Behandeling wetsvoorstel Eerste Kamer
De behandeling van een wetsvoorstel door de Eerste Kamer1 houdt meer in dan alleen een debat en een stemming. Aan het debat gaat een schriftelijke voorbereiding vooraf, waarbij leden commentaar kunnen geven op het voorstel en vragen kunnen stellen.
Debatten hebben een vast patroon en vaste regels. Dat geldt ook voor de stemmingen.
Behandeling van wetsvoorstellen betekent voor de leden niet alleen het voeren van een debat met de regering, maar ook dat er overlegd moet worden met burgers en organisaties. Door van verschillende zijden informatie in te winnen, kunnen leden tot een goed oordeel komen.
Een wetsvoorstel wordt direct nadat het door de Tweede Kamer2 is aangenomen naar de Eerste Kamer gezonden. Daar wordt het in handen gesteld van een commissie.
Die commissie bepaalt of het wetsvoorstel direct op de agenda kan worden gezet van de voltallige (plenaire) vergadering of dat er eerst nog een voorbereidend onderzoek moet plaatsvinden.
Als het voorstel direct op de agenda wordt gezet, wordt er niet meer over het voorstel gesproken, maar wordt het wetsvoorstel als hamerstuk afgedaan.
Het voorbereidend onderzoek bestaat in hoofdzaak uit de uitwisseling van stukken. De leden geven namens hun fractie schriftelijk commentaar op het voorstel en stellen vragen. De regering reageert daar in een nota of memorie van antwoord op. Soms worden er meerdere van zulke schriftelijke rondes gehouden, maar in de regel wordt één ronde voldoende geacht.
Na de schriftelijke voorbereiding wordt aan de Kamer meegedeeld dat het wetsvoorstel gereed is voor behandeling in de plenaire vergadering. Het wordt dan na enige tijd op de agenda gezet.
De behandeling in de Eerste Kamer is één van de laatste fases van een langdurig proces dat onder andere de indiening door de regering, de behandeling door de Tweede Kamer en de inwerkingtreding omvat.
Alle leden hebben het recht om het woord te voeren, maar in de praktijk wijst iedere fractie4 één (of twee) spreker(s) aan. Zij geven een oordeel over het wetsvoorstel en stellen vragen aan de indieners van het voorstel (ministers, staatssecretarissen of Tweede Kamerleden).
Die indieners gaan daarna in op de vragen en opmerkingen van de Kamerleden. Soms vindt nog een tweede ronde in het debat plaats.
Na het debat stelt de Kamervoorzitter5 de stemming van het wetsvoorstel aan de orde. Als geen enkel lid om stemming vraagt, stelt de Voorzitter vast dat het wetsvoorstel zonder stemming is aangenomen. Leden kunnen dan alleen laten aantekenen dat zij tegen waren.
Als er wel om stemming wordt gevraagd, wordt de stemming in de regel op de agenda voor de eerstvolgende vergadering gezet.
Er wordt hoofdelijk gestemd, tenzij wordt besloten dit bij zitten en opstaan te doen. Als de uitslag van een stemming bij zitten en opstaan niet duidelijk is, wordt alsnog hoofdelijk gestemd. Bij een hoofdelijke stemming worden de namen van de leden afgeroepen en die zeggen dan 'voor' of 'tegen'.
Voorafgaande aan de stemming mogen leden kort verklaren waarom ze voor of tegen zijn.
meer over
- 1.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.Een wet kan ingrijpende gevolgen hebben voor burgers. Gedrag kan bijvoorbeeld strafbaar worden gesteld, belastingen kunnen worden verhoogd of de verkiezingsprocedure kan worden veranderd. Omdat dit gevoelige zaken zijn, is er een uitgebreid stappenplan dat moet worden doorlopen voordat een voorstel wet wordt. Op die manier wordt voorkomen dat wetgeving lichtzinnig tot stand komt.
- 4.Een organisatie van Kamerleden die deel uitmaken van dezelfde politieke partij en gezamelijke standpunten bepaalt, noemen we een fractie. De fractievoorzitter geeft leiding aan een fractie en treedt als woordvoerder op bij belangrijke debatten. De Eerste Kamerfracties kennen geen fractiecommissies.
- 5.De Eerste Kamervoorzitter leidt de vergadering van de Eerste Kamer en is tevens voorzitter van het College van fractievoorzitters en het College van Voorzitter en Ondervoorzitters (interne organisatie). Hij zit ook de Verenigde Vergaderingen voor. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, zoals in contacten met buitenlandse parlementen en bij ontvangsten van gasten.
- 6.Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder wetgevende rechten. Zo heeft zij niet het recht van amendement. De belangrijkste taken van de Eerste Kamer zijn medewetgeving en controle.
- 7.De Eerste Kamer kan via een stemming een besluit nemen. Aan het einde van de openbare behandeling, nadat het debat over een (wets)voorstel afgerond is, stelt de voorzitter voor tot stemming over te gaan.