Jonge Socialisten in de PvdA (JS)
Deze organisatie is de onafhankelijke politieke jongerenorganisatie van de PvdA1. De Jonge Socialisten in de PvdA (JS) wil jongeren interesseren voor politiek en jongerenparticipatie bevorderen in politieke en maatschappelijke zin. Belangrijke maatschappelijke onderwerpen waar JS zich mee bezighoudt zijn: goed en toegankelijk onderwijs, sociale zekerheid, werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en milieu.
De beginselen van de Jonge Socialisten zijn samen te vatten in vijf punten: gelijkheid, solidariteit, vrijheid, duurzaamheid en verbondenheid
De Jonge Socialisten kent een bestuur bestaande uit zeven leden. Dit bestuur werkt samen met verschillende lagen, zoals de afdelingen en verscheidene werkgroepen. De leden en het bestuur ontmoeten elkaar tijdens de halfjaarlijkse congressen.
Nieuwe Koers
FJG
Jonge Socialisten
Nieuwe Koers
Met de fusie van de SDAP21 met de VDB22 en CDU23, fuseerden de VDB-jongeren24 (VDJO) met een paar socialistische organisaties tot de Democratische Socialistische Jongeren Vereniging 'Nieuwe Koers' (DJSVNK). De jongerenorganisatie van de SDAP, de AJC25, besloot zelfstandig verder te gaan. 'Nieuwe Koers', zoals de nieuw opgerichte organisatie in de volksmond heette, was volkomen onafhankelijk van de PvdA en bleek in eerste instantie een succes. Het hoogtepunt qua ledental werd eind 1948 bereikt, met ongeveer 3300 leden.
De PvdA wilde graag grip hebben op de jongeren en stelde 'Nieuwe Koers' voor het blok. In ruil voor meer controle vanuit de moederpartij kreeg 'Nieuwe Koers' meer financiële middelen tot haar beschikking. Het ledenaantal liep af en fusieonderhandelingen met de AJC ketsten een aantal keer af, waardoor 'Nieuwe Koers' uiteindelijk besloot onder de naam Nieuwe Koers een partijorgaan van de PvdA te worden. Dit gebeurde in 1951.
Statutair gezien werd Nieuwe Koers de jongerenorganisatie van de PvdA. Alle PvdA-leden onder de 30 jaar kregen ook automatisch het lidmaatschap van de politieke jongerenorganisatie (PJO). Nieuwe Koers mocht één vertegenwoordiger afvaardigen naar het partijbestuur en één in de partijraad. In feite bepaalde de PvdA wat Nieuwe Koers precies moest doen.
Federatie van Jongerengroepen
Door het afnemende ledental van Nieuwe Koers werd in 1959 besloten om de organisatie te veranderen in de Federatie van Jongerengroepen van de Partij van de Arbeid (FJG). De verhouding tussen moederpartij en jongerenorganisatie bleef grotendeels hetzelfde: enige noemenswaardige verandering was de aanstelling van een jongerensecretaris. Deze persoon was de schakel tussen jongeren en hoofdbestuur en werd benoemd of ontslagen met goedkeuring van beide kanten.
Gedurende de jaren zestig en zeventig namen de officiële verhoudingen tussen de FJG en PvdA een iets lossere vorm aan. Het verplichte combilidmaatschap werd afgeschaft, de FJG kreeg meer inspraak bij de benoeming van de jongerensecretaris en in 1975 had de FJG een adviserende rol in het partijbestuur.
Desondanks miste de FJG de aansluiting met de andere jongerenorganisaties. Waar andere PJO's een progressieve ontwikkeling doormaakten, nam Nieuw Links binnen de PvdA deze taak over. De FJG kon dit niet door de constante invloed van het bestuur. In 1977 vond er een naamswijziging plaats naar Jonge Socialisten in de PvdA.
Jonge Socialisten
Dankzij de subsidieregeling van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, kreeg de JS een meer zelfstandige positie. Om in aanmerking voor subsidie te komen, moest de JS onafhankelijk zijn van de moederpartij. Het verplichte lidmaatschap van PvdA-leden onder de 26 keerde weer terug, mits formeel toestemming door het lid was gegeven. Eind jaren zeventig liftte de JS mee met de PvdA, die op een recordhoogte in de peilingen stond. Het ledenaantal kwam zelfs boven de 4400.
Net als de FJG kreeg ook de JS concurrentie van binnenuit. In 1995 ontstond het jongerennetwerk Niet Nix, dat zich nadrukkelijk in de media meldde. In 2019 telde de JS ongeveer 2000 leden.
Naam |
Jonge Socialisten in de PvdA |
---|---|
Moederpartij |
PvdA |
Opgericht |
22 maart 1959 (als FJG) |
Ledenaantal |
ongeveer 2000 (in 2019) |
Ledenblad |
Lava |
Internet |
|
Telefoon |
020-5512155 |
Adres |
Leeghwaterplein 45 2521 DB Den Haag |
Meer over
- 1.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 2.Invloedrijke partijsecretaris van de PvdA in de jaren zestig. Werd in 1966 zelfs genoemd als één van de lijsttrekkers van de PvdA. Afkomstig uit een 'rood nest', zoon van een postbesteller uit Zwolle en zelf instrumentmaker. Actief in de jongerenorganisaties van SDAP en PvdA en lid van de gemeenteraden van Amsterdam en Leiden. Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met verkeer en waterstaat. Als partijsecretaris riep hij in 1966 op 1 mei - na teleurstellende Statenverkiezingen in maart - zijn partij op 'links-af' te gaan. Kwam begin 1976 in opspraak en verliet toen de Senaat.
- 3.PvdA-politicus, die tien jaar een alom gewaardeerde Tweede Kamervoorzitter was. Na een ambtelijke loopbaan in 1970 PvdA-Tweede Kamerlid. Aanvankelijk volksgezondheidsspecialist, maar vanaf 1973 financieel woordvoerder. Volgde in 1979 Vondeling op als Kamervoorzitter. Werd geprezen vanwege de strenge maar rechtvaardige wijze waarop hij voorzat. Enkele malen herkozen, hoewel zijn partij niet steeds de grootste fractie was. Zette zich in voor verbetering van de werkwijze van de Kamer en voor versterking van haar positie. Taalpurist en liefhebber van dichtkunst, die over verfijnde humor beschikte. Was na zijn Kamervoorzitterschap vijftien jaar lid van de Raad van State.
- 4.Fries en hervormd PvdA-Tweede Kamerlid. Oud-journalist en wethouder van Leeuwarden. Hield zich vooral bezig met sociale zaken, gemeentefinanciën, binnenlands bestuur en ouderenbeleid. Niet spectaculair, maar wel een gewaardeerd en gerespecteerd afgevaardigde. Werd tot zijn teleurstelling in 1979 door zijn fractie niet aangewezen als Tweede Kamervoorzitter als opvolger van Vondeling. Verliet toen de politiek. Door zijn gevoel voor humor en lange gestalte de ideale figuur om op het Sinterklaasfeest in de Tweede Kamer de rol van Sint te spelen.
- 5.Energie- en milieuwoordvoerder van de PvdA-fracties in Tweede en Eerste Kamer. Kwam tussentijds in de Tweede Kamer na eerder ambtenaar, journalist en leraar te zijn geweest. Was verder fractievoorzitter van de PvdA in de Friese Staten. Voorzitter van de Waddenvereniging. Deskundig Kamerlid, dat een dissertatie in het Frans schreef over het Europese energiebeleid. Had als hobby schilderen en exposeerde in het Eerste Kamergebouw.
- 6.Drents PvdA-politicus en -bestuurder en oud-voorzitter van de PvdA-jongeren die zeventien jaar een vooraanstaand buitenland-woordvoerder van de Tweede Kamerfractie was en een belangrijke rol speelde bij de debatten over het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en kernwapens. Minister van Defensie in het kabinet-Lubbers III. Besloot in zijn Prioriteitennota tot inkrimping van de krijgsmacht en tot opschorting van de dienstplicht. Eerstverantwoordelijke voor de Nederlandse deelname aan de Golf-oorlog en voor uitzending van militairen in VN-verband naar Bosnië. Vanaf 1995 ruim dertien jaar Commissaris van de Koningin in Drenthe. Doortastend en strategisch politicus die echter ook van gezelligheid hield. Quiz- en wielerliefhebber.
- 7.Spraakmakende partijvoorzitter van de PvdA in de jaren tachtig en in de periode 1999-2007 Europarlementariër en leider van de PvdA-delegatie in dat parlement. Werd in een 'rood nest' in Ammerstol geboren, maar groeide op in Twente. Na zijn studie sociologie wethouder van Groningen in een overwegend links college. Versloeg in 1979 de meer tot de gevestigde orde behorende Wim Meijer in de strijd om het partijvoorzitterschap en zette de polarisatiestrategie voort. Stapte in 1986 over naar de Novib waar hij algemeen secretaris en directeur werd. Van 1 september 2007 tot 1 april 2016 was hij Commissaris van de Koning(in) in Groningen.
- 8.Vooraanstaande Europeaan van PvdA-huize. Na functies in het onderwijs en bij het opleidingsinstituut van de PvdA en na het voorzitterschap van de jongerenorganisatie te hebben bekleed internationaal secretaris van zijn partij. In de Kamer al snel een toonaangevende buitenland- en defensiewoordvoerder. Pleitbezorger van Europese samenwerking. Tien jaar lid van het Europees Parlement en daarvan enige jaren (1982-1984) voorzitter. Zette zich in voor versterking van de rechten van dat parlement. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers minder gelukkig bij de onderhandelingen over verdere Europese samenwerking. Keerde in 1994 terug in het Europees Parlement.
- 9.Vooraanstaand en spreekvaardig PvdA-Tweede Kamerlid dat zich vooral bezighield met economische zaken (industrie, handelspolitiek). Behoorde tot Nieuw-Links en was één van de schrijvers van 'Tien over rood'. Na werkzaam te zijn geweest bij het Vorrink-instituut en als ambtenaar op het terrein van ontwikkelingssamenwerking werd hij in 1973 Tweede Kamerlid. Was onder meer voorzitter van de commissie voor Economische Zaken en enige jaren vicefractievoorzitter. In de Kamer een geducht tegenspeler van VVD-minister Van Aardenne en onvermoeibaar strijder voor het behoud van werkgelegenheid bij de Nederlandse industrie, met name bij de scheepsbouw. Na zijn Kamerlidmaatschap bestuurder in het hoger onderwijs. Promoveerde op 80-jarige leeftijd.
- 10.Politiek haantje, die als 17-jarige al lid was van de partijraad van de PvdA en als 24-jarige van het partijbestuur. Zijn activiteiten voor Nieuw Links verhinderden hem zijn studie politicologie en sociologie af te maken. Als Tweede Kamerlid aanvankelijk de welbespraakte woordvoerder volkshuisvesting, later over financiën. Verwierp met rekenmachientje in de hand op partijcongressen te dure linkse voorstellen. Staatssecretaris van Financiën (belastingen) in tweede kabinet-Van Agt. Kwam met een voorstel tot beperking van de aftrek van hyptheekrente, maar zijn opvolger trok dat in. Dominante wethouder van ruimtelijke ordening en kunstzaken in Rotterdam. Was daarna een half jaar waarnemend burgemeester van Zaanstad.
- 11.Bevlogen Groningse 'rooie vrouw', die na een studie aan de Sociale Academie werkzaam was bij de vakbeweging. Was vervolgens in de Tweede Kamer een toonaangevend en ter zake kundige woordvoerster sociale zekerheid. Voerde krachtig oppositie tegen de ingrepen in de sociale zekerheid van minister De Koning en staatssecretaris De Graaf. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers ontkwam zij zelf echter evenmin aan dergelijke pijnlijke ingrepen, waarbij met name haar voorstel voor een nieuwe Nabestaandenwet op veel verzet stuitte. Spanningen met de PvdA-fractie rond haar plannen met de bijstand leidde in 1993 tot haar gedwongen vertrek. Keerde in 1995 terug als Eerste Kamerlid. Strijdlustige en koppige socialiste, maar ook een onconventioneel gezelligheidsdier.
- 12.In Flevoland woonachtige PvdA-politica, die tijdens haar ruim tienjarige Kamerlidmaatschap over uiteenlopende zaken op het gebied van de zorg sprak. Dat betrof zowel het zorgstelsel en de financiering daarvan, als toezicht en kwaliteit en de geestelijke gezondheidszorg. Zette zich in voor het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik door jongeren. Haar lidmaatschap werd twee keer onderbroken vanwege bevalling en zwangerschap. Voor zij Kamerlid werd, was zij sociaal raadsvrouw in Amsterdam en Amersfoort en lid van de gemeenteraad in Almere. Werd na haar Kamerlidmaatschap directeur van de Nederlandse Diabetes Federatie. Tegenwoordig actief als adviseur op het gebied van zorg en innovatie.
- 13.In Eindhoven opgeleide technisch-bedrijfskundige, die na in 2003 op jonge leeftijd PvdA-Tweede Kamerlid te zijn geworden voortvarend carrière maakte in de Haagse politiek. Eerder was hij voorzitter van de Jonge Socialisten. Was als Kamerlid een helder formulerende woordvoerder mediabeleid, buitenlandse zaken en asiel en immigratie en werd in november 2012 tweede man in de PvdA-fractie. Had eerder dat jaar zonder succes meegedaan aan de lijsttrekkersstrijd. In 2015 volgde een overstap naar het kabinet-Rutte II toen hij staatssecretaris van Economische Zaken, belast met landbouw werd. Verliet in 2017 de politiek en werd lid van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Is sinds 2022 bestuurder van Nederlandse Datakluis.
- 14.Uit het Groningse Marum afkomstig lid van de PvdA-Tweede Kamerfractie in de periode 2010-2017. Was daarvoor vier jaar voorzitter van de Jonge Socialisten en werkte als programmamaker, gespreksleider en interviewer. Had daarna een eigen communicatiebureau. Hield zich als Kamerlid bezig met sportbeleid, dierenwelzijn, intensieve veehouderij, kunst en cultuur en regionaal-economisch beleid (krimpgebieden). Hij was voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu. Profileerde zich vooral als regionaal afgevaardigde, met betrokkenheid bij de Groningse gaswinningsproblematiek. Sinds 2019 is de heer Van Dekken gedeputeerde van Groningen.
- 15.Sharon Dijksma (1971) is sinds 17 december 2020 burgemeester van Utrecht. Zij was van 18 december 2012 tot 3 november 2015 staatssecretaris van Economische Zaken (met name voor landbouw) en van 3 november 2015 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (met name voor milieu) in het kabinet-Rutte II. Van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 was zij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende IV. Verder was zij in de jaren 1994-2007, 2010-2012 en 2017-2018 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zij was toen onder meer fractiesecretaris. In 1992-1994 was mevrouw Dijksma voorzitter van de Jonge Socialisten en in de periode 2018-2020 wethouder van verkeer en vervoer van Amsterdam. Bij haar aantreden als Tweede Kamerlid in 1994 was zij het tot dan jongste Kamerlid.
- 16.Opvallend en zich onafhankelijk opstellend PvdA-Tweede Kamerlid, dat na een conflict in zijn fractie opstapte. Was een vooraanstaand bestuurder van de Jonge Socialisten en werkte als ambtenaar op lokaal gebied. Woordvoerder verkeer (openbaar vervoer, luchtvaart) en buitenlandse zaken. Werd bekend als de 'Bijlmer-boy', omdat hij zich sterk maakte voor een gedegen onderzoek naar de Bijlmerramp en naar de gevolgen daarvan. Pleitte later voor onderzoek naar fraude bij de aanbesteding van grote projecten en kwam daarover in conflict met fractievoorzitter Melkert. Toen hem het woordvoerderschap over dit dossier werd ontnomen, verliet hij de Kamer. Was nadien acht jaar (2008-2016) burgemeester van Eindhoven.
- 17.Vooraanstaande sociaaldemocrate met Groningse roots, die zeventien jaar actief was als Tweede Kamerlid. Was in twee perioden (december 2016-maart 2017 en april 2022-oktober 2023) fractievoorzitter. Voor zij Kamerlid werd beleidsmedewerker Integraal Veiligheidsbeleid bij het ministerie van BZK. In de Tweede Kamer onder meer woordvoerder asiel en migratie en verkeer en voorts voorzitter van de tijdelijke commissie onderzoek onderhoud en innovatie spoor en korte tijd voorzitter van de buitenlandcommissie. Later hield zij zich bezig met onder meer zorg en Koninkrijksrelaties. Kwam uit een 'rood nest' en eenoudergezin. Stond bekend als een doorzetter.
- 18.Mohammed Mohandis (1985) is sinds 22 juni 2022 Tweede Kamerlid. Eerder was hij dat in de periode 2012-2017. Tot 27 oktober 2023 was dat voor de PvdA en sindsdien is hij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. De heer Mohandis begon zijn politieke loopbaan bij de Jonge Socialisten en in de gemeenteraad van Gouda en werkte onder meer bij FORUM, het kennisinstituut voor multiculturele vraagstukken, bij mboRijnland en als toezichthouder bij diverse onderwijsorganisaties. In 2020-2022 was de heer Mohandis voorzitter van de uitvoeringsorganisatie van de combinatie van belangenbehartigers van scholieren. Hij is woordvoerder cultuur, media en sport en voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
- 19.Talentvolle en bekwame PvdA-politica die haar loopbaan begon als voorzitter van de Jonge Socialisten. Door haar goede dossierkennis en vaardigheid in het debat wist zij zich in de PvdA-fractie snel op te werken. Vooral deskundig op (jeugd)welzijnsgebied en op het terrein van emancipatie. Na vicefractievoorzitter te zijn geweest, werd zij in 1998 staatssecretaris in het tweede kabinet-Kok. Daar kreeg zij met de lastige problematiek van de wachtlijsten in de zorg te maken. Verder had zij sport in haar portefeuille. Na de voor de PvdA teleurstellende verkiezingen van 2002 trok zij zich uit de politiek terug. Was kroonlid van de SER en is onder meer zelfstandig adviseur en sportbestuurder.
- 20.Onderwijswoordvoerster van de PvdA-Tweede Kamerfractie in de periode 2012-2017. Werd al op 20-jarige leeftijd raadslid in Woerden en op haar dertigste wethouder en was enige tijd werkzaam als lerares en organisatie-adviseur/trainer. In 2003-2004 was zij voorzitter van de Jonge Socialisten. Sympathieke, vriendelijke afgevaardigde die in het debat echter scherp kon zijn. Sprak in de Kamer vooral over basisonderwijs, speciaal en passend onderwijs en jeugdzorg. Verder was zij twee jaar voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie. Van juli 2018 tot september 2019 was zij wethouder Wonen & Floriade van de gemeente Almere. Keerde daarna terug naar het onderwijs.
- 21.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 22.De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
- 23.De CDU was een protestants-christelijke, antimilitaristische partij. De partij ontstond in 1926 uit drie kleine christen-socialistische partijen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU op in de Partij van de Arbeid.
- 24.De Vrijzinnig-Democratische Jongeren Organisatie (VDJO) bestond van 1923 tot en met 1946 en was gedurende die periode de jongerenorganisatie van de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB). De VDJO was voornamelijk een gezelligheidsclub, die rond 1940 was uitgegroeid tot een flinke organisatie. Hoewel de organisatie in 1941 verboden werd, richtte het zichzelf vlak na de oorlog weer op. In 1946 volgde een fusie met andere socialistische jongerenorganisaties tot de eerste voorganger van de Jonge Socialisten.
- 25.De Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) diende als scholings- en vormingsinstituut voor de SDAP. De AJC is met een geschat ledenaantal van ongeveer 11.000 misschien wel de grootste politieke jongerenorganisatie die Nederland ooit gekend heeft. De AJC organiseerde befaamde kampen, waar de AJC-jeugd samen kwam. Hoewel de AJC zichzelf ophief aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, keerde de organisatie in 1945 weer terug. In 1959 ontbond het ledencongres de AJC echter definitief.
- 26.Vrijwel iedere in het Nederlandse parlement vertegenwoordigde politieke partij heeft een politieke jongerenorganisatie. Een politieke jongerenorganisatie is een organisatie voor jongeren die statutair is verbonden aan een politieke partij. Een politieke jongerenorganisatie bestaat normaal gesproken uit een (hoofd)bestuur, afdelingen en een congres. De afdelingen concentreren zich meestal op de studentensteden.
- 27.Deze organisatie is de onafhankelijke politieke jongerenorganisatie van de PvdA. De Jonge Socialisten in de PvdA (JS) wil jongeren interesseren voor politiek en jongerenparticipatie bevorderen in politieke en maatschappelijke zin. Belangrijke maatschappelijke onderwerpen waar JS zich mee bezighoudt zijn: goed en toegankelijk onderwijs, sociale zekerheid, werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en milieu.