27570 (R1672) - Initiatiefvoorstel Beperken van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 28 december 2000 aanhangig gemaakt door het Tweede Kamerlid Van Oven (PvdA)1 en werd laatstelijk verdedigd door het Tweede Kamerlid Van Laar (PvdA)2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is dat het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zodanig gewijzigd wordt dat de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe, wordt beperkt.
Inhoudsopgave
Voorstel van rijkswet van het lid Van Laar tot wijziging van de artikelen 14 en 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (beperken van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe)
Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging en een amendement ingediend. Bij dit dossier werd in de Tweede Kamer een motie ingediend. (43 stuks)2 |
28 december 2000, geleidende brief, nr. 1
KST50575 Geleidende brief bij het voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting - Voorstel van rijkswet van het lid Van Oven tot wijziging van artikel 14 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Vervallen van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe) publicatie: 2 januari 2001 |
2 |
28 december 2000, voorstel van wet, nr. 2
KST50576 Voorstel van rijkswet - Voorstel van rijkswet van het lid Van Oven tot wijziging van artikel 14 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Vervallen van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe) publicatie: 2 januari 2001 |
2 |
28 december 2000, memorie van toelichting, nr. 3
KST50577 Memorie van toelichting - Voorstel van rijkswet van het lid Van Oven tot wijziging van artikel 14 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Vervallen van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe) publicatie: 2 januari 2001 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Telg van een familie van vooraanstaande juristen, die (met een onderbreking van een half jaar) bijna negen jaar Tweede Kamerlid voor de PvdA was. Was aanvankelijk actief in de PPR. Doorliep een loopbaan bij de rechterlijke macht en werd uiteindelijk advocaat-generaal van het Hof van de Nederlandse Antillen en Curaçao. In zijn fractie en de Kamer gewaardeerd vanwege zijn gedegen juridische kennis en zijn bezadigde oordeel. Hield zich in de Tweede Kamer behalve met justitie ook bezig met Europese zaken. Was later rechter in Den Haag.
- 2.Bevlogen PvdA-Tweede Kamerlid dat zich tijdens zijn driejarige Tweede Kamerlidmaatschap vooral bezighield met ontwikkelingssamenwerking en daarnaast met Koninkrijksrelaties. Maakte zich sterk voor het tegengaan van kinderarbeid in de Derde Wereld en bracht daarnaast een initiatiefnota uit over erkenning van de Nederlandse gebarentaal. Was voor hij Kamerlid werd directeur van Stop Kindermisbruik en zat in de gemeenteraadslid van Leiden. In 2013 was hij korte tijd belast met public affairs bij Fier Fryslân/Centrum Kinderhandel en Mensenhandel.
- 3.André Bosman (1965) was kandidaat voor de VVD bij de Eerste Kamerverkiezingen 2023. Hij was in de periode 2010-2021 Tweede Kamerlid. Bosman is voormalig vluchtcommandant, squadronvlieger en vlieginstructeur bij de Koninklijke Luchtmacht. Was eerder voor de VVD bestuurlijk actief in Zeeland en werkte onder meer als liason officier op het hoofdkwartier van ISAF in Kaboel. Defensiewoordvoerder van de VVD-fractie en later woordvoerder Europese zaken en Koninkrijksrelaties.
- 4.Uit de Maastrichtse gemeentepolitiek afkomstig PvdA-Tweede Kamerlid. Was in de Maastrichtse raad fractievoorzitter van de PvdA en als zodanig nauw betrokken bij het gedwongen vertrek van burgemeester Leers. Verder was zij werkzaam bij de rechtbank in Maastricht, universitair docent en griffier van de Universiteitsraad. In de Tweede Kamer een gedegen woordvoerster op het gebied van het binnenlands bestuur en onder meer verdediger van het raadgevend referendum en de Wet klokkenluiders. Hield zich ook bezig met de parlementaire werkwijze. Onderbrak haar Kamerlidmaatschap wegens zwangerschap en bevalling. Na de raadsverkiezingen van 2018 keerde zij terug naar de Maastrichtse raad. In 2022 werd zij wethouder in Maastricht (tijdelijk op non-actief).
- 5.Uit Scheveningen afkomstig PVV-Eerste en Tweede Kamerlid. Werd na een jaar fractievoorzitter in de Eerste Kamer te zijn geweest PVV-woordvoerder integratie en islam in de Tweede Kamer. Voerde ook het woord over klimaat, milieu en financiën. Werd opgeleid als fysiotherapeut en was als zodanig vier jaar werkzaam. Hij werkte later negen jaar in de verslavingszorg en was ondernemer. In november 2010 werd hij beleidsmedewerker van de PVV-Tweede Kamerfractie en in 2010-2014 zat hij in de Haagse gemeenteraad (waarvan drie jaar fractievoorzitter). Momenteel is hij zelfstandig transformatief coach/traumatherapeut. Kon scherp uit de hoek komen en ging soms de verbale confrontatie aan.
- 6.Gerenommeerd wetenschapper en libertair politiek commentator, die in 2007 als PvdA'er de overstap maakte naar de landspolitiek. Hij werd toen, in het kabinet-Balkenende IV, minister van OCW. Enigszins flamboyante bewindsman, die een koerswijziging in het onderwijs nastreefde, maar die allereerst onvrede onder leerkrachten en afnemend onderwijspeil moest aanpakken. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Dong in 2012 mee naar het partijleiderschap en werd in Rutte II minister van BZK. Kreeg onvoldoende steun voor de vorming van landsdelen, maar bracht wel een nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst tot stand. Voor hij minister werd, was hij directeur van de onderzoekschool van het Nederlands Kanker Instituut en hoogleraar ontwikkelingsgenetica. Sinds 2017 is hij actief in de farmacie en in 2018 werd hij hoogleraar Novel Strategies to Access to Therapeutics aan de UvA. Was columnist van de De Telegraaf.
- 7.Energieke, strijdbare en debatvaardige Brabantse SP-politicus; eerst drie jaar in de Eerste Kamer en daarna, vanaf 2006, ruim veertien jaar in de Tweede Kamer. Was als docent geschiedenis verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en daarna directeur van het wetenschappelijk bureau van de SP, waarvan hij later voorzitter werd. Als Kamerlid woordvoerder op het gebied van het binnenlands bestuur, constitutionele zaken, koninklijk huis, kiesrecht, beloning ambtsdragers, werkwijze van de Kamer, Koninkrijksaangelegenheden en veiligheid. Was tevens lid van het Presidium. Bracht in 2016 een wet over bescherming van klokkenluiders tot stand en had in 2020 succes met een voorstel in eerste lezing over het correctief referendum. Sinds 1 april 2021 is hij hoogleraar 'Erasmiaanse waarden' aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde eerder op een studie over het 19-eeuwse conservatisme.