Voorstel van wet - Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake voogdij over de minderjarige Koning - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 26159 - Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake voogdij over de minderjarige Koning.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake voogdij over de minderjarige Koning; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 14-09-1998 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST31091 |
Kenmerk | 26159, nr. 3 |
Van | Algemene Zaken Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Justitie |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
26 159
Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij over de minderjarige Koning
Nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Met dit voorstel van wet wordt in verband met het bepaalde in artikel 137 van de Grondwet het voorstel tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij over de minderjarige Koning, vastgesteld bij de wet van 23 februari 1998 (Stb. 122), met het oog op de tweede lezing daarvan opnieuw aanhangig gemaakt.
Voor de toelichting verwijzen wij naar de desbetreffende tussen de regering en de Staten-Generaal gewisselde stukken en de daarover in de beide kamers gevoerde beraadslagingen (kamerstukken II 1996/97, 25 338; Handelingen II 1997/98, blz. 3279–3286, 3383–3384; kamerstukken I 1997/98, 25 338 (225, 225a); Handelingen I 1997/98, blz. 905).
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, W. Kok
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Peper
De Minister van Justitie, A. H. Korthals