Brief staatssecretaris bij het advies inzake verplichte groepsvorming - Taxibeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 31521 - Taxibeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Taxibeleid; Brief staatssecretaris bij het advies inzake verplichte groepsvorming |
---|---|
Documentdatum | 19-01-2009 |
Publicatiedatum | 23-01-2009 |
Nummer | KST127151 |
Kenmerk | 31521, nr. 3 |
Van | Verkeer en Waterstaat (VW) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2008–2009
31 521
Taxibeleid
Nr. 3
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2009
In het Algemeen Overleg van 19 november 2008 over de taxivisie (Kamerstuk 31 521, nr. 2) heb ik toegezegd om het juridische advies over de haalbaarheid van verplichte groepsvorming, dat is opgesteld door professor mr. J. H. Gerards van de Universiteit van Leiden, aan u toe te sturen.
De onderzoeksopdracht aan professor Gerards richt zich primair op de vraag of de voorgestelde verplichting voor taxichauffeurs om zich bij een Toegelaten Taxiorganisatie (TTO) aan te sluiten verenigbaar is met de vrijheid van vereniging, zoals gewaarborgd door artikel 11 van het Europese verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)1.
Het advies geeft aan dat landelijk verplichte groepsvorming niet mogelijk is, maar dat het voor gemeenten in principe mogelijk is om voor bepaalde categorieën taxiondernemers aansluiting bij een groep te eisen. In het advies wordt ook aangegeven welk samenstel van factoren, criteria en overwegingen in acht moet worden genomen. Het biedt een handreiking voor een toetsingskader om zorgvuldig te kunnen afwegen of er, in het kader van het borgen van publieke belangen, voldoende grond is voor een dergelijke voorgenomen beperking van verenigingsvrijheid.
De komende maanden wordt dit verder uitgewerkt, hetgeen moet leiden tot een instrument dat gemeenten goed en eenvoudig kunnen inzetten.
Zomer 2009 zal ik u informeren over de resultaten van de uitwerking, de beleidsconclusies die ik daar uit trek en het vervolgtraject.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J. C. Huizinga-Heringa
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.