Kabinetsformatie 1977

Met dank overgenomen van Parlement.com.
Rond de intocht van Sinterklaas in 1977 werd duidelijk dat er een CDA/VVD-kabinet zou komen. Van Riel (VVD-senator) is afgebeeld als burgemeester en Wiegel als zwarte piet. Voorop gaat Van der Grinten. (Opland in de Volkskrant, 19 november 1977)

De kabinetsformatie uit 1977 was de tot dan langdurigste uit de geschiedenis. Ruim een half jaar (208 dagen) werd gepoogd een kabinet van PvdA1, CDA2 en D663 te vormen ('het tweede kabinet-Den Uyl'), maar het wederzijdse wantrouwen tussen PvdA en CDA verhinderde dat. De PvdA wilde de verkiezingswinst 'vertaald' zien, het CDA wilde gelijkwaardigheid in het kabinet. Na de mislukking slaagden CDA en VVD4 er, onder leiding van informateur Van der Grinten5, in betrekkelijk korte tijd (ongeveer een maand) in om een kabinet te vormen.

Het regeerakkoord6 dat CDA en VVD sloten, bevatte veel maatregelen die ook PvdA, CDA en D'66 al overeen waren gekomen, zoals een afspraak over de abortuswetgeving. Uiteraard leidde het afhaken van PvdA en D'66 en de deelname van de VVD wel tot aanpassingen en andere accenten. Zo werd de grondpolitiek bijgesteld op de wijze die beide partijen eerder hadden aangegeven. De plannen van minister Van Kemenade voor een middenschool kwamen op een laag pitje. Wel bleef het voornemen gehandhaafd voor een Wet investeringsrekening (sturing van investeringen) en voor een wettelijke regeling van vermogensaanwasdeling.

Inhoudsopgave

  1. Overzicht
  2. Verloop van de formatie I: tweede kabinet-Den Uyl (mislukt)
  3. Verloop van de formatie II: kabinet-Van Agt/Wiegel
  4. Terugblik
  5. Betrokken personen (formatie-Den Uyl)
  6. Betrokken personen (formatie-Van Agt)

1.

Overzicht

datum

wat

wie

tot en met

dagen

25 mei 1977

Tweede Kamerverkiezingen7

     

1 juni 1977

Benoeming formateur

J.M. Den Uyl8

15 juli 1977

45

20 juli 1977

Benoeming informateur9

W.­ Albeda10

26 juli 1977

7

27 juli 1977

Benoeming formateur

J.M. Den Uyl

25 augustus 1977

30

26 augustus 1977

Benoeming informateur

G.H. Veringa11

1 september 1977

7

2 september 1977

Benoeming formateurs

J.M. den Uyl en G.H. Veringa

6 oktober 1977

35

11 oktober 1977

Benoeming informateurs

M.­ Vrolijk12 en P.J. Verdam13

25 oktober 1977

15

26 oktober 1977

Benoeming formateur

J.M. den Uyl

4 november 1977

10

8 november 1977

Benoeming informateur

W.Ch.L. van der Grinten5

6 december 1977

29

8 december 1977

Benoeming formateur

A.A.M. van Agt14

18 december 1977

11

19 december 1977

Beëdiging15 nieuwe bewindslieden

Koningin Juliana16

   
 

Totale duur formatie17

   

201

2.

Verloop van de formatie I: tweede kabinet-Den Uyl (mislukt)

Verkiezingsuitslag

De kiezers brachten op 26 mei 1977 grote verschuivingen teweeg, waarvan de grote partijen profiteerden. Winnaar was de PvdA met tien zetels winst. De partij kreeg 53 zetels, het hoogste aantal uit haar geschiedenis. Vooral in het zuiden van het land deed de partij het goed. Ook oppositiepartij VVD won (voor de tweede keer op rij onder Wiegel) en behaalde, net als de PvdA, het beste resultaat tot dan uit haar geschiedenis: 28 zetels. Het CDA wist de sinds de jaren zestig bestaande dalende trend om te buigen in lichte winst (49 zetels). Het CDA haalde één zetel meer dan ARP, CHU en KVP in 1972 samen hadden.

 
Jan Terlouw naast verkiezingsaffiche D66
Bron: nationaal archief

Van de kleinere partijen had alleen D66 een goed resultaat. Met acht zetels won de partij van Terlouw niet alleen twee zetels, maar stond de partij na haar crisisjaren 1974 en 1975 opnieuw volledig op de politieke kaart. Verliezers waren vrijwel alle kleine partijen. Hun zeteltal ging van 37 naar 20.

Al op de avond van de verkiezingsuitslag merkte waarnemend CDA-fractievoorzitter Aantjes18 - Van Agt14 en Den Uyl8 waren afwezig vanwege de Molukse gijzelingsacties - op dat CDA en VVD samen een meerderheid hadden (77 zetels) en dat, ondanks de winst van de PvdA, de komst van een tweede kabinet-Den Uyl nog geenszins vaststond.

Formatie-van Uyl

De fractievoorzitters van PvdA, CDA en VVD adviseerden koningin Juliana om PvdA-leider Den Uyl direct tot formateur te benoemen. Alleen D66 wilde liever eerst een informateur. De koningin benoemde Den Uyl op 1 juni inderdaad tot formateur van een parlementair meerderheidskabinet (van PvdA, CDA en D66). De formateur dacht vijf tot zes weken nodig te hebben.

 
Formateur Den Uyl ontvangt CDA-lijsttrekker Van Agt
Bron: Nationaal Archief

Allereerst werd gesproken over inhoudelijke kwesties zoals de ondernemingsraden en de grondpolitiek, waarover het kabinet-Den Uyl was gevallen. Daarna zouden de zetelverdeling en de personele invulling aan de orde komen. Over de grondpolitiek werd sneller dan verwacht, op 21 juni al, een akkoord bereikt. Bij vergoeding voor onteigening zou ook rekening worden gehouden met negatieve financiële gevolgen door toekomstige ruimtelijke plannen. Ook over de ondernemingsraden en de Wet investeringsrekening werden de partijen het relatief snel eens.

Informatie Albeda

 
Albeda, Dr. W.
Bron: Fotoarchief Eerste Kamer

Op 15 juli liep de formatie echter vast op de Vermogensaanwasdeling (VAD). Dit was een regeling waardoor overwinsten van bedrijven deels aan de werknemers ten goede moesten komen, om zo bezit beter te spreiden. Er was vooral verschil van mening tussen CDA en PvdA over het beheer van het VAD-fonds (het fonds waarin de overwinsten zouden worden gestort). Het CDA wilde bovendien dat de hele bevolking zou profiteren van de VAD, terwijl de PvdA het geld alleen aan de werknemers van de betrokken bedrijven ten goede wilde laten komen.

CDA-senator Albeda, die in 1973 met Van Agt de formatie had vlotgetrokken, werd gevraagd als informateur op te treden om het conflict op te lossen. CDA-leider Van Agt had eerder, op 18 juli, een opdracht tot formatie geweigerd. Albeda slaagde na zeven dagen de impasse te doorbreken. Er zou onder meer een maximum komen aan de individuele uitkering uit het VAD-fonds aan werknemers van f 1500 per jaar.

Formatie-Den Uyl en informatie-Veringa

Na het akkoord over de VAD zette Den Uyl als formateur zijn poging om een kabinet te vormen voort. De besprekingen gingen in eerste instantie vooral over het financieel-economisch beleid, die waren vastgelegd in een nota, Memo II. Vooral de bezuinigingen stonden centraal. De PvdA wilde in de collectieve sector vier miljard gulden bezuinigen, het CDA zeven miljard. De partijen verschilden in visie op de economische ontwikkeling: het CDA wilde liever op safe spelen voor het geval de economie slechter zou draaien dan voorzien.

 
Demonstranten voor wettelijke regeling abortus, 18 augustus 1977
Bron: Nationaal Archief

Op 10 augustus slaagde Den Uyl er in een akkoord te bereiken. Er werd aangestuurd op de nullijn voor alle werknemers en als dat zou lukken werd in 1978 en 1979 afgezien van verhogingen van belastingen en premies. De ombuigingen blijven beperkt tot vier miljard. In de fractie van de PvdA stemden onder anderen Duisenberg19 tegen; in de CDA-fractie waren vijf leden tegen, onder wie Andriessen20.

De formatie liep echter twee weken later spaak op de regeling van de abortuskwestie. Het CDA hield vast aan de bestaande wetgeving op grond waarvan abortus strafrechtelijk verboden bleef. Alleen in medische noodgevallen moest abortus mogelijk zijn. Er mocht van het CDA geen initiatiefvoorstel komen om dat te veranderen. PvdA en D66 weigerden aan die wens tegemoet te komen en hielden vast aan een regeling waarbij de beslissing over abortus bij de vrouw zou komen. Abortus zou uit het Wetboek van Strafrecht worden gehaald.

Oud-KVP-minister van Onderwijs en staatsraad Veringa wist in betrekkelijk korte tijd als informateur een compromis te bereiken. Het CDA zegde toe een initiatiefvoorstel over abortus niet op voorhand te blokkeren. Er werd geen poging ondernomen om in het regeerakkoord een compromis op te nemen: de partijen accepteerden dat ze verschillend dachten over dit punt.

Informatie-Den Uyl/Veringa

 
Veringa (links) en Den Uyl (rechts)
Bron: Nationaal Archief

Op 2 september werd besloten dat Den Uyl en Veringa samen als informateurs de laatste programmatische zaken zouden oplossen. Het ging daarbij onder meer over onderwijs (de 'middenschool'), defensie en kernenergie (met name de uitbreiding van kernopwerkingsfabriek Ureno). De twee informateurs kwamen op 21 september met een eindvoorstel waarop de fracties 'ja' of 'nee' moesten zeggen. In de PvdA-fractie keerden vier leden zich tegen de afspraken over kernenergie, maar het akkoord als geheel werd aanvaard. Ook de CDA-fractie zei 'ja'.

Bij de PvdA werd het resultaat vervolgens ook door de partijraad, het permanente 'partijparlement', goedgekeurd. De PvdA claimde inmiddels op grond van de verkiezingsuitslag een verdeling van de ministersposten volgens de formule 8-7-1. CDA-voorman Van Agt zei daarover: "Ik loop nog liever door een glazen deur" dan daarmee akkoord te gaan. Het CDA wilde een zetelverdeling in het kabinet van 7-7-2.

Op 4 oktober sprak de partijraad van de PvdA uit dat moest worden vastgehouden aan 8-7-1. Desondanks wilde PvdA-onderhandelaar wel akkoord gaan met 7-7-2, mits Van Agt niet terug zou keren op Justitie. Toen het CDA daarmee niet wilde instemmen, werd de zetelverdeling op 7 oktober het derde breekpunt in de formatie.

Informatie-Vrolijk/Verdam

Twee relatieve buitenstaanders, de oud-ministers Vrolijk (PvdA) en Verdam (ARP/CDA) werden vervolgens gevraagd om als informateurs de formatie weer vlot te trekken. Zij stelden aanvankelijk op grond van de verkiezingsuitslag 8-7-1 voor. Nadat het CDA dit opnieuw had afgewezen, kwamen zij alsnog met de verdeling 7-7-2. In de nacht van 24 op 25 oktober werd daarover een akkoord bereikt. Justitie bleef bij het CDA, maar Van Agt zou als vicepremier minister van Binnenlandse Zaken worden en De Gaay Fortman zou naar Justitie gaan. De PvdA raakte ontwikkelingssamenwerking kwijt.

De zetelverdeling zou worden:

  • - 
    PvdA: premier, buitenlandse zaken, onderwijs, financiën, defensie, volkshuisvesting, CRM
  • - 
    CDA: binnenlandse zaken+vicepremier, justitie, economische zaken, landbouw, sociale zaken, volksgezondheid/milieuhygiëne, ontwikkelingssamenwerking
  • - 
    D66: verkeer en waterstaat, wetenschapsbeleid

Nog diezelfde avond, 25 oktober, werd het resultaat voorgelegd aan de partijraad van de PvdA, die in Utrecht vergaderde. Het verzet daar was heftig. Via een motie-Reckman wees de partijraad het akkoord met 53 tegen 35 stemmen af.

Formatie-Den Uyl

 
Collignon in NRC/Handelsblad. 16 november 1977

Ondanks de afwijzing door de partijraad werd Den Uyl op basis van het akkoord tussen PvdA, CDA en D66 op 26 oktober voor de derde keer formateur. De PvdA-fractie stemde echter diezelfde dag in meerderheid vóór de bereikte zetelverdeling. Vijf leden stemden tegen. Vanwege de verschillende opstelling van partijraad en fractie werd besloten een buitengewoon congres bijeen te roepen.

Den Uyl ging inmiddels onverdroten voort bij het formeren van zijn kabinet. Er werd spoedig overeenstemming bereikt over de verdeling van de staatssecretariaten (8-7-1). Den Uyl zocht op basis van de zetelverdeling 7-7-2 tevens kandidaten voor zijn kabinet. Het volgende probleem dat nu opdoemde was echter het verlangen van het CDA om naast Van Agt ook Andriessen (voor Economische Zaken) en Kruisinga (voor Landbouw) in het kabinet op te nemen; beiden stonden niet bekend als voorstander van progressieve samenwerking. Den Uyl en de PvdA waren tegen het opnemen van deze drie CDA-politici. Zij wilden dat Lubbers zou terugkeren op Economische Zaken.

 
Den Uyl stapt in auto na mislukte kabinetsformatie, 4 november 1977 © Nationaal Archief

Toen noch het CDA, noch de PvdA wilden toegeven, kwam het tot een breuk. Als laatste oplossing om de impasse te doorbreken, werd nog gedacht aan een ministerschap van Aantjes. Andriessen zou dan buiten het kabinet blijven. Aantjes voelde er echter niet voor om Van Agt op Justitie op te volgen en deelde verder mee niet bij machte te zijn een oplossing aan te dragen. Later werd gesuggereerd dat dit met zijn - toen nog onbekende - oorlogsverleden te maken had, maar Aantjes ontkent dat en bewijzen zijn er niet voor.

Op het moment dat het buitengewoon congres van de PvdA op 5 november bijeenkwam, was de poging van Den Uyl al mislukt.

Informatie-Van der Grinten

Na een nieuwe consultatieronde door de koningin werd de Nijmeegse hoogleraar Van der Grinten (CDA) tot informateur benoemd. Hij begon zijn onderzoek met een laatste poging om alsnog een kabinet van PvdA, CDA en D66 samen te stellen. Er kwamen nog enkele varianten naar voren, onder andere één met de zetelverdeling 7-7-1. Resultaat had dat niet.

3.

Verloop van de formatie II: kabinet-Van Agt/Wiegel

De constatering dat tussen PvdA en CDA geen overeenstemming mogelijk was, deed de informateur besluiten zijn onderzoek te gaan richten op een kabinet van PvdA, VVD en D66. PvdA en D66 lieten direct weten daar niet voor te voelen. Als enige variant bleef over CDA-VVD. De sfeer tussen Van Agt en Wiegel was direct veel beter dan tussen Van Agt en Den Uyl/Van Thijn. Beide voormannen ontmoetten elkaar bij het Haagse restaurant Bistroquet en bereikten in de onderhandelingen spoedig een akkoord.

 
Informateur Van der Grinten met Van Agt (links) en Wiegel (rechts)
Bron: Nationaal Archief

In de CDA-fractie werd vooral kritiek geuit op de sociaaleconomische en financiële paragraaf. Er werden door de fractie honderden amendementen ingediend. De amendementen gingen onder andere over de koopkracht van lagere inkomens, over de hoogte van de ontwikkelingshulp en over de positie van huurders. Ook vond de fractie dat een economische boycot van het apartheidsbewind van Zuid-Afrika moest worden overwogen. Met deze amendementen gingen Van Agt en Wiegel soepel om; de VVD slikte veel en op 30 november lag er een ontwerp-regeerakkoord. VVD-leider Wiegel relativeerde de betekenis van het regeerakkoord.

Ondanks de tegemoetkoming stemden er in de CDA-fractie toch zes leden, onder wie fractievoorzitter Aantjes, tegen het ontwerp-akkoord (later voegde zich nog een lid bij hen). Zij verklaarden echter een eventuele motie van wantrouwen tegen het nieuwe kabinet niet te steunen en Van Agt betitelde hen daarom als 'loyalisten'.

 
Opland in de Volkskrant, 8 december 1977)

Omdat er twijfel bestond of er wel sprake was van een parlementair meerderheidskabinet (zonder steun van de zeven loyalisten steunde het nieuwe kabinet slechts op 71 leden) werd een extra consultatieronde ingelast door de koningin. De PvdA vroeg daarin om benoeming van een nieuwe informateur. Het CDA wees heropening van de onderhandelingen met de PvdA echter af.

Formatie-Van Agt

 
Achterste rij vlnr.: Albeda, Ginjaar en De Koning. Middelste rij: Andriessen, Kruisinga, Beelaerts van Blokland, Tuijnman, Peijnenburg, Van Aardenne en Van der Stee. Voorste rij: De Ruiter, Gardeniers, Van Agt, koningin Juliana, Wiegel, Van der Klaauw, Van Aardenne en Pais.

Van Agt werd vervolgens formateur. Bij het vinden van kandidaten liep hij nog tegen enkele problemen op. Van zijn eigen partij weigerden onder anderen De Gaay Fortman, Boersma, Lubbers en Goudzwaard (opsteller van het CDA-verkiezingsprogramma) een ministerspost. Voor Buitenlandse Zaken lukte het pas na drie weigeringen om een VVD-minister te vinden, de diplomaat en topambtenaar Van der Klaauw21.

Andriessen werd minister van Financiën en Albeda (die goede banden had met het CNV) minister van Sociale Zaken. Voor de VVD kwamen naast Wiegel als vicepremier onder meer Van Aardenne (Economische Zaken) en Pais (Onderwijs) in het kabinet. Pais, hoogleraar economie, was voorstander van drastische bezuinigingen bij het rijk.

4.

Terugblik

F. Behrendt in Het Parool, 26 november 1977

De formatie van 1977 was in veel opzichten bijzonder. Allereerst de lange duur en daarnaast het mislukken van het lang nagestreefde doel van een kabinet met PvdA en CDA. Er kwam geen tweede kabinet-Den Uyl, ondanks de tien zetel winst van de PvdA bij de verkiezingen.

Er werd tijdens de formatie door beide partijen getracht oude rekeningen te vereffenen. Van Agt was zeer ontstemd over de wijze waarop de PvdA (incl. Den Uyl) hem als minister had behandeld. Verder leefde er bij het CDA veel oud zeer over de onevenwichtige zetelverdeling in het kabinet-Den Uyl (10 progressieven en 6 christendemocraten).

Voor de PvdA was het tot stand komen van het CDA en het succes van die partij een tegenvaller. De voortijdige val van het kabinet-Den Uyl had het wantrouwen tegen het CDA met een sterke rechtervleugel (ook oppositiepartij CHU behoorde daar immers toe) groter gemaakt. Daarom werden harde eisen gesteld, met als symbool de 8-7-1. Onderhandelaar Van Thijn en PvdA-leider Den Uyl moesten bovendien voortdurend verantwoording afleggen tegenover de (radicale) achterban in de partijraad.

De sentimenten bij het CDA werden door de PvdA sterk onderschat en dat gold evenzeer voor de kansen op het alternatief van een CDA-VVD-combinatie. Van Agt hield die sterke troef echter steeds achter de hand en wist bekwaam de geest voor die koerswijziging rijp te maken. Toen het zover was, sputterden enkele fractieleden nog wel tegen, maar bij de onmogelijkheid van een PvdA-CDA-kabinet was dat verzet vooral symbolisch.

 
Wiegel en Van Agt moeten opnieuw 'dineren', nadat de CDA-fractie honderden amendementen heeft ingediend op het ontwerp-regeerakkoord. Onder tafel CDA-coryfee Frans Andriessen. (Opland in de Volkskrant, 26 november 1977)

VVD-leider Wiegel speelde bekwaam in op de sentimenten bij het CDA en - vooral - bij Van Agt. Door het scheppen van een goed onderhandelingsklimaat, wist hij snel tot zaken te komen. Op de bordesfoto van het kabinet-Van Agt was dan ook een triomfantelijke blik waar te nemen bij Wiegel.

5.

Betrokken personen (formatie-Den Uyl)

De (in)formateurs

Foto

Naam

Toelichting

foto Dr. J.M. (Joop) den Uyl

Joop den Uyl, PvdA8

Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht.

foto Mr. A.A.M. (Dries) van Agt

Dries van Agt, CDA14

Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier.

foto Dr. W. (Wil) Albeda

Wil Albeda, CDA10

Minister van Sociale Zaken in het eerste kabinet-Van Agt22

foto Dr. G.H. (Gerard) Veringa

Gerard Veringa, CDA11

In 1977 (in)formateur tijdens de mislukte formatie van een tweede kabinet-Den Uyl.

foto Mr. M. (Maarten) Vrolijk

Maarten Vrolijk, PvdA12

PvdA-Tweede Kamerlid, minister en bestuurder. Was parlementair journalist van Het Vrije Volk en werd in 1956 Tweede Kamerlid en in 1962 wethouder van Den Haag.

foto Mr. P.J. (Koos) Verdam

Koos Verdam, CDA13

Speelde in 1977 als informateur met Vrolijk12 een rol bij de mislukte poging om een tweede kabinet-Den Uyl te formeren

De fractievoorzitters

Foto

Naam

Toelichting

foto Drs. E. (Ed) van Thijn

Ed van Thijn, PvdA23

Ten tijde van het kabinet-Den Uyl24 fractievoorzitter en in 1977 onderhandelaar bij de mislukte formatie

foto Mr. A.A.M. (Dries) van Agt

Dries van Agt, CDA14

Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier.

foto Dr. J.C. (Jan) Terlouw

Jan Terlouw, D6625

Wist in 1976 zijn partij te redden en vervolgens naar electoraal succes te leiden. Vicepremier en minister van Economische Zaken in het tweede kabinet-Van Agt22

6.

Betrokken personen (formatie-Van Agt)

De informateur

Foto

Naam

Toelichting

foto Dr. W.Ch.L. (Wim) van der Grinten

Wim van der Grinten, CDA

Tijdens de kabinetsformatie van 1977 opende hij als informateur de weg voor samenwerking tussen CDA en VVD en voor vorming van het tweede kabinet-Van Agt22

De formateur

Foto

Naam

Toelichting

foto Mr. A.A.M. (Dries) van Agt

Dries van Agt, CDA

Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier.

De fractievoorzitters

Foto

Naam

Toelichting

foto Mr. W. (Wim) Aantjes

Wim Aantjes, CDA

Behoorde als fractieleider ten tijde van het eerste kabinet-Van Agt22 tot de loyalisten26

foto H. (Hans) Wiegel

Hans Wiegel, VVD27

 

Kon het goed vinden met CDA-leider Van Agt en werd in diens kabinet22 in 1977 vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken

Hun secondanten

Foto

Naam

Toelichting

foto Drs. M.W.J.M. (Rinus) Peijnenburg

Rinus Peijnenburg, CDA

Was in 1977 als financieel adviseur van Van Agt14 betrokken bij de kabinetsformatie.

foto Drs. G.M.V. (Gijs) van Aardenne

Gijs van Aardenne, VVD

 

Minister van Economische Zaken in de kabinetten-Van Agt I en Lubbers I (in dat kabinet tevens viceminister-president).

De vaste adviseurs van de Koningin

Foto

Naam

Toelichting

foto Dr. Th.L.M. (Theo) Thurlings

Theo Thurlings, voorzitter van de Eerste Kamer

Uit Limburg afkomstige Wageningse hoogleraar die tien jaar Eerste Kamervoorzitter was.

foto Dr. A. (Anne) Vondeling

Anne Vondeling, voorzitter van de Tweede Kamer

PvdA-voorman, minister en Kamervoorzitter. Markante politicus uit de tweede helft van de twintigste eeuw.

foto Dr. M. (Marinus) Ruppert

Marinus Ruppert, vicepresident van de Raad van State

Grote man van de christelijke vakbeweging, die opklom van tuindersknecht tot 'onderkoning' (vicepresident van de Raad van State).


Meer over

  • Kabinetsformaties sinds 194528
  • Verkiezingsjaar 1977

  • 1. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 2. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 3. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 4. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 5. 
    KVP-politicus en rechtsgeleerde, die in 1949 staatssecretaris van Economische Zaken in het kabinet-Drees I werd en daarmee de eerste staatssecretaris van ons land was. Zoon van een Nijmeegse hoogleraar staatsrecht. Had een belangrijk aandeel in de totstandkoming van de Wet op de bedrijfsorganisatie, waarbij de SER werd ingesteld. Na zijn staatssecretariaat hoogleraar in Nijmegen en voorzitter van diverse commissies, onder andere over het vennootschapsrecht. Tijdens de kabinetsformatie van 1977 opende hij als informateur de weg voor samenwerking tussen CDA en VVD en voor vorming van het eerste kabinet-Van Agt. Vruchtbaar publicist op juridisch gebied.
     
  • 6. 
    Het regeerakkoord van 1977 omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen CDA en VVD en vormde de basis voor het kabinet-Van Agt I. Dit regeerakkoord telde 108 pagina's. Centraal in het akkoord stond het grenzen stellen aan overheidsbemoeienis.
     
  • 7. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
     
  • 8. 
    Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
     
  • 9. 
    Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
     
  • 10. 
    ARP- en CDA-politicus die zichzelf typeerde als vakbondsman. Was geruime tijd werkzaam bij de Christelijke Bouwbond en het CNV. Daarna hoogleraar sociaaleconomisch beleid in Rotterdam. Had belangstelling voor internationale vraagstukken. Vanaf 1966 lid en sinds 1973 voorzitter van de ARP-fractie in de Eerste Kamer. Stond in 1973 als informateur mede aan de basis van het kabinet-Den Uyl. Minister van Sociale Zaken in het eerste kabinet-Van Agt, waarvan hij het 'sociale gezicht' was. Bracht onder meer een herziening van de Wet op de ondernemingsraden en de Arbeidsomstandig­hedenwet tot stand. Keerde na zijn ministerschap terug in de Senaat en werd later voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Evenwichtige, sociaal voelende econoom die vaak optrad als bemiddelaar bij sociale conflicten.
     
  • 11. 
    Vriendelijke KVP-voorman, met een jongensachtige uitstraling, die minister van Onderwijs was in het kabinet-De Jong. In 1971 lijsttrekker van zijn partij. Was als criminoloog topambtenaar van het gevangeniswezen en in Nijmegen buitengewoon hoogleraar. Tijdens zijn ministerschap vond onder meer in 1969 de bezetting van het Maagdenhuis (UvA) plaats, die een uiting was van onvrede over de weinig democratische structuur van de universitaire wereld. Kwam aan de wens tot modernisering tegemoet via de Wet Universitaire Bestuurshervorming. Werd in 1971 lijsttrekker van de KVP, omdat hij een progressiever imago had dan De Jong. Moest echter al eind 1971 de politiek verlaten vanwege zijn gezondheid. Werd toen staatsraad. In 1977 (in)formateur tijdens de mislukte formatie van een tweede kabinet-Den Uyl.
     
  • 12. 
    PvdA-Tweede Kamerlid, minister en bestuurder. Was parlementair journalist van Het Vrije Volk en werd in 1956 Tweede Kamerlid en in 1962 wethouder van Den Haag. Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in het kabinet-Cals. Stimuleerde de bouw van sporthallen en buurthuizen en ontwierp een wettelijke regeling voor de omroep. Na 1967 weer Tweede Kamerlid en vervolgens Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland. Relativerende sigarenroker, die 's nachts tot twee uur of nog later placht te werken. Telg uit een oud Schevenings vissersgeslacht. Geboren voorzitter die met een bassende stem zeer zorgvuldig formuleerde. Man zonder franje, die zijn hart had verpand aan de kunsten en dol was op balsporten.
     
  • 13. 
    Hoogleraar Romeins recht en internationaal privaatrecht aan de Vrije Universiteit die korte tijd minister en senator was. Zoon van een rechter, die ook politiek actief was. Meer geleerde dan politicus en in 1966 vrij onverwacht minister van Binnenlandse Zaken als opvolger van Smallenbroek. Ambieerde echter geen politieke loopbaan en na de post ook in het interimkabinet-Zijlstra te hebben vervuld, keerde hij terug naar de wetenschap. Werd in 1970 Commissaris van de Koningin in Utrecht. Speelde in 1977 als informateur met Vrolijk een rol bij de mislukte poging om een tweede kabinet-Den Uyl te formeren. Befaamd om zijn zeer geestige tafelspeeches.
     
  • 14. 
    CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
     
  • 15. 
    Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
     
  • 16. 
    Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees en Beel. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.
     
  • 17. 
    Kabinetsformaties na de verkiezingen duren sinds 1946 gemiddeld 103 dagen. Formaties van tussenkabinetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Soms komt het voor dat na een kabinetscrisis zonder nieuwe verkiezingen een ander of overgangskabinet wordt gevormd. Dergelijke formaties verlopen doorgaans veel sneller.
     
  • 18. 
    Bevlogen christendemocratisch politicus. Was afkomstig uit een hervormd-gereformeerd milieu uit de Alblasserwaard en behoorde aanvankelijk tot de rechtervleugel van de ARP. Als voorman van de bouwondernemers woordvoerder volkshuisvesting en daarnaast woordvoerder PTT-zaken. Werd in 1971 na de vorming van het kabinet-Biesheuvel fractievoorzitter, maar schoof op naar links en bevorderde de komst van het kabinet-Den Uyl. Stond aarzelend tegenover de vorming van het CDA, omdat hij vreesde dat de (progressieve) evangelische grondslag niet verzekerd was. Behoorde als fractieleider ten tijde van het eerste kabinet-Van Agt tot de loyalisten. Trad af als Kamerlid vanwege onthullingen over zijn oorlogsverleden. Werd later grotendeels gerehabiliteerd toen erkend werd dat zijn versie van dat verleden juist was geweest.
     
  • 19. 
    Friese PvdA-econoom met een grote staat van dienst als bankpresident, zowel nationaal als Europees. Werd betrekkelijk jong minister van Financiën in het kabinet-Den Uyl. Ontwikkelde in 1975 een beleid waarbij voor het eerst de sterke groei van de overheidsuitgaven wat werd beperkt (1%-norm). Stapte kort na zijn ministerschap over naar het bankwezen en werd later president van De Nederlandsche Bank. Pleitte toen steeds voor het op orde brengen van de overheidsuitgaven. Speelde als president van de Europese Centrale Bank een voorname rol bij introductie van de euro, de gezamenlijke Europese munt. Kalme, realistische man, die als minister progressieve wensen en een verantwoord financieel beleid moest zien te verenigen.
     
  • 20. 
    Vooraanstaande christendemocraat van katholieken huize. Kwam in 1967 voor de KVP in de Kamer nadat zijn vader die had verlaten. Als voormalige directeur van een instituut voor de bouw aanvankelijk woordvoerder volkshuisvesting. Volgde in 1971 Veringa op als partijleider toen deze moest aftreden vanwege gezondheidsproblemen. Leidde de KVP-Tweede Kamerfractie tijdens het kabinet-Den Uyl, waaraan hij kritisch, maar ook loyaal steun gaf. In 1977 maakte hij bezwaar tegen het ontwerp-regeerakkoord met de PvdA en werd hij door die partij afgewezen als kandidaat voor Economische Zaken. In het eerste kabinet-Van Agt dat na de mislukte formatie-Den Uyl werd gevormd, was hij minister van Financiën. Trad af, omdat hij vond dat er meer bezuinigd moest worden. Nadien Europees Commissaris voor handelspolitiek en landbouw. Pragmatisch politicus.
     
  • 21. 
    Minzame diplomaat en topambtenaar, die zich als minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt I met moeite politiek wist te handhaven. Kreeg te maken met hevige oppositie (ook uit regeringsfractie CDA) over onder meer het kernwapenbeleid, Zuid-Afrika en duikbootleveranties aan Taiwan. Had een vrij slechte presentatie en was eigenlijk te zachtaardig voor het harde politieke bedrijf. Werd na zijn aftreden als minister ambassadeur in Brussel en Lissabon. Van huis uit historicus en gepromoveerd op een proefschrift over de relatie met Belgiė in het interbellum.
     
  • 22. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
     
  • 23. 
    Amsterdamse, gepassioneerde sociaaldemocraat, die als Joodse jongen de bezetting overleefde en daarna een onvermoeibaar mensenrechtenstrijder werd. Vanuit de WBS, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, spoedig raadslid in Amsterdam en vooraanstaand Tweede Kamerlid, dat zich met binnenlandse zaken en verkeer bezighield. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl fractievoorzitter en in 1977 onderhandelaar bij de mislukte formatie. Werd daarna (opnieuw) woordvoerder staatkundige vernieuwing en in 1981 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II. Vanaf 1983 tien jaar een populaire burgemeester van Amsterdam die veel betrokkenheid toonde met de stad in alle facetten. Keerde in 1994 terug als minister, maar de IRT-affaire dwong hem tot voortijdig aftreden. Speelde als senator in 2005 een cruciale rol bij het 'afschieten' van het voorstel voor de gekozen burgemeester. Goed bestuurder en debater; cultuur- en sportliefhebber.
     
  • 24. 
    Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
     
  • 25. 
    Natuurkundige, jeugdboekenschrijver en D66-voorman; na Van Mierlo hét gezicht van D66. In 1971 Tweede Kamerlid en in 1973 fractievoorzitter. Wist in 1976 zijn partij te redden en vervolgens naar electoraal succes te leiden. Vicepremier en minister van Economische Zaken in het tweede kabinet-Van Agt. Botste toen vaak met zijn collega-minister Den Uyl en kwam zowel binnen als buiten zijn partij onder vuur te liggen. Werd in 1982 met tegenzin weer lijsttrekker, maar verdween na de voor D66 teleurstellende verkiezingen enige jaren van het politieke toneel. In 1991 de eerste D66-Commissaris van de Koningin en later nog vier jaar senator. Kalme, vriendelijke domineeszoon, die als de verpersoonlijking van 'het redelijke alternatief' (de slogan van zijn partij) bekendstond en door velen werd getypeerd als 'de ideale schoonzoon'.
     
  • 26. 
    Met de Loyalisten werd een groep van zes, later zeven CDA-Tweede Kamerleden bedoeld, die het op 29 november 1977 tussen CDA en VVD gesloten regeerakkoord afwees, maar wel bereid was het te vormen kabinet-Van Agt I loyaal te steunen. De naam werd later ook breder gebruikt om de CDA-Kamerleden mee aan te duiden, die kritisch stonden tegenover het kabinet-Van Agt I.
     
  • 27. 
    Voorman en prominent lid van de VVD. Bevorderde in de periode 1971-1982 als (jeugdig) partijleider door een op de middengroepen en geschoolde arbeiders gerichte koers de groei van zijn partij. Zette zich sterk af tegen het kabinet-Den Uyl. Uitstekend debater en raspoliticus die optimaal gebruikmaakte van de media. Kon het goed vinden met CDA-leider Van Agt en werd in diens kabinet in 1977 vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Werd in 1982 Commissaris van de Koningin in Friesland, maar bleef lang een vooraanstaande rol in zijn partij spelen. Stapte later over naar de organisatie van zorgverzekeraars en werd senator. Zijn tegenstem in de Eerste Kamer tegen het correctief referendum veroorzaakte in 1999 een korte kabinetscrisis. Hoffelijke man, die feitelijk vrij verlegen is en een afkeer heeft van scherpslijperij. Geniet graag van een goed glas en goede maaltijd.
     
  • 28. 
    In de periode 1945 tot en met 2024 zijn er zo'n 30 formaties geweest. Een formatie vindt in de regel elke vier jaar plaats, maar soms worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven na een val van een kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1982 na de val van het kabinet-Van Agt II of in 2012 na de val van het kabinet-Rutte I.