Motie over keuze projecten - Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit

Deze motie1 is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 24036 - Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit; Motie over keuze projecten 
Document­datum 30-05-1995
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST8264
Kenmerk 24036, nr. 2
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1994–1995

24 036

Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit

Nr. 2

MOTIE VAN HET LID VAN DIJKE C.S.

Voorgesteld 30 mei 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat de herijking van verantwoordelijkheden in het kader van het project MDW moet leiden tot een nieuw evenwicht tussen de behoefte aan bescherming en noodzakelijke dynamiek;

overwegende, dat de regering bij de bepaling van de onderwerpskeuze van de eerste tranche van het project MDW zich primair laat leiden door motieven van pragmatische en economische aard;

van oordeel, dat in de discussie over MDW bij de weging tussen doel en middelen een breder afwegingskader moet worden gezocht;

verzoeken de regering motieven van sociale, financiële en milieutechnische aard een evenwichtige rol te laten spelen bij de keuze van de projecten in de volgende tranches in het kader van het project MDW,

en gaan over tot de orde van de dag.

Van Dijke

Rehwinkel

Leers

Van der Vlies

Van Middelkoop

Rabbae

Van Walsem

Poppe

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 24036 - Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
     
  • 2. 
    kamerstuk