Brief staatssecretaris over de café-brand in Volendam en de verdere afwikkeling van de gevolgen daarvan - Café-brand Volendam - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 27575 - Café-brand in Volendam.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Café-brand Volendam; Brief staatssecretaris over de café-brand in Volendam en de verdere afwikkeling van de gevolgen daarvan |
---|---|
Documentdatum | 04-01-2001 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST50602 |
Kenmerk | 27575, nr. 1 |
Van | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2000–2001
27 575
Café-brand in Volendam
Nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 januari 2001
Inleiding
In de nacht van de jaarwisseling heeft omstreeks 00.30 uur brand gewoed in de horecagelegenheid de Hemel in Volendam, gemeente Edam– Volendam. De korte maar hevige brand heeft desastreuze gevolgen gehad met groot persoonlijk leed voor velen. Aan de hechte gemeenschap van Volendam zijn vele jonge mensen in de bloei van hun leven ontvallen. Een nog groter aantal zal de rest van hun leven geconfronteerd worden met de afschuwlijke gevolgen van de brand. Ik betuig hiermee namens het kabinet nogmaals mijn medeleven met de getroffenen.
Ik informeer uw Kamer, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties a.i. over de brand en de verdere afwikkeling van de gevolgen daarvan.
Het kabinet hecht aan onafhankelijk en integraal onderzoek naar oorzaken en omstandigheden van rampen en zware ongevallen. Hiermee kan antwoord worden gegeven op de indringende vragen die bij de getroffenen bestaan en kunnen lessen worden geleerd, zodat dergelijke rampen in de toekomst zoveel als mogelijk kunnen worden voorkomen. In deze brief informeer ik u dan ook in het bijzonder over de wijze waarop inhoud wordt gegeven aan een dergelijk onafhankelijk en integraal onderzoek.
Het te betreuren aantal dodelijke slachtoffers is op het moment van schrijven van deze brief opgelopen tot tien. 324 personen hebben contact gehad met de tweedelijns gezondheidszorg.
141 personen zijn op dit moment nog opgenomen op verpleegafdelingen of Intensive Care-afdelingen al dan niet met beademing. Het brandwondencentrum te Beverwijk coördineert de behandeling van alle brandwonden-slachtoffers en heeft samen met het brandwondencentrum van het Zuider Ziekenhuis te Rotterdam consultatieteams geformeerd die dagelijks de brandwondenslachtoffers in de ziekenhuizen bezoeken en met de medische staf overleggen over de behandeling.
Na de eerste opvang en behandeling ter plaatse en in ziekenhuizen in Nederland zijn ook 23 brandwondenslachtoffers overgebracht naar gespecialiseerde brandwondencentra in België en Duitsland. Ik heb grote waardering voor de getoonde inzet en effectiviteit van het optreden van de hulpverleners. Deze erkentelijkheid geldt uiteraard ook voor de hulpverlening in België en Duitsland.
Op nieuwjaarsdag heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een bezoek gebracht aan een aantal ziekenhuizen en heeft zij haar waardering geuit voor de inzet en prestaties van de zorg- en andere hulpverleners. Ook op die dag heb ik samen met de commissaris van de Koningin in Noord-Holland, de heer Van Kemenade, het crisiscentrum in Volendam bezocht en medeleven betuigd met de ernstig gewonden en met de gehele gemeenschap van Volendam. Op 2 januari hebben Hare Majesteit de Koningin en vice-premier Jorritsma, in aanwezigheid van de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, een bezoek gebracht aan het Academisch Medisch Centrum en hun medeleven betuigd aan de gewonden en hun familieleden.
Van de zijde van het kabinet is bij die gelegenheid steun toegezegd op het gebied van de medische zorg en de sociale en psychosociale nazorg. Tevens is ondersteuning aangeboden aan de gemeente Edam–Volendam op het vlak van de communicatie en algemene voorlichtingstaken. Voorlichtingsfunctionarissen van de rijksoverheid zijn bij de werkzaamheden in Volendam ter ondersteuning ingeschakeld. Ook van de zijde van de provincie is ondersteuning aanwezig.
In de rampenstaf Volendam is op 2 januari 2001 het besluit genomen een Advies en Informatie Centrum (AIC) in te stellen van een bescheiden omvang. Op negen januari zal een eerste evaluatie plaatsvinden, waar wordt beslist in welke omvang het AIC zal worden voortgezet. Het ministerie van VWS zal indien noodzakelijk financiële ondersteuning aanbieden. Ook de GGD Twente en het IAC in Enschede hebben ondersteuning aangeboden.
Het AIC is gevestigd in het Don Bosco College en is zowel mondeling als telefonisch bereikbaar van 10.00–20.00 uur. Verder zal het AIC-Volendam de registratie van de slachtoffers en hulpvragenden ter hand nemen.
Gezien de aard en omvang van de ramp en de jeugdige populatie is het adequaat opzetten van psychosociale nazorg noodzakelijk. Het doel van de nazorg is:
– het zorgdragen voor adequate zorg op individueel niveau voor getroffenen bij het verwerken hun traumatische ervaring met als doel isolement te voorkomen en terugkeer tot het normale levenspatroon te realiseren; – het voorkomen van blijvende psychische schade in de vorm van een post traumatische stressstoornis door signalering en begeleiding; – het verkrijgen van inzicht en overzicht wie getroffenen zijn en het in de tijd volgen van de getroffenen. In de werkgroep die de nazorg volgens de doelstellingen wil operationaliseren participeren de GGD, het algemeen maatschappelijk werk, GGZ/RIAGG, bureau Jeugdzorg, Geestelijke verzorging (kerken), huisartsen, scholen en slachtofferhulp.
De financiering van de zorg zal allereerst via de daartoe geëigende kanalen plaats vinden. Zo nodig zal ondersteuning worden geboden door het ministerie van VWS in zowel materieel als immaterieel opzicht. Expertise elders opgedaan zal ook hier worden benut.
De gemeente Edam–Volendam en de provincie Noord-Holland hebben het Crisis Onderzoeks Team (COT) van de Rijksuniversiteit Leiden verzocht om de gemeente te adviseren over de nog te nemen maatregelen bij de afwikkeling van de ramp.
Op nieuwjaarsdag heeft, conform het gestelde in het nationaal handboek crisisbesluitvorming, een eerste interdepartementaal overleg bij het Nationaal Coördinatiecentrum van BZK plaatsgevonden tussen de meest betrokken departementen en vertegenwoordigers van de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Hier is besloten dat opschaling tot op rijksniveau niet noodzakelijk is, maar de afwikkeling van de ramp een gemeentelijke aangelegenheid is. Aangegeven is dat ondersteuning vanuit het Rijk geboden wordt, indien de burgemeester daarom vraagt.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding
Eerstverantwoordelijke voor de coördinatie van de hulpverlening tijdens en na de ramp in Volendam is de burgemeester. Dit betekent dat de betrokken diensten, zoals de (regionale) brandweer, de politie en de geneeskundige hulpverleningsdiensten, onder zijn gezag staan en dat hij voor het gevoerde beleid verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. Met de burgemeester is afgesproken dat hij het initiatief neemt tot het vragen van ondersteuning door de rijksoverheid en de provincie, indien hij dat wenselijk acht.
Het overleg tussen de betrokken overheden over de verdere hulpverlening en nazorg zal op de reguliere wijze plaatsvinden. Dit houdt in dat commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland overleg voert met de burgemeester. De commissaris van de Koningin van Noord-Holland is voor mij als coördinerend bewindspersoon het aanspreekpunt.
Onafhankelijk en integraal onderzoek
Onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie wordt momenteel een oriënterend onderzoek verricht naar de toedracht van de brand om te bezien of daaraan strafrechtelijke aspecten verbonden zijn. Het OM verwacht dit onderzoek op zeer korte termijn af te ronden.
De gemeente Edam–Volendam heeft mij laten weten dat informatie over de feitelijke toedracht met betrekking tot de vergunningverlening nog deze week wordt gepubliceerd.
Ik heb besloten een commissie in te stellen die een rapportage aan het kabinet uit zal brengen over de toedracht en de afwikkeling van de brand. De heer Alders, Commissaris van de Koningin in Groningen, tevens voorzitter van het Landelijk Beraad Rampenbestrijding (LBRB) is bereid gevonden de commissie voor te zitten. De commissie zal in haar rapportage ingaan op de conclusies en aanbevelingen van de onderzoeksresultaten van de rijksinspecties.
Het feitelijk onderzoek naar de toedracht en afwikkeling van de brand zal worden uitgevoerd door de Inspectie Brandweer en Rampenbestrijding, de Inspecties voor de Gezondheidszorg en de Keuringsdienst van Waren en met gebruikmaking van de bouwkundige expertise die voorhanden is bij de Inspectie van de Volkshuisvesting. De inspecties zullen in nauwe samenwerking en onderling overleg hun onderzoek verrichten en tot een rapportage komen. De Inspectie Brandweer en Rampenbestrijding vervult in deze een coördinerende rol. De inspecties zullen zich bij hun onderzoek methodologisch laten bijstaan door de afdeling Veiligheidskunde van de
Technische Universiteit Delft. Ook met het Openbaar Ministerie zal intensief worden samengewerkt.
De commissie zal verder de integraliteit en samenhang van de uit te brengen inspectierapporten bewaken en de aanbevelingen uit de inspectierapporten van commentaar voorzien. Desgewenst kan de commissie nader onderzoek entameren.
De ramp in Volendam heeft opnieuw het belang onderstreept van het gemeentelijke vergunningenbeleid ten aanzien van brandveiligheid. Naar aanleiding hiervan heb ik het initiatief genomen om het vergunningenbeleid inzake de brandveiligheid nader te laten onderzoeken. Ik zal de commissie Alders vragen een voorstel uit te werken voor een dergelijk onderzoek waarmee inzicht wordt verkregen in de wijze waarop in ons land invulling wordt gegeven aan het vergunningenbeleid in relatie tot de brandveiligheid alsmede het hieruit voortvloeiende toezicht. Het onderzoek zal behalve op horecainrichtingen ook betrekking hebben op andere vergunningsplichtige inrichtingen.
In overleg met de heer Alders en de rijksinspecties zal de opdracht van de commissie nader worden geformuleerd. Tevens zal de samenstelling van de commissie, de wijze en het tijdpad van rapporteren in een instellingsbeschikking worden opgenomen.
Het onderzoek van de inspecties naar de brand in Volendam zal enerzijds gericht zijn op de vergunningen die voor het uitbaten van de horecagelegenheid vereist zijn. Het gaat daarbij om het gehele proces van aanvraag, verlening, naleving van de eisen en de handhaving waarbij de belangrijkste invalshoek de brandveiligheid is. Anderzijds zal het gericht zijn op de omstandigheden die tot de fatale afloop hebben bijgedragen, alsmede op de brandbestrijding, redding en de geneeskundige hulpverlening.
De onderzoeksresultaten van de rijksinspecties zullen behalve aan de commissie Alders ook door tussenkomst van het ministerie van BZK worden aangeboden aan de Commissaris van de Koningin Noord-Holland en aan het college van burgemeester en wethouders van Edam– Volendam. Burgemeester en wethouders van Edam–Volendam zullen van het resultaat van dit onderzoek gebruik maken bij het voldoen aan de in artikel 2b van de Wet rampen en zware ongevallen neergelegde verplichting tot het uitvoeren van een analyse van de ramp.
Aangezien er sprake is van een ramp met bijzondere kenmerken (veel slachtoffers met een combinatie van ernstige brandwonden en ernstige longproblemen), heeft de hulpverlening een enorm beslag gelegd op de beschikbare capaciteit van zowel de Intensive Care-bedden (IC-bedden), als van de gespecialiseerde brandwondencapaciteit. De Minister van VWS zal de beschikbare capaciteit van IC-bedden en die van de drie brandwondencentra nader tegen het licht houden.Tevens zal de minister van VWS (Keuringsdienst van Waren) in de tweede helft van januari overleg voeren met de kledingbranche over het afsluiten van een convenant over de brandveiligheid van kleding. Hierbij kan worden gedacht aan technische eisen voor brandveiligheid van kleding en aan etikettering.
Rapportage Tweede Kamer
Ik zal uw Kamer nader informeren over het instellingsbesluit van de commissie Alders en over de voortgang van de afwikkeling van de ramp.
De rapportage van de bevindingen van de commissie Alders doe ik u te zijner tijd toekomen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. M. de Vries