28726 - Verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepalingen inzake het onderwijs (samenwerkingsscholen)
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 11 december 2002 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Balkenende1, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Remkes2, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Van der Hoeven3.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat de wet van 27 maart 2002 (Stb. 171) heeft verklaard dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het onderwijs *.
De eerste lezing van dit voorstel vond plaats door middel van wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het onderwijs (samenwerkingsscholen)4.
Verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepalingen inzake het onderwijs
2 |
11 december 2002, memorie van toelichting, nr. 3
KST65497 Memorie van toelichting publicatie: 13 december 2002 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 2.Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.
- 3.Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
- 4.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het onderwijs.
- 5.VVD-Kamerlid en Commissaris van de Koning(in). Burgemeesterszoon en leraar, wiens opmars in de VVD in 1977 begon toen hij in Gelderland vicevoorzitter politiek van de JOVD werd. In 1983 beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie en daarna politiek adviseur van vicepremier De Korte, voorlichter van de fractie, en in 1994 Tweede Kamerlid. Was vooral onderwijsspecialist, maar hield zich ook bezig met openbare orde, veiligheid en criminaliteitsbestrijding. In 2002 lag een benoeming tot staatssecretaris van Onderwijs in de rede, maar op het allerlaatste moment koos VVD-leider Zalm voor een vrouw. Werd in 2005, ondanks geringe bestuurlijke ervaring, Commissaris van de Koning(in) in "zijn" Gelderland en bleef dat ruim dertien jaar. Gedegen en beginselvast politicus.
- 6.Tweede Kamerlid voor GroenLinks uit een Marokkaans-Nederlands arbeidersgezin. Werkte als programmamaker bij de IKON, De Balie en de VPRO. Was in 2002 korte tijd en daarna vanaf 2004 zes jaar Kamerlid. Was aanvankelijk woordvoerder op onderwijsgebied en later op het terrein van justitie, politie en vreemdelingenzaken. Zette zich onder meer in voor gehandicapten, ouderen en asielzoekers. Gedreven en enthousiast Kamerlid.
- 7.Veluws Tweede Kamerlid van het CDA dat veelal op de achtergrond bleef, maar dat zich wel met belangrijke dossiers bezighield. Stapte als orthodox-protestant min of meer in de voetstappen van Van Leijenhorst. Was leraar scheikunde en wethouder van Putten. In de Tweede Kamer woordvoerder over het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, de AOW, de Nabestaandenwet, de Bijstandwet, zorg, ouderen en pensioenen. Verder was hij lid van de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica, voorzitter van de commissie voor de Verzoekschriften en van de tijdelijke commissie Zorguitgaven. Stond bekend als een collegiaal, vriendelijk en hardwerkend lid.
- 8.Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiën. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
- 9.Uit het onderwijs afkomstige sociaaldemocrate, die ruim drie jaar (2008-2011) de PvdA-Tweede Kamerfractie leidde. Na lerares en directeur volwasseneneducatie te zijn geweest, onder meer hoofd van de afdeling strategisch beleid en beleidsverkenningen bij de directie Hoger Beroeps Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Werd in 1998 één van de onderwijswoordvoerders van de PvdA-fractie en gaf de aanzet tot het parlementaire onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Later hield zij zich bezig met arbeidsmarkt en ontslagbescherming. Was verder anderhalf jaar waarnemend partijvoorzitter en enige tijd fractiesecretaris. Was lid van het Kamerpresidium. Door haar dossierkennis sterk in onderhandelingen en debatten, maar geen bevlogen spreker. Was acht jaar (2014-2022) voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Is nu regeringscommissaris aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
- 10.Kunsthistorica uit Uden die twaalf jaar voor D66 in de Tweede Kamer zat. Was voor zij Kamerlid werd lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant en freelance-medewerker van het gemeentemuseum te Arnhem. Hield zich in de Kamer vooral bezig met het onderwijsbeleid (basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs) en daarnaast met jeugdzorg en ICT (cultuur). Actief en deskundig Kamerlid, dat opviel door haar grote dossierkennis. Voerde in haar laatste periode in de Kamer ook vaak het woord in beladen debatten over het asielbeleid.
- 11.Zoetermeers Tweede Kamerlid dat in 2006 de overstap maakte van de LPF naar de PvdA. Kwam uit de journalistiek en was docente Duits en hield zich als Kamerlid vooral bezig met basisonderwijs, speciaal onderwijs, kinderopvang, onderwijsachterstanden, schooluitval en onderwijstoezicht. Bracht een initiatiefwet tot stand over verplichte bijdrage van scholen aan integratie. In de PvdA-fractie vervulde zij de functie van secretaris en zij maakte deel uit van het Kamerpresidium. Na in 2003-2006 en 2007-2010 lid te zijn geweest, was zij in 2012 zij nog korte tijd vervangend Kamerlid. Actief in de vliegsport. Sinds 2014 is zij gemeenteraadslid in Zoetermeer.
- 12.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 13.Onderwijswoordvoerster van de SP-Tweede Kamerfractie in de periode 2002-2006. Geboren in Oost-Groningen, maar (samen met haar echtgenoot) vanaf de oprichting politiek actief voor de SP in Leiden en daarna fractievoorzitter in de Staten van Zuid-Holland. Was als voormalige docente goed ingevoerd in het onderwijs en wist daarover op heldere wijze standpunten te verwoorden. Hield zich als Kamerlid verder onder meer bezig met cultuur en integratie en was lid van de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica. Van jongsaf betrokken bij vraagstukken van armoede, zowel in eigen land als in de derde wereld.
- 14.Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
- 15.Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
- 16.Erudiete telg uit katholieke Unileverfamilie. Aanvankelijk actief op de linkervleugel van de KVP in Amsterdam en in 1968 medeoprichter van de PPR, voor welke partij hij in 1972-1975 Tweede Kamerlid was. Vanaf 1975 tien jaar voorzitter van de NOS en vervolgens hoogleraar staatsrecht en parlementsrecht. Stapte later over naar de PvdA en werd ook voor die partij Tweede Kamerlid en vervolgens een vooraanstaand lid (en ondervoorzitter) van de Eerste Kamer. Hoffelijke politicus die betrokken was bij uiteenlopende culturele en maatschappelijke activiteiten. Gezaghebbend woordvoerder staatsrecht, mediarecht en Europese samenwerking en als lid van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa actief verdediger van burgerlijke vrijheden. Bediende zich in debatten graag van Latijnse zegswijzen.
- 17.Beschouwende Groningse staatsrechtgeleerde, die als senator voor het CDA een gedegen inbreng had in debatten over bestuur, constitutie, justitie en media. Daarnaast was hij in de Eerste Kamer voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zoon van een Friese katholieke onderwijzer. Was universitair hoofddocent en bijzonder hoogleraar decentrale overheden in Groningen en in de Martinistad tevens gemeenteraadslid. Liefhebber van debatten over het staatsrecht en hij was daarbij dan ook geregeld bij de interputiemicrofoon te vinden.
- 18.Rechtsgeleerde van D66-huize die als wetenschapper en politicus in de voetstappen van zijn leermeester Jan Vis stapte. Was docent staatsrecht en later bijzonder hoogleraar gemeenterecht/gemeentekunde (Thorbecke-leerstoel) in Leiden en bijzonder hoogleraar 'rechten decentrale overheden' (Oppenheim-leerstoeel) in Groningen. Kwam in 2004 in de Eerste Kamer en werd in 2010 fractievoorzitter, een functie die hij in 2018-2019 nog eens bekleedde. Sprak veelvuldig in debatten over binnenlands bestuur en constitutioneel bestel, maar ook over justitiële onderwerpen, zorg en integratie. Was voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin. Van september 2018 tot 1 januari 2021 was hij waarnemend burgemeester van Loppersum.
- 19.Relativerende Groningse liberaal, die in de Eerste Kamer twaalf jaar namens de VVD het woord voerde over onderwerpen op het gebied binnenlandse zaken, zoals herindelingen, grondwetsherzieningen en de burgemeestersbenoeming. Daarnaast hield hij zich bezig met wetgeving op het raakvlak van landbouw en natuur en met Koninkrijksrelaties. Was voor hij senator werd in Groningen en Drenthe werkzaam als hoofd personeel en organisatie van een industrieel bedrijf, als hoofd van een zorginstelling en als directeur van een thuiszorgorganisatie. Daarna was hij zelfstandig organisatie-adviseur.
- 20.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 21.Energieke, strijdbare en debatvaardige Brabantse SP-politicus; eerst drie jaar in de Eerste Kamer en daarna, vanaf 2006, ruim veertien jaar in de Tweede Kamer. Was als docent geschiedenis verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en daarna directeur van het wetenschappelijk bureau van de SP, waarvan hij later voorzitter werd. Als Kamerlid woordvoerder op het gebied van het binnenlands bestuur, constitutionele zaken, koninklijk huis, kiesrecht, beloning ambtsdragers, werkwijze van de Kamer, Koninkrijksaangelegenheden en veiligheid. Was tevens lid van het Presidium. Bracht in 2016 een wet over bescherming van klokkenluiders tot stand en had in 2020 succes met een voorstel in eerste lezing over het correctief referendum. Sinds 1 april 2021 is hij hoogleraar 'Erasmiaanse waarden' aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde eerder op een studie over het 19-eeuwse conservatisme.
- 22.Uit de PSP afkomstige senator van GroenLinks, die ondanks door hem regelmatig geopperde bezwaren tegen het instituut een actief lid van de Eerste Kamer was. Hield zich onder andere bezig met onderwerpen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing en was daarnaast woordvoerder financiën, Antilliaanse zaken en Europese samenwerking. Opmerkelijk was het op zijn verzoek gehouden interpellatiedebat over een ingezonden brief van Prins Bernhard aan De Volkskrant. Was voorzitter van GroenLinks, schrijver van reis- en wandelgidsen en veranderingsmanager bij stadsdeel Amsterdam-Oost/Watergraafsmeer. Verder was hij gemeenteraadslid in Bussum en Amsterdam.
- 23.Zelfbewuste en ontspannen optredende PvdA-senator met onder meer grote belangstelling voor de ontwikkelingen op de Antillen. Was voor zij in 1995 Eerste Kamerlid werd onder meer zelfstandig onderzoeker op het terrein van sociale en bestuurlijke vernieuwing. Was tevens raadslid in Abcoude. Werd in 1999 niet herkozen en hield zich daarna bezig met grotestedelijke problemen in Rotterdam. Keerde in 2003 voor nog eens twaalf jaar terug in de Senaat. Aanvankelijk sprak zij vooral over ruimtelijke ordening en later was zij woordvoerster onderwijs. In 2007-2015 voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties en in 2013-2015 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
- 24.Invloedrijke senator van D66, zowel in de Eerste Kamer als in eigen partij. Stond bekend als een zorgvuldig formulerende spreker, naar wie aandachtig werd geluisterd. Als lid en voorzitter van een kleine fractie hield hij zich met uiteenlopende onderwerpen bezig, maar onderwijs en financiën hadden zijn bijzondere aandacht. Was in het dagelijks leven directeur van een psychiatrisch ziekenhuis en voordien leraar Nederlands en kroonlid van het bestuur van de Open Universiteit. Voor hij in de Senaat kwam was hij gemeenteraadslid in Wassenaar en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Speelde in 2005 een belangrijke rol bij het bestendigen van de regeringsdeelname van D66.
- 25.Vooraanstaande ethica op medisch gebied, die zestien jaar Eerste Kamerlid voor de VVD was. Hoogleraar in Leiden, en voorts onder meer voorzitter van de Ethische Adviesraad van Sanquin en vicevoorzitter van de Commissie medische ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Hield zich in de Eerste Kamer onder andere bezig met hoger onderwijs en volksgezondheid. Speelde een belangrijke rol bij het door de Senaat afwijzen van het wetsvoorstel Elektronisch Patiënten Dossier. Kwam zowel buiten als binnen het parlement duidelijk en krachtig uit voor haar opvattingen. Was in 2007-2011 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
- 26.Tiny Kox (1953) was van 10 juni 2003 tot 13 februari 2024 Eerste Kamerlid voor de SP. Hij was tot 25 januari 2022 fractievoorzitter. De heer Kox was redacteur van partijblad De Tribune en van 1994 tot mei 2003 partijsecretaris. Hij maakte deel uit van de delegatie naar de parlementaire assemblee van de Raad van Europa in de groepering Verenigd Europees Links. Van januari 2022 tot januari 2024 was hij voorzitter van dat parlement. Behalve met algemeen beleid hield de heer Kox zich als Eerste Kamerlid bezig met sociale zaken, binnenlandse zaken en immigratie en asiel.
- 27.Alexander Pechtold (1965) was in 2006-2018 fractievoorzitter en politiek leider van D66. Hij was sinds november 2006 Tweede Kamerlid. De heer Pechtold was verder van 31 maart 2005 tot 3 juli 2006 minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hij is opgeleid als kunsthistoricus en werkte onder andere bij een veilinghuis. Van 1997 tot 2002 was hij wethouder in Leiden. Vanaf eind 2002 tot 2005 was hij voorzitter van D66. en in de periode 2003-2005 burgemeester van Wageningen. De heer Pechtold was enige jaren woordvoerder Europese zaken en onderwerpen rond het koninklijk huis. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. Per 1 november 2019 werd hij algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.