Brief staatssecretaris over de nieuwe Beschikking Instantloterij 1996 - Kansspelen - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 24557 - Kansspelen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Kansspelen; Brief staatssecretaris over de nieuwe Beschikking Instantloterij 1996 |
---|---|
Documentdatum | 26-04-1996 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST14259 |
Kenmerk | 24557, nr. 3 |
Van | Justitie |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1995–1996
24 557
Kansspelen
Nr. 3
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
’s-Gravenhage, 26 april 1996
Bij brief van 14 november 1995 (1995–1996, 21 277, nr. 34) heb ik u mede namens de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport doen weten dat het evaluatie-onderzoek inzake de instantloterij geen aanleiding geeft om de loterij te beë indigen en dat de geldigheidsduur, die afloopt op 30 april 1996, zal worden verlengd. Ik heb u daarbij toegezegd om bij de beslissing over de vormgeving van de nieuwe vergunning het advies van het College van Toezicht op de kansspelen af te wachten.
Bij brief van 14 maart 1996 heb ik het College op basis van een concept-beschikking om advies gevraagd. In mijn eerdere brief aan het College van 9 februari 1996, 539736/96 waarvan ik op 12 februari 1996 een afschrift zond aan de vaste commissie voor Justitie van uw Kamer gaf ik reeds aan dat dit advies in het bijzonder betrekking zou moeten hebben op het toezicht op het verbod tot deelneming door minderjarigen, het toezicht op het tegengaan van onmatige verkoop, de sancties jegens wederverkopers indien deze zich niet houden aan de voorschriften, het aantal per kalenderjaar in omloop te brengen loten en de differentiatie in het aanbod.
Tevens is met de stichting Nationale Instantloterij overlegd over procedures die moeten leiden tot deugdelijke controles van de verkooppunten op het verkoopgedrag. Dit heeft geleid tot het opstellen van een plan tot controle in samenwerking met het Nederlands Meetinstituut, zoals beschreven in bijgaande brief van de N.I.L. van 7 maart 1996 met bijlagen.1
Het College heeft advies uitgebracht op 26 maart 1996. Van dit advies is een kopie bijgevoegd.1
De strekking van het advies is dat het College zich kan verenigen met een uitbreiding van de instantloterij, in dier voege dat het aantal loten per kalenderjaar wordt uitgebreid tot 120 miljoen stuks, alsmede met de mogelijkheid om gelijktijdig twee instantloten met een verschillende lotprijs op de markt te brengen. Verdergaande opheffing van beperkende voorschriften acht het College op dit moment niet opportuun. Het College heeft voorts waardering voor de wijze waarop de controles op de verkooppunten zullen gaan plaatsvinden.
Ten behoeve van het longitudinaal onderzoek, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor Justitie zal een onderzoeksopdracht worden geformuleerd in overleg met de instelling die ook het evaluatie-onderzoek heeft verricht.
Ten aanzien van de 5% afdracht aan Financiën heb ik mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, aan de Minister en de Staatssecretaris van Financiën bij brief van 15 april 1996 bericht dat wij geen grond zien voor de regering om de motie van het lid van uw Kamer de heer Zijlstra naast zich neer te leggen. In de beschikking is dan ook opgenomen dat de afdracht aan Financiën met ingang van 1 januari 1997 wordt beë indigd.
Gelet op het bovenstaande hebben eerdergenoemde bewindslieden en ik de Beschikking Instantloterij 1996 thans definitief vastgesteld. Van die beschikking gaat een exemplaar hierbij.1
De Staatssecretaris van Justitie, E. M. A. Schmitz
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.