Weigercaissieres - Hoofdinhoud
Ambtenaren van de burgerlijke stand die wegens gewetensbezwaren niet kunnen meewerken aan een zogenoemd homohuwelijk, hebben het tegenwoordig niet gemakkelijk. Er is een sterke tendens om heen te walsen over hun bijbels gefundeerde bezwaren. Seculiere fanaten willen vanuit een absolute gelijkheidsideologie geen enkele ruimte bieden voor een praktische oplossing. Een organisatie als het COC ontketende een heksenjacht op deze gewetensvolle ambtenaren. Dit is bij uitstek een terrein waarop een geestelijke strijd gaande is.
In dit licht is het uitermate teleurstellend dat de Kamper hoogleraar ethiek De Bruijne in zijn column in het ND van zaterdag jl. de positie van de gewetensbezwaarde ambtenaar fundamenteel ondergraaft. Hij begint weliswaar met de stelling dat het terecht is dat christelijke politici voor deze ambtenaren zijn opgekomen. Zijn betoog mondt echter helaas vervolgens uit in de conclusie dat je als christen met een goed geweten homohuwelijken kunt sluiten. In feite slaat hij de bijbelse bodem onder de gewetensbezwaren weg.
De drastische koerswijziging die De Bruijne voorstaat - niet te zwaar tillen aan deze gewetensbezwaren - berust op een aanvechtbare redenering. Het gewetensbezwaar van christenambtenaren zou zijn ontstaan zijn doordat christenen de nieuwe situatie niet kunnen accepteren. Het lijkt wel of de Bruijne hen dat kwalijk neemt! Dat is vreemd. Het zogenoemde homohuwelijk is principieel en naar zijn aard fundamenteel in strijd met de Goddelijke instelling van het huwelijk tussen een man en een vrouw. Dat is geen middelmatige zaak, maar een evidente schending van een ordening van God. Ambtenaren die weigeren daaraan mee te werken verdienen geen verwijt, maar juist een pluim. Het is zeker waar dat christenen in deze wereld ermee moet rekenen dat zij in een door de zonde aangetaste wereld leven. Maar dat is nooit een reden om de ernst van bijbelse bezwaren af te zwakken.
Het betoog van de Bruijne komt erop neer dat ambtenaren van de burgerlijke stand te zwaar tillen aan hun gewetensbezwaren. Christencaissieres rekenen toch ook playboys af. "Toch heb ik nog nooit van een weigercaissiere gehoord, aldus de Kamper hoogleraar. Het is zeker waar dat ook in andere sectoren gewetensbezwaren rijzen. Maar dat is toch geen vrijbrief om de evidente gewetensbezwaren van deze gewetensvolle ambtenaren te relativeren?
De vergelijking gaat bovendien mank. Veel ondernemers kiezen er gelukkig voor geen blootbladen in hun schappen te hebben. Daar kunnen caissieres zonder gewetensproblemen terecht. Ambtenaren van de burgerlijke stand hebben daarentegen geen keus. Het is de wettelijke plicht voor alle gemeentes om homohuwelijken mogelijk te maken. Alleen daarom gaat de vergelijking al niet op.