Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 25782 - Wijziging begroting Verkeer en Waterstaat 1997 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden |
---|---|
Documentdatum | 15-12-1997 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST26418 |
Kenmerk | 25782, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 782
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 15 december 1997
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De vragen en de daarop gegeven antwoorden zijn hieronder afgedrukt. Met de vaststelling van dit verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Biesheuvel
De griffier van de commissie, Roovers
1 Samenstelling:
Leden: Blaauw (VVD), ondervoorzitter, Van den Berg (SGP), Lilipaly (PvdA), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Reitsma (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), Van Heemst (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Poppe (SP), Van ’t Riet (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Roethof (D66), M. B. Vos (GroenLinks), Verkerk (AOV), Van Zuijlen (PvdA), Van Waning (D66), Keur (VVD), Assen (CDA), Ten Hoopen (CDA), Luchtenveld (VVD).
Plv. leden: Blauw (VVD), Schutte (GPV), Van Gelder (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Dankers (CDA), Jeekel (D66), Swildens-Rozendaal (PvdA), Terpstra (CDA), A. de Jong (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), vacature CD, Hillen (CDA), Remkes (VVD), Leerkes (U55+), Witteveen-Hevinga (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Rosenmöller (GroenLinks), Nijpels-Hezemans (Groep Nijpels), Valk (PvdA), Ter Veer (D66), Klein Molekamp (VVD), Van der Linden (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Te Veldhuis (VVD).
1
Hoe kan jarenlang de onrechtmatige uitbetaling van reiskostenvergoedingen hebben plaatsgevonden zonder dat dit bij controle is opgemerkt (art. 01.01)?
De reiskostenvergoedingen zijn uitbetaald op grond van het Reisbesluit Binnenland. Er is dus geen sprake van het uitbetalen van onrechtmatige vergoedingen.
Er is echter in de uitvoering onvoldoende rekening gehouden met de eis uit de Wet op de loonbelasting dat na 20 dienstreizen (vanaf 1997: 40 dienstreizen) over de reiskostenvergoedingen, loonheffing had moeten worden ingehouden. Dit omdat V&W niet over een administratief apparaat beschikte om hier een juiste uitvoering aan te geven. Vorig jaar is hierop actie ondernomen en inmiddels wordt intern V&W uitvoering gegeven aan deze regelgeving.
2
In artikel 02.54 wordtf318 mln. aan verplichtingen naar 1997 geschoven, omdat deze niet in 1996 zijn aangegaan. Dit bedrag komt bij def1,6 miljard die al in dit artikel stond. Dit zijn verplichtingen van de Staat ten opzichte van een nieuw op te richten NV. Deze NV wordt echter niet meer dit jaar (1997) opgericht.
– Is het dan niet beter het totale bedrag van de verplichtingen voor dit doel uit de begroting voor 1997 te halen?
Bij het opstellen van het tweede suppletoire wetsvoorstel werd er nog vanuit gegaan dat de NV Westerscheldetunnel in 1997 zou worden opgericht. Thans is dit uitgangspunt achterhaald, aangezien de NV niet eerder dan begin 1998 opgericht zal worden. Bij Slotwet 1997/Voorjaarsnota 1998 zal dan ook worden voorgesteld het verplichtingenbedrag, voorzover dit noodzakelijk is, aan 1998 toe te voegen.
3
Op diverse artikelen worden wijzigingen aangebracht i.v.m. het project
Rekening Rijden: 03.01, 03.02, 03.04 en 03.18.
– Wat is het complete budget voor dit project?
– Welk deel is binnen de V&W-begroting gedekt en welk deel is exogeen
t.l.v. de aanvullende post gefinancierd? – Hoe kan in het vervolg een beter inzicht in de financiële aspecten
worden verschaft, mede gezien het feit dat dit project al in 1988 door
de Kamer als groot project werd aangemerkt?
De volgende middelen zijn thans gereserveerd voor rekeningrijden: (bedragen x f 1000)
1997 1998
– personeelenmaterieel (03.01.02/03) 13579 5513
– onderzoekenontwikkeling (03.02.01) 16827 5229
– voorlichtingsuitgaven (03.04.00) 581 570
Totaal 30987 11312
Hiervan is intern gedekt uit gereserveerde middelen voor:
– rekeningrijden (art. 03.02.01) –5000 –5000
– automatische tol (art. 03.18.01) –3000 –3000
Ten laste vandeaanvullende post 22987 3312
In bovengenoemde cijfers is het realisatie- en implementatietraject nog niet opgenomen. De hieruit voortvloeiende kosten zijn nog indicatief.
(geraamd op f 250 mln.) Bij het indienen van de invoeringswet zal over de hoogte van de (investerings)kosten meer duidelijkheid zijn. Dit zal eind 1998 begin 1999 het geval zijn. De dekking van de kosten van rekeningrijden is aan de orde bij de besluitvorming over de begroting 1999, i.c. bij de behandeling van de zogenaamde – vervroegde – maartbrief.
Het project rekeningrijden uit 1988 is later door de Kamer afgeblazen. In een gehele nieuwe vorm en ten behoeve van een ander doel is het project rekeningrijden in 1995 opnieuw gestart. De Kamer heeft dit project tot op heden nog niet aangewezen als vallend onder de procedure regeling grote projecten.
4
I.h.k.v. Verdi wordt een aantal fte’s respectievelijk de kosten van fte’s aan
lagere overheden overgedragen. Voor de eerste tranche (90 fte’s) gaat het
omf13,5 mln., voor de tweede tranch (60 fte’s) omf4,4 mln. Voor de
eerste tranche wordt per fte ongeveer tweemaal zoveel overgedragen als
voor de tweede tranche.
– Kan worden toegelicht waar dit verschil uit voortkomt (art. 03.18)?
Met IPO en VNG is overeenstemming bereikt over overdracht van 150 fte’s waarvan 60 fte’s zoveel mogelijk in menskracht, terwijl voor de 90 fte’s elders dekking zou worden gezocht. Per fte wordt op jaarbasis uitgegaan van een bedrag van f 146 000,– inclusief overhead.
Voor het jaar 1997 zijn niet de volledige jaarbedragen uitgekeerd. Voor de 90 fte’s is voor dit jaar een bedrag van f 9 mln beschikbaar gesteld. Daarmee kunnen de andere overheden een start maken ter voorbereiding van de formele overdracht van taken en bevoegdheden. Vanaf 1998 komt hiervoor het volledige bedrag van f 13,5 mln beschikbaar. De middelen behorend bij de 60 fte’s zijn – met een aantal correcties – uitgekeerd voor de periode 1 juli tot en met 31 december 1997. De reden hiervan is dat de adviescommissie Sociaal Statuut begin juli een positief advies heeft uitgebracht over het plaatsingsproces van V&W-medewerkers bij provincies, kaderwetgebieden en gemeenten. Op basis daarvan is besloten tot overdracht van de financiële middelen. De betreffende correcties houden verband met het tijdstip van indiensttreding (voor of na 1 juli 1997) van gedetacheerde V&W-medewerkers.
5
Vanwege intensiever gebruik van het regeringsvliegtuig en huur t.b.v. van
het Koninklijk Huis is een tegenvaller vanf150 000 opgetreden. Daar
tegenover staat echter dat voorf400 000 extra is ontvangen i.v.m. extra
doorberekende uren. Die staat echter niet als meevaller, maar als
desaldering aangemerkt.
– Mogen deze bedragen met elkaar gesaldeerd worden?
– Is dan per saldo juist een meevaller opgetreden (art. 04.03)?
De extra uitgaven in 1997 worden ondermeer veroorzaakt door het feit dat in 1997 meer gevlogen is dan gepland en dat ten behoeve van het Koninklijk Huis meer zal worden gehuurd dan voorzien. Extra vlieguren die ten behoeve van Koninklijk Huis worden gemaakt, worden overigens niet doorberekend. Tevens zijn de brandstofprijzen gestegen met 25% en zijn de kosten per vlieguur met 6% toegenomen.
De ontvangsten uit hoofde van de exploitatie van het regeringsvliegtuig komen voort uit de door te berekenen vlieguren aan de verschillende andere ministeries.
De nu ontstane meevaller houdt derhalve geen rechtstreeks verband met de extra gemaakte kosten, wat feitelijk het kenmerk is van een desal-dering. Wel kan echter gesteld worden dat als gevolg van de extra ontvangsten (voor V&W) de exploitatie dit jaar gunstiger uitpakt.
6
Kan enige indicatie worden gegeven van de omvang van het bedrag dat
t.b.v. de geluidsisolatie Schiphol in 1997 niet tot besteding komt (art.
04.11)?
De huidige verwaching is dat de verplichtingenraming (ca. f 43 mln.) geheel zal worden gerealiseerd, en dat ca. f 2,5 mln. van de geraamde uitgaven daadwerkelijk besteed zal worden (een lagere realisatie van 35,6 mln).
In aanvulling op het gestelde in het suppletoire wetsvoorstel, kan verder worden vermeld dat de voorbereidingen van het projekt GIS 2 in praktische zin zijn doorgegaan. Momenteel ligt er een planning (ter goedkeuring door V&W) waarin is opgenomen dat de totale uitvoering eind van het jaar 2003 tot stand zal zijn gebracht, d.w.z. voor de 5e baan operationeel zal zijn.
7
De jaarlijkse tariefopbrengsten (f 21 mln.) uit het VBS komen ten goede aan R’dam. Tegelijk wordt de uitkering aan R’dam verlaagd metf21 mln., terwijl V&Wf7,5 mln. aan het Gemeentefonds toevoegt als bijdrage in de door R’dam gedragen kapitaallasten van VBS.
– Wordt de opbrengst van de toekomstige tariefsverhoging in mindering gebracht op de uitkering aan R’dam (art. 05.10)?
In 1996 is besloten het VBS-tarief te bevriezen op het invoeringsniveau van 1995. Dit is ook aan de Tweede Kamer meegedeeld. Hierdoor, en in afwachting van de definitieve uitkomsten van de onderzoeksresultaten van de Commissie Frissen in het kader van de evaluatie Loodsenwet en Scheepvaartverkeerswet, zijn de afspraken met Rotterdam gebaseerd op de status-quo situatie.