29764 - Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 21 september 2004 ingediend door de staatssecretaris van Financiën, Wijn1, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Geus2.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is inkomensafhankelijke regelingen, zoals die op het punt van wonen, kinderen en zorg, zoveel mogelijk te harmoniseren door een aantal algemene begrippen in die regelingen onder te brengen in één nieuwe wet, en de uitvoering van deze regelingen te stroomlijnen door deze waar mogelijk te laten plaatsvinden door de Belastingdienst Toeslagen.

Dit wetsvoorstel staat informeel bekend als: Awir.

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Harmonisatie van inkomensafhankelijke regelingen (Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging en 14 amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer acht moties ingediend.

4.

Documenten

(69 stuks)

2 21 september 2004, koninklijke boodschap, nr. 1     KST79588
Koninklijke boodschap
publicatie: 29 september 2004
 
2 21 september 2004, voorstel van wet, nr. 2     KST79589
Voorstel van wet
publicatie: 29 september 2004
 
2 21 september 2004, memorie van toelichting, nr. 3     KST79590
Memorie van toelichting
publicatie: 30 september 2004
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    Jonge, debatvaardige econoom die als CDA-politicus snel carrière maakte in Den Haag. Kwam uit de bankwereld en werd op 29-jarige leeftijd Tweede Kamerlid. Stemde in 2000, anders dan zijn fractie, vóór openstelling van het huwelijk voor mensen met hetzelfde geslacht. Na vier jaar staatssecretaris van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende I. Als vertrouweling van fractieleider Balkenende speelde hij een belangrijke rol bij de mislukte poging om in 2003 een CDA-PvdA-kabinet te vormen. Kort daarna werd hij staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende II. Zorgde dat er één loket kwam voor alle inkomensafhankelijke regelingen. Nadat hij minister van Economische Zaken was geweest in het kabinet-Balkenende III werd verwacht dat hij fractievoorzitter zou worden. Hij keerde echter terug naar het bankwezen en was bestuurder van een fintechbedrijf.
     
  • 2. 
    Non-conformistische bewindsman van christelijk-gereformeerden huize. Kwam op 25-jarige leeftijd in dienst van het CNV en bracht het daar tot vicevoorzitter. Ondanks die vakbondsachtergrond had hij als minister van Sociale Zaken een moeizame relatie met de vakbeweging en weigerde FNV-voorman De Waal in 2004 publiekelijk hem de hand te schudden. Vooral zijn beleid om het aantal arbeidsongeschikten te verminderen door strengere keuringseisen leidde tot kritiek. Wilde echter boven alles mensen laten terugkeren naar een arbeidssituatie. Na een aarzelende start toonde hij zich later een krachtige bewindspersoon die vrijwel alle sociale wetten hervormde en de Bijstandswet verving door de Wet Werk en Bijstand. Stapte na zijn ministerschap over naar de OESO en was daarna jarenlang topman van het Bertelsmann Instituut.
     
  • 3. 
    Uit een rood nest afkomstige PvdA-politica, die zich in de Tweede Kamer met bevlogenheid inzette voor armoedebestrijding. Had een uitstekende dossierkennis. Dochter van PvdA-voorman Joop den Uyl. Opgeleid als binnenhuisarchitecte. Was onder meer wethouder van Heemstede en directeur van de sociale dienst in Leiden. Behalve met het armoedevraagstuk en de bijstand hield zij zich bezig met de uitvoeringsorganisatie van de sociale zekerheid en arbeidsbemiddeling. Overtuigde, vasthoudende sociaaldemocrate met grote culturele belangstelling.
     
  • 4. 
    Boerendochter, die via functies bij het CNV (onder andere als voorzitter van de CNV-Jongeren) voor het CDA in de Tweede Kamer kwam. Behoorde als woordvoerster sociale zaken, met dossiers als inkomensbeleid, v.u.t. en prepensioen en WAO, tot de prominente fractieleden en werd later ook vicefractievoorzitter. Was verder enige tijd eerste ondervoorzitter van de Kamer. Stemde, zelf lesbiënne zijnde, anders dan haar fractie vóór het mogelijk maken van het homohuwelijk. In het kabinet-Balkenende IV kreeg zij als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onder meer te maken met de uitbraak van Q-koorts en verder speelden zaken als de hervorming van het Europees landbouwbeleid en de ontpoldering van de Hedwigepolder. Keerde in 2010 terug in de Kamer als woordvoerster energiebeleid en voorzitter van de commissie voor Europese Zaken. In 2011-2015 was zij permanent vertegenwoordiger bij de wereldvoedselorganisatie (FAO).
     
  • 5. 
    Pieter Omtzigt (1974) was met korte onderbreking vanaf 3 juni 2003 tot en met 13 mei 2025 lid van de Tweede Kamer. Vanaf 2023 was hij partijleider van het door hem opgerichte Nieuw Sociaal Contract, waarmee hij twintig zetels haalde. Voordien was hij lid van de CDA-fractie, die hij verliet na langdurig aanhoudende frictie. Stond bekend als 'dossiervreter', vooral in de toeslagenaffaire. Zette zich als econometrist verder veel in voor onderwerpen als pensioenen en belastingen. Was daarnaast actief in de Raad van Europa, namens welke hij een schandaal in Malta blootlegde. Trad in 2025 terug, nadat het na meerdere pauzes niet gelukt was te herstellen van een burn-out.
     
  • 6. 
    Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
     
  • 7. 
    Arda Gerkens (1965) was van 14 mei 2013 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor de SP. In de periode 2002-2010 was zij Tweede Kamerlid. Zij was onder meer woordvoerster verkeer, justitie en cultuur (popmuziek) en ICT. In 2008-2010 was zij tweede ondervoorzitter van de Tweede Kamer. Mevrouw Gerkens was eerder onder meer lerares, jongerenwerkster en hoofd personeelzaken bij Milieudefensie. Mevrouw Gerkens was voorzitter van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en sinds 2021 eerste ondervoorzitter (in 2019-2021 tweede). In de Kamer hield zij zich bezig met volksgezondheid en welzijn, economische zaken en klimaat en Koninkrijksrelaties.
     
  • 8. 
    Limburgse VVD-politicus, die na financieel woordvoerder van de Tweede Kamerfractie te zijn geweest in 2010 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte I werd. Hij bleef dat in het kabinet-Rutte II, maar moest voortijdig aftreden, omdat zijn positie was ondermijnd door ernstige problemen bij de belastingdienst met de verwerking van toeslagen. Een nauwe band met de omstreden Roermondse VVD'er Jos van Rey had hem eerder al in problemen gebracht. Voor hij in 1998 Kamerlid werd, was hij advocaat en geruime tijd gemeenteraadslid (fractievoorzitter) in Weert. Na zijn aftreden als staatssecretaris waarnemend burgemeester van Heerlen en van Beek. In 2016-2020 was hij bewindvoerder bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. Tegenwoordig is de heer Weekers secretaris-generaal van de Benelux Unie.
     
  • 9. 
    Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
     
  • 10. 
    Kees Vendrik (1963) was in de periode 1998-2010 was hij Tweede Kamerlid, in 2011-2017 lid van de Algemene Rekenkamer en in de jaren 2019-2022 lid van de GroenLinks-Eerste Kamerfractie. Als Tweede Kamerlid was hij woordvoerder op het gebied van milieu, zorg, hoger onderwijs en energiebeleid en ook geruime tijd financieel-economisch woordvoerder. Voor hij Tweede Kamerlid werd, was de heer Vendrik medewerker van de Kamerfracties van PSP en GroenLinks en chef-programmering bij politiek-cultureel centrum 'De Balie'. Van april 2017 tot juli 2022 was hij hoofdeconoom bij de Triodos Bank. Als Eerste Kamerlid hield hij zich bezig met financieel-economische onderwerpen. Sinds 3 november 2022 is de heer Vendrik voorzitter van het platform voor maatschappelijk dialoog en reflectie klimaatbeleid.
     
  • 11. 
    Prominente D66'er die van alle markten thuis was. Hield zich in de twaalf jaar waarin hij Tweede Kamerlid was bezig met onder meer financiën, sociale zekerheid, de zorg, buitenlands beleid, defensie, media en economische zaken. Leidde bekwaam de commissie die onderzoek deed naar de uitzending van Nederlandse militairen op vredesmissies en was voorzitter van de enquêtecommissie Srebrenica. Was, gevraagd en ongevraagd, altijd bereid de pers te woord staan en zette dan op heldere wijze de standpunten van zijn partij uiteen. Voor hij Kamerlid werd hoofd voorlichting van de Sociaal-Economische Raad. Verloor in 2006 zijn zetel, omdat Fatma Koser Kaya met voorkeurstemmen werd gekozen.
     
  • 12. 
    Uit een werkgeversvereniging afkomstige VVD-politica, die in het kabinet-Balkenende II minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer werd. Was eerder onder meer arbeidsinspectrice, ambtenaar op Landbouw en directeur van het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid. Trachtte als minister tevergeefs het huurbeleid te liberaliseren, maar legde met de Nota Ruimte wel de basis voor een ander beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. Had goede contacten in het land en werd geprezen vanwege haar vermogen om naar 'het veld' te luisteren, maar was tamelijk onwennig in de Haagse politiek. Trad af na het rapport over de brand in het cellencomplex op Schiphol. Is sinds 2018 minister van staat.
     
  • 13. 
    Zelfbewuste en ontspannen optredende PvdA-senator met onder meer grote belangstelling voor de ontwikkelingen op de Antillen. Was voor zij in 1995 Eerste Kamerlid werd onder meer zelfstandig onderzoeker op het terrein van sociale en bestuurlijke vernieuwing. Was tevens raadslid in Abcoude. Werd in 1999 niet herkozen en hield zich daarna bezig met grotestedelijke problemen in Rotterdam. Keerde in 2003 voor nog eens twaalf jaar terug in de Senaat. Aanvankelijk sprak zij vooral over ruimtelijke ordening en later was zij woordvoerster onderwijs. In 2007-2015 voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties en in 2013-2015 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
     
  • 14. 
    Uit de zorgsector afkomstig CDA-Eerste Kamerlid dat zich echter vooral bezighield met sociale zaken (wet financiering sociale verzekeringen) en ruimtelijke ordening. Maakte voor zij in de Eerste Kamer kwam zestien jaar deel uit van Provinciale Staten van Overijssel, was bestuurder van enkele instellingen voor gehandicapten en later directeur van het Regionaal Indicatie Orgaan Overijssel. Gedreven politica, die na haar Eerste Kamerlidmaatschap en tot haar overlijden een jaar wethouder van Rijssen-Holten was.
     
  • 15. 
    Tiny Kox (1953) was van 10 juni 2003 tot 13 februari 2024 Eerste Kamerlid voor de SP. Hij was tot 25 januari 2022 fractievoorzitter. De heer Kox was redacteur van partijblad De Tribune en van 1994 tot mei 2003 partijsecretaris. Hij maakte deel uit van de delegatie naar de parlementaire assemblee van de Raad van Europa in de groepering Verenigd Europees Links. Van januari 2022 tot januari 2024 was hij voorzitter van dat parlement. Behalve met algemeen beleid hield de heer Kox zich als Eerste Kamerlid bezig met sociale zaken, binnenlandse zaken en immigratie en asiel.
     
  • 16. 
    Liberaal uit Maarssen, die na een lange loopbaan op lokaal en provinciaal bestuur vier jaar Eerste Kamerlid voor de VVD was. Hij was raadslid en wethouder in zijn woonplaats en gedeputeerde van Utrecht. In de Eerste Kamer was hij woordvoerder voor onder meer volkshuisvesting, waterstaat, binnenlands bestuur en landbouw. In het dagelijks leven directeur van Vegtendael Consultancy.