Motie om voorlopig nog geen toestemming te geven voor het kloneren van dieren via kerntransplantatie - Het kloneren van mensen
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 25835 - Kloneren van mensen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Het kloneren van mensen; Motie om voorlopig nog geen toestemming te geven voor het kloneren van dieren via kerntransplantatie |
---|---|
Documentdatum | 01-04-1998 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST28605 |
Kenmerk | 25835, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 835
Het kloneren van mensen
Nr. 3
MOTIE VAN DE LEDEN STELLINGWERF EN M.B. VOS
Voorgesteld 1 april 1998
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
– dat het kloneren van dieren via kerntransplantatie onder het Besluit biotechologie bij dieren valt; – dat daarmee, ten aanzien van het kloneren van dieren via kerntransplantatie, sprake is van een «neen-tenzij» beleid; – dat deze vorm van kloneren dús niet is uitgesloten; – dat het door het Rathenau Instituut georganiseerde maatschappelijke debat over het kloneren betrekking heeft op het kloneren van planten,
mensen én dieren en dat daarbij de nadruk wordt gelegd op mensen
én dieren; – dat niet op de uitkomst van dat maatschappelijke debat dient te worden vooruit gelopen;
spreekt als haar mening uit dat voor het kloneren van dieren via kerntransplantatie geen toestemming mag worden verleend, zolang het lopende maatschappelijke debat nog niet is afgerond,
en gaat over tot de orde van de dag,
Stellingwerf M.B. Vos
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.