Motie inzake verzoek aan regering voor 1 miljard aan extra onderwijsmiddelen in 2001 - Interpellatie inzake de tekorten in het onderwijs
Deze motie1 is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 27637 - Interpellatie-Ross-Van Dorp inzake de tekorten in het onderwijs2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Interpellatie inzake de tekorten in het onderwijs; Motie inzake verzoek aan regering voor 1 miljard aan extra onderwijsmiddelen in 2001 |
---|---|
Documentdatum | 15-03-2001 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST51901 |
Kenmerk | 27637, nr. 1 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2000–2001
27 637
Interpellatie inzake de tekorten in het onderwijs
Nr. 1
MOTIE VAN HET LID ROSS-VAN DORP
Voorgesteld 15 maart 2001
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de onderwijssector heeft gestaakt voor 1 mld. extra voor onderwijs bij de Voorjaarsnota;
overwegende:
– dat de onderwijssector onder meer te maken heeft met een zeer hoge werkdruk, met onzekerheid over nieuwe lerarenwegen, bedreiging met sluiting van tweedegraads lerarenopleiding, met onvoldoende docenten in het basisonderwijs en vervangingsproblemen bij ziekte;
– dat het werk in het onderwijs aantrekkelijk genoeg moet zijn om mensen vast te houden en echt weer een grote impuls te geven om mensen aan te trekken;
– dat het niet kan blijven bij management by speech;
spreekt uit, dat geïnvesteerd dient te worden in de mensen in het onderwijs en dat het ambitieniveau bij de Voorjaarsnota van 1 mld. daarbij aan de magere kant is;
verzoekt de regering bij de komende Voorjaarsnota voorstellen te doen voor ten minste 1 mld. aan structurele extra onderwijsmiddelen in 2001,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ross-van Dorp
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Deze interpellatie werd gehouden op 15 maart 2001 en werd aangevraagd door Tweede Kamerlid Clémence Ross-van Dorp van de CDA op 13 maart 2001. De interpellatie richtte zich tot minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Loek Hermans.