Memorie van toelichting - Voorstel van wet van de leden Valk en Eurlings tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het telefoneren tijdens het besturen van een motorrijtuig - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 27202 - Initiatiefvoorstel-Valk en Eurlings - Telefoneren tijdens het besturen van een motorrijtuig i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Valk en Eurlings tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het telefoneren tijdens het besturen van een motorrijtuig; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 22-06-2000 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST46688 |
Kenmerk | 27202, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1999–2000
27 202
Voorstel van wet van de leden Valk en Eurlings tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met telefoneren tijdens het besturen van een motorrijtuig
Nr. 3
1 Trouw, 20 juni 1997.
2 Cijfers ING Barings, geciteerd door De Volkskrant, 13 januari 1999.
3 A. Oei, Telefoneren in de auto en verkeersveiligheid. Een literatuurstudie (Leidschendam 1998). SWOV R-98-41.
4 SWOV Geactualiseerde raming besparing slachtoffers bij geheel nalaten gebruik autotelefoon.
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het gebruik van de mobiele telefoon heeft sinds een aantal jaren een enorme vlucht genomen. De groei van het bezit hiervan overtrof alle eerdere prognoses. In 1996 waren er 800 000 mobiele telefoons in ons land in gebruik. Het jaar daarop voorspelde Libertel-topman John de Wit dat hij in het jaar 2000 vier miljoen mobiele bellers verwachtte1. Deze voorspelling bleek eind 1999 achterhaald, toen bekend werd gemaakt dat er tenminste 6,8 miljoen mobiele aansluitingen waren gerealiseerd oftewel dat 40% van de Nederlanders inmiddels over een zogenaamd mobieltje beschikte2.
Het gebruik van de mobiele telefoon brengt grote gevaren met zich mee. Onderzoeken in zowel binnen- als buitenland hebben dat aangetoond. Het telefoneren achter het stuur is om diverse redenen een riskante aangelegenheid. Onderzoeken hebben uitgewezen dat het concentratieverlies groot is. Doorgaans gaat het om zakelijke gesprekken, die veel aandacht vergen; aandacht die ten koste gaat van datgene dat zich op de weg afspeelt. Bovendien, anders dan een gesprek met een inzittende, heeft de persoon met wie wordt gebeld geen zicht op de situatie op de weg en kan dus niet beoordelen of het gewenst is het voeren van het gesprek tijdelijk te staken. Nog meer echter dan handsfree telefoneren interfereert het handmatig telefoneren, waarbij de telefoon met een hand aan het oor wordt gehouden, met handelingen achter het stuur die vereisen dat de bestuurder de beschikking heeft over beide armen. Schakelen, het nemen van bochten, het aangeven van richting, het plotseling moeten uitwijken en andere handelingen gaan niet samen met een situatie waarin de bestuurder niet beide handen aan het stuur heeft. Ditzelfde geldt ook voor situaties waarbij de telefoon tussen schouder en wang wordt geklemd.
De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) schat in een recent rapport dat telefoneren achter het stuur de ongevalkans vergroot met minimaal een factor 23. Volgens de SWOV is dit een conservatieve schatting. In het jaar dat het rapport uitkwam, 1998, berekende de SWOV dat in het Nederlandse verkeer het telefoneren in de auto vijftien doden en honderd gewonden vraagt. Op grond van de huidige toename van het aantal mobiele telefoons heeft de SWOV deze raming recentelijk bijgesteld. Zij schatte in 1999 dat het aantal verkeersslachtoffers uitkomt op 310, waaronder 26 doden4. Gezien de nog steeds voort-
1 V. Hooijmeijer, Is handsfree bellen veiliger? Gevaarlijk sturen met een mobiel, in: Verkeers-
gaande groei in het bezit van mobiele telefoons kan worden aangenomen dat het aantal verkeersslachtoffers ten gevolge van dit gebruik nog steeds stijgende is.
In het rapport uit 1998 bepleit de SWOV een verbod op het handmatig telefoneren. Zij wordt hierin gesteund door de verkeersveiligheidsorganisatie 3VO.
In dit wetsvoorstel wordt hetzelfde voorgesteld. Hoewel ook handsfree telefoneren gevaren met zich meebrengt, zijn die van handmatig telefoneren groter. Dat komt naar voren in het al eerder aangehaalde onderzoek van de SWOV uit 1998, alsmede in een recent artikel in het tijdschrift Verkeerskunde1. Hierin wordt gewezen op de extra negatieve gevolgen van het handmatig telefoneren, namelijk die van lagere reactiesnelheden, meer slingeren over de weg en verminderde aandacht voor de weg. Bovendien, anders dan handsfree telefoneren, is een verbod op handmatig telefoneren beter te handhaven. Het is immers visueel van buitenaf te detecteren. Bovendien leidt het stellen van een wettelijke norm tot een vermindering van het handmatig telefoneren. Immers, zowel bestuurder als eventuele medepassagiers weten dat de bestuurder in overtreding is als hij handmatig telefoneert terwijl hij deelneemt aan het verkeer. In die zin kan de vergelijking worden getrokken met het wettelijk voorschrift op het gebruik van de autogordel. Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat die, met uitzondering van de achterbank, nagenoeg volledig is geaccepteerd.
Dit wetsvoorstel beoogt te bereiken dat het leidt tot verbetering van de verkeersveiligheid. Een deel van de telefoongebruikers zal overgaan op vormen van handsfree telefoneren, zoals een carkit of een hoofdset. Een ander deel zal helemaal niet meer telefoneren tijdens het rijden. Er moet wel rekening mee worden gehouden, zoals ook de SWOV in haar rapport uit 1998 stelt, dat een resterend deel handmatig blijft telefoneren. Gerichte controleacties van de kant van de politie zal moeten bereiken dat de laatste groep zo klein mogelijk blijft. Ook is het noodzakelijk dat na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel een uitgebreide voorlichtingscampagne van start gaat, waarin gewezen wordt op het verbod van handmatig telefoneren terwijl er wordt deelgenomen aan het verkeer.
Wetgeving in ons land op dit terrein sluit aan op ontwikkelingen die zich elders in Europa hebben voorgedaan of zich voordoen. In België, Duitsland, Tsjechië en Spanje is momenteel wetgeving in behandeling dan wel in voorbereiding. Portugal, Oostenrijk, Denemarken, Italië, Griekenland, Hongarije en Zwitserland kennen momenteel al een expliciet verbod op het handmatig telefoneren terwijl wordt deelgenomen aan het verkeer.
Erkend moet worden dat het gebruik van de telefoon in de auto nuttige diensten heeft bewezen in situaties van alarmering, zoals het waarschuwen van politie of ambulance in geval van een ongeval. Vanzelfsprekend hoort er in dergelijke overmachtsituaties niet tot vervolging te worden overgegaan.
De vraag is relevant, waarom expliciete vermelding van een verbod op het handmatig telefoneren wel wordt voorgesteld en niet op andere handelingen, die de rijvaardigheid nadelig kunnen beïnvloeden. Daarbij kan gedacht worden aan faxen, e-mailen, het opzoeken van een radiozender en andere handelingen die nadelig kunnen uitwerken op de rijvaardigheid. Deze handelingen kunnen in de huidige situatie leiden tot strafbaarstelling conform artikel 5 van de Wegenverkeerswet indien zij leiden tot verkeers-onveilige situaties. In die zin kan bijvoorbeeld ook handsfree bellen in voorkomende gevallen leiden tot vervolging. Anders echter dan veel
kunde, maart 2000. andere handelingen die de verkeersveiligheid nadelig kunnen beïn- vloeden, is het gebruik van de telefoon in de auto een structureel gebruik geworden en niet een eenmalige, kortstondige handeling. De SWOV heeft berekend, waarbij zij zich baseert op Duits onderzoek, dat de gebruikers van een autotelefoon de rijtijd 8% al telefonerend afleggen. Mochten andere vormen van communicatie eveneens een structureel karakter krijgen dan kan ook hiervoor nadere regelgeving worden overwogen. Hoe dan ook zal na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel na een jaar evaluatie moeten plaatsvinden. In dat kader zal dan ook bekeken moeten worden in hoeverre aanvullende maatregelen noodzakelijk zullen zijn.
Artikelsgewijze toelichting
Onder handmatig telefoneren wordt verstaan het gebruik van de zogenaamde handheld telefoon. Dat is een telefoon, die tijdens het spreken in de hand wordt gehouden, dan wel ingeklemd is tussen wang en schouder. Handsfree toestellen, zoals toestellen die zijn voorzien van een carkit of een hoofdset, zijn hiervan uitgesloten. Het verbod beperkt zich tot het deelnemen aan het verkeer. Stilstaan voor een stoplicht of in de file is ook deelname aan het verkeer.
Overtreding van het verbod op handmatig bellen is in artikel I, onderdeel B, strafbaar gesteld. De overtreding wordt gestraft met een straf die vergelijkbaar is met andere overtredingen, zoals het niet dragen van een helm of het niet omhebben van een veiligheidsgordel. Dit laat onverlet, dat indien handmatig telefoneren leidt tot de dood, zwaar of ander lichamelijk letsel, dat artikel 6 uit deze wet onverminderd van kracht blijft.
Valk Eurlings