Zittingsduur kabinetten

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten1 de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.

Het kan ook voorkomen dat na tussentijdse verkiezingen een kabinet de hele zittingsperiode van de Tweede Kamer uitzit. Dan kan het zelfs gebeuren dat een kabinet langer dan vier jaar achter de regeringstafel zit. Want reguliere Tweede Kamerverkiezingen worden altijd in mei gehouden. Als er dan na de val van een kabinet tussentijdse verkiezingen in het najaar zijn en het op basis van deze verkiezingen gevormde kabinet niet valt, zijn de eerstvolgende reguliere verkiezingen dus in mei vier en een half jaar later. Zo bepaalt artikel 64 lid 42 van de Grondwet dat zo'n periode niet langer dan vijf jaar mag zijn.

Het formatieproces3 in Nederland is vaak moeilijk, omdat voor een meerderheid in de Tweede Kamer4 vaak meerdere partijen nodig zijn. Hierdoor moeten partijen samenwerken die qua opvattingen van elkaar verschillen, wat leidt tot langdurige en uitgebreide onderhandelingen en wat ook invloed heeft op de zittingsduur van kabinetten.

Zittingsduur

Hieronder zijn de meest recente kabinetten en hun zittingsduur te zien. Het huidige kabinet-Rutte IV trad 10 januari 2022 aan en was van 7 juli 2023 tot 2 juli 2024 demissionair. Bij een kabinetscrisis5 is er sprake van een intern conflict binnen het kabinet of een conflict met de Eerste- of Tweede Kamer, hierbij kan het kabinet ten val komen.

 

Kabinet

Dagen

Bijzonderheden

(Eventuele) val van kabinet

Rutte IV6

904

voortijdig gevallen

20237

Rutte III

1537

voortijdig gevallen

2021

Rutte II8

1816

gehele periode

 

Rutte I9

753

voortijdig gevallen

201210

Neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht van de zittingsduur van de kabinetten van na de Tweede Wereldoorlog.

Inhoudsopgave

  1. Langstzittende kabinetten
  2. Kortstzittende kabinetten
  3. Overgangskabinetten

1.

Langstzittende kabinetten

Kabinet-Rutte II (2012-2017): 1816 dagen

Het kabinet-Rutte II is het langstzittende kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog. Dit kabinet bestond uit de partijen VVD11 en PvdA12. De belangrijkste doelstellingen van het kabinet waren het op orde brengen van de overheidsfinanciën, het eerlijk verdelen van lasten en het zorgen voor duurzame groei van de economie.

  • Kabinet-Rutte II8

Dit kabinet was een lang zittend kabinet, neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht van de langstzittende kabinetten van na de Tweede Wereldoorlog.

2.

Kortstzittende kabinetten

Kabinet-Van Agt II (1981-1982): 261 dagen

Het kabinet-Van Agt II werd gevormd door de partijen CDA, PvdA en D66. Financieel-economische problemen zorgden voor grote spanningen binnen dit kabinet, waardoor het kabinet nauwelijks aan regeren toekwam. Acht maanden nadat de PvdA een grote verkiezingsnederlaag had geleden tijdens de Statenverkiezingen13 viel het kabinet vanwege een conflict over bezuinigen14. De PvdA-bewindslieden dienden hun ontslag in.

  • Kabinet Van Agt II15

Dit kabinet was een kort zittend kabinet, neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht van de kortstzittende kabinetten van na de Tweede Wereldoorlog.

3.

Overgangskabinetten

Kabinet-Zijlstra (1966-1967): 134 dagen

Het kabinet-Zijlstra was een overgangskabinet dat het gevallen kabinet-Cals16 gedurende de periode 1966-1967 opvolgde. Belangrijkste doel van het kabinet was het uitschrijven van vervroegde Tweede Kamerverkiezingen en het afhandelen van lopende zaken, zoals de voorbereiding van de begroting voor 1967. Verder heeft het kabinet de omroepkwestie geregeld door aanvaarding in beide Kamers van de Omroepwet.

  • Kabinet-Zijlstra17

Dit kabinet was een overgangskabinet18, neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht van alle overgangskabinetten van na de Tweede Wereldoorlog.

 

Meer over

  • Kabinet1
  • Wetenswaardigheden kabinetten19

  • 1. 
    Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
     
  • 2. 
    1. Elk der kamers kan bij koninklijk besluit worden ontbonden.
     
  • 3. 
    Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
     
  • 4. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 5. 
    Een kabinet kan vanwege een intern conflict of door een conflict met Tweede Kamer of Eerste Kamer ten val komen. Bij interne conflicten kan worden gedacht aan een meningsverschil tussen ministers over een te nemen maatregel of over een wetsvoorstel dat in behandeling is.
     
  • 6. 
    Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de langste formatie sinds de Tweede Wereldoorlog tot stand. Negen maanden na de verkiezingen van 17 maart 2021 en bijna een jaar na de ontslagneming van het kabinet-Rutte III stond er een nieuw kabinet op het bordes. Premier Mark Rutte leidde voor de vierde keer een kabinet.
     
  • 7. 
    Als gevolg van onenigheid binnen het kabinet over een pakket maatregelen om de asielinstroom te beperken, bood minister-president Mark Rutte op 7 juli 2023 het ontslag aan van alle ministers en staatssecretarissen van kabinet-Rutte IV.
     
  • 8. 
    Dit kabinet werd door VVD en PvdA gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012. VVD-leider Mark Rutte werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos en Henk Kamp wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties ooit.
     
  • 9. 
    Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
     
  • 10. 
    Op zaterdag 23 april 2012 kwam het kabinet-Rutte I ten val, nadat de besprekingen in het Catshuis over verdere bezuinigingen waren mislukt. Over de inhoudelijke redenen was strikt genomen niets bekend, omdat wekenlang in beslotenheid was vergaderd. Het leek er op dat de onderhandelaars van VVD, CDA en PVV het eens waren geworden over een bezuinigingspakket van € 14,4 miljard. Dat bleek echter niet het geval.
     
  • 11. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 12. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 13. 
    Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.
     
  • 14. 
    Op 12 mei 1982 kwam er een einde aan het acht maanden eerder gevormde tweede kabinet-Van Agt. De directe aanleiding van de kabinetscrisis was onenigheid over het financieel-economisch beleid. De coalitiepartijen wisten geen overeenstemming te bereiken over bezuinigingen en de financiering van het werkgelegenheidsbeleid. De PvdA-ministers stelden daarop hun portefeuilles ter beschikking.
     
  • 15. 
    Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
     
  • 16. 
    Dit centrumlinkse kabinet van KVP, PvdA en ARP was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities.
     
  • 17. 
    Dit kabinet van KVP en ARP was een overgangskabinet. Het werd gevormd na de val van het kabinet-Cals. Minister-president Zijlstra was afkomstig uit de ARP. Het kabinet trad aan op 22 november 1966.
     
  • 18. 
    Het uitbreken van een kabinetscrisis kan, afhankelijk van de oorzaak, verschillende gevolgen hebben. Enkele ministers (meestal van één partij) kunnen bijvoorbeeld ontslag nemen, ministers kunnen hun portefeuilles ter beschikking stellen, er kan een interim-kabinet komen of het zittende kabinet kan demissionair worden.
     
  • 19. 
    Wat is er te zeggen over de naoorlogse kabinetten, bijvoorbeeld over het aantal vrouwen, de gemiddelde leeftijd, of het aantal hoogleraren? Welk kabinet bleef het langste zitten en welke viel binnen enkele weken? Een aantal interessante wetenswaardigheden op een rijtje.