Burgerforum kiesstelsel

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Het Burgerforum kiesstelsel werd ingesteld door minister Pechtold1 en had 140 leden onder voorzitterschap van Jacobine Geel. De Nationale conventie2 adviseerde in september 2006 om te experimenteren met de instelling van burgerfora die burgers een rol geven in de beleidsvoorbereidende fase.

In november 2006 adviseerde het burgerforum kiesstelsel om kiezers voortaan te laten stemmen op ofwel een partij, ofwel een specifieke kandidaat. De evenredige vertegenwoordiging3 moest gehandhaafd blijven, maar de voorkeurdrempel moest verdwijnen. Ook beval het burgerforum aan restzetels4 voortaan te verdelen volgens de methode van de grootste overschotten.

In april 2008 liet het kabinet-Balkenende IV5 weten geen reden te zien om het advies van het Burgerforum over te nemen.

Inhoudsopgave

  1. Aanbevelingen
  2. Instelling en taakopdracht
  3. Werkwijze
  4. Samenstelling

1.

Aanbevelingen

Het burgerforum kiesstelsel deed de volgende aanbevelingen:

  • - 
    Invoering van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging waarbij de kiezer één stem uitbrengt op ofwel de partij van zijn keuze, ofwel op een kandidaat van zijn keuze;
  • - 
    Verdeling van restzetels volgens de methode van de grootste overschotten.

Aanbeveling 1: stem op partij of op kandidaat

De gedachte van het burgerforum was dat een kiezer bij een stem op een partij aangeeft dat hij of zij de ideeën van die partij steunt en bovendien vertrouwen heeft in de door die partij opgestelde lijstvolgorde. Bij een voorkeurstem geeft de kiezer volgens het burgerforum gericht aan dat hij of zij een bepaalde kandidaat graag in de Tweede Kamer6 ziet. De voorkeurdrempel (in het bestaande kiesstelsel 25 procent van de kiesdeler) zou in het voorstel van het burgerforum komen te vervallen.

Ieder Kamerlid zou volgens het burgerforum een persoonlijk mandaat krijgen: ofwel rechtstreeks van de kiezer op basis van voorkeurstemmen, ofwel indirect op basis van partijstemmen.

De verdeling van de zetels gaat volgens het voorstel als volgt. Stel een partij haalt bij de verkiezingen X zetels, en Y% van de kiezers die daarvoor hebben gezorgd hebben op de partij gestemd en 100%-Y% hebben op een persoon van die partij gestemd. De eerste Y% * X zetels zouden dan aan de eerste Y% * X kandidaten op de kandidatenlijst van de partij worden toegewezen.

De resterende (100%-Y%)*X zetels worden aan de resterende kandidaten op de kandidatenlijst toebedeeld op volgorde van het aantal voorkeurstemmen.

Aanbeveling 2: verdeling restzetels

Volgens het burgerforum kiesstelsel is de bestaande methode van restzetelverdeling, volgens de methode van de grootste gemiddelden, teveel in het voordeel van de grote partijen. Het burgerforum heeft daarom aanbevolen de methode van de grootste overschotten te gaan gebruiken. Volgens het burgerforum is de signaalfunctie van kleine partijen belangrijker dan de versterking van de machtspositie van grote partijen.

2.

Instelling en taakopdracht

Het burgerforum kiesstelsel werd ingesteld door minister Pechtold. De leden van het burgerforum hadden de opdracht om te onderzoeken wat in hun ogen het meest geschikte kiesstelsel zou zijn voor de Tweede Kamer. Het onderzoek moest uitmonden in een beargumenteerd verslag.

Het onderzoek van het burgerforum mocht alleen gaan over het kiesstelsel voor de Tweede Kamer, maar aan het forum waren geen criteria meegegeven waaraan het kiesstelsel moest voldoen. Het voorstel voor een nieuw kiesstelsel hoefde dus niet per se binnen de huidige Grondwet realiseerbaar te zijn.

Het burgerforum werd op 24 maart 2006 geïnstalleerd.

3.

Werkwijze

Het burgerforum was onafhankelijk en mocht zijn eigen werkwijze bepalen. Op voorstel van minister Pechtold verliepen de werkzaamheden in drie fases. De eerste fase was de scholingsfase: de leden van het forum worden geïnformeerd over kiesstelsels.

In de tweede fase luisterden de leden van het burgerforum naar de mening van andere Nederlanders over het huidige kiesstelsel en mogelijke verbeteringen. In de derde en laatste fase formuleerde het burgerforum het advies aan het kabinet.

4.

Samenstelling

Het burgerforum was op een bijzondere manier samengesteld. Uitgangspunt was dat iedere kiesgerechtigde voor de Tweede Kamer in principe deel uit moest kunnen maken van het forum.

De selectie van de leden ging als volgt:

  • - 
    uit het bestand van de Gemeentelijke Basis Administratie is een willekeurige selectie gemaakt van 100.000 kiezers;
  • - 
    op 4 februari 2006 kregen 50.000 kiesgerechtigden een uitnodiging om zich op te geven voor een informatiebijeenkomst over het burgerforum;
  • - 
    bijna 4000 mensen meldden zich aan voor de uiteindelijk 9 informatiebijeenkomsten; dit was meer dan verwacht;
  • - 
    de informatiebijeenkomsten zijn bezocht door ongeveer 3000 mensen, waarvan ruim 1700 zich kandidaat stelden voor het forum;
  • - 
    op 14 maart 2006 zijn de 140 leden van het burgerforum door loting aangewezen. De loting was zodanig vorm gegeven dat er evenveel mannen als vrouwen in het forum zitten en de verdeling over de provincies min of meer evenredig is aan de inwoneraantallen.

Voorzitter van het burgerforum was drs. Jacobine Geel, theoloog, televisiepresentator en ambassadeur van de ontwikkelingsorganisatie ICCO. Mevrouw Geel verwierf onder meer bekendheid met haar inhoudelijke commentaren bij kerkelijke plechtigheden van het Koninklijk Huis. De voorzitter van het burgerforum werd vooraf door minister Pechtold benoemd.

 

Meer over

  • 'Met één stem meer keus'. Advies burgerforum kiesstelsel - letterlijke tekst (pdf)
  • vernieuwing kiesstelsel7

  • 1. 
    Alexander Pechtold (1965) was in 2006-2018 fractievoorzitter en politiek leider van D66. Hij was sinds november 2006 Tweede Kamerlid. De heer Pechtold was verder van 31 maart 2005 tot 3 juli 2006 minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hij is opgeleid als kunsthistoricus en werkte onder andere bij een veilinghuis. Van 1997 tot 2002 was hij wethouder in Leiden. Vanaf eind 2002 tot 2005 was hij voorzitter van D66. en in de periode 2003-2005 burgemeester van Wageningen. De heer Pechtold was enige jaren woordvoerder Europese zaken en onderwerpen rond het koninklijk huis. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. Per 1 november 2019 werd hij algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
     
  • 2. 
    De Nationale conventie werd per 1 januari 2006 door minister Pechtold ingesteld om de vraag te beantwoorden of belangrijke elementen uit het huidige staatsbestel nog voldeden. De CDA'er Rein Jan Hoekstra was voorzitter.
     
  • 3. 
    Evenredige vertegenwoordiging is een kiesstelsel waarbij vrijwel alle uitgebrachte stemmen meetellen voor de uiteindelijke verhoudingen in de zetelverdeling.
     
  • 4. 
    Nadat de stembussen zijn afgesloten, worden de stemmen geteld. Aan de hand van het behaalde aantal stemmen per lijst, worden de beschikbare zetels verdeeld. Per lijst worden de behaalde zetels aan de kandidaten toegekend. De kiesdeler, het aantal stemmen gedeeld door het aantal beschikbare zetels, bepaalt hoeveel stemmen nodig zijn om een zetel te behalen. Vervolgens worden de restzetels verdeeld.
     
  • 5. 
    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
     
  • 6. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 7. 
    Nederland heeft een kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dat betekent dat elke partij het aantal zetels in het parlement krijgt dat overeenkomt met het percentage stemmen, met inachtneming van de kiesdeler. Het systeem van evenredige vertegenwoordiging kent verschillende voordelen, maar onderdelen van het Nederlandse kiesstelsel staan regelmatig ter discussie. Veel van die debatten hebben te maken met de verhouding tussen kiezer en gekozene.