Motie over het beschikbaar stellen van extra middelen voor het realiseren van kleinschaliger en variabeler opvang - Interpellatie inzake het aantal plaatsen in AZC's

Deze motie1 is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 27057 - Interpellatie-Verhagen inzake het aantal plaatsen in AZC's.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Interpellatie inzake het aantal plaatsen in AZC's; Motie over het beschikbaar stellen van extra middelen voor het realiseren van kleinschaliger en variabeler opvang 
Document­datum 28-03-2000
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST44801
Kenmerk 27057, nr. 2
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1999–2000

27 057

Interpellatie inzake het aantal plaatsen in AZC’s

Nr. 2

MOTIE VAN HET LID HALSEMA

Voorgesteld 28 maart 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Kamer zich voorstander toont van het kunnen inrichten van kleinschaliger en variabeler opvang (maatwerk);

overwegende, dat hiervoor wellicht extra financiële middelen noodzakelijk zijn;

verzoekt de regering na te gaan of, zo nodig, bij voorjaarsnota extra middelen kunnen worden toegevoegd aan de justitiebegroting teneinde kleinschaliger en variabeler opvang te kunnen realiseren, en hierover de Kamer te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Halsema

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 27057 - Interpellatie-Verhagen inzake het aantal plaatsen in AZC's
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.