Motie inzake opstellen gedragscode 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' voor de nationale overheid als ondernemer - Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 26485 - Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Maatschappelijk verantwoord ondernemen; Motie inzake opstellen gedragscode 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' voor de nationale overheid als ondernemer |
---|---|
Documentdatum | 07-09-1999 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST40282 |
Kenmerk | 26485, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
26 485
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID VERBURG C.S.
Voorgesteld 7 september 1999
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat:
– maatschappelijk verantwoord ondernemen van groot belang is in een internationaliserende economische ontwikkeling; – de overheid op een aantal terreinen zelf als ondernemer opereert;
van mening, dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen,
verzoekt de regering het ontwerp van een gedragscode «maatschappelijk verantwoord ondernemen» voor de nationale overheid als ondernemer ter hand te nemen, en bedoeld ontwerp vóór het einde van dit jaar aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Verburg
Bos
Van Walsum
Van Middelkoop
Rabbae
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.