30387 - Invoering van leerrechten in het hoger onderwijs, herziening van de collegegeldsystematiek, invoering van het collegegeldkrediet en invoering van een nieuw aflossingssysteem (financiering in het hoger onderwijs)
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 25 november 2005 ingediend door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Rutte1.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om een persoonsgebonden recht op door de rijksoverheid bekostigd onderwijs in te voeren met het oog op de kwalitatieve verbetering en vergroting van de doelmatigheid van opleidingen in het hoger onderwijs; dat het daartoe wenselijk is te komen tot invoering van leerrechten in het hoger onderwijs en de herziening van de collegegeldsystematiek; dat het voorts wenselijk is in het hoger onderwijs een collegegeldkrediet en een nieuw aflossingssysteem in het stelsel van studiefinanciering in te voeren; dat in verband daarmee wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en van de Wet studiefinanciering 2000 noodzakelijk is.
Inhoudsopgave
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met onder meer invoering van leerrechten in het hoger onderwijs, herziening van de collegegeldsystematiek, invoering van het collegegeldkrediet en invoering van een nieuw aflossingssysteem (financiering in het hoger onderwijs)
Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging, een nota van verbetering en 35 amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer 13 moties ingediend. (95 stuks)2 |
25 november 2005, koninklijke boodschap, nr. 1
KST92169 Koninklijke boodschap publicatie: 6 december 2005 |
2 |
25 november 2005, voorstel van wet, nr. 2
KST92170 Voorstel van wet publicatie: 6 december 2005 |
2 |
25 november 2005, memorie van toelichting, nr. 3
KST92171 Memorie van toelichting publicatie: 6 december 2005 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 2.Zoetermeers Tweede Kamerlid dat in 2006 de overstap maakte van de LPF naar de PvdA. Kwam uit de journalistiek en was docente Duits en hield zich als Kamerlid vooral bezig met basisonderwijs, speciaal onderwijs, kinderopvang, onderwijsachterstanden, schooluitval en onderwijstoezicht. Bracht een initiatiefwet tot stand over verplichte bijdrage van scholen aan integratie. In de PvdA-fractie vervulde zij de functie van secretaris en zij maakte deel uit van het Kamerpresidium. Na in 2003-2006 en 2007-2010 lid te zijn geweest, was zij in 2012 zij nog korte tijd vervangend Kamerlid. Actief in de vliegsport. Sinds 2014 is zij gemeenteraadslid in Zoetermeer.
- 3.Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiën. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
- 4.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 5.Vakbondsman uit Heerenveen, die ten tijde van het kabinet-Balkenende IV fractievoorzitter van de PvdA was. Was als secondant van Wouter Bos betrokken geweest bij de vorming van dat kabinet. Als voormalige bestuurder van de Algemene Onderwijsbond gold hij als een bekwaam en integer onderhandelaar, die zaken op scherp kon zetten. Als Tweede Kamerlid, wat hij in 2002 werd, hield hij zich onder meer bezig met onderwijs, economische zaken, arbeidsparticipatie en natuurbeheer. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Financiën. Aan zijn fractievoorzitterschap kwam al na een jaar een einde door gezondheidsproblemen. Een jaar later werd hij commissaris van de Koning(in) in Drenthe. Per 1 maart 2017 stapte hij op vanwege een aanbestedingsaffaire. Bevlogen politicus die zich tamelijk direct uitdrukte (hij werd omschreven als 'straatvechter'), maar die ook kon relativeren.
- 6.Arno Visser (1966) was van 15 oktober 2015 tot 1 januari 2023 president van de Algemene Rekenkamer. Van dat college maakte hij sinds 2013 als lid deel uit. Hij was eerder onder meer Tweede Kamerlid voor de VVD (2003-2006) en wethouder van Almere (2008-2013). Aanvankelijk was hij tekstschrijver en daarna persvoorlichter van de VVD-fractie en adviseur van Hans Dijkstal. Daarna werkte hij als consultant en als manager bij Nuon. In 2006 leidde hij een Kamercommissie die onderzoek naar het TBS-stelsel deed. Sinds maart 2023 is de heer Visser voorzitter van Bouwend Nederland.
- 7.Onderwijsdeskundige in de GroenLinks-fractie, waarvan hij anderhalf jaar deel uitmaakte. Was daarvoor senior onderzoeker bij het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen van de Universiteit Nijmegen en publiceerde veel over onderwijskunde. Hield zich in de Kamer behalve met onderwijs ook bezig met economische zaken. Gaf eind 2006 de voorkeur aan een terugkeer naar de praktijk van onderwijs, onderzoek en bestuur. Meende dat zijn ambities en ideeën op onderwijsgebied in het Kamerwerk onvoldoende tot hun recht kwamen.
- 8.Prominente D66'er die van alle markten thuis was. Hield zich in de twaalf jaar waarin hij Tweede Kamerlid was bezig met onder meer financiën, sociale zekerheid, de zorg, buitenlands beleid, defensie, media en economische zaken. Leidde bekwaam de commissie die onderzoek deed naar de uitzending van Nederlandse militairen op vredesmissies en was voorzitter van de enquêtecommissie Srebrenica. Was, gevraagd en ongevraagd, altijd bereid de pers te woord staan en zette dan op heldere wijze de standpunten van zijn partij uiteen. Voor hij Kamerlid werd hoofd voorlichting van de Sociaal-Economische Raad. Verloor in 2006 zijn zetel, omdat Fatma Koser Kaya met voorkeurstemmen werd gekozen.
- 9.Uit de wetenschap afkomstig Tweede Kamerlid voor het CDA. Was acht jaar woordvoerster justitie (slachtofferhulp, reclassering, drugsbeleid), maatschappelijke opvang, jeugdbeleid en wetenschappelijk en hoger onderwijs. Maakte deel uit de onderzoekscommissie TBS-stelsel en was voorzitter van de parlementaire werkgroep verwevenheid van onder- en bovenwereld. In 2012 nog enige maanden vervangend Kamerlid. Is nu directeur van het Capaciteitsorgaan, dat de benodigde capaciteit in de zorg onderzoekt. Was in 2018-2022 gemeenteraadslid in Hardenberg.