Brief staatssecretaris - Anti-tankwapens - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 25884 - Anti-tankwapens.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Anti-tankwapens; Brief staatssecretaris |
---|---|
Documentdatum | 09-02-1998 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST27451 |
Kenmerk | 25884, nr. 1 |
Van | Defensie |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 884
Anti-tankwapens
Nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 9 februari 1998
Met mijn brief van 13 maart 1997 (kamerstuk 25 000 X, nr. 62) heb ik u geïnformeerd over de behoeftestelling voor een «Short Range Antitank weapon» (SRAT) voor de Koninklijke landmacht. Het betreft een door één persoon te bedienen antitankwapen met een effectieve dracht tot 600 meter, dat vanaf de schouder kan worden afgevuurd. Het wapen moet het antitankwapen AT-4 vervangen, dat niet meer effectief genoeg is voor gevechtstaken waarbij moderne gepantserde wapensystemen moeten worden bestreden. In deze brief informeer ik u over de resultaten van de voorstudie (B-fase).
Operationele behoefte
In mijn brief van 13 maart 1997 heb ik het operationele concept voor inzet van dit wapen geschetst. Om onder alle omstandigheden hun taken te kunnen uitvoeren, is het van belang dat (pantser)infanterie-, luchtmobiele infanterie-, verkennings- en commando-eenheden beschikken over wapens waarmee zij zelfstandig op diverse afstanden de huidige en in ontwikkeling zijnde generaties gepantserde gevechtsvoertuigen en tanks kunnen bestrijden. Om een goede onderlinge samenhang in het operationeel optreden en een optimale nabijbeveiliging te waarborgen, moeten deze eenheden beschikken over een combinatie van antitankwapensystemen voor de korte (tot 600 meter) en middellange afstand (tot 2000 meter). De thans in gebruik zijnde AT-4 is wel nog steeds geschikt voor de bestrijding van licht gepantserde doelen en wordt na invoering van het nieuwe antitankwapensysteem heringedeeld bij commandovoerings-, gevechtsondersteunende en logistieke eenheden.
Resultaten marktverkenning
Tijdens de marktverkenning zijn na een eerste selectie vijf kandidaten nader beschouwd. Dit zijn:
-
a.Predator Lockheed Martin (Verenigde Staten)
-
b.MBT/ LAW Bofors (Zweden)
-
c.Panzerfaust Dynamit Nobel (Duitsland)
-
d.Alcotan Instalaza (Spanje)
-
e.Eryx Aerospatiale (Frankrijk)
Predator
De Predator wordt in opdracht van het «US Marine Corps» ontwikkeld en bevindt zich in het stadium van industriële kwalificatie. Zodra deze kwalificatie met goed resultaat is afgerond, worden gebruikersbeproevingen gehouden. De verwachting is dat het systeem in 1999 wordt ingevoerd. Het wapensysteem bestaat uit een eenmalig te gebruiken lanceerkoker van waaruit een raket wordt gelanceerd. De raket beweegt in een vlakke baan over het doel en grijpt het doel aan de bovenzijde aan met een neerwaarts gerichte explosieve lading («overflying top-attack»). Het juiste moment van detonatie wordt bepaald door sensoren in de raket. Het wapen heeft een effectieve dracht van ongeveer 600 meter en een nachtvizier dat steeds opnieuw kan worden gebruikt. Het wapen weegt ongeveer 10 kg.
MBT/LAW
De MBT/LAW is een Zweeds produkt dat nog in het stadium van ontwikkeling verkeert. Het wapen is een kandidaat voor SRAT-programma’s in Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Het tijdstip waarop dit wapen beschikbaar komt is nog afhankelijk van het verloop van het kwalificatieproces. Het wapen vertoont veel overeenkomsten met de Predator, maar heeft volgens de specificaties een iets hoger pantserdoorborend vermogen. Dit wordt bereikt door toepassing van een dubbele, gefaseerd detonerende explosieve lading. Het wapen weegt ongeveer 12,5 kg.
Panzerfaust
De Duitse firma Dynamit Nobel biedt de Panzerfaust 3T600 aan. Het betreft een verbeterde versie van de Panzerfaust 3T die thans wordt ingevoerd bij de Duitse landmacht. Het wapen bestaat uit een afvuur-systeem met dag- en nachtoptiek, waarmee een projectiel wordt afgevuurd dat het doel via een ballistische baan rechtstreeks op de blootgestelde zijde aangrijpt («direct front-attack»). Het afvuursysteem kan steeds opnieuw worden gebruikt. Omdat bij deze aanvalswijze doorgaans meer pantserstaal moet worden doorboord, wordt gebruik gemaakt van een relatief zware explosieve lading. Het totale systeem weegt ongeveer 16 kg. Het verschil tussen het aangeboden systeem en het door Duitsland aangeschafte type is een aanpassing van de afvuurinrichting ter vergroting van de effectieve dracht van 400 naar 600 meter. De projectielen zijn gelijk.
Alcotan
De Alcotan 100 wordt in opdracht van de Spaanse overheid ontwikkeld en wordt inmiddels voorbereid voor serieproductie. Het wapen vertoont veel overeenkomst met de Panzerfaust en heeft een vergelijkbaar pantser-doorborend vermogen. Het wapen heeft een bereik van 600 meter en een totaal gewicht van 14 kg.
Eryx
De Franse firma Aerospatiale biedt de draadgeleide Eryx aan die al enkele jaren in gebruik is bij de Franse landmacht en tevens is aangeschaft door Canada en Noorwegen. Bij dit systeem wordt een raket in een vlakke baan gelanceerd vanuit een afvuurinrichting en door de schutter via een glasvezelverbinding op het doel geleid. De raket grijpt het doel frontaal aan met een relatief hoog pantserdoorborend vermogen. Mede door de zware lading heeft het totale systeem een gewicht van 25 kg. De afvuurin-richting met dag- en nachtoptiek is geschikt voor hergebruik.
Waardering productalternatieven
Bij de marktverkenning is over de verschillende productalternatieven algemene informatie verkregen, waaronder indicaties van prijzen. De beschreven eigenschappen van de verschillende wapensystemen zijn vervolgens nader geëvalueerd. Hierbij is ook TNO/PML betrokken geweest.
Alle beschouwde wapensystemen voldoen in de aangeboden versie aan de eis van een effectieve dracht van minimaal 600 meter. Aan de eis dat het wapen ook op zeer korte afstand effectief moet zijn (vanaf 25 meter) voldoet alleen de Eryx niet (minimale effectieve dracht van 50 meter). Alle systemen voldoen aan de eis dat gevuurd moet kunnen worden vanuit bebouwing of kleine ruimtes. Overigens moet worden aangetekend dat in dit stadium, met uitzondering van de Eryx, geen van de aangeboden systemen operationeel in gebruik is.
Ten aanzien van de verwachte effectiviteit van de wapensystemen zijn er relevante verschillen te onderkennen. De effectiviteit wordt uitgedrukt in de kans dat een modern pantservoertuig (T-80U), op een afstand van 600 meter wordt uitgeschakeld. Het gaat om een opstelling die in de Navo standaard is. De effectiviteit is afhankelijk van onder meer het pantser-doorborend vermogen, het afvuur- en geleidingsconcept, de plaats waar het doel wordt getroffen, en de nauwkeurigheid van het wapensysteem. Daarnaast spelen ook de uiteenlopende inzetscenario’s en de karakteristieken van potentiële operatiegebieden een rol.
De kandidaten Panzerfaust, Alcotan en Eryx hebben een aanvalswijze waarbij het doel frontaal wordt aangegrepen. De doorgaans hoge bescherming aan de voorzijde maakt een hoog pantserdoorborend vermogen nodig. Niet in alle gevallen zal daarom het beschermend pantser van een modern pantservoertuig kunnen worden doorboord. De uitschakelkans is overigens groter indien een doel van de zijkant kan worden geraakt.
De kandidaten Predator en MBT/LAW grijpen het doel aan de bovenzijde aan, waardoor een veel lager pantserdoorborend vermogen al tot uitschakeling leidt. Dit is een belangrijk voordeel omdat er nog geen technieken beschikbaar zijn om pantservoertuigen binnen reële gewichtsnormen aan alle zijden afdoende te beschermen tegen antitankwapens. Uit onderzoek door TNO/PML is eveneens gebleken dat wapens met een «top attack» aanvalswijze gemiddeld een hogere effectiviteit hebben tegen gepantserde doelen dan «front attack» wapens.
De Panzerfaust en de Alcotan maken gebruik van relatief eenvoudige projectielen, die via een ballistische baan het doel bereiken. De kandidaten Predator, MBT/LAW en Eryx zijn complexere raketten, die gedurende de vlucht permanent worden aangedreven en een nagenoeg vlakke baan volgen. De Predator en de MBT/LAW hebben daarnaast in de raket ingebouwde sensoren om het moment van detonatie te bepalen en de raket van de Eryx heeft een draadgeleid besturingssysteem. De prijzen van de projectielen liggen beduidend lager dan die van de raketten. Een nadeel van de projectielen is de hoge vluchtbaan ten opzichte van de zichtlijn tussen schutter en doel, die beperkingen oplevert in omgevingen met hoge obstakels, zoals bomen, elektriciteitsleidingen of viaducten.
Van belang is voorts de hanteerbaarheid en het gewicht van het wapen. Uitgangspunt is dat het wapen door één man moet kunnen worden bediend en gedragen. Op dit punt is nog nadere toetsing nodig.
Het geheel van deze factoren nopen tot een nadere, zeer zorgvuldige vergelijking van de alternatieven, vooral om hun eigenschappen verder te onderzoeken. In de studiefase wordt hiertoe een «Operationele Research»-studie uitgevoerd, waarbij de kenmerken van de verschillende wapensystemen worden geprojecteerd op verschillende scenario’s.
Het Franse draadgeleide wapensysteem Eryx heeft, zoals eerder vermeld, een relatief hoog pantserdoorborend vermogen en is als enige van de kandidaten al enkele jaren operationeel in gebruik. Uit de prijsopgave blijkt evenwel dat de kosten van dit wapen, afhankelijk van de uiteindelijk vast te stellen kwantitatieve behoefte, het voor het project gereserveerde budget met een factor twee tot vier zal overschrijden. Deze vaststelling heeft, in combinatie met het veel hogere gewicht en de ontoereikende effectiviteit op de zeer korte afstand, geleid tot het besluit dit systeem in de vervolgfase niet nader in beschouwing te nemen.
Kwantitatieve behoefte en financiën
Bij de behoeftestelling werd uitgegaan van een behoefte aan 733 systemen. De benodigde omvang van de voorraad raketten is destijds nog niet vastgelegd omdat die mede afhankelijk is van het aan te schaffen type wapensysteem. Mede als gevolg van de herschikking van de gevechtskracht is de behoefte van de Koninklijke landmacht aan afvuursystemen verlaagd tot 712. Hiermee kunnen, zowel voor vredestaken als voor de algemene verdediging, alle daarvoor in aanmerking komende eenheden worden uitgerust met een antitanksysteem voor de korte afstand. Het Korps Mariniers beschikt thans over het antitankwapen Carl Gustav, dat binnen afzienbare tijd eveneens vervangen moet worden. De precieze vervangingsbehoefte wordt in de komende fase vastgesteld.
Een belangrijke factor voor de uiteindelijke projectkosten is de omvang van de voorraad munitie (raketten of projectielen). De keuze voor de kwantiteit kan niet los worden gezien van de effectiviteit van de afzonderlijke wapensystemen en de kosten van elk systeem. Gelet op de hoge kosten van de munitie en de, zij het beperkte, mogelijkheid deze voorraad zo nodig aan te vullen, is besloten niet alle parate en mobilisabele eenheden volledig te bevoorraden. Vooralsnog geldt als uitgangspunt dat de voorraad zo groot moet zijn dat een complete brigade voor een vrede-afdwingende taak kan worden uitgerust. Binnen de Navo geldt hiervoor een algemene richtlijn van twaalf raketten of projectielen per antitankwapensysteem. Dezelfde voorraad kan voor de algemene verdedigingstaak worden ingedeeld, waarbij in dat geval per wapensysteem gemiddeld een lagere hoeveelheid munitie beschikbaar is. De definitieve kwantitatieve behoefte wordt in de studiefase nader vastgesteld, mede aan de hand van de voorgenomen OR-studie.
In de fase van de behoeftestelling was op basis van een eerste schatting een bedrag gereserveerd van f 100 miljoen. Voor het bepalen van de meest doelmatige wijze om in de behoefte te voorzien, moeten de aspecten kwaliteit, kwantiteit en geld tegen elkaar worden afgewogen. Met de thans beschikbare informatie is deze afweging nog niet op verantwoorde wijze te maken. Met behulp van de voorgenomen OR-studie zal hierin een beter inzicht ontstaan. Hoewel onderkend wordt dat het projectbudget krap is, zullen eerst de resultaten van de OR-studie worden afgewacht, voordat wordt besloten of, en zo ja in welke mate, het budget moet worden bijgesteld.
Internationale samenwerking
De mogelijkheden tot samenwerking met Duitsland zijn nader in kaart gebracht. Duitsland voert thans, zoals aangegeven, een type van de Panzerfaust in met een bereik van 400 meter. De keuze voor dit wapen is enkele jaren geleden gemaakt, gebaseerd op de marktsituatie van dat moment. Onderkend wordt dat het systeem niet in alle gevallen in staat is moderne gepantserde doelen frontaal uit te schakelen. Dit geldt eveneens voor de aangeboden verbeterde Panzerfaust, omdat dezelfde projectielen worden toegepast. Duitsland heeft geen concrete voornemens het verbeterde afvuursysteem voor de Panzerfaust in te voeren. De studiefase zal meer inzicht moeten geven in de perspectieven van dit wapen en de mogelijkheden tot samenwerking. Het onderwerp zal ook in de vervolgfase op verschillende niveau’s met Duitsland worden besproken.
De Verenigde Staten voeren vanaf 1999 de Predator in. In geval van verwerving van de Predator is samenwerking met de VS denkbaar op het gebied van opleiding en logistiek. Van de MBT/LAW is nog onduidelijk wanneer deze beschikbaar kan zijn. Bij dit wapen kan mogelijk worden samengewerkt met Zweden en het Verenigd koninkrijk. De Alcotan wordt in nauw overleg met de Spaanse landmacht ontwikkeld. Het voornemen is dit systeem vanaf 1999 in te voeren. De aanschaf van de Alcotan zou derhalve samenwerkingsmogelijkheden met Spanje opleveren. In de studiefase worden de verschillende mogelijkheden nader onderzocht.
Nederlandse industrie
Alle kandidaten hebben zich bereid verklaard te voldoen aan de Nederlandse norm voor industriële participatie en compensatie.
Tijdschema
Het huidige tijdschema is gebaseerd op invoering van de SRAT in het jaar 2001. Dit schema is ambitieus, gelet op het verwachte moment waarop van sommige kandidaten de beproevingsresultaten beschikbaar komen. Het is daarom niet uit te sluiten dat in de toekomst aanpassingen nodig zijn. Overigens zal voorkomen worden dat Nederland eerste gebruiker wordt van een nieuw systeem.
Voortgang
Gelet op het voorgaande heb ik het voornemen de studiefase te laten beginnen. Hierin zullen de vier resterende kandidaten nader worden onderzocht, onder meer met behulp van een OR-studie door TNO/PML. Na afloop van de studiefase zal ik u opnieuw informeren. Dan is ook duidelijk aan welke leveranciers een offerte wordt gevraagd.
De Staatssecretaris van Defensie, J. C. Gmelich Meijling