Brief staatssecretaris over de afhandeling van de waterschade van najaar 1998 - Wateroverlast in Nederland - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 50 toegevoegd aan dossier 24071 - Wateroverlast in Nederland.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wateroverlast in Nederland; Brief staatssecretaris over de afhandeling van de waterschade van najaar 1998 |
---|---|
Documentdatum | 08-06-1999 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST35613 |
Kenmerk | 24071, nr. 50 |
Van | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
24 071
Wateroverlast in Nederland
Nr. 50
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 8 juni 1999
Hierbij stel ik u op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot de afhandeling van de waterschade van najaar 1998. De Wet tegemoetkoming Schade bij rampen en zware ongevallen (WTS, Stb. 1998, 325) is van toepassing verklaard op de extreme regenval van 13/14 september 1998 (WTS 1) en op de extreme regenval van 27/28 oktober 1998 (WTS 2).
Notificatie van de regeling WTS 2
Uitkeringen op grond van de WTS konden niet worden verstrekt zolang de procedure ter notificatie van de uitvoeringsregeling voor WTS 2 niet tot instemming had geleid van de Europese Commissie. Op 4 mei 1999 is WTS 2 door de Europese Commissie goedgekeurd. Het agentschap LASER, belast met de uitvoering van de regeling, is daarna begonnen met uitbetaling van tegemoetkomingen in de schade aan gedupeerden. De aan de Tweede Kamer gemelde uitbetalingstermijn van medio juni kan gehaald worden voor die dossiers die compleet zijn. Voor een aantal dossiers dienen de betreffende gedupeerden nog de nodige informatie te verstrekken. Indien zij deze informatie op korte termijn verstrekken kunnen ook deze dossiers spoedig worden afgehandeld. Betrokkenen hebben veelal wel reeds een voorschot ontvangen.
Financiële aspecten
De extreme regenval van september en oktober 1998 heeft een fors beslag gelegd op ’s Rijks middelen. Naar aanleiding hiervan is de vrees geuit dat de kans op dergelijke schade als gevolg van extreme weersomstandigheden en daarmee een beroep op ’s Rijks middelen toeneemt. Een interdepartementale werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de ministeries van Financiën, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken, Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met het analyseren van mogelijke alternatieven voor financiële dekking bij wateroverlast als gevolg van extreme regenval. Een notitie hieromtrent zal naar verwachting in juni aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
Operationele en bestuurlijke evaluatie
In opdracht van het ministerie van BZK is een tweeledig onderzoek uitgevoerd naar het bestuurlijk en operationeel optreden tijdens de wateroverlast in september en oktober 1998.
De evaluatie van het bestuurlijk optreden is verricht door het Crisis
Onderzoek Team (COT) en bureau Berenschot.
De evaluatie van het operationeel optreden is ter hand genomen door de
Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding. Deze heeft een «quick scan» uitgevoerd op de door de diverse brandweerregio’s opgestelde operationele evaluatierapporten.
Beide rapporten zullen vergezeld van een kabinetsstandpunt naar verwachting in juni 1999 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. M. de Vries