Brief ministers over beperking van de molestdekking van luchtvaartmaatschappijen voor aansprakelijkheidsschade aan derden - Bestrijding internationaal terrorisme - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 27925 - Bestrijding internationaal terrorisme.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Bestrijding internationaal terrorisme; Brief ministers over beperking van de molestdekking van luchtvaartmaatschappijen voor aansprakelijkheidsschade aan derden |
---|---|
Documentdatum | 24-09-2001 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST55576 |
Kenmerk | 27925, nr. 3 |
Van | Financiën (FIN) Verkeer en Waterstaat (VW) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
27 925
Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2001
Als gevolg van de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten zullen verzekeraars wereldwijd met ingang van 24 september 2001 om 23.59 uur GMT de molestdekking van luchtvaartmaatschappijen voor aansprakelijk-heidsschade aan derden, met uitzondering van schade aan de door de betrokken luchtvaartmaatschappij zelf vervoerde personen, beperken tot maximaal US$ 50 miljoen per ongeval en per jaar. Tot nu toe liggen de verzekerde bedragen voor dit soort risico’s in de meeste gevallen in de orde van grootte van US$ 1 á 1,5 miljard.
Voor aansprakelijkheid jegens de door de luchtvaartmaatschappij zelf vervoerde personen en de zogeheten cascoschade (schade aan de lucht-vaartuigen zelf) blijven verzekeraars molestdekking bieden, evenwel tegen een aangepaste premie.
Verzekeraars maken hierbij gebruik van een gebruikelijke clausule in verzekeringspolissen die het mogelijk maakt om in bepaalde gevallen de polis op te zeggen of eventueel tegen andere voorwaarden weer te sluiten.
Door de aangekondigde rigoureuze vermindering van de dekking zou het voor luchtvaartmaatschappijen vanaf dinsdag 25 september 2001 onmogelijk zijn om hun toestellen in de lucht te brengen. In het geval van ongevallen zouden daaruit voortvloeiende schadeclaims al snel hun financiële draagkracht te boven kunnen gaan.
Nationaal en internationaal is de eis gebruikelijk dat dekking van de aansprakelijkheid op afdoende wijze is zeker gesteld, hetgeen met bedragen van maximaal US$ 50 miljoen zeker niet het geval zal zijn. Bij het ontbreken van voldoende dekking worden geen landingsrechten verleend. Ook banken en leasemaatschappijen eisen een goede dekking van dergelijke risico’s.
Deze internationale problematiek is onderwerp van overleg geweest tijdens de Ecofin-bijeenkomst in Luik op 21 en 22 september jl., waar de ministers van Financiën van de EU-lidstaten vergaderd hebben. In
verband met de voor luchtvaartmaatschappijen urgente problematiek voortvloeiend uit de door verzekeraars aangekondigde beperking van de aansprakelijkheidsdekking, is daarin afgesproken dat de lidstaten dat deel van de dekking voor hun rekening kunnen nemen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
•de door overheden te verlenen bijstand dient beperkt te worden tot de voor de korte termijn op de commerciële verzekeringsmarkt ontbrekende dekking van aansprakelijkheidsrisico’s ten gevolge van molest;
-
•overheden zullen daarvoor een premie in rekening brengen, met dien verstande dat het is toegestaan daarvan af te zien gedurende een korte periode;
-
•de dekking zal worden beperkt tot een periode van een maand.
Op korte termijn zal intussen worden gewerkt aan een duurzame oplossing en zal tevens worden bevorderd dat de bedrijfstak terugkeert naar de verzekeringsmarkt.
De Europese Commissie is gevraagd om het werkterrein van een onlangs in het leven geroepen ad-hoc groep inzake de coördinatie en samenwerking met betrekking tot veiligheid in de EU, uit te breiden met verzekeringsvraagstukken. Een eerste rapportage van deze groep is voorzien voor de vergadering van de Raad van Transportministers op 15 oktober a.s.
In het licht van deze besluitvorming hebben de Minister van Financiën en de Minister van Verkeer & Waterstaat na consultatie van de KLM, het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Luchtvaartpool, het volgende besloten. Met ingang van maandag 24 september 2001 vanaf 23.59 uur GMT wordt ingevolge artikel 4 van Zee- en luchtvaartverzekeringswet 1939, op de hierna vermelde voorwaarden ten aanzien van luchtvaartmaatschappijen voorzien in dekking van hun aansprakelijkheidsrisico’s jegens derden, niet zijnde de door hen vervoerde personen. De dekking geldt boven het bedrag dat door verzekeraars is gedekt tot ten hoogste het bedrag dat op 17 september 2001 door de betrokken luchtvaartmaatschappij voor dat risico was verzekerd en op de overige op dat risico betrekking hebbende polisvoorwaarden die op dat moment golden. De datum van 17 september 2001 is gekozen aangezien toen de beperking van de dekking door verzekeraars aan de luchtvaartmaatschappijen is medegedeeld.
Aan de overheidsdekking worden voorwaarden gesteld, waarvan de belangrijkste zijn:
-
1.de luchtvaartuigen moeten zijn ingeschreven in het Nederlandse Luchtvaartregister (PH nummer) of in bestelling zijn in het kader van de normale bedrijfsvoering;
-
2.de luchtvaartmaatschappijen dienen in het bezit te zijn van een geldige exploitatievergunning op grond van artikel 16a van de Luchtvaartwet;
-
3.de overheidsdekking zal voor een periode van 30 dagen worden verleend met dien verstande dat bij een nieuwe molestschade in deze periode de dekking met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd;
-
4.over deze periode wordt geen premie in rekening gebracht.
Een afschrift van deze brief is heden door de Minister van Verkeer & Waterstaat aan de betrokken luchtvaartmaatschappijen gezonden, met het verzoek om heden aan te geven of men gebruik wenst te maken van de geboden dekking. De dekking gaat in op maandag 24 september 2001 vanaf 23.59 uur GMT of, indien de bevestigende mededeling van de luchtvaartmaatschappij later wordt gedaan, op dat latere tijdstip.
Op korte termijn zullen de betrokken luchtvaartmaatschappijen worden geïnformeerd over de verdere wijze waarop praktisch vorm wordt gegeven aan deze regeling en welke informatie daarbij moet worden verstrekt.
Zoals reeds aangegeven is de hier geschetste dekking bedoeld om op zeer korte termijn een oplossing te vinden voor de problemen waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd. Gedurende de periode van een maand waarin deze dekking van kracht is zal, conform de afspraken tijdens de Ecofin-bijeenkomst, zo mogelijk in EU-verband worden gestreefd naar het totstandbrengen van een meer duurzame oplossing. Daarbij zal tevens de voor een vervolgperiode in rekening te brengen premie worden bezien.
Een afschrift van deze brief is aan de Europese Commissie gezonden.
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Minister van Verkeer & Waterstaat, T. Netelenbos