Europese Grondwet 2004
Tijdens de Europese Top van 17 en 18 juni 2004 bereikte de Europese Raad1 een akkoord over de Europese Grondwet. Om precies te zijn gaat het om een verdrag (tussen de lidstaten van de Europese Unie2) waarin een Grondwet voor Europa wordt vastgesteld.
Deze Europese Grondwet is op 29 oktober 2004 in Rome ondertekend. Daarna moesten de parlementen uit alle lidstaten hun akkoord geven, eventueel na een referendum3. Als de Europese Grondwet ongeschonden uit dit ratificatietraject was gekomen, zou de Grondwet naar verwachting medio 2007 in werking zijn getreden.
In Nederland is de Europese Grondwet tijdens een referendum op 1 juni 2005 door een meerderheid van de kiezers afgewezen. De Tweede Kamer en het kabinet hebben deze uitslag overgenomen. Ook in Frankrijk had de meerderheid van de bevolking in een referendum al tegen de Europese Grondwet gestemd.
De doelstellingen van de Europese Grondwet waren:
-
-verkleinen van de kloof tussen de burgers en de Europese instellingen4;
-
-hervormen van de Europese instellingen om te kunnen blijven functioneren in de uitgebreide EU van vijfentwintig lidstaten. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan de Europese instellingen, maar ook aan besluitvormingsprocedures5 en regelgeving;
-
-versterking van de positie van de EU in de wereld.
De Europese grondwet is uiteindelijk vervangen door het Verdrag van Lissabon6.
Meer op website Europa Nu over
- 1.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 2.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 3.Een referendum is een volksstemming over een bepaalde politieke kwestie. Over referenda wordt in Nederland al decennialang gediscussieerd. Voorstanders vinden deze volksstemmingen een goede manier om burgers meer invloed te geven. Tegenstanders zeggen dat in een representatieve democratie volksvertegenwoordigers zijn gekozen om zorgvuldige belangenafwegingen te maken.
- 4.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen, zoals de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie. De bevoegdheden van de EU-instellingen zijn vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU)
- 5.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.
- 6.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 7.Op 1 juni 2005 werd in Nederland een raadplegend referendum gehouden over de Europese Grondwet. Een meerderheid van de kiezers (ruim 61 procent) stemde tegen. Het was het eerste nationale referendum in ons land. Drie dagen daarvoor hadden de Fransen in een referendum eveneens de Grondwet afgewezen.