Motie met vraag om notitie, waarin helderheid wordt verschaft over extra geld schuldenverlichting exportkrediet Antillen/Aruba - Bezuinigingen op Ontwikkelingssamenwerking
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 26497 - Interpellatie-Van Ardenne-van der Hoeven - Bezuinigingen op Ontwikkelingssamenwerking.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Bezuinigingen op Ontwikkelingssamenwerking; Motie met vraag om notitie, waarin helderheid wordt verschaft over extra geld schuldenverlichting exportkrediet Antillen/Aruba |
---|---|
Documentdatum | 27-04-1999 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST34924 |
Kenmerk | 26497, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
26 497
Bezuinigingen op Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID KARIMI
Voorgesteld 27 april 1999
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de regering een deel van de vrijvallende ODA-gelden voor hulp aan de Nederlandse Antillen en Aruba wil besteden aan schuldverlichting in het kader van de exportkredietverzekering (EKI);
constaterende, dat onduidelijk is hoeveel extra geld naar het EKI gaat, welke landen dit ten goede komt en wat de relatie is met het aangekondigde landenbeleid van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking (zowel waar het de lijst van landen betreft voor het structurele bilaterale programma als het bedrijfslevenprogramma);
verzoekt de regering voor het debat over de Voorjaarsnota te komen met een notitie, waarin zij bovenstaande vragen beantwoordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Karimi
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.