Waarheidscommissie nodig voor de Oorlog tegen Terrorisme

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op zondag 14 december 2008.

In de zogenaamde Oorlog tegen het Terrorisme zijn grove leugens verteld, de regels van de rechtsstaat, internationale verdragen en mensenrechtenconventies stelselmatig geschonden, en er zijn onvergeeflijke fouten gemaakt. Bovendien lijkt het er niet op dat deze “oorlog” erg succesvol is. Maar ondanks dit alles, wordt er nauwelijks verantwoording afgelegd, en de verantwoordelijken blijven onbestraft. Het Westen is er altijd als de kippen bij om andere landen een vermanend woordje toe te spreken, maar de eigen fouten en misdaden blijven onbestraft. Hiermee verliest het Westen volledig zijn geloofwaardigheid en moreel gezag in de wereld.

Bovendien dendert het anti-terreur beleid gewoon op dezelfde koers door, ook al staat inmiddels als een paal boven water dat de architecten van dit beleid er volkomen naast zaten, en dat ze weinig tot geen waarde hechten aan mensenrechten en de rechtsstaat. Er wordt steeds beweerd dat alle maatregelen “nodig” zijn in de strijd tegen terrorisme, maar dat is nauwelijks te controleren. Er staat inmiddels ook vast dat de bewijzen dat Irak over massavernietigingswapens beschikte willens en wetens verdraaid waren. Zelfs Bush heeft vorige week min of meer toegegeven dat de onderbouwing van de oorlog in Irak niet deugde.

Bij de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens drie dagen geleden werden plechtig warme woorden gesproken over onze democratische waarden. Maar in dezelfde week wijst Premier Balkenende een onderzoek naar Nederlandse deelname aan de Irak oorlog nogmaals van de hand (en voor de PvdA was deze fundamentele kwestie het kennelijk niet meer dan wisselgeld in de coalitie-onderhandelingen). Vandaag schrijft de New York Times over een rapport dat aantoont dat de wederopbouw van Irak een totale mislukking is, en volkomen te wijten aan onkunde en een stuitend gebrek aan kennis over de situatie ter plekke

Vanmorgen zit de Amerikaanse Minister van Binnenlandse Veiligheid, Michael Chertoff, in mijn favoriete zondagmorgen programma, de Andrew Marr show op de BBC. Chertoff weigert waterboarding te veroordelen als martelmethode, en hij ziet ook niet echt in wat er mis is met Guantanamo. Hij blijft stellen dat normale methoden ongeschikt zijn voor de “oorlog tegen het Terrorisme”, en hij gaat er nog steeds van uit dat alle Guantanamo gevangenen schuldig zijn.

Onlangs werd ook bekend dat de regeringen van Spanje en Portugal (onder de toenmalige regeringsleider Barroso!) wel degelijk bewust medewerking hebben verleend aan de Amerikanen bij het vervoer van gevangenen naar Guantanamo Bay. Ook in Polen is het onderzoek naar geheime CIA gevangenissen weer heropend onder de nieuwe regering. De onderzoeken van de Raad van Europa en het Europees Parlement, nationale parlementaire enquetes en gerechtelijke onderzoeken, en onderzoeken door de media en mensenrechtenorganisaties hebben duidelijk gemaakt dat alle Europese regeringen op zijn minst weet hebben gehad van de illegale activiteiten van de CIA, en in een aantal gevallen hebben ze daar actief aan meegewerkt. Maar tot op de dag van vandaag doen alle Europese regeringen er het zwijgen toe over hun eigen rol en wijzen ze schijnheilig een beschuldigende vinger naar de VS. Dat is een schandvlek op onze democratie.

Het programma van de Renditions (uitleveringen) bestond al sinds midden jaren ’90, en Nederland is er destijds als trouwe bondgenoot van de VS van op de hoogte gebracht. Onder Bush verloor het programma zijn laatste schijn van wettigheid, en werd het een vehikel voor wederrechtelijke uitleveringen, ontvoeringen en marteling. Hoe geloofwaardig is het dat de Nederlandse regering, bekend met het bestaan van het programma, niet heeft geweten dat het volkomen uit de hand liep?

Met alle fouten en misdaden van de regering Bush, werkt de democratische controle in de VS altijd nog beter dan in Europa. Buitenlands- en Veiligheidsbeleid is een nationale bevoegdheid, maar de regeringen hebben in werkelijkheid gezamenlijk opgetreden als EU. In de oorlog tegen het terrorisme is er dus de facto EU beleid gemaakt, maar er is geen Europese Minister die daarvoor op het matje geroepen kan worden. (Daarom wil D66 dat de veto’s worden afgeschaft, en dat er wel degelijk een volwaardig EU buitenlands- en veiligheidsbeleid komt, met bijbehorende minister. Dat is de enige manier om democratische controle te waarborgen).

Eigenlijk heeft Europa een Waarheidscommissie nodig, om de rol van Europese leiders in de “oorlog tegen het terrorisme” boven water te krijgen. In de Waarheidscommissie zou openheid van zaken moeten komen over alle aspecten van de “Oorlog tegen het terrorisme”: zoals de besluitvorming over de oorlog in Irak, Guantanamo Bay, CIA renditions en geheime gevangenissen, het gebruik van martelmethoden, goedgekeurd door het Witte Huis, en het gebruik van informatie verkregen uit marteling door Europese landen.

Een vitale democratie kan niet zonder zelfreiniging. De misdaden die zijn begaan in de naam van de strijd tegen het terrorisme mogen niet onbestraft blijven.