Motie om de Kamer elk jaar in maart en september te rapporteren inzake de ontwikkeling van de feitelijke politiesterkte - Miljoenennota 1997 (Nota over de toestand van 's Rijks Financiën)
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 25000 - Miljoenennota 1997.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Miljoenennota 1997 (Nota over de toestand van 's Rijks Financiën); Motie om de Kamer elk jaar in maart en september te rapporteren inzake de ontwikkeling van de feitelijke politiesterkte |
---|---|
Documentdatum | 19-09-1996 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST16453 |
Kenmerk | 25000, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1996–1997
25 000
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID HEERMA
Voorgesteld 19 september 1996
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Kamer adequaat en frequent op de hoogte dient te worden gesteld van de actuele ontwikkeling van de feitelijke politiesterkte;
overwegende, dat zulks tot op heden niet het geval is;
verzoekt de regering de Kamer elk jaar per 1 maart en per 1 september te rapporteren terzake,
en gaat over tot de orde van de dag.
Heerma
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.