29930 - Wijziging van de Meststoffenwet (invoering gebruiksnormen)
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 10 december 2004 ingediend door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Veerman1, en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van Geel2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is in de Meststoffenwet door bestuurlijke boetes en strafrecht gehandhaafde beperkingen te stellen aan de op of in de bodem gebrachte hoeveelheid stikstof en fosfaat in meststoffen ter voldoening aan onder meer richtlijn nr. 91/676/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEG L 375) en mede met het oog op de doelstellingen van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327).
Inhoudsopgave
Wijziging van de Meststoffenwet (invoering gebruiksnormen)
Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging en vijf amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twaalf moties ingediend. (57 stuks)2 |
10 december 2004, koninklijke boodschap, nr. 1
KST82434 Koninklijke boodschap publicatie: 17 december 2004 |
2 |
10 december 2004, voorstel van wet, nr. 2
KST82435 Voorstel van wet publicatie: 17 december 2004 |
2 |
10 december 2004, memorie van toelichting, nr. 3
KST82436 Memorie van toelichting publicatie: 20 december 2004 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, de vier betrokken EU-dossiers, de betrokken EU-wetgeving, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Boer uit de Hoekse Waard, die vierenhalf jaar minister van Landbouw was. Was aanvankelijk leraar, maar nam later het ouderlijk akkerbouwbedrijf over en werd ook boer in Frankrijk. Actief als gemeenteraadslid en in adviesorganen van het CDA. Was docent en hoogleraar in Delft, Rotterdam en Tilburg en daarna voorzitter van het bestuur van de Landbouwuniversiteit. Vakminister die de agrarische sector goed kende en zich daardoor goed staande kon houden in debatten. Trad krachtig op bij de uitbraak van vogelgriep. Gebrek aan politiek gevoel bracht hem enkele keren in problemen, zonder dat echter zijn integriteit en toewijding ter discussie stonden.
- 2.Vooraanstaande Brabantse CDA-politicus die tijdens Balkenende IV fractievoorzitter in de Tweede Kamer was. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij in de kabinetten-Balkenende I, II en III staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met verantwoordelijkeid voor het milieubeleid. Daarvoor was hij gemeentesecretaris van Helmond en lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Vooral door successen in die functie werd hij in 2001 gezien als mogelijke nieuwe aanvoerder van het CDA. Bestuurlijk ingesteld en pleitbezorger van zakelijke debatten. Wielerliefhebber.
- 3.Relativerende Groningse liberaal, die in de Eerste Kamer twaalf jaar namens de VVD het woord voerde over onderwerpen op het gebied binnenlandse zaken, zoals herindelingen, grondwetsherzieningen en de burgemeestersbenoeming. Daarnaast hield hij zich bezig met wetgeving op het raakvlak van landbouw en natuur en met Koninkrijksrelaties. Was voor hij senator werd in Groningen en Drenthe werkzaam als hoofd personeel en organisatie van een industrieel bedrijf, als hoofd van een zorginstelling en als directeur van een thuiszorgorganisatie. Daarna was hij zelfstandig organisatie-adviseur.
- 4.Rasechte Fries, die zesenhalf jaar Eerste Kamerlid voor het CDA was. Werkte als docent biologie, adjunct-directeur en directeur van de Bijzondere Hogere Landbouwschool in Leeuwarden en was daarna in de periode 1986-1999 lid van Gedeputeerde Staten van Friesland. Had zodoende gedegen kennis van de landbouw en van het landbouwonderwijs. In de Senaat voerde hij over die onderwerpen het woord en daarnaast over hoger onderwijs (onder meer over de invoering van de bachelor-masterstructuur) en waterstaat. Was tevens voorzitter van de Landbouwcommissie in de Eerste Kamer. Ervaren bestuurder, die als vriendelijk en doortastend bekendstond.
- 5.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 6.Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.