenbond en de NVB. De informatievoorziening aan de consument over dit onderwerp wordt verbeterd. De nieuwe folder over dit onderwerp is inmiddels gereed.
De Talibanlijst is een VN-resolutie die door de Europese Unie is vertaald in een richtlijn met rechtstreekse werking. Dat is de wettelijke basis voor het bevriezen van rekeningen die op naam van instellingen en personen staan die op die lijst genoemd worden. Voor het bevriezen van rekeningen van personen en instanties op de FBI-lijst, die uitgebreider is, zal de gang naar de Nederlandse rechter gemaakt moeten worden.
Het is de verwachting dat de interconnectie tussen Postbank en Interpay-banken snel wordt verbeterd. Verdere rekeningnummerstandaardisatie zal hiertoe bijdragen. Het ziet er echter niet naar uit dat de systemen geheel worden geïntegreerd.
Het is de minister bekend dat het MKB achterloopt bij het bestellen van het wisselgeld van de euro, maar hij maakt zich daar nog niet al te veel zorgen over. Door de schaal kan het MKB gemakkelijk improviseren en snel beslissingen nemen. Daar komt bij dat er op dit punt nog de nodige activiteiten ontplooid zullen worden, zowel door het MKB zelf als via de centrale campagne. De bestelformulieren voor het eurowisselgeld zullen nogmaals worden aangeboden. Daarnaast kunnen MKB’ers zelf in de tweede helft van december dan wel begin januari naar de bank gaan om daar de munten op te halen, als zij ze nog niet besteld hebben. De banken zullen deze echter slechts beperkt in voorraad hebben. De minister verwacht in ieder geval dat het MKB alles tijdig heeft geregeld. Voor de komst van de euro is er een algemene fiscale faciliteit in het leven geroepen, zodat de kosten niet eenzijdig bij de winkeliers worden neergelegd. Die bestaat al enkele jaren en daar komt bij dat in de Miljoenennota is voorgesteld om die regeling nog een jaar te verlengen. Die regeling geldt dus ook nog voor 2002, zij het in een iets andere vorm. Voor het innemen van de guldens is een vergoeding voorgesteld. Tot slot zegt de minister toe dat er dit jaar nog een notitie komt over de maatschappelijke aspecten van het betalingsverkeer.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Gijzel
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Berck