Motie over een stadsprovincie Zuidoost-Brabant i.p.v. een proces van gemeentelijke herindeling - Bestuurlijk eindperspectief kaderwetgebieden
Deze motie1 is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 25287 - Bestuurlijk eindperspectief kaderwetgebieden.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Bestuurlijk eindperspectief kaderwetgebieden; Motie over een stadsprovincie Zuidoost-Brabant i.p.v. een proces van gemeentelijke herindeling |
---|---|
Documentdatum | 22-05-1997 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST21377 |
Kenmerk | 25287, nr. 2 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1996–1997
25 287
Bestuurlijk eindperspectief kaderwetgebieden
Nr. 2
MOTIE VAN HET LID DE CLOE C.S.
Voorgesteld 22 mei 1997
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening, dat in de regio Zuidoost-Brabant voor een effectieve aanpak van de grootstedelijke en regionale problematiek de totstandkoming van een stadsprovincie de voorkeur verdient boven een proces van gemeentelijke herindeling;
verzoekt de regering een aanvang te maken met het wetgevingstraject voor een stadsprovincie Zuidoost-Brabant,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Cloe
Scheltema-de Nie Remkes
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.