Brief Presidium inzake doorgeven stukken Reikwijdte van artikel 68 Grondwet aan vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - Reikwijdte van artikel 68 Grondwet - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 28362 - Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Reikwijdte van artikel 68 Grondwet; Brief Presidium inzake doorgeven stukken Reikwijdte van artikel 68 Grondwet aan vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
---|---|
Documentdatum | 24-04-2002 |
Publicatiedatum | 11-02-2009 |
Nummer | KST61663 |
Kenmerk | 28362, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
28 362
Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Nr. 3
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de leden
Den Haag, 24 april 2002
Het Presidium heeft besloten deze stukken in handen te stellen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties. Overeenkomstig een advies van de commissie Werkwijze verzoekt het Presidium de vaste commissie met name aandacht te geven aan twee punten.
Het eerste punt betreft de erkenning van de minister dat nakoming van de inlichtenplicht feitelijk niet kan worden afgedwongen en de de WOB derhalve aan burger sterkere bevoegdheden geeft dan de Grondwet aan kamerleden. Met name zou de vraag aan de orde moeten komen of er niet een instantie is aan te wijzen die beslist of een minister terecht inlichtingen weigert. Deze kwestie speelt op analoge wijze in gemeenteraden.
Het tweede punt betreft de ruimte die de minister in zijn notitie laat voor het geven van vertrouwelijke inlichtingen terwijl hij zelf de openbaarheid van parlementaire controle een voortvloeisel van het parlementaire stelsel noemt. Ook hier rijst de vraag of niet een instantie is aan te wijzen die toetst of vertrouwelijkheid nodig is.
De Voorzitter,
Van Nieuwenhoven
De Griffier, De Beaufort