Brief minister inzake aanbieding van een overzicht van productievoornemens - Positionering academische ziekenhuizen - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 26275 - Positionering academische ziekenhuizen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Positionering academische ziekenhuizen; Brief minister inzake aanbieding van een overzicht van productievoornemens |
---|---|
Documentdatum | 16-02-2000 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST44003 |
Kenmerk | 26275, nr. 3 |
Van | Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1999–2000
26 275
Positionering academische ziekenhuizen
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2000
Bij de behandeling van de notitie positionering academische ziekenhuizen door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heb ik bij de beantwoording van vraag 26 toegezegd een overzicht na te sturen (vergaderjaar 1998–1999, 26 275, nr. 2). De Vereniging Academische Ziekenhuizen heeft op mijn verzoek een overzicht opgesteld van produc-tievoornemens die in het lokaal overleg tussen verzekeraars en academische ziekenhuizen zijn besproken en die niet binnen de JOZ kaders konden worden gehonoreerd.
Vanwege de betrachte zorgvuldigheid heeft dit enige tijd gekost. De cijfers uit dit overzicht moeten worden gezien in het perspectief van het overleg van het Hoofdlijnenakkoord. Niet alle initiatieven werden mede gedragen door zorgverzekeraars.
Er zijn keuzes gemaakt, projecten zijn met voorfinanciering door de academische ziekenhuizen gestart, andere zijn doorgeschoven naar een volgend jaar. Gelet op de politieke keuze om de groei in de care-sector te concentreren kon niet alles wat noodzakelijk werd geacht, worden uitgevoerd. Als bijlage bij deze brief sluit ik het gevraagde, gedetailleerde inzicht over de periode van het Hoofdlijnenakkoord bij1. Daarbij merk ik overigens op dat indien een productievoornemen wel gehonoreerd zou zijn geweest, dit niet bij voorbaat zou hebben betekend dat het ook daadwerkelijk gerealiseerd zou zijn. Realisatie is immers mede afhankelijk van beschikbare (specialistische) capaciteit.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.